Parameters configuratiebeheer (tscfg0100m000)Deze sessie bevat:
Als u de huidige parameters wilt opvragen of wijzigen, dubbelklikt u op de set boven aan de lijst waarvoor geen ingangsdatum wordt weergegeven. De sessie Parameters configuratiebeheer (tscfg0100m000) wordt gestart. Als u wijzigingen aanbrengt en de nieuwe parameterinstelling opslaat, voert LN de volgende acties uit:
NB Default bevat het veld Omschrijving de datum en de tijd waarop de vorige parameterinstelling is opgeslagen. Als u parameters wijzigt, wordt u geadviseerd de default omschrijving te wijzigen of te verwijderen om verwarring te voorkomen.
Ingangsdatum De datum en de tijd met ingang waarvan de parameters geldig zijn. De parameters zijn geldig tot de ingangsdatum van de meest recente parameterinstelling. Omschrijving De omschrijving van de parameterset, bijvoorbeeld de reden waarom de vorige instelling is gewijzigd. Per alternatief serienummer weergeven Hiermee wordt bepaald hoe sessies in de module Configuratiebeheer worden gestart als u zoomt naar seriedragende artikelen. Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de seriedragende artikelen gesorteerd op het serienummer dat door de relatie aan de artikelen is toegekend. In dat geval wordt de sessie Seriedragende artikelen - alternatieve identificatie (tscfg2502m000) gestart. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden de seriedragende artikelen gesorteerd op artikel en serienummer. In dat geval wordt de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) gestart. NB Het serienummer dat de relatie aan een seriedragend artikel heeft toegekend, kunt u in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) invoeren. In Configuratiebeheer wordt de functionaliteit van deze parameter veelvuldig gebruikt. Seriedragende artikelgroep gebruiken Als dit selectievakje is ingeschakeld, bent u verplicht een seriedragende artikelgroep op te geven als u een veld voor een seriedragend artikel invult in de module Configuratiebeheer. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kunt u zelf bepalen of u een seriedragende artikelgroep wilt opgeven als u een veld voor een seriedragend artikel invult in de module Configuratiebeheer. NB U kunt een default seriedragende artikelgroep voor een seriedragend artikel opgeven in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). Prestatieaspecten De instelling van dit veld kan invloed hebben op de systeemprestaties en de databasegroei. Voor meer informatie, zie Niet-gebruikte concepten n Service Leeg artikelveld toestaan Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u het veld Artikel in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) leeg laten. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, moet het desbetreffende artikelveld worden opgegeven. NB U kunt deze optie gebruiken als indicator van een zogenaamde structuurcomponent. Nummergroep onderhoudsnotificaties De default nummergroep voor onderhoudsnotificaties. Omschrijving De omschrijving of naam van de code. Serie voor onderhoudsnotificaties De default serie die voor de nummergroep van de onderhoudsnotificaties gedefinieerd is. Omschrijving De omschrijving of naam van de code. Configuratiestatus gebruiken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het statusveld aanwezig in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). De default status is Opstarten. De sessie en de opdracht Serienummer vervangen worden alleen weergegeven als u het selectievakje inschakelt. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, is het statusveld aanwezig in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). De statussen Opstarten en Revisie worden niet gebruikt. Logbestand fysieke structuur aanmaken Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden wijzigingen in de fysieke specificatie van een seriedragend artikel automatisch gelogd in de sessie Logbestand fysieke specificatie (tscfg2515m000). Dit gebeurt echter uitsluitend als de artikelstatus in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) Actief is. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden wijzigingen in de fysieke specificatie van een seriedragend artikel niet gelogd. NB Indien het selectievakje Configuratiestatus gebruiken is ingeschakeld, wordt dit selectievakje automatisch ook ingeschakeld en kan deze instelling niet worden gewijzigd. Stapgrootte voor installaties Het getal dat de volgnummers van de opeenvolgende installaties definieert. Als u bijvoorbeeld de waarde 10 invoert, zijn de nummers die aan opeenvolgende installaties worden toegekend 10, 20, 30, enzovoort.
| |||