Overzicht AssemblageplanningIn de module Assemblageplanning kunt u de assemblage van productvarianten plannen en assemblageorders genereren in Assemblagebeheer. Dit geldt in Assemblageplanning voor assemblagelijnen in een productieomgeving met een mixmodel, die wordt gekenmerkt door hoge volumes en een groot aantal varianten van complexe producten. Voordat u gebruikmaakt van de module Assemblageplanning, moet u de APL-parameters instellen in de detailsessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000). Als u voor bepaalde integraties gebruikmaakt van LN-integraties, moet u de buscomponenten opgeven in de sessie Bedrijf - buscomponenten (tiapl0501m000). Merk wel op dat de functionaliteit van verschillende sessies afhankelijk is van een of meer van de volgende parameters:
De hoofdprocessen in de module Assemblageplanning zijn als volgt:
De volgende paragrafen geven een overzicht van deze processen. Voor uitgebreide informatie, zie de online-help van de bijbehorende sessies en de bijbehorende onderwerpen onderaan dit document. Stap 1. De productvariant wordt gegenereerd. De productvariant wordt gegenereerd bij de invoer van een verkooporder. In de sessie Verkooporderregels (tdsls4101m000) bevat de verkooporderregel het verkochte generieke artikel en andere gegevens, zoals de gevraagde afleverdatum en de prijs. Tot de gegevens kan ook de effectivity-unit behoren. Deze wordt gebruikt voor het configureren van productvarianten. De informatie die op de verkooporderregel is ingevoerd, wordt in een productvariant opgeslagen voor productiedoeleinden. De productvariant geeft het verkochte product weer. U kunt de productvariant bekijken in de sessie Productvarianten (tiapl3500m000). Stap 2. De productvariantstructuur wordt gegenereerd. De productvariant verwijst slechts naar het product en bevat geen productiegegevens. Deze productiegegevens moeten worden bepaald door de relaties met de generieke subartikelen en engineering modules die samen het generieke eindproduct vormen, te exploderen. Dit wordt gedaan op basis van ingangsdatums en/of eenheden. Wanneer PCF niet wordt gebruikt, worden de generieke subartikelen en engineering-modules opgehaald uit de generieke stuklijst. Deze stuklijst kunt u opvragen in de sessie Generieke stuklijst (tiapl2510m000). Het resultaat van dit proces wordt opgeslagen in de productvariantstructuur, die wordt weergegeven in de sessie Productvariantstructuren (tiapl3510m000). Als u PCF gebruikt, worden de relaties met de generieke subartikelen en engineering-modules die samen het generieke eindproduct vormen, geëxplodeerd op basis van de generieke stuklijst in de module PCF. De relaties met generieke subartikelen worden geëxplodeerd tijdens het genereren van de productvariant, d.w.z. bij de invoer van een verkooporder. De relaties met engineering-modules worden in een afzonderlijk proces geëxplodeerd. Dit proces kunt u uitvoeren met de sessie Productvariantstructuren genereren (tiapl3210m000). Het proces kan echter ook worden uitgevoerd met de sessies Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000), Assemblageorders genereren (tiapl3201m000) en Assemblageorders vernieuwen en bevriezen (tiapl3203m000). De assemblagedelen en bewerkingen nodig voor de assemblage van het eindproduct worden opgeslagen onder het niveau van de engineering-modules. In de sessie Assemblagestuklijsten en -bewerkingen (tiapl2520m000) kunt u de assemblagedelen en bewerkingen per engineering-module opvragen. De bewerkingen worden opgeslagen in de sessie Bewerkingen (tiapl1500m000). Bewerkingen worden toegekend aan lijnstations in de sessie Planningsspecificaties bewerking (tiapl1510m000). Let op:
Stap 3. De benodigde assemblagedelen worden bepaald. Als de productvarianten en productvariantstructuren worden gegenereerd, kunnen de benodigde assemblagedelen worden berekend en assemblageorders worden aangemaakt. De benodigde assemblagedelen worden berekend op basis van de productvariantstructuren en de platgeslagen assemblagedelen. De benodigde assemblagedelen worden berekend voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum valt in de time fence van de vraag. De time fence van de vraag wordt vastgelegd in de detailgegevens van de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000). De berekening is gebaseerd op segmentplanningen die aangeven op welke datum de assemblagedelen per segment nodig zijn. Dit wordt bepaald op basis van de afleverdatum van de assemblageorder. Segmentplanningen worden weergegeven in de sessie Segmentplanningen (tiapl4500m000). Tijdens de berekening van de benodigde assemblagedelen, worden deze gegevens overgezet naar Enterprise Planning. Stap 4. De assemblageorders worden aangemaakt. Assemblageorders worden aangemaakt voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum valt in de time fence van de assemblageorder. Deze time fence hoort bij de roll-off lijn. De assemblageorders worden aangemaakt in Assemblageplanning, maar worden opgeslagen en uitgevoerd in Assemblagebeheer. In een omgeving met meerdere bedrijven worden voor elk bedrijf assemblageorders aangemaakt. Assemblageorders kunnen alleen worden aangemaakt voor geactualiseerde assemblagelijnen. Dit betekent dat de lijnen zijn vrijgegeven voor het productieproces. Alleen geldige assemblagelijnen komen in aanmerking voor actualisering. Met behulp van de sessie Assemblagelijnen actualiseren (tiasl1231m000) kunt u assemblagelijnen zowel valideren als actualiseren. Het is ook mogelijk de assemblagelijnen in een afzonderlijke sessie te valideren: de sessie Assemblagelijnen valideren (tiasl1230m000). Bij het aanmaken van assemblageorders wordt gebruikgemaakt van lijnstationvarianten (LSV's). Door gebruik te maken van LSV's kunt u de materialen en bewerkingen per lijnstation opslaan. Met de sessie Assemblageorders vernieuwen en bevriezen (tiapl3203m000) kunt u assemblageorders vernieuwen en bevriezen. Vernieuwde orders zijn bijgewerkt met wijzigingen in de productvariant of productvariantstructuur. Bevroren orders worden niet meer automatisch bijgewerkt en Bevroren orders kunnen alleen handmatig worden bijgewerkt in Assemblagebeheer. Tijdens het bijwerken van assemblageorders wordt ook weer gebruikgemaakt van LSV's. Er wordt dan eigenlijk bepaald of de LSV's die kunnen worden aangemaakt op basis van de nieuwe productvariant en/of productvariantstructuur, verschillen van de bestaande LSV's. Als er verschillen zijn, dan worden indien nodig nieuwe LSV's aangemaakt en naar Assemblagebeheer overgezet. In de sessie Productvariant - assemblagelijnen (tiapl3520m000) kunt u zien op welke assemblagelijnen een productvariant wordt geassembleerd. De sessie geeft ook aan of de benodigde assemblagedelen reeds in Assemblagebeheer zijn gereserveerd en de assemblageorder op de opgegeven assemblagelijn is bevroren. Dezelfde order mag niet op een andere assemblagelijn bevroren zijn of gedeeltelijk bevroren zijn.
| |||