Toegestane waarden
Planningsattributen (tsspc0110m000)Deze sessie kunt u gebruiken om de attributen te muteren die worden gebruikt om de serviceorderactiviteiten, werkorderactiviteiten of geplande activiteiten te groeperen. Wanneer serviceorderactiviteiten, werkorderactiviteiten of geplande activiteiten in de groepsplanning worden geladen, worden de activiteiten in groepen en activiteitensets gegroepeerd. Met de in deze sessie opgegeven attributen wordt gedefinieerd hoe de geïmporteerde activiteiten in groepen en activiteitensets worden gegroepeerd. Er zijn twee soorten attributen:
Herkomst activiteit De herkomst van de te groeperen orderactiviteiten. Met dit veld wordt de herkomst van de activiteiten gedefinieerd waarvoor de attributen worden gebruikt: serviceorderactiviteiten, werkorderactiviteiten of geplande activiteiten. Voor iedere herkomst kan er een andere set parallelle en sequentiële attributen worden gebruikt. Toegestane waarden Groepsvolgnummer Het volgnummer. Met dit nummer wordt de volgorde van een attribuut bepaald. Er wordt een nieuw volgnummer gegenereerd wanneer een nieuw attribuut wordt ingevoegd. Groepsattribuut Het attribuut van een activiteit dat wordt gebruikt om de activiteit te groeperen. Met de meeste attributen wordt naar een eigenschap van een activiteit of de gerelateerde orderkop verwezen, bijv.: een attribuut voor het rayon (eigenschap van een activiteit) of het ordernummer (eigenschap van de orderkop). Met attributen kan echter ook worden verwezen naar eigenschappen die aan een activiteit of orderkop zijn toegewezen, bijv.: een attribuut voor kennisgebieden (de kennisgebieden die aan een activiteit zijn toegewezen). Alle activiteiten met dezelfde waarde voor een bepaald attribuut worden in dezelfde groep (parallelle attributen) of activiteitenset (sequentiële attributen) gegroepeerd. Voorbeeld: wanneer het rayon als groepsattribuut wordt gebruikt, worden alle activiteiten met hetzelfde rayon in één groep of activiteitenset gegroepeerd. NB
Toegestane waarden Groepsmethode Met de groepsmethode wordt bepaald of een attribuut wordt gebruikt om een activiteit toe te wijzen aan een groep of aan een activiteitenset. Parallelle attributen worden gebruikt om een activiteit aan een groep toe te wijzen. NB: deze groepen worden parallel in de tijd gedefinieerd. Sequentiële attributen worden gebruikt om een activiteit aan een activiteitenset toe te wijzen. NB: activiteitensets binnen een groep worden sequentieel in de tijd gedefinieerd. Toegestane waarden Gebruikt voor toewijzing resource Indien dit selectievakje is ingeschakeld, houdt LN rekening met de waarden van planningsattributen bij het toewijzen van resources aan de groep. Type weergave Het weergavetype voor het attribuut. Elke groep en activiteitenset wordt gekenmerkt door de attributen. De attributen van een groep of activiteitenset worden weergegeven in een aantal sessies (sessie ‘Groepen’ (tsspc3100m000), sessie ‘Activiteitensets’ (tsspc3110m000), enz.). Een attribuut kan worden herkend aan de ID of de omschrijving. In dit veld wordt gedefinieerd of de ID, het zoekargument of de omschrijving van een attribuut wordt weergegeven. Toegestane waarden
| |||