Rapporten aanmaken

Stel in de sessie Rapporten (tffst1500m000) een rekeningstructuur in met parent- en child-rekeningen en telniveaus. U kunt twee typen rapporten instellen: Rapport en Consolidatierapport.

U kunt verschillende sessies gebruiken om rapporten, grootboekrekeningen naar rapportrekeningen of dimensies naar rapportrekeningen te kopiëren. Als u van de rapportwaarden naar de originele LN-mutatie wilt inzoomen, moet u een bijlage-layout aan het rapport koppelen.

NB

Als u een consolidatie rapport wilt aanmaken, kunt u, in plaats van de hier beschreven stappen uit te voeren, ook een consolidatierapport van een rapport aanmaken. Hiermee bespaart u tijd.

Een rapport of consolidatierapport aanmaken:
Stap 1. Een kop voor een rapport of consolidatierapport aanmaken
  1. Klik in de sessie Rapporten (tffst1500m000) op Nieuw. De sessie Rapporten (tffst1600m000) wordt gestart.
  2. Geef onder Rapportgegevens de volgende waarden op:

  3. Geef onder Valutagegevens de volgende waarden op:

  4. Geef, indien van toepassing, onder Bijlagegegevens de volgende waarden op:

    • De code van de betreffende rapport-layout voor bijlagen die in de sessie Layouts rapporten (tffst0110m000) zijn aangemaakt.
    • Wijzig desgewenst de instelling op het veld Mutaties verwerken dat bepaalt hoe rapportgegevens worden opgehaald.
Stap 2. Rapportrekeningen definiëren

In een rapport of consolidatierapport moet u rekeningen definiëren voor de regels die in het rapport moeten worden opgenomen.

U definieert als volgt een rapportrekening:

  1. Klik in de sessie Rapporten (tffst1600m000) op het tabblad Rapportrekeningen op Nieuw.
  2. Geef de volgende gegevens op:

  3. Sla de regel op.
  4. U kunt desgewenst de regel openen om extra gegevens op te geven, zoals:

Typen rekeningen gebruiken

Wanneer u een rapportrekening instelt, kunt u de volgende typen rekeningen gebruiken:

  • Waarde

    Rekeningen om de bedragen van de gekoppelde grootboekrekeningen en/of dimensies of redenen voor kasstromen weer te geven als het telniveau 0 (nul) is. Als het telniveau groter dan nul is, worden de totalen van de gekoppelde child-rekeningen weergegeven. Als deze waarde is geselecteerd, moet u ook aangeven of de waarde debet of credit is. Dit bepaalt of bedragen met een minteken worden afgedrukt in het geval van een debet-/creditwaarde.

    Raadpleeg Voorbeeld van type rekening Waarde voor een voorbeeld.

  • Tekst

    Dit type wordt gebruikt om tekst aan verslagen toe te voegen. Zorg ervoor dat u een rapport-layout hebt geselecteerd met een waarde > 0 op het veld Positie rekeningtekst. Deze tekstrekening kan op twee manieren worden gebruikt:

    • Met tekst

      Selecteer in het betreffende menu de opdracht Teksteditor en voer de gewenste tekst in. U kunt verschillende variabelen gebruiken die u via de zoomsessie in het betreffende menu in het tekstgebied kunt openen. Als u de tekst van de tekstrekening wilt afdrukken, schakelt u in de sessie Rapportwaarden afdrukken (tffst1450m000) het selectievakje Tekst van tekstrekeningen afdrukken in.

    • Zonder tekst

      In dit geval wordt alleen een rapportrekening met een omschrijving gedefinieerd. Dit kan handig zijn wanneer de rekeningomschrijving langer is dan één regel of wanneer u een kop boven aan een lijst met rapportrekeningen nodig hebt.

      Voorbeeld

      [...]

      Als u de bovenstaande rekeningen afdrukt, is het resultaat als volgt:

      [...]

  • Kengetal

    Als u dit type rekening selecteert, moet u de sessie Kengetallen (tffst6100m000) gebruiken om het kengetal te definiëren ( Voor meer informatie, zie Kengetallen instellen). In de sessie Kengetal-specificaties rapportrekening per kolom (tffst1124m000) kunt u het kengetal definiëren dat voor elke kolom moet worden gebruikt. U start deze sessie vanuit het betreffende menu in de sessie Rapporten (tffst1600m000) als de kengetalrekening op het tabblad Rapportrekeningen is geselecteerd.

