Prioriteitsregels voor planning

Als u rechtstreekse levering materiaal (DMS) gebruikt, kunt u prioriteitsregels voor de planning voor crossdocking definiëren. Deze regels geven de condities op die op een specifieke situatie en een specifieke order kunnen worden toegepast en die resulteren in een bepaald prioriteitscijfer wanneer deze condities op een specifieke order worden toegepast. Het aggregeren van de prioriteitscijfers van alle toepasselijke prioriteitsregels levert een planningsprioriteit op die als de systeemprioriteit wordt gebruikt.

Als u prioriteitsregels voor de planning gebruikt en een nieuwe crossdocking-order aanmaakt of een bestaande crossdocking-order bijwerkt, worden door LN de systeemprioriteiten van alle andere crossdocking-orders voor de magazijn/artikelcombinatie van de nieuwe of gewijzigde crossdocking-order, opnieuw berekend en bijgewerkt. Geannuleerde en afgesloten crossdocking-orders worden genegeerd.

NB
Prioriteitsregels voor planning definiëren

U stelt als volgt planningsprioriteiten in:

  1. Maak in de sessie Prioriteitdefinities (whinh6120m000) een code en een omschrijving voor de prioriteitdefinitie aan.
  2. Klik in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Prioriteitregels planning.
  3. Maak in de sessie Prioriteitregels planning (whinh6122m000) prioriteitsregels voor de planning aan.
NB
  • U kunt net zoveel regels opgeven als u wilt.
  • De prioriteitsregels voor de planning werken volgens een strafpuntensysteem. U kunt per regel strafpunten opgeven. Als een regel van toepassing is op een bepaalde vraag, worden strafpunten toegekend aan die vraag. Hoe minder strafpunten een vraag heeft, des te hoger de prioriteit.
  • Strafpunten kunnen door middel van een prioriteitsconstante of een prioriteitsfactor worden toegekend. De factor wordt als eerste op de regel toegepast. Vervolgens wordt de constante opgeteld bij de toegekende strafpunten.
  • Als er een regel voor een bepaald veld is gedefinieerd maar de regel niet van toepassing is op de vraag, worden er geen strafpunten toegekend. Er is bijvoorbeeld een regel die bepaalt dat een vraag tien strafpunten krijgt als er geen sprake is van een spoedorder. Er is geen regel gedefinieerd voor een vraag die een spoedorder is. Als de vraag dus een spoedorder is, worden er nul strafpunten aan de vraag toegekend. Is de vraag geen spoedorder, dan krijgt de vraag tien strafpunten.
  • Als geen van deze regels van toepassing is op een bepaalde vraag, krijgt deze vraag het maximum aantal strafpunten en dus de laagste prioriteit.
Voorbeeld

De volgende tabel is een voorbeeld van de manier waarop u prioriteitsregels voor de planning kunt opgeven.

Prioriteitdefinitie voor planning A
Regel Prioriteitveld Magazijnordersoort Veldwaarde Van waarde T/m waarde Tijdseenheid Prioriteitfactor Prioriteitconstante
1 Niet van toepassing Prognose----------200
2 Orderprioriteit Verkooporder--010000--010
3 Orderprioriteit Verkooporder--10001999999--020
4 Orderprioriteit Niet van toepassing--0999999--030
5 Spoedorder Niet van toepassing Nee--------100
6 Nalevering Niet van toepassing Nee--------20
7 Verzendconstraint VerkooporderOrder is gereed--------10
8 Verzendconstraint Niet van toepassingniet opgegeven--------20
9 Klantprioriteit Verkooporder--099--10
10 Klantprioriteit Niet van toepassing--099--050
11 Resterende tijd Geplande productieorder--05 Dagen010
12 Resterende tijd Geplande productieorder--699 Dagen15
13 Resterende tijd Niet van toepassing--099 Dagen115
14 Te laat Geplande productieorder--099 Dagen- 0.110
15 Te laat Niet van toepassing--099 Dagen- 0.115
16 Magazijn Niet van toepassingA--------0
17 Magazijn Niet van toepassingniet opgegeven--------10
18 Orderhoeveelheid Niet van toepassing--01000--- 0.0110

