Het artikel moet vooraf vastgelegd zijn in de sessie Artikelen - algemeen (tcibd0501m000).
Productkenmerken per configureerbaar artikel (tipcf1101m000)Deze sessie kunt u gebruiken om algemene product kenmerken en opties aan generieke artikelen te koppelen. De productonafhankelijke kenmerken en opties die in een eerder stadium zijn vastgelegd, worden daarmee productafhankelijk gemaakt. Wanneer u kenmerken aan generieke artikelen koppelt, kunt u ook geldige constraints koppelen. De productkenmerken en opties vormen de basis voor het configureren van productvarianten voor het generieke product in kwestie. De productkenmerken en opties dienen als technische omschrijvingen van een productvariant die van een generiek product is afgeleid. Tijdens het configureren van een productvariant kunnen de productkenmerken die in deze sessie aan elk generiek artikel zijn gekoppeld, verder worden gespecificeerd met de opties die u hebt vastgelegd in de sessie Opties per productkenmerk en configureerbaar artikel (tipcf1110m000). In principe kunt u alle opties gebruiken als het selectievakje Selectieoptie is uitgeschakeld in de sessie Productkenmerken per configureerbaar artikel (tipcf1101m000). Met constraints kunt u opties of een combinatie van opties in- of uitsluiten. Selecteer het configureerbare artikel waarvoor u productkenmerken wilt vastleggen en bepaal voor elk volgnummer het gewenste productkenmerk. Gebruik daartoe de productonafhankelijke kenmerken die u hebt vastgelegd in de sessie Productkenmerk (tipcf0150m000). Nadat u een productkenmerk aan een generiek artikel hebt gekoppeld, kopieert LN de algemene gegevens van het productkenmerk automatisch naar het generieke artikel. Dit zijn o.a. de omschrijving van het productkenmerk, de opties en de taalafhankelijke omschrijvingen, alsmede de teksten van productkenmerken en opties. Vervolgens kunt u deze gegevens wijzigen. Na de selectie van een productkenmerk kunt u de bijbehorende geldigheidsperiode vastleggen en aangeven welke constraint van toepassing is. U kunt ook kiezen voor een huidige standaardoptie die voor dit productkenmerk in een eerder stadium is vastgelegd in de sessie Opties per productkenmerk (tipcf0160m000). U kunt ook extra opties toevoegen of bestaande verwijderen. Tevens kunt u verklarende teksten invoeren voor productkenmerken en opties. De productkenmerken en opties worden automatisch overgenomen van de hogere niveaus in de configuratiestructuur. U behoeft dus niet op elk niveau deze opties te muteren. Klik in het menu Beeld, Referentie en/of Acties op Opties per productkenmerk om de opties per productkenmerk te muteren in de sessie Opties per productkenmerk en configureerbaar artikel (tipcf1110m000). Binnen hetzelfde artikel kunt u de productkenmerkgegevens naar een bestaand kenmerk kopiëren. Tegelijkertijd kunt u ook de opties van het productkenmerk, de taalafhankelijke omschrijvingen van het kenmerk, de opties en de optieteksten kopiëren. NB
Generiek artikel De code van het configureerbare artikel waarop de productkenmerken van toepassing zijn. NB Het artikel moet vooraf vastgelegd zijn in de sessie Artikelen - algemeen (tcibd0501m000). Default toeleveringssource De bron waaruit een artikel default wordt geleverd. Een artikel kan worden geleverd met behulp van inkooporders, productieorders, assemblageorders of magazijnorders. De default leveringsbron bepaalt welk type order wordt gebruikt om het artikel te leveren, maar over het algemeen kunt u de default overschrijven en een alternatieve bron opgeven. Dit veld kan worden gebruikt om te bepalen wat voor soort leveringsorder LN moet aanmaken als u een verkooporder voor dit artikel invoert en de werkelijke voorraad van het artikel ontoereikend is.