  • Afronding

    U kunt per kolom definiëren hoe waarden moeten worden afgerond. Als gevolg van deze afrondingen kunnen afrondingsverschillen optreden. U kunt voor elke rapportrekening een afrondingsrekening definiëren. Als u de rekening aan een reeks van rapportrekeningen wilt toekennen, selecteert u in het betreffende menu van het tabblad Rapportrekeningen de optie Afrondingsrekening toekennen. Hiermee wordt de sessie Afrondingsrekening aan reeks rapportrekeningen toekennen (tffst1220m200) gestart.

  • Winst/verlies

    In het rapport kunt u aangeven of moet worden gewerkt met koerswinsten en -verliezen. Als dit het geval is, kunt u voor elke rekening een Winst/verlies-rekening definiëren. Winsten en verliezen worden als verplichting op een rekening geboekt, waarna ze op deze rekening worden geboekt. Als u deze rekening aan een reeks van rapportrekeningen wilt toekennen, selecteert u in het betreffende menu van het tabblad Rapportrekeningen de optie Rekening koerswinsten-/verliezen toekennen. Hiermee wordt de sessie Rek. winsten/verliezen aan reeks rapportrekeningen toekennen (tffst1220m300) gestart.

  • Salderen

    U kunt per kolom definiëren dat de kolom moet worden gesaldeerd. Het verschil tussen het totale debetbedrag en het totale creditbedrag (op niveau 0) wordt geboekt naar een rapportrekening van het type Salderen.

Stap 3. Rapportrekeningen koppelen
  • Grootboekrekeningen en/of dimensies of redenen voor kasstromen koppelen

    Bij rapporten van het type Rapport moeten rapportrekeningen van het type Waarde en met het telniveau 0 (nul) aan grootboekrekeningen en/of dimensies of redenen voor kasstromen worden gekoppeld. U kunt meerdere reeksen aan één rapportrekening koppelen. U hebt twee mogelijkheden:

    • Grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen aan rapportrekeningen koppelen
      1. Selecteer op het tabblad Rapportrekeningen de rapportrekening en selecteer in het betreffende menu van hetzelfde tabblad de optie Specificaties per rapportrekening. De sessie Specificaties per rapportrekening (tffst1521m000) wordt gestart.
      2. Geef de reeksen op die u aan de rapportrekening wilt koppelen.
    • Grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen aan rapportrekeningen en kolommen koppelen
      Het is mogelijk om reeksen grootboekrekeningen en dimensies aan een specifieke kolom te koppelen. Als u ook een instelling per rapportrekening per kolom hebt gemaakt, worden de reeksen die per rapportrekening zijn gedefinieerd, genegeerd.
      1. Selecteer op het tabblad Rapportrekeningen de rapportrekening en selecteer in het betreffende menu van hetzelfde tabblad de optie Specificaties per rekening en kolom. De sessie Specificaties per rekening en kolom (tffst1122m000) wordt gestart.
      2. Geef de reeksen op die u aan de rapportrekening wilt koppelen.
  • Vaste waarden koppelen

    Soms zijn er in het rapport waarden nodig die niet in het Grootboekadministratie aanwezig zijn, zoals:

    • Saldi van een jaar dat niet beschikbaar is in LN.
    • Het aantal medewerkers voor de berekening van kengetallen, zoals Opbrengsten per medewerker.

    Of u wilt de generieke waarde toevoegen die dit kengetal in uw branche heeft, zodat u kunt vergelijken.

    In deze gevallen is het koppelen aan grootboekrekeningen en/of dimensies niet vereist. In plaats daarvan kunt u de vaste waarde toevoegen:

    1. Selecteer op het tabblad Rapportrekeningen de rapportrekening en selecteer in het betreffende menu van hetzelfde tabblad de optie Rapportrekeningwaarde per kolom. De sessie Specificaties rapportrekeningen/kolommen (tffst1123m000) wordt gestart.
    2. Voeg de vaste waarden voor de betreffende rekeningen en kolommen toe. Selecteer desgewenst Wijzigbare waarde. Hiermee kunt u de waarde wijzigen voordat u de rapportwaarden verwerkt.
  • Rapportrekeningen koppelen

    Bij rapporten van het type Consolidatierapport moeten rapportrekeningen van het type Waarde en met het telniveau 0 (nul) aan rapportrekeningen worden gekoppeld. U kunt meerdere reeksen aan één rapportrekening koppelen.