 

NB: "--" = niet beschikbaar

 

Uitleg van de waarden op het veld Prioriteitveld:

  • Niet van toepassing
    LN houdt alleen rekening met de ordersoort. U kunt alleen een prioriteitsconstante instellen.
  • Orderprioriteit
    Regel 2 en 3 zijn gedefinieerd voor orderprioriteiten voor verkooporders. Regel 4 is voor andere ordersoorten. U kunt een prioriteitsconstante en een prioriteitsfactor instellen. De default waarde voor beide velden is nul.
  • Spoedorder
    Als u een prioriteit van nul aan spoedorders wilt toekennen, moet u een prioriteitsconstante voor niet-spoedorders definiëren. Infor raadt aan eveneens een regel voor spoedorders toe te voegen als u wilt voorkomen dat er geen enkele regel van toepassing is en dat het resultaat een hoog prioriteitsgetal (is lage prioriteit) is.
  • Nalevering
    Als u een prioriteit van nul aan naleveringen wilt toekennen, moet u een prioriteitsconstante voor niet-naleveringen definiëren. Infor raadt aan eveneens een regel voor naleveringen toe te voegen als u wilt voorkomen dat er geen enkele regel van toepassing is en dat het resultaat een hoog prioriteitsgetal (is lage prioriteit) is.
  • Verzendconstraint
    Als u een hogere prioriteit aan specifieke verzendconstraints wilt toekennen, definieert u hogere prioriteitsconstanten voor andere verzendconstraints.
  • Klantprioriteit
    Definieer prioriteitsfactoren tussen 0 en 1 om cijfers binnen de bereiken te beperken tot betekenisvolle getallen.
  • Resterende tijd
    Gebruik een combinatie van constanten en factoren voor het toekennen van prioriteiten aan de resterende tijd voor de diverse ordersoorten.
  • Te laat
    Omdat een grotere vertraging moet resulteren in een hogere prioriteit, moet de prioriteitsfactor in dit geval een negatief getal zijn.
  • Magazijn
    Geef het magazijn op waaraan u een hogere of lagere prioriteit dan andere magazijnen wilt toekennen.
  • Orderhoeveelheid
    De prioriteitsfactor moet ook hier een negatief getal zijn, omdat grotere orderhoeveelheden doorgaans een hogere prioriteit krijgen.
Prioriteitsregels voor planning valideren

Regels kunnen elkaar soms tegenspreken en daarom is er in LN een optie waarmee u de prioriteitdefinitie kunt valideren. Voordat u een prioriteitdefinitie kunt gebruiken, moet u deze eerst valideren. Als u een gevalideerde prioriteitdefinitie wilt wijzigen, moet u eerst klikken op de optie Valideren ongedaan maken in het menu Beeld, Referentie en/of Acties van de sessie Prioriteitdefinities (whinh6120m000) of de sessie Prioriteitregels planning (whinh6122m000).

Validatiecontroles die leiden tot blokkering van de regels:

  • Een hoger orderprioriteitscijfer moet leiden tot een hoger prioriteitscijfer.
  • Een spoedorder heeft doorgaans een lager prioriteitscijfer (hogere prioriteit) dan een order die geen spoedorder is.
  • Veel resterende tijd leidt doorgaans tot een hoger prioriteitscijfer dan weinig resterende tijd.
  • Een grotere vertraging leidt doorgaans tot een lager prioriteitscijfer dan een kleinere vertraging.
  • Een overlap in gedefinieerde reeksen. Dit sluit het compileren van een prioriteit uit.
  • Een hiaat in de gedefinieerde reeksen. Dit sluit het compileren van een prioriteit uit.