Als de artikelsoort op Maak of Generiek staat, kan op dit veld de waarde Productie of Assemblage worden weergegeven. Als de artikelsoort op Engineering-module staat, wordt op dit veld Assemblage weergegeven en kan het veld niet worden gewijzigd. Als de artikelsoort op Inkoop staat, wordt op dit veld Inkoop weergegeven en kan het veld niet worden gewijzigd. Verwerkingsvolgorde De volgorde waarin een klant opties per productkenmerk kan kiezen. Dit is ook de volgorde waarin de kenmerken tijdens het configuratieproces op het scherm verschijnen. De volgorde van de kenmerken die per generiek artikel kan worden gekozen, kan afwijken van de volgorde waarin ze voor het gehele bedrijf zijn vastgelegd.
Productkenmerk Het productkenmerk dat moet worden ingevoerd, moet zijn vastgelegd in de sessie Productkenmerk (tipcf0150m000). Zonodig kunt u op dit veld rechtstreeks productkenmerken invoeren. Productkenmerk De omschrijving van het productkenmerk. Deze omschrijving kan verschillen van de omschrijving van het algemene productkenmerk in de sessie Productkenmerk (tipcf0150m000). Voorbeeld: AUTOKLEUR vormt een specifiekere omschrijving van het kenmerk KLEUR. Ingangsdatum Voer de ingangsdatum van het productkenmerk in. LN toont default de huidige datum. Dit is de ingangsdatum van het productkenmerk van het generieke artikel. Vervaldatum Toets de vervaldatum in. Als u dit veld leeg laat, is het productkenmerk vanaf de ingangsdatum voor onbeperkte tijd geldig. Dit is de vervaldatum van het productkenmerk van het generieke artikel. Constraintcode De in te voeren constraintcode moet vooraf zijn gedefinieerd in de sessie Configureerbaar artikel - constraintcodes (tipcf2101m000). Het heeft alleen zin om een constraintcode in te voeren als u ook een constraint met deze code hebt vastgelegd in de sessie Configureerbaar artikel - constraints (tipcf2110m000). Als u naar de sessie Configureerbaar artikel - constraints (tipcf2110m000) zoomt, kunt u rechtstreeks constraints vastleggen voor elk generiek artikel. LN vraagt u een nieuwe constraintcode aan te maken als er nog geen constraint is ingevoerd. Met de sectie Vóór invoer van de constraint kunt u een default optiewaarde vastleggen. U kunt ook aangeven onder welke condities LN het productkenmerk tijdens de productconfiguratie kan invoeren of weergeven. Als u gebruikmaakt van de sectie Validatie van de constraint, kunt u vastleggen aan welke voorwaarden de optiewaarde voor productkenmerk moet voldoen. De productconfigurator kan specifieke meldingen genereren ter ondersteuning van het configuratieproces.. Als u een ongeldige optiewaarde voor het productkenmerk invoert, kunt u met behulp van formules de vaste optiewaarde vastleggen in de sectie Parametervervanging van de constraint. Deze waarde kunt u ook vastleggen in de sectie Vóór invoer van de constraint. Selectieoptie Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moeten de opties die bij dit productkenmerk horen, afzonderlijk worden vastgelegd in de sessie Opties per productkenmerk en configureerbaar artikel (tipcf1110m000). Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kunt u een keuze maken uit alle mogelijke waarden voor dit productkenmerk, op voorwaarde dat deze overeenkomen met het optiedomein dat u voor het productkenmerk hebt vastgelegd in de sessie Productkenmerk (tipcf0150m000). Dit veld geeft aan of een productkenmerk selectieve opties heeft. Tekst Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een tekst aanwezig met extra gegevens over het productkenmerk van dit generieke artikel.
Productkenmerk-omschrijvingen per configureerbaar artikel Hiermee start u de sessie Productkenmerk-omschrijvingen (tipcf0151m000). Opties per productkenmerk Hiermee start u de sessie Opties per productkenmerk (tipcf0160m000).
| |||