Activiteiten (tppss2100m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om het volgende te bekijken en te muteren:

  • De activiteiten van de activiteitenstructuur van een willekeurig projectplan.
  • De start- en einddatum zodat u de Earned Value-methode aan de activiteit kunt koppelen.
NB
  • Als u op Nieuw klikt, is het volgende van toepassing:

    • Als u al een bestaande regel geselecteerd hebt, wordt die activiteit de parent van de nieuwe regel. (Vergelijkbaar met het gebruik van de opdracht Child toevoegen.)
    • Als u geen regel geselecteerd hebt, is de nieuwe activiteit een topactiviteit. De topactiviteit wordt de parent van de vorige topactiviteit. (Vergelijkbaar met het gebruik van de opdracht Topactiviteit invoeren.)
  • Als u de opdracht Topactiviteit invoeren gebruikt, wordt de nieuwe activiteit de parent van de vorige activiteit.
  • Als u de opdracht Child toevoegen gebruikt, wordt de parent van de nieuwe activiteit automatisch aan de geselecteerde activiteit gelijkgesteld.
  • Als u de opdracht Inspringen gebruikt, wordt de geselecteerde activiteit de child van de hogere activiteit.
  • Als u de opdracht Uitspringen gebruikt, wordt de parent van de huidige parent de parent van de geselecteerde activiteiten.
  • Bij gebruik van termijnmotivering kunt u geen gebruikmaken van activiteiten van de soort Werkpakket of Planningspakket.

 

Algemeen en bewaking
Project
De unieke identificatiecode van het project.
Status
De manier waarop een project kan worden gekenmerkt.

LN maakt onderscheid tussen de volgende statussen:

  • Vrij
    Er is een projectdefinitie vastgelegd, maar het project is nog niet uitgevoerd. Er zijn nog wijzigingen mogelijk.
  • Actief
    Tijdens het uitvoeren van een project kunt u kostenmutaties vrijgeven, inkopen en registreren.
  • Gereed
    Het project is gereed, maar is (nog) niet financieel afgesloten. U kunt nog steeds kostenmutaties registreren. Er kunnen voor het project geen werkelijke inkooporders aanwezig zijn.
  • Afgesloten
    Het project is financieel afgesloten, de projectdefinitie kan niet meer worden gewijzigd.
  • Gearchiveerd
    Het project wordt in een archiefbedrijf opgeslagen. Het projectarchiefbedrijf kan worden gebruikt als een bibliotheek voor historische projectgegevens.
Plan
De unieke identificatiecode van het plan.
Positie activiteit
Het positienummer van de activiteit.
Activiteit
De unieke identificatiecode van de activiteit.
Algemeen
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Zoekargument
Een alternatieve vorm van een omschrijving die het zoeken eenvoudiger maakt. Doorgaans is dit een afkorting, acroniem of een eenvoudig te onthouden alternatief voor een volledige omschrijving.
Eenheid
De unieke identificatiecode van de eenheid waarin u de hoeveelheid van de activiteit opgeeft.
Soort activiteit
De soort activiteit.

Toegestane waarden

Soort activiteit

NB

LN gebruikt alle soorten activiteiten alleen als het selectievakje Alle activiteitensoorten in de sessie Algemene Project-parameters (tppdm0100s000) is ingeschakeld is. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, worden alleen de activiteiten van de soort Werkpakket gebruikt.

Parent-activiteit
De activiteit waartoe de child- activiteit behoort.

Een activiteitenstructuur wordt gevormd door een activiteit aan een parent-activiteit te koppelen. Bij het selecteren van een parent moet u rekening houden met het volgende:

  • De parent van een WBS-element moet altijd een WBS-element zijn, tenzij de parent de top van de activiteitenstructuur is.
  • De parent van een projectkostenrekening moet altijd een WBS-element zijn, tenzij de parent de top van de activiteitenstructuur is.
  • De parent van een planningspakket moet een projectkostenrekening of een planningspakket zijn. Als u geen organisatiestructuur gebruikt, moet de parent van het planningspakket een WBS-element zijn, of een planningspakket dat de top van de activiteitenstructuur is.
  • De parent van het werkpakket kan een ander werkpakket, een planningspakket of een projectkostenrekening zijn. Als u geen organisatiestructuur gebruikt, kan het werkpakket een WBS-element, een planningspakket of een werkpakket als parent hebben. Het is ook mogelijk dat het werkpakket zelf de top van de activiteitenstructuur is.
Organisatiedeel
Het organisatiestructuurdeel dat u wilt koppelen aan een projectkostenrekening.

