Verkoopafroepschema's in Enterprise PlanningIn Verkoop kunt u verkoopafroepschema's gebruiken voor klanten die gedurende een relatief lange periode regelmatig orders plaatsen. In een verkoopafroepschema kunt u voor een artikel opgeven welke hoeveelheden aan een bepaalde relatie moeten worden verkocht. Een verkoopafroepschema bestaat uit de volgende twee delen:
Verzendvolgordeschema Enterprise Planning verwerkt verkooporders die afkomstig zijn van een verkoopafroepschema als normale verkooporders. De behoeften die afkomstig zijn van het verzendschemadeel worden opgeslagen als verkoopafroepschemaorders met de mutatiesoort Geplande afgifte in de sessie Geplande voorraadmutaties (whinp1500m000). In Enterprise Planning wordt het verzendschemadeel van het verkoopafroepschema als klantorder opgeslagen in de sessie Artikelhoofdplan (cprmp2101m000) en afgetrokken van de prognosehoeveelheid. In de sessie Orderplan art. (cprrp0520m000) kunt u de verzendschemadelen zien als geplande orders van de soort Verkoopafroepschema. Materiaalvrijgave Enterprise Planning slaat de behoeften die afkomstig zijn uit het materiaalvrijgavedeel van het verkoopafroepschema op in het veld Niet-gefiatteerde klantorders van de sessie Artikelhoofdplan (cprmp2101m000). Deze behoeften hebben geen invloed op de planning van Enterprise Planning en worden alleen weergegeven om te laten zien welk deel van de klantorders nog niet is gefiatteerd. In de sessie Orderplan art. (cprrp0520m000) geeft Enterprise Planning de verkoopbehoeften van het materiaalvrijgavedeel van het verkoopafroepschema weer als verkoopafroepschema-prognose. Hoofdplanning en orderplanning Als u het artikelhoofdplan of het artikelorderplan bijwerkt of simuleert, leest Enterprise Planning de goederenstroomgegevens in de sessie Geplande voorraadmutaties (whinp1500m000) om rekening te houden met de verkoophoeveelheden van het verzendschema. Om rekening te houden met de verkoophoeveelheden die betrekking hebben op de materiaalvrijgave van het verkoopafroepschema, leest Enterprise Planning de afroepschema's van het type Materiaalvrijgave in de sessie Verkoopafroepschema's (tdsls3111m000). Bijwerken van ATP Als orderhoeveelheden of (lever)datums in het verzendschema of in de materiaalvrijgave worden gewijzigd en het selectievakje ATP in Enterprise Planning online bijwerken in de sessie Planningsparameters (cprpd0100m000) is ingeschakeld, werkt LN de ATP voor het artikel bij. Dit is vergelijkbaar met het bijwerken van de ATP in Enterprise Planning als er sprake is van wijzigingen in de geplande ontvangsten of afgiften in de sessie Geplande voorraadmutaties (whinp1500m000). Enterprise Planning controleert de acceptatie van verkooporders op basis van de werkelijke ATP-waarde. Als er wijzigingen hebben plaatsgevonden, stelt Enterprise Planning ook twee nieuwe net-change datums in, zodat die wijzigingen worden meegenomen in een planningsrun:
Om de ATP bij te werken en nieuwe net-change datums in te stellen, leest Enterprise Planning de goederenstroomgegevens van het artikel. De datums en hoeveelheden in Enterprise Planning die betrekking hebben op het verzendschema, zijn afkomstig uit de module Voorraadplanning van Magazijnbeheer. Om de ATP bij te werken na wijzigingen in het materiaalvrijgavedeel van het verzendschema, maakt Enterprise Planning gebruik van de hoeveelheden en datums van verkopen uit Verkoop. Overlappende materiaalvrijgaveschema's: extrapolatie Enterprise Planning maakt gebruik van de verkoopbehoeften die gerelateerd zijn aan het verzendschema voor een bepaalde datum uit de module Voorraadplanning. De verkoopbehoeften die betrekking hebben op de materiaalvrijgave is echter als één hoeveelheid uit de module Verkoop afkomstig. Verzendschema's eindigen meestal in het midden van een planperiode, waardoor er in een planperiode een overlap bestaat tussen