Woordenlijst voor CRM, Verkoop en Inkoopaandachtscode De meldingen die zijn gekoppeld aan relaties, opportunities, enzovoort, die uw aandacht vestigen op speciale gebeurtenissen of omstandigheden. aangemaakt De status die wordt toegewezen aan de inkoopaanvraag wanneer de aanvrager de inkoopaanvraag heeft ingevoerd en opgeslagen. aanmaning Een inkooporderdocument waarmee de leverancier dringend gevraagd wordt om de bestelde goederen onder de overeengekomen condities te leveren. aanschrijvingen De aanhef waarmee de ontvanger van de brief wordt aangesproken. Bijvoorbeeld: Geachte heer, Mevrouw, Aan de Directie. acceptatieregel Als een goedkeuringsregel is gebaseerd op acceptatieregels, keurt LN een inkooporder die voldoet aan een geldige regel, automatisch goed. Als u goedkeuringsregels definieert op basis van acceptatie, definieert u de combinatie van gegevenselementen op basis waarvan LN de inkooporder moet goedkeuren. accessoire Een lijstsoort die het mogelijk maakt gerelateerde voorraadartikelen of kits te definiëren en die aan te bieden aan relaties wanneer ze een eindproduct bestellen. account-manager De manager die verantwoordelijk is voor het onderhouden van relaties met verkopen-aan relaties (ook wel accounts genoemd). achternaam De achternaam van een medewerker in de medewerkergegevens. activiteit Een stap die u moet uitvoeren voor de soort inkooporder/verkooporder. Een activiteit staat voor de sessies of de handmatige actie die u moet uitvoeren voor de soort inkooporder of verkooporder. activiteit Een afspraak, call, taak, mailing of e-mail die is geregistreerd in LN en die kan worden gekoppeld, bijvoorbeeld aan een contactpersoon, relatie of verkoopkans. Optioneel kunnen taken, afspraken en calls worden gesynchroniseerd met toepassingen op een desktop. activiteitensjabloon De definitie van een standaardactiviteit. Aangezien de vast te leggen gegevens per activiteit zullen verschillen, kunt u een afzonderlijke attribuutset koppelen aan elke activiteitensjabloon. Een activiteitensjabloon kan worden gebruikt als de basis bij het aanmaken van taken en mailings. activiteitnummer Een nummer dat de volgorde van de activiteiten binnen het bedrijfsproces aangeeft. additionele kosten De kostenartikelen die in een order of zending kunnen worden opgenomen om extra kosten in rekening te brengen voor een order of zending. additionele kostenregel Bevat een kostenartikel dat als additionele kosten aan een order of zending kan zijn gekoppeld. Voorbeelden van additionele kostenregels zijn administratieve kosten die aan de orderkosten worden toegevoegd als het orderbedrag lager is dan een bepaalde waarde, of transportkosten die aan de order worden toegevoegd als het totale gewicht van de gekochte of verkochte goederen een bepaalde waarde overschrijdt. additionele kostenset De code waaronder een aantal additionele kostenregels en scenario's kunnen worden opgeslagen. Kostensets kunnen gekoppeld worden aan artikelen, relaties of prijslijsten, en via deze, aan orders en zendingen. additionele tariefhoeveelheid per eenheid Een hoeveelheid per eenheid op basis waarvan u transporttarieven kunt definiëren. U kunt kiezen uit de eenheden die in Common zijn gedefinieerd. Transporttarieven zijn meestal gebaseerd op afstand en gewicht. Met additionele hoeveelheden/eenheden kunt u tarieven definiëren die zijn gebaseerd op andere eenheden, zoals volume, of tarieven definiëren die zijn gebaseerd op combinaties van afstand, gewicht en andere eenheden. Voorbeeld 1 Transporttarief per additionele hoeveelheid/eenheid: Additionele tariefhoeveelheid: 1 pallet, Afstand: 1.000 km Bedrag per afstand: 10 Voorbeeld 2 Transporttarieven voor combinaties van eenheden per afstand/zone: Gewicht: 10 kg Additionele tariefhoeveelheid: 1 m³ Type staffel: Minimum