Validatiecontroles die niet leiden tot blokkering van de regels:

  • Een nalevering heeft doorgaans een lager prioriteitscijfer (hogere prioriteit) dan een order die geen nalevering is.
  • Verzendconstraints leiden doorgaans tot lagere prioriteitscijfers dan geen verzendconstraints.
  • Vertraging heeft doorgaans een lager prioriteitscijfer dan resterende tijd.
  • Een grotere orderhoeveelheid leidt doorgaans tot een lager prioriteitscijfer.
Prioriteitsregels voor planning gebruiken

U kunt op diverse niveaus prioriteitdefinities opgeven:

  • In de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000). De prioriteitdefinitie die u in deze sessie opgeeft, wordt de default prioriteitdefinitie voor elk magazijn.
  • In de sessie Magazijnen (whwmd2500m000). De prioriteitdefinitie die u hier opgeeft, wordt de default prioriteitdefinitie voor elk nieuw artikel dat aan dat magazijn wordt gekoppeld.
  • In de sessie Magazijn - artikel (whwmd2510m000).

Bij het toekennen van prioriteiten aan een aantal vraagorders gebruikt LN eerst een prioriteitdefinitie voor planning op het magazijn/artikelniveau. Als er op dit niveau geen prioriteitdefinitie is opgegeven, gebruikt LN de definitie die op magazijnniveau is gedefinieerd. Als er op dit niveau ook geen prioriteitdefinitie bestaat, gebruikt LN de definitie die in de parametersessie is opgegeven. Als er in die sessie ook geen definitie is, worden er geen prioriteiten toegekend. LN berekent dan de planningsprioriteiten wanneer u een DMS-planning uitvoert.

Wanneer LN prioriteiten op basis van prioriteitdefinities toekent, worden alle vraaggegevens voor een bepaald artikel in het betreffende magazijn verzameld en wordt er voor elke vraag een planningsprioriteit berekend.

Voorbeeld

In het volgende voorbeeld met DMS wordt ervan uitgegaan dat alle vraag zich in dezelfde magazijn/artikelcombinatie bevindt. Daarom wordt in alle gevallen dezelfde prioriteitdefinitie voor planning gebruikt.

Eerst wordt een aantal orders met de relevante attributen voor de berekening van de prioriteiten weergegeven. Vervolgens wordt in deze paragraaf beschreven hoe de prioriteit voor elke vraag wordt berekend.

Vraag
Nr. Magazijnordersoort Orderprioriteit Spoedorder Nalevering Verzendconstraint Klantprioriteit Resterende tijd Te laat Magazijn Orderhoeveelheid
1 Prognose-----20-A50
2 Verkooporder5000 Ja--105-B50
3 Verkooporder25000- Ja-202-B100
4 Verkooporder10000-0Order is gereed10-2A200
5 Serviceorder20000---51-B100
6 Serviceorder5000---20-4A50
7 Geplande productieorder10000----2-A100
8 Geplande productieorder20000-----3C200

 

Op basis van het voorbeeld van een prioriteitdefinitie voor planning worden de volgende prioriteiten berekend:

Order/vraag
Regel12345678
1200-------
2-10-10----
3--20-----
4----30303030
5100-100100100100100100
62020-2020202020
7---10----
8202020-20202020
9-10*120*110*1----
1050---50505050
11--------
12--------
1320*1+155*1+152*1+15-1*1+15---
14--------0.1*3+10
15--------
160--0-000
17-1010-10--10
18-0.01*50 +10-0.01*50 +10-0.01*100 +10-0.01*200 +10-0.01*100 +10-0.01*50 +10-0.01*100 +10-0.01*200 +10
Prioriteit46499196173255244239248

 

De beschikbare voorraad wordt op basis van deze uitkomsten in de volgende volgorde gedistribueerd:

  1. Order 2 (spoedorder)
  2. Order 4 (te laat)
  3. Order 3 (nalevering)
  4. Order 7
  5. Order 6 (te laat)
  6. Order 8 (te laat)
  7. Order 5
  8. Order 1 (prognose)