Micro-routing

Met micro-routing kunt u stapsgewijze informatie vastleggen die betrekking heeft op een routingbewerking. De vastgelegde micro-routinginformatie verschijnt op productieorderdocumenten, zoals bewerkingsbonnen en bewerkingsstaten. Deze documenten bevatten procedures en werkinstructies en dienen om medewerkers op de werkvloer te ondersteunen bij het uitvoeren van bewerkingen. De beschikbaarheid van procedures en werkinstructies waarborgt consistentie en kan ook belangrijk zijn voor standaardisatie (bijvoorbeeld ISO9000).

Een micro-routing bestaat uit bewerkingsstappen die gekoppeld zijn aan routingbewerkingen. Door middel van de bewerkingsstappen kunt u bepalen in welke volgorde de informatie aan de gebruiker wordt gepresenteerd. U kunt ook een reference designator voor de bewerkingsstap invoeren om aan te geven waar een specifiek componentartikel op het eindproduct moet worden bevestigd.

Voor elke bewerkingsstap kunt u de volgende soorten informatie definiëren:

  • Instructies
  • Informatie over gereedschappen
  • Procesvariabelen

De informatie die het eerst moet worden gepresenteerd, wordt aan de eerste bewerkingsstap gekoppeld. De informatie die vervolgens moet worden gepresenteerd, wordt aan de twee bewerkingsstap gekoppeld, enzovoort.

NB

U kunt ook informatie aan een routing koppelen op het niveau van de bewerking, zonder bewerkingsstappen te gebruiken. In dat geval kunt u echter niet bepalen in welke volgorde de informatie wordt gepresenteerd.

Instructies

Instructies zijn verwijzingen naar externe documenten. Deze documenten kunnen werkinstructies bevatten of instructies over verpakkingsvormen, gereedschappen, machines, enzovoort. Er is sprake van een directe integratie met een documentapplicatie (Infor ODM). Als een instructie is gerelateerd aan een document in Infor ODM, kan de desbetreffende applicatie online worden gestart om het document te bekijken.

Informatie over gereedschappen

Op de werkvloer is het vaak handig als er informatie over gereedschappen beschikbaar is. De gereedschapsgegevens die aan bewerkingsstappen zijn gekoppeld, geven bijvoorbeeld aan welke gereedschappen nodig zijn voor het uitvoeren van een specifieke bewerking.

NB

In de module Gereedschapsbehoefteplanning kunt u gereedschappen plannen voor een productieorder. U kunt zelfs gereedschappen plannen voor een bepaalde bewerking van een productieorder. In een micro-routing kunt u ook gereedschappen koppelen voor instructiedoeleinden in plaats van planningsdoeleinden. U kunt gereedschappen koppelen aan de bewerking van een bepaalde productieorder of aan de bewerkingsstappen. Het is echter niet mogelijk om gereedschappen zowel aan bewerkingen als aan bewerkingsstappen te koppelen, omdat de gereedschapsplanning op slechts één niveau kan worden uitgevoerd.

Procesvariabelen

Een procesvariabele is een instelling of invoerwaarde die gerelateerd is aan een machine, een gereedschap of een proces dat relevant is voor het uitvoeren van een bewerking. Voorbeelden van procesvariabelen zijn bijvoorbeeld knipdiepte, knipsnelheid, boorsnelheid en temperatuur. Gegevens over procesvariabelen in een micro-routing ondersteunen het werk van de medewerker op de werkvloer met betrekking tot procesbeheer. Procesvariabelen kunnen zijn gerelateerd aan een bewerking of aan een combinatie van een taak en een afdeling/machine. Voor elke procesvariabele wordt een maateenheid gedefinieerd. Verder wordt de doelwaarde van de procesvariabele gedefinieerd, evenals de boven- en ondergrens.