Berekening van gemiddelde geprojecteerde voorraadniveaus

In de module Resources analyseren en optimaliseren van Enterprise Planning worden verschillende prestatie-indicatoren berekend die het gemiddelde niveau of de gemiddelde waarde van de geprojecteerde voorraad weergeven. Dit geldt voor de volgende indicatoren:

  • De gemiddelde geprojecteerde voorraad van een planartikel of een reeks planartikelen
  • De gemiddelde waarde van de geprojecteerde voorraad van een planartikel of een reeks planartikelen
  • De gemiddelde negatieve geprojecteerde voorraad van een planartikel of een reeks planartikelen
Gemiddelde geprojecteerde voorraadhoeveelheid

De geprojecteerde voorraad in een planperiode, die in de sessie Artikelhoofdplan (cprmp2101m000) wordt weergegeven, is eigenlijk de geprojecteerde voorraad aan het einde van die planperiode. Om het gemiddelde niveau van de geprojecteerde voorraad te berekenen, gaat LN ervan uit dat wijzigingen in de voorraden tussen twee opeenvolgende planperioden lineair verlopen.

Voor meer informatie over deze rekenwijze, zie het onderwerp Voorbeeld van lineaire voortgang.

Als wordt aangenomen dat wijzigingen lineair verlopen, betekent dit dat het gemiddelde voorraadniveau van een planperiode kan worden berekend als het gemiddelde van:

  • Het niveau aan het einde van die planperiode.
  • Het niveau aan het begin van die planperiode, dat gelijk is aan het niveau aan het einde van de vorige planperiode.

De gemiddelde geprojecteerde voorraad van een planartikel wordt berekend als het gewogen gemiddelde van de gemiddelde voorraadniveaus over de verschillende planperioden. Dit gemiddelde is een gewogen gemiddelde waarbij rekening wordt gehouden met de lengte van elke planperiode.

Voor meer informatie over deze rekenwijze, zie de on-line handleiding Voorbeeld van een gewogen gemiddelde van het voorraadniveau.

Waarde van gemiddelde geprojecteerde voorraad

Wanneer de gemiddelde geprojecteerde voorraadhoeveelheid van een planartikel eenmaal is bepaald, wordt de gemiddelde voorraadwaarde als volgt berekend:

Gemiddelde geprojecteerde voorraad x Materiaalkosten

Zie het veld Materiaalkosten in de sessie Artikelen - kosten (ticpr0107m000).

Gemiddelde negatieve geprojecteerde voorraad

De rekenwijze van de gemiddelde negatieve geprojecteerde voorraad is vergelijkbaar met die van de gemiddelde geprojecteerde voorraad (zie boven). Een belangrijk verschil is echter dat LN voor het bepalen van de gemiddelde negatieve voorraad alleen rekening houdt met tijdsperioden waarin de geprojecteerde voorraad negatief is.

Allereerst moet worden vastgesteld wanneer de geprojecteerde voorraad precies negatief is. Daartoe gaat LN er weer vanuit dat de wijzigingen in de geprojecteerde voorraad tussen twee opeenvolgende perioden lineair verlopen. LN gaat van deze veronderstelling uit om het precieze moment vast te stellen waarop de geprojecteerde voorraad negatief of positief wordt.

NB

Het omslagpunt hoeft niet gelijk te zijn aan hele dagen. Stel dat een planperiode uit 5 dagen bestaat. Het omslagpunt van negatief naar positief kan dan 2,39 dagen na het begin van de planperiode liggen. In hetzelfde voorbeeld kan het omslagpunt van positief naar negatief 4.27 dagen later optreden (dat wil zeggen: 1,66 dagen na het begin van de volgende planperiode). In dat geval is het aantal dagen met een negatieve voorraad in deze twee planperioden 4,27 (2,61 dagen in de eerste planperiode en 1,66 dagen in de tweede planperiode).

Wanneer de exacte perioden met een negatieve voorraad eenmaal zijn bepaald, wordt de gemiddelde negatieve geprojecteerde voorraad op dezelfde manier berekend als de totale gemiddelde voorraad. Met andere woorden: er wordt een gewogen gemiddelde berekend, waarbij rekening wordt gehouden met de lengte van de verschillende perioden met een negatieve voorraad.

Voor meer informatie over deze rekenwijze, zie de online-handleiding Voorbeeld van een gewogen gemiddelde van een negatief voorraadniveau.