In dit voorbeeld zijn de transporttarieven gebaseerd op afstand per gewicht en volume. Voor zending SH0001, van Amsterdam naar Rotterdam, gelden de volgende detailgegevens: Afstand: 70 km, Gewicht: 50 kg, Volume: 7 m³ De transportkosten voor zending SH0001 zijn: 10 * 70 (afstand) + 5 * 50 (gewicht) + 5 * 7 (volume) = 985 adviesprijs De verkoopprijs die de leverancier adviseert en die de wederverkoper bij zijn klanten in rekening brengt. afgekeurd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer een bevoegde een aanvraagregel met de status In afwachting van goedkeuring afkeurt. afgekeurde hoeveelheid Het aantal geleverde artikelen dat is afgekeurd. afgeroepen bedrag De werkelijk bestelde hoeveelheid vermenigvuldigd met de prijs per eenheid. afgeroepen hoeveelheid Het aantal artikelen dat op dit moment is besteld. afgiftedatum afroepschema De datum en tijd, berekend op basis van het afgiftepatroon, die voor afroepschema's zonder referenties wordt gebruikt om de volgende momenten te definiëren:
afroepen Goederen opvragen bij een relatie op basis van een inkoopafroepschema. Voor afroepen wordt een bericht (EDI) verstuurd om een relatie te laten weten dat de geplande artikelen moeten worden geleverd. Het bericht bevat de artikelhoeveelheid en de datum en tijd waarop deze moet worden afgeleverd. afroepschema (met referentie) Een afroepschema met regels met referentienummers. Wanneer goederen worden verzonden, ontvangen en gefactureerd, worden de referentienummers gebruikt om te communiceren met leveranciers en andere pakketten van LN. afroepschemahoeveelheid De hoeveelheid van het artikel die nodig is voor de afroepschemaregel(s). afroepschemanummer Een automatisch gegenereerde en unieke reeks karakters die het afroepschema identificeert. Dit nummer wordt gebruikt zo lang de behoefte of het contract bestaat. Als een afroepschema opnieuw gegenereerd wordt, worden de opnieuw gegenereerde regels gekopieerd naar een nieuw revisienummer van het afroepschema. afroepschemaregel De locatie voor alle afzonderlijke behoeften met één bepaald artikel dat wordt geleverd door één combinatie van kopen-van relatie en verzenden-van relatie en dat is besteld door één inkoopbureau. afroepschematekst Een specifieke tekst met bijvoorbeeld additionele referentie-informatie. afroepschema zonder referenties Een afroepschema met regels zonder een referentienummer. Aangezien geen specifieke behoefte bestaat voor de afroepschemaregel, kunnen afroepschemaregels zonder referentie eerst worden geclusterd en dan gezamenlijk worden besteld, verzonden en ontvangen. afspraak Een soort activiteit die een afspraak aangeeft die is gepland voor een contactpersoon, relatie, verkoopkans of activiteit en die u wilt traceren tot aan de voltooiing. Voor een afspraak zijn er uitgenodigde deelnemers. afwijzingsbrief Een brief die wordt gestuurd aan kopen-van relaties die hebben deelgenomen aan het offerteproces om de relaties die de order niet hebben gekregen, te bedanken. algemene categorie Een categorie die van toepassing is op alle verkopen-aan relaties. algemene magazijnorders Een magazijnorder die wordt gegenereerd bij het aanmaken van een push-schema en die het volgende bevat:
alternatieve hoeveelheid De totale hoeveelheid die moet worden begroot voor het opgegeven jaardeel, uitgedrukt in een alternatieve eenheid. ANP-set Een set artikelnummers van een producent (ANP's) die hoort bij een inkooporderregel of een inkoopafroepschemaregel. apparaat Het uitvoerapparaat dat is geselecteerd voor het verslag, zoals een printer, het scherm (apparaat: beeldscherm), een ASCII-bestand, enzovoort. artikelafmetingen De lengte, breedte en dikte van artikelen met een fysieke hoeveelheid die op Lengte, Oppervlakte of Volume staat. artikelnummer producent (ANP) De unieke identificatiecode die een producent gebruikt voor een artikel. Dit nummer wordt gebruikt om een artikel te identificeren in het bestelproces. attribuut Wordt gebruikt om onderscheidende informatie vast te leggen voor (potentiële) relaties, contactpersonen, verkoopkansen of activiteiten en om gegevens te segmenteren wanneer een batchselectie wordt opgegeven voor het genereren van activiteiten, standaardbrieven of flexibele verslagen. Voorbeeld
attribuutoptie Een mogelijke waarde van een attribuut van het type optie. Voorbeeld
attribuutset Een set die wordt gebruikt om gerelateerde attributen te groeperen. Voorbeeld