Hiermee kunt u een organisatie-eenheid of een medewerker verantwoordelijk maken voor een subset van het totale project. Deze verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in de tijdsgefaseerde begroting, in de projectplanning en in de prestatiemeting.

NB

U kunt een organisatiedeel alleen aan de activiteit koppelen als het selectievakje Organisatiestructuur gebruiken in de sessie Projecten (tppdm6100m000) ingeschakeld is.

Verrekenpost
De specifieke overeenkomsten binnen of als aanvulling op het oorspronkelijke contract. Een verrekenpost valt buiten het oorspronkelijke contract met de verkopen-aan relatie. Verrekenposten kunnen worden toegekend aan de bottom-up begroting.

LN maakt onderscheid tussen vier soorten verrekenposten:

  • Scope-wijziging
  • Stelpost
  • Risicoregeling
  • Te verrekenen hoeveelheden
Kritische capaciteitssoort
In de module Behoefteplanning wordt op basis van de kritische capaciteitssoort bepaald van welke kostensoort het percentage gereed moet worden overgezet van productiestand in productie (PCC) naar productiestand in tijd (PSS).

Selecteer een kritische capaciteitssoort om op te geven van welke kostensoort u de productiestand wilt uitwisselen. Dit is vereist omdat de productiestand in de module Projectvoortgang mogelijk meer gedetailleerd is dan de productiestand van de activiteit. Op basis van de begrotingssoort voor projectbeheer wordt bepaald welke productiestand wordt gebruikt: de productiestand die is ingevoerd voor structuurdelen of die voor activiteiten.

Begrotingsstatus
De begrotingsstatus van de activiteit. Alleen activiteiten met de status Actueel en Definitief kunnen worden gebruikt voor de historie en kunnen worden gefactureerd.
Tekst
Als dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst aanwezig.
Bewaking
Niveau werkelijke productiestand
Het default niveau waarop de productiestand wordt vastgelegd.
Kostenbewaking
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u deze activiteit opnemen in (het overzicht van) de kostenbewaking.
Status werkuitvoering
De status werkuitvoering van de activiteit.
Blokkeerdatum
De datum waarna de uitvoering van het werk voor de activiteit moet worden opgeschort.
NB

De default waarde is de huidige datum. Dit veld is een weergaveveld.

Redencode
De reden waarom de uitvoering van het werk voor de activiteit moet worden geblokkeerd.
NB

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Status werkuitvoering op Geblokkeerd staat.

Kapitaalactiviteit
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de activiteit toegewezen aan een kapitaalproject.
Activumnummer
NB

LN schakelt de velden voor het nummer en de verrekenpost voor het activum alleen in voor projecten van de soort kapitaalproject.

NB

U kunt meerdere activumnummers/verrekenposten aan een activiteit/structuurdeel koppelen.

Activumnummer
De omschrijving of naam van de code.
Verrekenpost activum
Gegevens
Factuurgegevens
Termijnmotivering
U kunt zelf bepalen of u termijnen voor de activiteit wilt activeren en hoe dat moet gebeuren.
Productiestand voor factuur
Als de activiteit wordt gefactureerd, is de factuursoort Direct of Indirect. Anders: Niet van toepassing.
Kostengroep indirect werk
Het nummer van een groep kosten aan die aan indirect werk is gerelateerd.
NB

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Termijnmotivering op Werkelijke productiestanden project staat. Hierdoor wordt het veld Productiestand voor factuur op Indirect gezet.

Tijdelijke inhouding gebruiken
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u tijdelijke inhouding gebruiken voor deze activiteit.
Te verrekenen
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een verrekenprijs invoeren.
NB

Dit veld is alleen beschikbaar in een project als het veld Factuursoort op Termijnmotivering staat in de sessie Projecten (tppdm6100m000).

Facturabel
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de activiteitkosten gefactureerd aan de klant.
Begrotingsgegevens
Hoeveelheid
De hoeveelheid die benodigd is voor deze activiteit.
Tijdseenheid
De unieke identificatiecode van de tijdseenheid.
Productiesnelheid
De snelheid per productie-eenheid.
Aantal tijdseenheden
Het aantal tijdseenheden.
Werkelijke productiestand (hoeveelheid)
Dit veld wordt gebruikt ten behoeve van de kostenbewaking en het vastleggen van de productiestand.

