Cumulatieve orderlooptijden en horizonnenVoor elk planartikel moet u een orderhorizon en een planningshorizon definiëren. De orderhorizon is de tijdspanne waarin Enterprise Planning geplande orders genereert en de afhankelijke vraag desaggregeert naar alle componenten die deel uitmaken van de stuklijst. De planningshorizon is de tijdspanne waarin Enterprise Planning de afhankelijke vraag aanmaakt, plant en desaggregeert naar alle componenten van het parent-artikel dat u hebt vastgelegd in de lijst van kritische materialen. Indien de horizonnen te lang zijn, zal de prestatie minder worden. Indien de horizonnen te kort zijn, ontstaan problemen tijdens de desaggregatie van de materiaalbehoeften. Daarom is het belangrijk dat de instellingen van de orderhorizon en de planningshorizon correct zijn, omdat deze direct invloed hebben op de desaggregatie van de afhankelijke vraag. Daarom maakt Enterprise Planning gebruik van cumulatieve orderlooptijden. Het COLT-concept is van toepassing op twee verschillende waarden: De totale cumulatieve orderlooptijd (COLT) van een artikel is gelijk aan de langste van de volgende doorlooptijden:
Voor meer informatie over het cluster-concept, zie het onderwerp Voorbeeld: cumulatieve orderlooptijd (COLT) voor een uitgebreide toelichting op het COLT-concept. De niet-kritische cumulatieve orderlooptijd (niet-kritische COLT) van een artikel is gelijk aan de langste van de volgende doorlooptijden:
LN gebruikt deze COLT-waarden om de minimum lengte van de orderhorizon en de planningshorizon te berekenen:
Voor elk specifiek planartikel kunt u zowel de COLT als de niet-kritische COLT opvragen in de sessie Artikelen - planning (cprpd1100m000). In deze sessie bevindt zich ook het selectievakje Horizonnen automatisch bijwerken. Indien u dit selectievakje inschakelt en Horizonnen controleren Horizonnen controleren selecteert in het menu Beeld, Referentie en/of Acties, kunt u zoomen naar de sessie Horizonnen controleren (cprpd1200m000). Als u klikt op de knop Bijwerken in deze sessie, zal Enterprise Planning elke COLT-waarde berekenen. Het volgende voorbeeld laat zien waarom het nodig kan zijn een COLT en een niet-kritische COLT te berekenen. Voorbeeld Eindproduct A bestaat uit artikel B (doorlooptijd = twee weken). Artikel B bestaat uit artikel C (doorlooptijd = twee weken). Artikel C wordt extern ingekocht (doorlooptijd = één week). Alleen artikel C is een kritische component voor artikel A (doorlooptijd = vier weken). ![]() Stel dat de artikelen A, B en C de volgens horizon-instellingen hebben:
Voor artikel A zijn drie verkooporders aanwezig, nl. X, Y en Z:
Zoals u ziet, is de afhankelijke vraag voor verkooporder X in week 6 gedesaggregeerd naar component B in week 4 en naar component C in week 2. De afhankelijke vraag voor verkooporder Y in week 7 wordt in het geheel niet gedesaggregeerd, omdat de orderhorizon van component B stopt aan het einde van week 4. De afhankelijke vraag voor verkooporder Z in week 8 wordt rechtstreeks gedesaggregeerd naar component C in week 4. Indien u de simulatie met één week rolt met behulp van de sessie Simulatie initialiseren, rollen en bijwerken (cprpd4200m000), zal de afhankelijke vraag naar component C, als gevolg van verkooporder Z, die nu in week 7 plaatsvindt, volledig verdwijnen. Idien u de simulatie voor een andere week rolt, vindt verkooporder Z plaats in week 6 en verschijnt de afhankelijke vraag weer voor de componenten B en C. Om dit soort ongebruikelijke planningssituaties te voorkomen, maakt LN gebruik van het COLT-concept. Volgens dit concept kan LN automatisch de minimumwaarden van de orderhorizon en de planningshorizon bijwerken en corrigeren. Dit is essentieel voor een consistente order- en hoofdplanning. Enterprise Planning past een verzameling basisregels toe als de COLT-waarden worden gebruikt om de minimum orderhorizon en de minimum planningshorizon in te stellen. Deze regels variëren met de planartikelgegevens. Voor artikelen die kritisch zijn in de hoofdplanning (zie de sessie Items - Ordering (tcibd2500m000)) en een artikelhoofdplan hebben, gelden de volgende regels:
Voor artikelen die kritisch zijn in de hoofdplanning en geen artikelhoofdplan hebben, past Enterprise Planning de volgende regels toe:
Voor artikelen die niet kritisch zijn in de hoofdplanning, gelden de volgende regels:
In de sessie Horizonnen controleren (cprpd1200m000) kunt u een van de drie bijwerkopties selecteren op het veld Bijwerkmethode om te bepalen hoe Enterprise Planning de COLT-waarden en de horizonnen moet bijwerken. Deze bijwerkopties zijn:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||