basisprijs De prijs van de goederen die zijn opgeslagen in een magazijn. De basisprijs is onafhankelijk van de prijsfactor, kortingen, de orderhoeveelheid en de waarde en wordt uitgedrukt in de eigen valuta en de voorraadeenheid. bedrag Het begrote omzetbedrag in een bepaalde periode, uitgedrukt in de eigen valuta. bedrijfscontract voor inkoop Een inkoopcontractregel die wordt gebruikt door multi-site ondernemingen en waarin de afspraken met een relatie over een artikel zijn opgegeven per site (magazijn). Contractuele afspraken die van toepassing zijn op de gehele onderneming, zoals condities met betrekking tot prijs en hoeveelheid, worden opgegeven op de contractregel. Logistieke afspraken, die alleen van toepassing zijn op een specifieke locatie, worden opgegeven in de contractregeldetails. Op de (totaal)regel van het contract staat informatie over de geaggregeerde hoeveelheid van de gekoppelde contractregeldetails. Bedrijfscontracten voor inkoop worden voornamelijk gebruikt om scherpe prijsafspraken op ondernemingsniveau te maken en die prijzen te gebruiken op locatieniveau. bedrijfsprocedure Het definiëren van een set logisch gerelateerde taken of activiteiten die worden uitgevoerd om een gedefinieerd bedrijfsresultaat te realiseren. Een bedrijfsprocedure bestaat uit de sessies of handmatige activiteiten die moeten worden uitgevoerd. bedrijfsproces De activiteiten en stappen die moeten worden uitgevoerd om een specifiek resultaat te bereiken. Bijvoorbeeld: de stappen van de orderprocedure. De stappen kunnen sessies zijn of handmatige acties. U kunt een bedrijfsproces koppelen aan een werkstroom. beëindigingsbrief Een brief die de klant naar de leverancier stuurt om een contract te beëindigen. begroting Een plan dat de begrote hoeveelheden en/of bedragen per periode bevat voor de geselecteerde sorteercodes; de begrote of verwachte verkoop- of inkoopcijfers. beheertoestand De lijstvelden die u moet invullen wanneer u een order of orderregel invoert. benodigd cumulatief De totale benodigde cumulatieve hoeveelheid voor een afroepschema, gerekend vanaf de vernieuwingsdatum voor cumulatieven tot aan de datum van de geplande behoefte, dat wil zeggen de geplande leverdatum of de geplande verzenddatum. Benodigde cumulatieven worden bijgewerkt zodra ontvangsten voor de afroepschema(regel)s worden bevestigd. bevestigde leverdatum De leverdatum voor de artikelen die is bevestigd door de verkoper en doorgegeven aan de inkoper. De inkoper gebruikt deze datum om de bevestigde ontvangstdatum in te voeren op de inkooporder. Deze datum wordt voor verschillende doeleinden gebruikt:
bevestigde nalevering Een order die is aangemaakt voor een orderhoeveelheid die niet onmiddellijk kan worden geleverd vanwege voorraadtekorten. bevestigde ontvangstdatum De ontvangstdatum voor de artikelen, die is bevestigd door de kopen-van relatie of die is bevestigd aan de verkopen-aan relatie. Deze datum wordt voor verschillende doeleinden gebruikt:
bevriezingsperiode De overlappende periode van de bevroren zone+ en de bevroren zone-. Gedurende deze periode zijn geen wijzigingen toegestaan in de inkoopafroepschemaregel. bevroren zone - Het aantal dagen gerekend vanaf de huidige datum, gedurende welke u de hoeveelheid benodigde artikelen niet meer mag verlagen. bevroren zone + Het aantal dagen gerekend vanaf de huidige datum, gedurende welke u de hoeveelheid benodigde artikelen niet meer mag verhogen. blokkeringsreden Een reden voor het blokkeren van een verkooporder of verkooporderregel. De volgende redenen zijn mogelijk:
Een order kan op ieder punt in de verkooporderprocedure om meerdere redenen geblokkeerd worden. Een order kan bijvoorbeeld geblokkeerd worden ten gevolge van een kredietcontrole (het ordersaldo overschrijdt de kredietlimiet van de klant) en tegelijkertijd ten gevolge van margebewaking (de brutomarge van de order wordt overschreden). boekprijs De prijs voor het artikel volgens het standaard prijsboek, verhoogd met een meerprijs (indien van toepassing). De default prijs voor een artikel wordt opgeslagen in het default prijsboek. bonus Bedrag dat in de vorm van een korting aan de verkopen-aan relatie wordt uitgekeerd voor het afsluiten van een verkooporder. bonusartikel Een gratis artikel dat een klant in het kader van een promotie wordt aangeboden. bonusbedrag Bedrag dat in de vorm van een korting aan de verkopen-aan relatie wordt uitgekeerd voor het afsluiten van een verkooporder. bonusovereenkomst Een overeenkomst betreffende de bonus (korting) die aan een klant uitgekeerd moet worden voor de verkoop van een