Seriedragende artikelen in Magazijnbeheer

In Magazijnbeheer kunt u met behulp van serienummers seriedragende artikelen traceren via ontvangsten, overboekingen, opslag of afgiften, waarvan de laatstgenoemde verplicht is. Met dit pakket kunt u ook de herkomst van seriedragende artikelen traceren. De herkomst van een seriedragend artikel is bijvoorbeeld de inkooporder of de productieorder die heeft geresulteerd in de ontvangst van het seriedragend artikel, of de verkooporder of de werkorder die heeft geresulteerd in de afgifte van het seriedragend artikel.

De behoefte om artikelen te traceren door middel van serienummers vloeit voort uit de kosten van het artikel. Hoe duurder het artikel is, des te nauwkeuriger wilt u het artikel tijdens de levenscyclus bewaken. Meestal worden dure artikelen in relatief kleine hoeveelheden geproduceerd en afgehandeld, terwijl het in de goederenstroom van goedkopere artikelen om veel grotere hoeveelheden gaat. In LN is dit concept in de volgende scenario's gemodelleerd:

Laag-volumescenario

Dit scenario wordt gebruikt voor dure artikelen die in relatief kleine hoeveelheden worden geproduceerd en afgehandeld, en die in de magazijnstroom intensief moeten worden getraceerd.

Tijdens de ontvangst in het magazijn wordt voor elk seriedragend artikel een afzonderlijke ontvangstregel aangemaakt en wordt er handmatig of automatisch een serienummer gereserveerd. Voor meer informatie, zie Serienummers registreren in het laag-volumescenario.

Bij ontvangst wordt elke combinatie van artikel/serienummer afzonderlijk opgeslagen in de voorraad en worden vervolgens voor elk afzonderlijk seriedragend artikel financiële mutaties geïnitieerd. Bij elke voorraadmutatie, zoals een ontvangst, overboeking of een afgifte, worden de voorraadrecords van de seriedragende artikelen bijgewerkt.

Voor elk seriedragend artikel dat uit het magazijn wordt afgegeven, maakt LN een afzonderlijke uitslagadviesregel en, indien van toepassing, een afzonderlijke zendingsregel aan. Ook wordt er een serienummer gereserveerd.

Nadat u een seriedragend artikel hebt ontvangen en het serienummer hebt geregistreerd, kunt u de seriedragende artikelen traceren in de sessies die betrekking hebben op magazijnmutaties en opslag, bijvoorbeeld de volgende sessies:

  • Magazijnbeheer
    Ontvangstregels (whinh3112s000)
  • Uitslagadvies (whinh4525m000)
  • Art. - seriedragende artikelen en magazijnen (whltc5100m000)
  • Zendingsregels (whinh4131m000)
  • Magazijnbon (whinh4525m100)
Status seriedragende artikelen

Voor een gemakkelijker afhandeling van seriedragende artikelen die afzonderlijk in voorraad zijn opgeslagen, zijn statussen voor seriedragende artikelen toegevoegd. De status van een seriedragend artikel wordt in diverse sessies weergegeven, zoals in de volgende:

  • Art. - seriedragende artikelen en magazijnen (whltc5100m000)
  • Uitslagorderregels (whinh2120m000)
  • Artikel - seriedragende art. - ontvangsten (whltc5511m000)
  • Order - seriedragende artikelen (whltc5512m000)
  • Tracking serienummers - overzicht (whltc5515m000)
  • Partijen en serienummers inventarisatieorderregels (whinh5106m000)
  • Partijen en serienummers correctieorderregels (whinh5126m000)
NB

Gebruikers kunnen met het veld Status serienummer in de sessie Uitslagorderregels (whinh2120m000) seriedragende artikelen met een nieuwe status afgeven.

Hoog-volumescenario

Het hoog-volumescenario wordt gebruikt voor relatief goedkope artikelen die in grote hoeveelheden worden geproduceerd en afgehandeld, en die minder intensief hoeven te worden getraceerd. In dit scenario worden seriedragende artikelen niet afzonderlijk in de voorraad opgeslagen. Daarom bestaan er geen voorraadrecords die updates aangeven van voorraadmutaties. In tegenstelling tot het laag-volumescenario maakt LN in het hoog-volumescenario geen ontvangstregels, inslag- of uitslagadviesregels, inspectieregels en/of zendingsregels aan voor afzonderlijke artikelen.

Voor elk artikel per magazijn kunt u opgeven of voor ontvangsten, overboekingen en/of afgiften serienummers moeten worden geregistreerd. Hierdoor weet u waar bepaalde seriedragende artikelen zich in het magazijn bevinden, en bent u in staat om overbodige controles van seriedragende artikelen over te slaan.

U kunt de seriedragende artikelen traceren in de sessies waarin u de serienummers registreert. In de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4100s000) kunt u opgeven dat seriedragende artikelen worden geregistreerd voor een van de volgende fasen van de magazijnstroom:

  • Ontvangsten in het magazijn

    In de sessie Partijen en serienummers ontvangstregel (whinh3123m000) moet u serienummers voor ontvangen artikelen registreren als u bijvoorbeeld de ontvangst wilt traceren van seriedragende inkoopartikelen die als componenten voor eindproducten kunnen worden gebruikt, of van seriedragende maakartikelen die in het magazijn voor eindproducten worden ontvangen. Zie Registreren van serienummers bij hoge volumes voor meer informatie.

