Proces voor gebiedsplanning

Overzicht

Met de functionaliteit voor gebiedsplanning kunt u simulaties uitvoeren met gebieden en voorkeursmedewerkers. Het doel is om reistijden te verminderen door uitwisselbaar werk in geografische gebieden te clusteren. De engine voor de gebiedsplanning vergelijkt de benodigde capaciteit voor serienummers met de beschikbare capaciteit (medewerkers of medewerkers in simulaties). De engine berekent de best mogelijke combinatie van benodigde capaciteit voor het seriedragende artikel en de beschikbare capaciteit. Daarnaast kan een medewerker verantwoordelijk worden gemaakt voor een gebied en kunnen tevens de optimale gebieden worden berekend.

U kunt de seriedragende artikelen selecteren die in een bepaald geografisch gebied moeten worden onderhouden (benodigde capaciteit). De engine berekent de benodigde capaciteit op basis van historische en/of reeds bekende gegevens. Voor het controleren van de beschikbare capaciteit kan de gebruiker bestaande servicemedewerkers en gesimuleerde medewerkers opgeven voor een maximale flexibiliteit. Als de kalender- en beschikbaarheidssoort van een medewerker gedefinieerd zijn, berekent de engine de beschikbare capaciteit. De gebruiker kan de simulatieresultaten gebruiken voor het wijzigen van de voorkeursmedewerker voor een seriedragend artikel en/of een gebied.

NB

De gebruiker kan ook handmatig de voorkeursmedewerker en het gebied van het seriedragende artikel wijzigen.

Stap 1. Benodigde capaciteit voor een lijst van serienummers bepalen of berekenen

Om de benodigde capaciteit te bepalen, geeft de gebruiker de seriedragende artikelen op waarvoor met de capaciteitsbehoeften rekening moet worden gehouden. De gebruiker kan de seriedragende artikelen selecteren die onderdeel moeten zijn van de berekening van de geografische clusters, op basis van:

  • Seriedragend topartikel
  • Serviceafdeling
  • Installatiegroep
  • Rayon. U kunt deze gegevens ophalen uit de gerelateerde installatiegroep (indien van toepassing)
  • Seriedragende artikelgroepen
  • De producent van het seriedragende artikel
  • De verkopen-aan relatie voor het seriedragende artikel

Op basis van deze criteria maakt Infor LN een lijst serienummers aan. De gebruiker kan de lijst wijzigen.

De gebruiker kan de berekening starten om de beschikbare capaciteit in verschillende categorieën te aggregeren, zoals geplande activiteiten en serviceorders. Na het starten van de berekening biedt LN een overzicht waarin de capaciteitscijfers, inclusief het aantal bezoeken, handmatig kunnen worden gemuteerd. De gebruiker laadt de bekende gegevens van de benodigde capaciteit in de gebiedsplanning. Voor on-site service baseert LN het aantal bezoeken op het aantal geplande activiteiten en serviceorders. Het aantal bezoeken bepaalt hoeveel reistijd tijdens de simulatie gebruikt wordt voor het seriedragende artikel. De gebruiker kan de onderliggende capaciteitcijfers in een seriedragend topartikel samenvoegen. Als het seriedragende topartikel het planningsniveau is, wordt aangeraden de capaciteit van de onderdelen in het seriedragende topartikel samen te voegen. De benodigde capaciteit wordt in de gebiedsplanning geladen.

Stap 2. Beschikbare capaciteit bepalen

De gebruiker moet de beschikbare capaciteit configureren:

  • Met simulatiegebruikers voor een globale identificatie van de gebieden
  • Met ingevoerde resources voor een meer gedetailleerde identificatie van de gebieden. Hiervoor kunt u de werkelijke kalender van de medewerker gebruiken of het aantal dagen met de beschikbare uren voor een dag vermenigvuldigen.

Beschikbare capaciteit configureren - De beschikbare capaciteit voor resources en het aantal gebieden bepalen de uitvoer van de engine. Voor de invoerparameter bepaalt het aantal gebieden het aantal geografische clusters waarin de totale gegevensset wordt onderverdeeld. De beschikbare capaciteit voor een gebied bepaalt of een set seriedragende artikelen en de gerelateerde capaciteitsbehoeften overeenkomen (bijvoorbeeld reistijden en activiteitsduur). Deze invoerparameter helpt bij het op de kaart bepalen van de optimale geografische verdeling van gebieden.

Stap 3. Capaciteitstoewijzingen berekenen

Het doel van de engine is om zo veel mogelijk benodigde capaciteit (seriedragende artikelen) aan resources (beschikbare capaciteit - d.w.z. de (simulatie)medewerkers) toe te wijzen. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschikbare capaciteit, de benodigde capaciteit en de reistijd. U kunt de sessie Capaciteitstoewijzingen berekenen (tsspc4200m000) gebruiken om de engine voor de gebiedsplanning te starten.