    1. Selecteer op het tabblad Rapportrekeningen de rapportrekening en selecteer in het betreffende menu van hetzelfde tabblad de optie Rapportrekeningen per consolidatierekening. De sessie Rapportrekeningen per consolidatierapportrekening (tffst1127m000) wordt gestart.
    2. Geef de reeksen op die u aan de rapportrekening wilt koppelen.

Bestaande grootboekrekeningen, dimensies of rapportstructuren gebruiken

In plaats van een volledig nieuwe rapportrekeningstructuur te definiëren, is het ook mogelijk om bestaande grootboekrekening- of dimensie structuren als basis voor een rapportrekeningstructuur te gebruiken. Hiervoor zijn de volgende sessies beschikbaar:

Stap 4. Rapporten controleren

In de sessie Rapport controleren (tffst1250m000) kunt u controleren of een rapport ontbrekende of dubbele koppelingen naar grootboekrekeningen of dimensies bevat. Als u deze sessie wilt starten, selecteer dan in de sessie Rapporten (tffst1600m000) een rapport en selecteer in het betreffende menu de optie Rapport controleren. Als u wilt controleren of alle betreffende grootboekrekeningen zijn gekoppeld, moet u ervoor zorgen dat het selectievakje Niet meegenomen rekeningen afdrukken is ingeschakeld.

Stap 5. Rapportkolommen (kan worden overgeslagen wanneer u een externe rapportagetool gebruikt om rapporten mee af te drukken)

De uitvoer van het rapport is ingedeeld in kolommen. Op het tabblad Rapportkolommen kunt u kolommen toevoegen en wijzigen. Zorg ervoor dat u hetzelfde aantal kolommen definieert als in de gebruikte rapport-layout is gedefinieerd.

Geef voor elke kolom het volgende op:

  • Kolomomschrijving

    Voer tekst in of selecteer variabelen in de sessie Tekstvariabelen (tffst0800m000).

  • Type kolom

    Als u Percentage over rekeningen hebt geselecteerd, zorg er dan voor dat de rekeningen op het tabblad Rapportrekeningen een waarde op het veld 100 procentsrekening hebben.

  • Als Type kolom Bedrag/hoeveelheid is, een formule.
  • Afrondingsmethode
  • De manier waarop bedragen in het rapport moeten worden weergegeven.
  • Voorwaarden die aangeven welke waarden moeten worden genegeerd, bijvoorbeeld alle bedragen kleiner dan 0,05.
Stap 6. Elementen van formules definiëren
  • Start voor rapporten van het type Rapport via het betreffende menu op het tabblad Rapportkolommen de sessie Referenties rapportkolommmen (tffst1111m000). Met deze sessie kunt u de variabelen van de formule voor het rapport definiëren.

    Geef voor elke variabele in de formule het volgende op:

    • Kolomreferentie
    • Variabele of vaste selectie jaren/perioden

      Als u Vast selecteert, moet u het jaar en de periode toevoegen in de sectie Periodegegevens. Dit jaar en deze periode worden vanaf dan gebruikt. Als u een ander jaar en een andere periode wilt gebruiken, moet u deze rapportinstelling wijzigen.

      Als u Variabele selecteert, kunt u het jaar en de periode selecteren wanneer u het rapport verwerkt. Op de velden Periodeverschuiving kunt u desgewenst het aantal jaren of perioden voor een specifieke kolom aangeven. Voor meer informatie, zie Van periode - Correctie periodeverschuiving.

  • Start voor rapporten van het type Consolidatierapport via het betreffende menu op het tabblad Rapportkolommen de sessie Referenties consolidatierapportkolommmen (tffst1112m000). Met deze sessie kunt u de variabelen van de formule voor het consolidatierapport definiëren.

    Geef voor elke variabele in de formule het volgende op:

Stap 7. Zet de status van het rapport op Goedgekeurd

LN voert deze controles uit:

  • Is de gekoppelde layout gegenereerd?
  • Is er ten minste één kolom aanwezig?
  • Zijn alle variabelen gedefinieerd?
  • Is er ten minste één rapportrekening gedefinieerd?
  • Zijn alle winst/verliesrekeningen gedefinieerd?
  • Bevatten alle kengetalrekeningen waarden?
  • Komt de valuta van elk kengetal overeen met de valuta van het rapport?

NB

  • Als al deze controles zijn voltooid, kan het rapport op Goedgekeurd worden gezet.
  • Alleen goedgekeurde (of vaste) rapporten kunnen worden verwerkt of afgedrukt.