Als de factureermethode voor het project Eenheidstarief of Termijnmotivering is, moet de hoeveelheid van de productiestand worden ingevuld. Deze hoeveelheid kan worden gebruikt als verkoophoeveelheid voor facturering op basis van eenheidsprijs en termijnmotivering. Hiervoor moet u deze hoeveelheid vermenigvuldigen met de verkoopprijs.

NB
  • Bij de methode Eenheidstarief kan de werkelijke hoeveelheid verschillen van de voorgecalculeerde hoeveelheid.
  • Bij de methode Termijnmotivering kunt u het werk alleen factureren als de hoeveelheid van de productiestand gelijk is aan het niveau van de werkelijke productiestand.

Gerelateerde onderwerpen

Prijsgegevens
Verkoopprijs
De eigen valuta van het verrekende bedrag.
Verkoopprijs
De default verkoopprijs van de kostendrager (per eenheid).
Verkoopprijs
Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

Verkoopprijs
Het bedrag in de eigen valuta.
Koers/koersfactor
Een vastgestelde prijs of betaling volgens een standaard schaal, bijvoorbeeld de valutakoers van de mutatie.
Koers/koersfactor
De factor waardoor het bedrag in de mutatievaluta of de factuurvaluta wordt gedeeld, voordat LN het naar een eigen valuta converteert. Een koersfactor wordt vaak gebruikt voor valuta's met een relatief lage prijs, zoals de Koreaanse Won.
Verrekenprijs
De eigen valuta van het kostenbedrag.
Verrekenprijs
Als u in een later stadium van het project besluit dat de verkoopprijs voor deze activiteit te hoog of te laag is, kunt u dat hier verrekenen. De oude prijs blijft beschikbaar voor weergave en vergelijking.
Verrekenprijs
Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

Verrekenprijs
Het bedrag in de eigen valuta.
Valutakoers/koersfactor
De koers van de verrekenprijs.
Valutakoers/koersfactor
De factor waardoor het bedrag in de mutatievaluta of de factuurvaluta wordt gedeeld, voordat LN het naar een eigen valuta converteert. Een koersfactor wordt vaak gebruikt voor valuta's met een relatief lage prijs, zoals de Koreaanse Won.
Tracking
Tracking-datums
Geplande startdatum
De geplande startdatum.
Geplande einddatum
De geplande einddatum.
Werkelijke startdatum
De werkelijke startdatum.
Werkelijke einddatum
De werkelijke einddatum.
Soort beperking
De beperkingen/controles die voor het MSP XML-bestand van het externe planningspakket worden geïmplementeerd.

Er zijn 3 soorten beperkingen:

  • Flexibel: De activiteit kan zo spoedig mogelijk of zo laat mogelijk worden uitgevoerd.
  • Semi-flexibel: De activiteit moet vóór/na de opgegeven datum starten of eindigen.
  • Niet flexibel: De activiteit moet op de opgegeven datum starten/eindigen.

Default waarde

Dit veld staat default op Zo spoedig mogelijk.

Toegestane waarden

De soorten beperkingen voor het XML-bestand uit Microsoft Project zijn:

  • Flexibel

    • Zo spoedig mogelijk:
      Het externe planningspakket plant de activiteit zo spoedig mogelijk op basis van de startdatum van de projectactiviteit. Dit is de default soort beperking die van toepassing is op alle activiteiten. De beperkingsdatum is niet van toepassing.
    • Zo laat mogelijk:
      Het externe planningspakket plant de activiteit zo laat mogelijk op basis van de einddatum van de projectactiviteit. Dit is de default soort beperking die van toepassing is op alle activiteiten. De beperkingsdatum is niet van toepassing.
  • Semi-flexibel

    • Niet eerder beginnen dan:
      De activiteit is gepland om te starten op of na de opgegeven beperkingsdatum.
    • Niet later beginnen dan:
      De activiteit is gepland om te starten op of vóór de opgegeven beperkingsdatum.
    • Niet eerder eindigen dan:
      De activiteit is gepland om te eindigen op of na de opgegeven beperkingsdatum.
    • Niet later eindigen dan:
      De activiteit is gepland om te eindigen op of vóór de opgegeven beperkingsdatum.
  • Niet flexibel:

    • Moet beginnen op:
      De activiteit is gepland om te starten op de opgegeven beperkingsdatum.
    • Moet eindigen op:
      De activiteit is gepland om te eindigen op de opgegeven beperkingsdatum.
Beperkingsdatum
De datum die opgegeven is voor de soort beperking.
NB

Dit veld is niet beschikbaar als het veld Soort beperking op Zo spoedig mogelijk of Zo laat mogelijk staat.