bepaald artikel of een bepaalde artikelgroep. bovengrens Periode gedurende welke de hoeveelheid op de afroepschemaregel kan afnemen, maar niet toenemen en gedurende welke het aanmaken van nieuwe afroepschemaregels niet is toegestaan. De bovengrens is van toepassing wanneer het einde van de bevroren zone- vóór het einde van de bevroren zone+ valt. bovengrens De hoogste waarde of hoeveelheid waarvoor u additionele kosten kunt toevoegen. branche Een groep klanten, leveranciers of medewerkers die in dezelfde bedrijfstak werken. Branches kunnen gebruikt worden als selectiecriterium bij het genereren van verslagen of overzichten van statistische en historische gegevens. break-type Een entiteit die wordt gebruikt om op te geven hoe de overgangspunten (breaks) tussen bereiken van entiteiten (zoals afstanden, bedragen of orderhoeveelheden voor artikelen) worden gedefinieerd. Een break is in dit geval het eerste of het laatste getal van een bereik. Voor het break-type kan een van de volgende waarden worden opgegeven: Minimum De break is het laagste getal van een bereik. Voorbeeld
In dit geval zijn de breaks 10 en 50. Voor orderhoeveelheden >= 10 en < 50 geldt een korting van 3%. Voor orderhoeveelheden van 50 en meer geldt een korting van 5%. Maximum De break is het hoogste getal van een bereik. Voorbeeld
In dit geval zijn de breaks 100 en 1000. Voor afstanden <= 100, is het tarief 10. Voor afstanden > 100 en <= 1000, is het tarief 50. brieven De algemene memoranda die u naar relaties en contactpersonen stuurt (al of niet in het kader van een opportunity). Deze kunnen samengesteld worden met behulp van variabelen en vervolgens afgedrukt worden. bron Plaatsen, evenementen of methoden waar of waardoor relaties in contact komen met uw bedrijf (bijvoorbeeld een beurs of een advertentie). broncode De code die een bron identificeert binnen LN. brutobedrag Het totaalbedrag waarvan kortingen, belasting, bonussen, enz. worden afgetrokken. Het resterende bedrag is het nettobedrag. Het brutobedrag wordt berekend door de orderhoeveelheid te vermenigvuldigen met de boekprijs. brutomarge De opbrengst uit verkoop minus alle productiekosten, zowel vaste als variabele. brutoprijs De volledige prijs minus de orderregelkorting en de korting op het niveau van de orderkop. brutowinst De inkomsten nadat de directe kostprijs van de verkopen is afgetrokken van de opbrengsten uit verkoop gedurende een bepaalde periode. call Een soort activiteit die een call aangeeft die is gepland voor een contactpersoon, relatie, verkoopkans of activiteit en die u wilt traceren tot aan de voltooiing. Voor een call zijn er uitgenodigde deelnemers. capaciteit leverancier De maximum capaciteit van een relatie voor een gegeven periode. capaciteit verzenden-van relatie Het maximumaantal artikelen dat de verzenden-van relatie kan verzenden in de opgegeven tijdseenheid voor de capaciteit. LN houdt rekening met deze waarde bij het aanmaken van geldige behoeften. catalogus Het hoogste niveau van een categoriestructuur. Een catalogus bevat een of meer categorieën, die artikelen of subcategorieën bevatten. Een catalogus kan geen deel uitmaken van een andere categorie. categorie Een classificatie of onderverdeling van artikelen. De classificatie kan zijn gebaseerd op vorm, afmetingen of functie. Categorieën worden gebruikt in catalogi. Een categorie op het hoogste niveau wordt een catalogus genoemd. centraal contract Een contract waaraan geen specifiek contractbureau is gekoppeld. clusteren Het groeperen van verschillende afroepschemaregels om de regels te verzenden in één inkoopvrijgave. Voor clusteren wordt eerst de volgende afgiftedatum voor het afroepschema vastgesteld op grond van het afgiftepatroon. Vervolgens worden de afroepschemaregels geclusterd op basis van de tijdseenheid voor segmenten en de segmentlengte die worden afgeleid van de segmentset. NB Clusteren is alleen van toepassing op afroepschema's zonder referenties. component Een artikel dat wordt verkocht en in combinatie met andere artikelen als onderdeel van een kit wordt gefactureerd. concurrent Een bedrijf dat meedingt naar dezelfde verkooporders. Doorgaans is een concurrent actief in hetzelfde marktsegment als uw bedrijf. configuratiedatum De datum waarop de stuklijst wordt