Filters gebruiken

1. Klik in een sessie op de knop . LN toont de beschikbare filters in een deelmenu.
2. Klik in het deelmenu op het filter dat moet worden toegepast.
3. Wacht een paar seconden tot LN de records heeft gefilterd.

1. Klik in een sessie op de knop .
2. Klik in het deelmenu op Geen.
3. Wacht een paar seconden tot LN de records opnieuw weergeeft.

1. Klik in een sessie op de knop .
2. Klik in het deelmenu op Geavanceerd filteren. De sessie Velden 2 (ttadv9593m000) wordt gestart.
3. Toets een naam voor het filter in op het veld Filternaam.
4. Klik op Nieuw om een conditie aan het filter toe te voegen.
5. Selecteer op het veld Veldnaam het veld waarvoor u een conditie wilt opgeven. U kunt alleen een veld selecteren dat zichtbaar is op het huidige tabblad van de overzichtssessie.
6. Selecteer op het veld Conditie een conditie. Voor een toelichting op het gebruik van operatoren, zie In filters gebruikte operatoren.
7. Op het veld Waarde voert u een waarde in waarmee u de inhoud van het geselecteerde veld wilt vergelijken. Als de beschikbare waarden van het veld zijn voorgedefinieerd, drukt u op CTRL+B om een waarde te selecteren.

Indien u een filter aanmaakt of bewerkt, kunt u een sorteervolgorde voor de gefilterde records toevoegen. Om een sorteervolgorde voor de gefilterde records op te geven, gaat u als volgt te werk:

1. Klik in het betreffende menu van de sessie Velden 2 (ttadv9593m000) op Sorteervolgorde definiëren. De sessie Sorteervolgorde definiëren (ttadv9193m001) wordt gestart.
2. Klik op het veld Veldnaam op de bladerknop en selecteer het eerste veld waarop u de records wilt sorteren.
3. Selecteer op het veld Volgorde de volgorde, die Oplopend of Aflopend kan zijn.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om de volgende sorteervelden op te geven. LN sorteert de records op basis van de volgorde van het eerste veld en binnen die lijst, op basis van de volgorde van het tweede veld, enz.
5. Klik op OK om de sorteervolgorde voor het filter op te slaan.