De engine kan worden gestart na de configuratie van de invoergegevens:

  • De gebruiker voert een snelle simulatie uit. Hierbij wordt de gemiddelde beschikbare capaciteit verdeeld over een vast aantal gebieden. Na de simulatie kan de gebruiker het gebied van het seriedragende artikel bijwerken.
  • De simulatie kan ook worden uitgevoerd met werkelijke resources. Na de simulatie kunnen het gebied en de voorkeursmedewerker voor het seriedragende artikel worden bijgewerkt.

Berekening van de gebiedsplanning:

  1. Het referentiepunt van het gebied op de kaart (startlocatie) aangeven: De referentiepunten worden 'op de kaart' aangegeven om de initiële berekening uit te voeren. De eerste afstandsberekening in stap 2 is gebaseerd op deze referentiepunten.
  2. Seriedragende artikelen aan het gebied toewijzen: LN wijst seriedragende artikelen toe aan het niet-optimale gebied op basis van een algoritme.
  3. Logica voor uitwisseling: LN zoekt de langste afstand tussen het (willekeurige) referentiepunt voor het gebied en het seriedragend artikel en probeert de lange radius te verminderen door het seriedragende artikel aan een ander referentiepunt toe te wijzen.
  4. Middelpunt bepalen voor een set seriedragende artikelen (optioneel): Voor referentiepunten die niet vast zijn, bepaalt het systeem de gemiddelde lengte- en breedtegraad en verschuift het systeem het referentiepunt naar het middelpunt van het gebied. Na het wijzigen van het referentiepunt voor het gebied begint het systeem opnieuw met stap 2. Dit proces (stap 2 – stap 4 herhalen) wordt herhaald tot er geen wezenlijke verbeteringen meer worden gevonden.
  5. Logica voor de uitwisseling van de volledige lijst van serienummers: Voor alle seriedragende artikelen controleert LN of de artikelen kunnen worden toegewezen aan andere gebieden. Dit is een eenmalige activiteit.
Stap 4. Uitvoer van engine gebruiken

De basisuitvoer van de berekening is het vastgestelde gebied en/of de vastgestelde voorkeursmedewerker voor een seriedragend artikel. U kunt de gebiedsplanning gebruiken om deze attributen van het seriedragende artikel bij te werken.

  • Grafisch overzicht: U kunt de uitvoer van de engine bekijken met kaarten die een overzicht van de gebieden bieden. Tevens worden de gegevens over het seriedragende artikel, de benodigde capaciteit voor het seriedragende artikel, de activiteitsduur en de reistijd vermeld. De verschillende gebieden worden met kleuren aangeduid. De gebruiker kan de voorkeursmedewerker van het seriedragende artikel op basis van het gebied bijwerken. U kunt de sessie voor de gebiedsplanning gebruiken om gebiedssimulaties te vergelijken. De eerste simulatie staat aan de linkerkant en de tweede simulatie staat aan de rechterkant van het scherm. Voor de markeringen op de kaart worden twee kleurschema's gebruikt. In de markering hoort de linkerkleur bij de simulatie aan de linkerkant, en de kleur aan de rechterkant hoort bij de simulatie aan de rechterkant. U kunt de uitvoer van de engine ook vergelijken met de werkelijke gegevens. U kunt de voorkeursmedewerker en het gebied die voor een simulatie berekend zijn, vergelijken met de voorkeursmedewerker of het gebied in de basisgegevens van het seriedragende artikel.
  • Gebied en voorkeursmedewerker zonder kaart: In de sessie Seriedragend artikel 360 (tscfg2100m100) kunt u het toegewezen gebied en mogelijk de gegevens van de voorkeursmedewerker zonder kaart opvragen. De gebruiker kan de artikelen filteren en meerdere seriedragende artikelen selecteren. U kunt de seriedragende artikelen aan een voorkeursmedewerker toewijzen met de optie Medewerker en locatieadres bijwerken in het menu Referentie.
Stap 5. Reistijd opnieuw berekenen

Wanneer de engine voor de gebiedsplanning wordt uitgevoerd, kunt u de reistijd opnieuw berekenen omdat de reistijd die de engine gebruikt, is gebaseerd op het middelpunt. Het middelpunt is meestal echter niet het woonadres van de medewerker. Daarom kunnen de berekende en de werkelijke reistijden verschillen. Sommige medewerkers moeten bijvoorbeeld opdrachten uitvoeren in een gebied dat default niet dicht bij het woonadres van de medewerker ligt, waardoor er een afwijking ten opzichte van het referentiepunt en het middelpunt ontstaat. Dit is alleen van toepassing op twee berekeningsopties:

  1. Rechtstreeks (kortste route)
  2. Over de weg (met een webservice (oproep aan Google of Bing API))