gedesaggregeerd. contactpersoon relatie De medewerker of afdeling van de relatie die het contact met uw bedrijf of bedrijfsonderdeel onderhoudt en aanspreekpunt is in het geval van problemen of vragen. contract Een overeenkomst tussen twee partijen voor het inkopen of verkopen van een niet-gespecificeerde hoeveelheid materiaal gedurende een bepaalde periode. Een contract kan aan een of meer orders of afroepschema's zijn gekoppeld. contractbevestigingen Een bericht dat naar leveranciers wordt gestuurd om te bevestigen dat het contract is afgesloten. contractdatum De datum waarop het contract is ingevoerd in het systeem. contracthoeveelheid De hoeveelheid die volgens de contractovereenkomsten moet worden geleverd. De contracthoeveelheid moet altijd groter dan nul zijn. contractprijs De prijs die is overeengekomen in een verkoopcontract, een inkoopcontract of een offerteaanvraag. contractprijsrevisie Een datumgestuurde overeenkomst met betrekking tot prijs- en kortingselementen op de contractregel. Prijsrevisies maken het mogelijk om met het verloop van de tijd verschillende prijzen te hanteren. Een actieve revisie is geldig van de ingangsdatum tot de ingangsdatum van de volgende revisie of tot de vervaldatum van de contractregel. contractregel Een overeenkomst van één klant met één leverancier met betrekking tot de commerciële en logistieke condities die samenhangen met de levering van één artikel gedurende een bepaalde periode. cumulatieven De totale tot nu toe over het huidige jaar verzonden, ontvangen, benodigde en gefactureerde hoeveelheden. Cumulatieven worden gebruikt als statistiek voor afroepschema's om te controleren of de vraag voorloopt of achterloopt op het schema. datum offerteaanvraag De datum waarop de offerteaanvraag is opgegeven. datum orderbevestiging De datum waarop de kopen-van relatie de inkooporder heeft bevestigd of de datum waarop de verkooporder aan de verkopen-aan relatie is bevestigd. De orderbevestigingsdatum wordt gebruikt voor de berekening van de objectieve leveranciersbeoordeling. De kopen-van relatie krijgt een beoordeling op basis van het tijdsinterval tussen de orderdatum en de orderbevestigingsdatum. decentraal contract Een contract dat aan een specifiek contractbureau is gekoppeld. default termijnschema Een set schema's met termijndefaults die wordt gebruikt voor het genereren van termijnen op verkooporders of projectcontracten. Na het invoeren van het gewenste afroepschemanummer kunt u de defaults voor een aantal termijnregels opgeven. De time fence tussen de orderdatum en de factuurdatum, het percentage van het totale nettobedrag en de termijnsoort worden op de termijnregel opgegeven. definitieve factuur Een factuur die een eerder verzonden voorlopige factuur vervangt. Op definitieve facturen zijn geen wijzigingen meer toegestaan. dempingsfactor De factor die gebruikt wordt bij de berekening van de "demping" van gegevens. dubieuze debiteur Een debiteur die een inconsistente of dubieuze betaalhistorie heeft. eenheid afmetingen verkooporders De eenheden waarin de afmetingen van artikelen op verkooporders worden uitgedrukt. eenheid afmeting inkooporder De eenheid waarin artikelafmetingen op inkooporders worden uitgedrukt. einddatum De datum en tijd waarop de activiteit voltooid wordt. e-mail Een soort activiteit die een e-mail aangeeft die is gepland voor een contactpersoon, relatie, verkoopkans of activiteit en die u wilt vastleggen in LN. E-mails kunnen worden gemaakt om te worden verzonden maar u kunt de soort activiteit ook gebruiken om ontvangen e-mails handmatig te registreren. Een e-mail heeft ontvangers die moeten worden geselecteerd. FAB-autorisatie De geldige autorisatie voor de relatie om de productie te starten van een hoeveelheid artikelen die vereist is voor een inkoopafroepschema. De FAB-autorisatie wordt uitgedrukt in een cumulatieve hoeveelheid en wordt berekend met behulp van de FAB-periode. FAB-periode De periode gedurende welke de leverancier geautoriseerd is om de goederen te produceren die vereist zijn voor een afroepschema, berekend vanaf de afgiftedatum voor push-schema's en vanaf de huidige datum voor pull-prognoseschema's. De FAB-periode wordt uitgedrukt in een aantal dagen. Voorbeeld
