Gebruik van clusters voor de productieplanning

De leveringsbron van het geclusterde artikel is productie indien u het veld Default leveringsbron in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000) op Productie/Inkoop hebt gezet en LN het veld Werkelijke leveringsbron op Productie heeft gezet. Dit is van toepassing indien het huidige tijdstip valt in een periode waarvoor u een datumgeldigheidsregel hebt vastgelegd in de sessie Artikelen - datumafhankelijke artikelgegevens (tcibd0510m000), waarbij het veld Artikelsoort op Productie staat.

Bij planartikelen die vanuit de productie worden geleverd, moet u een productstructuur vastleggen in de sessie Stuklijst (tibom1110m000) en de taken, machines en de werkvloer waar het artikel wordt geproduceerd in de betreffende sessies in de module Routing van Productie, alsmede de kritische componenten en de benodigde capaciteit om het artikel te produceren. Productie (TI) ondersteunt geen geclusterde artikelen en daarom worden de materialen en de bewerkingen binnen de orderhorizon gedesaggregeerd door middel van de stuklijst en de routing van het algemene artikel. Dit geldt ook voor de kritische componenten en de kritische capaciteiten binnen de planningshorizon.

Als de default leveringsbron van een geclusterd artikel Productie is, maakt Enterprise Planning geplande productieorders aan voor het geclusterde artikel en het geclusterde magazijn. Aangezien het geclusterde planartikel geen eigen stuklijst en geen eigen routing heeft, desaggregeert de afhankelijke vraag en de bewerkingen via de stuklijst en de routing van het algemene artikel. Voor de hoofdplangestuurde planning gebruikt Enterprise Planning de algemene lijst van kritische materialen en de lijst van kritische capaciteiten om de afhankelijke vraag te desaggregeren naar kritische materialen en kritische capaciteiten.

Geclusterde componenten in de stuklijst

In een stuklijst kan een component geclusterd zijn, terwijl het magazijn van de stuklijstregel een geclusterd magazijn kan zijn dat is gekoppeld aan de component in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). Deze functionaliteit voorziet in situaties waarin een niet-geclusterd/centraal magazijn zorgt voor de aanvulling van de voorraad in een SFC-magazijn op de werkvloer en waarin de voorraad van de betreffende component moet worden gereserveerd voor de productie van een hoofdartikel als de component ook rechtstreeks wordt verkocht aan klanten.

Daartoe moet u een leveringsrelatie tussen het centrale magazijn en het SFC-magazijn leggen, zodat Enterprise Planning automatisch geplande productieorders kan aanmaken om het SFC-magazijn van voorraad te voorzien tijdens een planning. Het veld "SFC-magazijn" in de sessie Verkooporders kan niet worden ingevuld, waardoor de voorraad in het SFC-magazijn niet rechtstreeks aan klanten kan worden verkocht. U kunt voor de component alleen het niet-geclusterde centrale magazijn in verkooporders invoeren.

Als u meerdere (hoeveelheidsafhankelijke) routings hebt gedefinieerd in de sessie Artikel - routings (tirou1101m000), met verschllende afdelingen, kunt u het magazijn koppelen aan een afdeling in de sessie Afdelingen (tirou0101m000), in plaats van een SFC-magazijn in te vullen op de stuklijstregel. Tijdens het plannen boekt Enterprise Planning de vraag naar componenten op het default magazijn van het planartikel. Als Enterprise Planning de orders naar de module Productiebeheer (SFC) actualiseert, wordt de reservering van componenten automatisch verplaatst naar het juiste SFC-magazijn.

Voorbeeld: distributiestructuur met clusters

In het volgende voorbeeld is R een resource en zijn de magazijnen A t/m E. De pijlen staan voor leveringsrelaties.

[...]
Cl XCluster X
Cl YCluster Y
Cl ZCluster Z

Artikel FIETS wordt geproduceerd door resource R en opgeslagen in magazijn A. Van daaruit wordt FIETS eerst gedistribueerd naar de magazijnen B en C (die vanuit het oogpunt van planning als één geheel worden beschouwd) en vervolgens naar de magazijnen D en E (als één planningseenheid beschouwd) en magazijn F.

In Enterprise Planning wordt artikel FIETS door de volgende planartikelen weergegeven:

  • Het niet-geclusterde artikel FIETS staat voor het artikel dat in magazijn A ligt opgeslagen.
  • Het geclusterde artikel X FIETS staat voor het artikel dat in de magazijnen B en C ligt opgeslagen.
  • Het geclusterde artikel Y FIETS staat voor het artikel dat in de magazijnen D en E ligt opgeslagen.
  • Het geclusterde artikel Z FIETS staat voor het artikel dat in magazijn F ligt opgeslagen.