Snel filteren

Met deze optie kunt u filtercriteria invoeren op de kolomkoppen van een overzichtssessie.

Snel filteren starten

Klik op de knop [...] om snel filteren in te schakelen. De filtervelden verschijnen dan in elke kolomkop.

Als u Direct filteren activeert, worden de filtercriteria direct actief. Als u Direct filteren uitschakeld, worden de filtercriteria pas uitgeschakeld als u het filtervenster sluit.

Definiëren van een filter

Om op een kolom een filter te definiëren, voert u een waarde in op het filterveld in de kolomkop. Desgewenst, maakt u in een filterwaarde gebruik van filteroperatoren.

Voorbeeld

De sessie Adressen (tccom4530m000) bevat het veld Omschrijving plaats. Als u op dit filterveld Casablanca invult, geeft de sessie alleen de adressen weer waarvoor het veld Omschrijving plaats "Casablanca" bevat.

Operatoren in filtervelden
Velden met codes en tekstwaarden

In kolommen met codes en tekstwaarden gebruikt u het filter om alle records te selecteren waarvan de waarde begint met de waarde van het filterveld. In deze selectie wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.

Voorbeeld

Als u c invult op het filterveld van de kolom Omschrijving plaats, worden alle records weergegeven waarvan de waarde van het veld Omschrijving plaats begint met de letter C, zoals Caïro, Canberra, Caracas en Chicago.

Wildcards

In kolommen met codes en tekstwaarden kunt u gebruikmaken van filters met wildcards. De volgende wildcard-symbolen zijn beschikbaar:

?Staat voor een willekeurig teken
*Staat voor een reeks willekeurige tekens.

 

Voorbeeld

Met de filterwaarde TZ?03 selecteert u TZA03, TZB03, TZC03, enz.

Met de filterwaarde A*B selecteert u alle waarden die beginnen met een A, gevolgd door nul of meer willekeurige tekens, gevolgd door een B (eventueel gevolgd door meerdere tekens).

De operatoren > en <

In kolommen met codes en tekstwaarden kunt u gebruikmaken van de operatoren >, <, <=, >= en <>. Deze operatoren worden als volgt gebruikt:

>TEXTHiermee selecteert u waarden die na TEXT in alfabetische volgorde worden weergegeven
>=TEXTHiermee selecteert u de waarde TEXT en alle waarden die na TEXT in alfabetische volgorde worden weergegeven.
<TEXTHiermee selecteert u waarden die vóór TEXT in alfabetische volgorde worden weergegeven
<=TEXTHiermee selecteert u de waarde TEXT en alle waarden die vóór TEXT in alfabetische volgorde worden weergegeven.
<>TEXTHiermee selecteert u alle waarden die niet met TEXT starten.

 

NB

De filteracties met deze operatoren zijn hoofdlettergevoelig.

Velden met numerieke waarden

In kolommen met numerieke waarden kunt u gebruikmaken van de operatoren >, <, <=, >= en <>. Deze operatoren worden als volgt gebruikt:

>123.450Hiermee selecteert u waarden die groter zijn dan 123,45.
>=123.450Hiermee selecteert u waarden die groter zijn dan of gelijk zijn aan 123,45.
<123.450Hiermee selecteert u waarden die kleiner zijn dan 123,45.
<=123.450Hiermee selecteert u waarden die kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 123,45.
<>123.450Hiermee selecteert u alle waarden die niet gelijk zijn aan 123,45.

 

Velden met datumwaarden

Klik op het kalenderpictogram om de kalender te openen en een datum te selecteren.

U kunt relatieve datums invoeren. Zo staat -7 voor een week geleden en +2 voor de dag na morgen.

Gerelateerde onderwerpen