Time fence FAB-periode : 05/07/99 (+ 20 dagen) = 25/07/99. FAB-autorisatie: 10000 + 100 + 100 + 100 = 10300. factuurdatum De datum waarop de factuur wordt afgedrukt. fasecode De identificatie van een stadium of fase in het verkoopproces. Bijvoorbeeld: analyse, voorstel, onderhandeling, enz. financiële debiteurengroep Een eenheid die bestaat uit twee of meer financiële relatiegroepen en gebruikt wordt om deze relaties aan grootboekrekeningen te koppelen. functies De namen van functies of de titels van medewerkers in een organisatie, bijvoorbeeld verkoopmanager, financieel directeur of accountant. geannuleerd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer de aanvrager een aanvraag met de status Aangemaakt, Gewijzigd of Afgekeurd annuleert. Een geannuleerde aanvraag kan niet meer worden gewijzigd. gebruiker De persoon die met een pakket werkt. gebruikersdefaults (verkoop) De default gegevens die door de gebruiker zijn vastgelegd en die aanzienlijke gevolgen hebben voor het aanmaken van verkoopoffertes en verkooporders. Deze gegevens bepalen de methode van orderinvoer, de default waarden bij orderinvoer, de mate van acceptatie na orderinvoer, enzovoort. gebruikersprofiel (inkoop) De default gegevens die door de gebruiker zijn vastgelegd en die gevolgen hebben voor het aanmaken van inkoopaanvragen, offerteaanvragen, inkoopcontracten, inkooporders, inkoopafroepschema's, inkoopvrijgaven, afroepen en goedkeuringsregels. Deze gegevens bepalen de methode van orderinvoer, de default waarden bij de orderinvoer, enzovoort. gebruikersprofiel (verkoop) De default gegevens die door de gebruiker zijn vastgelegd en die gevolgen hebben voor het aanmaken van verkoopoffertes, verkoopcontracten, verkooporders en verkoopafroepschema's. Deze gegevens bepalen de methode van orderinvoer, de default waarden bij de orderinvoer, enzovoort. geconverteerd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer de inkoper een aanvraag met de status Goedgekeurd converteert naar een offerteaanvraag of een inkooporder. gefactureerd bedrag Het bedrag dat bij een relatie in rekening is gebracht. gefactureerd cumulatief De totale gefactureerde cumulatieve hoeveelheid voor een afroepschema, gerekend vanaf de vernieuwingsdatum voor cumulatieven tot aan de laatste mutatiedatum, dat wil zeggen de factuurdatum. Gefactureerde cumulatieven worden bijgewerkt zodra een factuur wordt goedgekeurd in Fin. administratie. gefactureerde hoeveelheid Het aantal artikelen dat feitelijk in rekening is gebracht. geldigheidsperiode De periode die wordt gedefinieerd met de ingangsdatum en vervaldatum van de geldigheid van een record. geleverde hoeveelheid De hoeveelheid goederen die wordt uitgedrukt in de verkoopeenheid of de voorraadeenheid en die aan de verkopen-aan relatie wordt geleverd. genereerdatum De datum waarop een bepaald afroepschema (opnieuw) is gegenereerd. geplande behoefte Een behoefte die u alleen aan uw relatie wilt doorgeven voor informatieve doeleinden of planningsdoeleinden. geplande leverdatum De datum waarop de artikelen op de orderregel/afroepschemaregel volgens plan geleverd moeten worden. De geplande leverdatum mag niet vóór de orderdatum of de genereerdatum van het afroepschema liggen. geplande magazijnorder Een order die is aangemaakt in Verkoop en die de basis vormt voor de meeste schemagerelateerde processen. Geplande magazijnorders, die worden aangemaakt bij de goedkeuring van verkoopafroepschema's, koppelen updates en revisies van het afroepschema los van de magazijnorders. Zij dienen als interface tussen Verkoop aan de ene kant en Magazijnbeheer en Facturering aan de andere kant. geplande ontvangstdatum De datum waarop de artikelen op de orderregel/afroepschemaregel volgens plan ontvangen worden. De geplande ontvangstdatum mag niet vóór de orderdatum of de genereerdatum van het afroepschema liggen. geplande verzenddatum De datum waarop de artikelen op de orderregel/afroepschemaregel volgens de planning moeten worden verzonden of afgehaald bij de locatie van de verzenden-van relatie. De geplande verzenddatum mag niet vóór de orderdatum liggen. gewijzigd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer de aanvrager een aanvraagkop of -regel van een aanvraag met de status Afgekeurd wijzigt. De gewijzigde aanvraag kan opnieuw ter