    Ontvangstregels voor seriedragende artikelen worden op dezelfde manier aangemaakt als voor niet-seriedragende artikelen. Voor elke ontvangstregel moet u serienummers voor de artikelen registreren.

  • Goedkeuringen
    Als uw magazijnstroom magazijninspecties omvat, worden de seriedragende artikelen die u hebt ingevoerd in de sessie Partijen en serienummers ontvangstregel (whinh3123m000), ook weergegeven in de sessie Magazijninspecties (whinh3122m000). Daarnaast kunt u in de sessie Partijen en serienummers ontvangstregel (whinh3123m000) aangeven welke seriedragende artikelen moeten worden afgekeurd of vernietigd.
  • Afgiften uit het magazijn
    In LN worden magazijnafgiften geïnitieerd vanuit verschillende bronnen. Zie voor afgiften die afkomstig zijn uit serviceorders, werkorders of productieorders de omschrijvingen bij Productie en Service en onderhoud in dit onderwerp.
  • Voor alle andere soorten magazijnafgiften moet u serienummers voor artikelen registreren in de sessie Voorraadpuntgegevens zendingsregels (whinh4133m000) of de sessie Partijen en serienummers uitslagadvies (whinh4126m000), bijvoorbeeld om de zending van seriedragende artikelen naar een klant te traceren.

    Als u crossdocking gebruikt om een ingekochte component rechtstreeks naar een afdeling te verzenden, ondergaat het artikel de inslagprocedure en de uitslagprocedure van het magazijn niet. Om ervoor te zorgen dat u de serienummers toch kunt registreren, zet u het veld Zending aanmaken in de sessie Default ordersoorten per herkomst (whinh0120m000) op Partij/serienummer crossdocking voor de relevante combinatie van magazijn en afdeling. Raadpleeg Zending aanmaken voor meer informatie.

  • Inventarisatie/voorraadcorrectie
    Als inventarisaties resulteren in voorraadverschillen van seriedragende artikelen, kunt u in de sessie Partijen en serienummers inventarisatieorderregels (whinh5106m000) serienummers registreren om de verschillen te corrigeren.
  • Productie
    Voor seriedragende maakartikelen moet u serienummers registreren in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built kopregels (timfc0110m000). In deze sessie kunt u serienummers registreren op verschillende momenten in het productieproces. Deze momenten geeft u als parameterinstellingen op in de sessie Parameters Productiebeheer (SFC) (tisfc0100s000) in Productie.
  • Voor componentartikelen moet u serienummers registreren in de sessie Partijen en serienummers uitslagadvies (whinh4126m000) tijdens de afgifte van de componenten uit het magazijn aan productie, of in de sessie Seriedragend eindproduct - as-built componenten (timfc0111m000) vóór of na de vrijgave van de productieorder voor het eindartikel. Dit hangt af van de instellingen in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4100s000). Zie Seriedragende artikelen instellen voor meer informatie.
  • Service en onderhoud

    Nadat u een serviceorder hebt vrijgegeven, geeft LN de seriedragende componentartikelen af die nodig zijn voor het uitvoeren van de reparatie- of onderhoudsactiviteiten die op de serviceorder worden beschreven. Dit gebeurt door middel van uitslagorderregels met de herkomst Service.

    Afhankelijk van de instellingen in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4100s000) moet u de serienummers voor de seriedragende componentartikelen registreren in de sessie Partijen en serienummers uitslagadvies (whinh4126m000) of in de sessie Nacalculatie materiaalkosten serviceorder (tssoc2121m000). Zie Seriedragende artikelen instellen voor meer informatie.

  • Nadat u een werkorder hebt gepland, geeft LN het seriedragende artikel dat u wilt repareren of onderhouden, af aan de reparatiewerkplaats. Dit gebeurt door middel van uitslagorderregels met de herkomst Reparatiewerk.

    Afhankelijk van de instellingen in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4100s000) moet u de serienummers registreren in de sessie Partijen en serienummers uitslagadvies (whinh4126m000) of in de sessie Werkorders (tswcs2100m000).

  • Nadat u de werkorder vervolgens hebt vrijgegeven, geeft LN de seriedragende componentartikelen af die nodig zijn voor het uitvoeren van de reparatie- of onderhoudsactiviteiten die op de werkorder worden beschreven. Dit gebeurt door middel van uitslagorderregels met de herkomst Reparatiewerk.

    Afhankelijk van de instellingen in de sessie Artikel - magazijnbeheer (whwmd4100s000) moet u de serienummers voor componenten registreren in de sessie Partijen en serienummers uitslagadvies (whinh4126m000) of in de sessie Materiaalresources werkorders (tswcs4110m000). Zie Seriedragende artikelen instellen voor meer informatie.

Herkomstorders voor seriedragende artikelen traceren

Magazijnbeheer biedt u ook de mogelijkheid om de orders te traceren van waaruit de ontvangst, overboeking of afgifte van seriedragende artikelen is geïnitieerd, zoals productieorders, inkooporders of verkooporders. Dit is zowel mogelijk in het laag-volumescenario als in het hoog-volumescenario. Zie Tracking serienummers voor meer informatie over traceringsopties voor serienummers.

Prestatieaspecten

Het gebruik van seriedragende artikelen en partijgestuurde artikelen leidt tot een toename van de gegevens, wat een negatieve invloed kan hebben op de systeemprestaties. Voor meer informatie, zie Gebruik partijen en serienummers.