het verzendschema en de materiaalvrijgave. Daarom wordt in LN onderscheid gemaakt tussen materiaalvrijgaveschema's die overlappen met een verzendschema en materiaalvrijgaveschema's die niet overlappen. Bij materiaalvrijgaven die overlappen met een verzendschema, wordt in Verkoop gebruikgemaakt van extrapolatie om de verkoophoeveelheden te bepalen voor die dagen die niet zijn gevuld met verkoopbehoeften die afkomstig zijn uit het verzendschema. De wijze waarop LN deze hoeveelheden extrapoleert, hangt af van de instelling van het selectievakje Lineaire calculatie in de sessie Artikelen - verkopen-aan relatie (tdisa0510m000):
In de planperioden waarin de materiaalvrijgave niet overlapt met het verzendschema, wordt tijdens een ATP-controle de totale hoeveelheid van de materiaalvrijgave overgezet van Verkoop naar Enterprise Planning. Een ander selectievakje dat tijdens de extrapolatie een belangrijke rol speelt, is Behoefte op startdatum van periode accumuleren in de sessie Artikelen - verkopen-aan relatie (tdisa0510m000):
Voorbeeld 1
![]() In week 1 vindt er een materiaalvrijgave plaats, maar de gehele periode wordt gevuld vanuit het verzendschema. Enterprise Planning houdt alleen rekening met het verzendschema. In week 2 is er sprake van een overlap: de week is niet volledig gevuld vanuit het verzendschema en daarom worden de resterende dagen gevuld vanuit de materiaalvrijgave. Het selectievakje Lineaire calculatie is ingeschakeld en daarom extrapoleert LN de hoeveelheid van de materiaalvrijgave naar het aantal dagen van de periode (50 : 5 = 10). De dagen die niet vanuit het verzenddatum zijn gevuld, krijgen de geëxtrapoleerde hoeveelheid (10). Week 3 bevat alleen de materiaalvrijgave. LN houdt rekening met de gerelateerde hoeveelheid. De eerste dag van week 3 wordt gevuld met de totale hoeveelheid van de materiaalvrijgave, omdat het selectievakje Behoefte op startdatum van periode accumuleren is ingeschakeld. Voorbeeld 2
![]() LN verdeelt nu de materiaalvrijgave in week 2 zonder lineaire calculatie, omdat het selectievakje Lineaire calculatie niet is ingeschakeld. In Verkoop wordt de hoeveelheid van het verzendschema afgetrokken van de totale hoeveelheid van de materiaalvrijgave voor de periode en wordt de resulterende hoeveelheid verdeeld over het aantal dagen dat niet is gevuld vanuit het verzendschema. In week 3 verdeelt LN de totale hoeveelheid van de materiaalvrijgave over het aantal dagen van de periode, omdat het selectievakje Behoefte op startdatum van periode accumuleren is uitgeschakeld. Voorbeeld 3
Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt als de hoeveelheid van de materiaalvrijgave in week 2 wordt gewijzigd van 50 in 60. ![]() In week 2 is de resterende hoeveelheid voor elke dag die niet wordt gedekt door het verzendschema nu 13 (60 - 12 - 9 = 13). Verkoop informeert Enterprise Planning dat drie materiaalvrijgave-hoeveelheden zijn verhoogd en Enterprise Planning verlaagt als gevolg daarvan de ATP-waarden. Voorbeeld 4 Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt als de hoeveelheid van het verzendschema op een bepaalde dag wordt gewijzigd.
![]() De hoeveelheid van het verzendschema op dag 2 van week 2 wordt gewijzigd van 9 in 15. Deze wijziging resulteert in een hoeveelheidswijziging in de sessie Geplande voorraadmutaties (whinp1500m000). Aan de hand daarvan wordt de ATP in Enterprise Planning bijgewerkt. Het is duidelijk dat wijzigingen in de hoeveelheden van het verzendschema ook invloed hebben op de vrijgave van materialen voor week 2. In dit voorbeeld is de nieuwe resterende hoeveelheid materialen die nog in week 2 moet worden vrijgegeven, 33 (60 - 12 - 15 = 33). De hoeveelheid voor elk van de resterende 3 dagen is dan 11. Verkoop geeft deze wijziging door aan Enterprise Planning, die vervolgens de ATP-waarden verhoogt.
| |||||||||||||||||||||||||||