Deadline-datum
De datum waarop de geplande activiteit moet zijn voltooid.
NB

Dit veld wordt alleen gebruikt door het externe planningspakket.

Percentage gereed planning
Dit is de geplande productiestand van de activiteit en niet hetzelfde als de werkelijke productiestand.

Als u werkt met een extern planningspakket, wordt de geplande productiestand mogelijk door het planningspakket op dit veld ingevuld. U kunt deze productiestand met de sessie Werkelijke productiestanden vanuit planning genereren (tpppc1240m000) kopiëren naar de fysieke productiestand.

Geplande startdatum is gewijzigd
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, hebt u de geplande startdatum van de activiteit gewijzigd. Als u de behoeftedatum voor de bewakingsgegevens opnieuw wilt berekenen, moet u de sessie Geplande PRP-orders genereren (tppss6200m000) uitvoeren.

Als u in deze sessie andere wijzigingen hebt aangebracht, moet u ook de sessie Bewakingsopbouw genereren (tpptc1230m000) uitvoeren.

NB

Nadat u de sessie Bewakingsopbouw genereren (tpptc1230m000) hebt uitgevoerd, wordt dit selectievakje uitgeschakeld.

Tracking earned value
Earned Value methode
Met de Earned Value-methode kunt u de geplande waarde berekenen.

Gerelateerde onderwerpen

Gekoppelde activiteit
Als de Earned Value-methode gerelateerd is, kunt u een activiteit koppelen aan deze activiteit.
Diversen
Voorkeurmagazijn levering
Het magazijn waarin de leveringen voor meerdere projecten worden ontvangen. De goederen worden van het voorkeurmagazijn voor levering verzonden naar het projectmagazijn. De default waarde wordt opgehaald uit het veld Voorkeurmagazijn levering in de sessie Projecten (tppdm6100m000).
NB

Als een projectactiviteit op meerdere locaties wordt uitgevoerd, is het eenvoudiger om goederen over te zetten als het magazijn ook op het niveau van de activiteit/het structuurdeel gedefinieerd is.

ERP gebruikt het volgende zoekpad om tijdens het genereren van PRP-orders de voorraad te controleren:

  1. De voorraad in het Voorkeurmagazijn levering, gedefinieerd in de sessie Activiteit (tppss2100m000)/Element (tpptc1100s000).
  2. De voorraad in het Voorkeurmagazijn levering, gedefinieerd in de sessie Projecten (tppdm6100m000).
Omschrijving
De omschrijving of naam van de code.
Projectlocatie
De locatie voor de activiteit van het project, bijvoorbeeld een bouwlocatie.
Default projectmagazijn
Een magazijn waarin alleen goederen worden opgeslagen die worden gebruikt voor projecten. In tegenstelling tot normale magazijnen worden de goederen beheerd voor een project en de bijbehorende details. De goederen in het default projectmagazijn vertegenwoordigen voorraadwaarde. De voorraadwaarde van een projectmagazijn maakt geen deel uit van de projectkosten. Goederen die zijn overgezet naar het project, worden toegevoegd aan de projectkosten. Een projectmagazijn kan door een of meerdere projecten worden gebruikt.
Afgeleid van standaard activiteit
Als voor de projectactiviteit die in deze sessie wordt ingevoerd, de vereiste gegevens ontbreken, worden de defaults van deze standaardactiviteit weergegeven.
Service
Rereferentieactiviteit
Referentieactiviteit
De kleinste eenheid van werk die voor de uitvoering van onderhoud nodig is.
Frequentie
Het aantal keren dat een referentieactiviteit optreedt als onderdeel van een projectactiviteit.
Frequentie toepassen op
De methode waarmee de frequentie van een referentieactiviteit als onderdeel van de projectactiviteit moet worden gebruikt:

Toegestane waarden

Frequentie toepassen op

 

Activiteiten afdrukken
Hiermee wordt de sessie Activiteiten afdrukken (tppss2400m000) gestart. Met deze sessie kunt u een geselecteerd bereik van activiteiten afdrukken.