goedkeuring worden voorgelegd. gewijzigde ontvangstdatum De nieuwe ontvangstdatum die wordt gebruikt als de leverancier niet kan voldoen aan de overeengekomen ontvangstdatum en een nieuwe ontvangstdatum doorgeeft. De gewijzigde ontvangstdatum vormt samen met de geplande en/of bevestigde ontvangstdatum de basis voor het bepalen van de leveranciersbeoordeling en het geplande voorraadverloop. Bovendien wordt deze datum ook gebruikt in de aanmaningsprocedure. goedgekeurd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer alle relevante bevoegden een aanvraag met de status In afwachting van goedkeuring hebben goedgekeurd. goedgekeurde hoeveelheid Het aantal geleverde artikelen dat is goedgekeurd. goedkeuringsproces Een door de gebruiker gedefinieerde procedure waarmee de stappen voor de goedkeuring van een document worden geïdentificeerd. Een formeel goedkeuringsproces identificeert doorgaans de vereiste goedkeuringsniveaus en de personen die bevoegd zijn om het document goed te keuren. goedkeuringsregel Een combinatie van gegevenselementen, zoals kopen-van relatie, inkoper, planner, ingangsdatum, vervaldatum en bedrag, op basis waarvan LN inkooporders goedkeurt. De goedkeuringsregels zijn op hun beurt gebaseerd op acceptatieregels of uitzonderingsregels. GRO-autorisaties De geldige autorisatie voor de relatie om de grondstoffen in te kopen die nodig zijn voor een inkoopafroepschema. De GRO-autorisatie wordt uitgedrukt in een cumulatieve hoeveelheid en wordt berekend met behulp van de GRO-periode. GRO-periode De periode gedurende welke de leverancier geautoriseerd is om de grondstoffen te verwerven die vereist zijn voor een afroepschema, berekend vanaf de afgiftedatum voor push-schema's en vanaf de huidige datum voor pull-prognoseschema's. De GRO-periode wordt uitgedrukt in een aantal dagen. Voorbeeld
Time fence GRO-periode : 05/07/99 (+ 20 dagen) = 25/07/99. GRO-autorisatie: 10000 + 100 + 100 + 100 = 10300. haalorder Een soort order waarmee goederen bij de orderinvoer onmiddellijk worden afgegeven uit voorraad. De goederen worden onmiddellijk opgehaald door de klant. Wanneer de verkooporderregels worden aangemaakt, worden de gerelateerde mutaties automatisch verwerkt. Wanneer u een haalorder aanmaakt en opslaat, stelt LN de status van de verkooporder in op Afgesloten. Tegelijkertijd maakt LN een magazijnorder aan en wordt de status van die magazijnorder op Verzonden gezet. De magazijnorder is van de soort die aan de verkoopordersoort is gekoppeld. harde behoefte Een behoefte die wordt verwerkt als een werkelijke order en die kan worden verzonden. historie inkoopcontracten De inkoopcontracten die zijn toegevoegd, gewijzigd, gekopieerd of verwijderd. Telkens wanneer een mutatie wordt uitgevoerd op een inkoopcontract(regel), schrijft LN een kopie van de mutatie naar de historie. historie inkooporders De inkooporders die zijn toegevoegd, gewijzigd, gekopieerd of verwijderd. Telkens wanneer een verkooporderregel wordt gemuteerd, schrijft het systeem een kopie van die regel naar de historie. Voor iedere mutatie wordt een kopie aangemaakt. historie verkoopcontracten Een logbestand dat informatie bevat over alle verkoopcontracten die zijn aangemaakt, gewijzigd, gekopieerd of verwijderd. Telkens wanneer u een verkoopcontract muteert, schrijft LN een kopie van dat contract naar de historie. Voor iedere mutatie wordt een kopie aangemaakt. historie verkoopcontractregels Een logbestand dat informatie bevat over alle verkoopcontractregels die zijn aangemaakt, gewijzigd, gekopieerd, of verwijderd. hoeveelheid De voor een artikel begrote aantallen in een bepaalde periode, uitgedrukt in de voorraadeenheid. hoogste FAB-autorisatie De hoogste FAB-autorisatie die ooit is berekend voor een inkoopafroepschema, gerekend vanaf de laatste vernieuwingsdatum voor de cumulatieven. hoogste GRO-autorisatie De hoogste GRO-autorisatie die ooit is berekend voor een inkoopafroepschema, gerekend vanaf de laatste vernieuwingsdatum voor de cumulatieven. in afwachting van goedkeuring De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer de aanvrager een aanvraag met de status Aangemaakt of Gewijzigd ter goedkeuring voorlegt. inkoopaanvraag Een aanvraag van een gebruiker om autorisatie te verkrijgen voor de verwerving van goederen en diensten. Een inkoopaanvraag kan zowel standaard als niet-standaard materialen, kosten of servicebehoeften omvatten. In de kop van de inkoopaanvraag staan naam, bedrijfsonderdeel, locatie, inkoopbureau en de medewerker die de aanvraag moet goedkeuren. Op de detailregels staan het artikel, de leverancier, de hoeveelheid, de prijs en het bedrag. Een inkoopaanvraag kan worden omgezet naar het volgende:
inkoopadvies Een aanbeveling die kan voortkomen uit verschillende planningsmechanismen en die aangeeft welke artikelen moeten worden ingekocht en wanneer dat moet gebeuren. U kunt het advies ook handmatig aanmaken en muteren. inkoopafroepschema Een tijdsplan voor de geplande toelevering van materialen. Inkoopafroepschema's ondersteunen inkoop op de lange termijn met frequente leveringen en worden doorgaans uitgewerkt in een inkoopcontract. Alle behoeften voor hetzelfde artikel, dezelfde kopen-van relatie, dezelfde verzenden-van relatie, hetzelfde inkoopbureau en hetzelfde magazijn worden opgeslagen in één afroepschema. inkoopartikel Een artikel dat doorgaans van een externe leverancier afgenomen wordt. Er kan een stuklijst of routing aan een inkoopartikel gekoppeld worden. inkoopbureau voor aanvragen Een bedrijfsonderdeel, duidelijk gedefinieerd in het bedrijfsmodel, dat inkooprelaties met zakenrelaties beheert. Dit bedrijfsonderdeel identificeert de locatie waar de inkoopaanvraag vandaan komt. De informatie over het inkoopbureau wordt gebruikt om de aanvraag om te zetten (te converteren) in een inkooporder of offerteaanvraag. inkoopcontract Inkoopcontracten worden gebruikt om specifieke overeenkomsten met kopen-van relaties te registreren aangaande de levering van bepaalde goederen. Een contract bestaat uit:
inkoopcontractregel De overeenkomst met een leverancier met betrekking tot een bepaald artikel. Een inkoopcontractregel bevat zowel commerciële als logistieke condities met betrekking tot de levering van één artikel gedurende een bepaalde periode. In het geval van een bedrijfscontract voor inkoop is de inkoopcontractregel een regel met een Totaal, omdat er regeldetails van het inkoopcontract aan zijn gekoppeld. inkoopcoördinator De medewerker die verantwoordelijk is voor het registreren van informatie over artikelen en producenten en informatie over artikelen en leveranciers voor de producenten en leveranciers die acceptabel zijn voor een specifiek artikel. inkoopeenheid De eenheid waarin u een artikel inkoopt, ook wel de eenheid voor de inkoophoeveelheid genoemd. inkoopfactuur Op een inkoopfactuur staan ingekochte goederen die zijn ontvangen, (indien nodig) geïnspecteerd en geboekt op de voorraad. U moet de kopen-van relatie betalen voor de hoeveelheid die op de factuur wordt vermeld. De kopen-van relatie, de order, de artikelgegevens, de prijzen en de kortingen worden op de factuur afgedrukt. U kunt de gegevens op de factuur vergelijken met de factuur die u van de kopen-van relatie ontvangt. inkooporder De order die aangeeft welke artikelen geleverd moeten worden door een kopen-van relatie en onder welke condities. Een inkooporder bevat:
inkooporderbevestiging Een bericht van de leverancier aan de inkoper om de ontvangst van de inkooporder te bevestigen. Dit bericht impliceert doorgaans de acceptatie van de order door de leverancier. Leveranciers kunnen de inkoopordergegevens op de orderbevestiging wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met:
inkooporderkop De algemene informatie van de inkooporder. Een inkooporderkop bevat onder andere:
inkooporderregels De regels op inkooporders waarop de detailgegevens staan, zoals:
Er kunnen meerdere regels zijn per inkooporder. inkoopordersoort De ordersoort die bepaalt welke sessies deel uitmaken van de orderprocedure en hoe en in welke volgorde deze procedure wordt uitgevoerd. inkoopprijs De prijs die u voor het artikel betaalt, uitgedrukt in de inkoopvaluta. inkoopprijseenheid De artikeleenheid waarin de inkoopprijs van het artikel wordt uitgedrukt. Deze eenheid kan afwijken van de voorraadeenheid van het artikel. inkoopvaluta De munteenheid waarin de inkoopprijs wordt uitgedrukt. inkoopvrijgave Een inkoopvrijgave wordt gebruikt om, onder één vrijgavenummer, afroepschema's te verzenden die de volgende kenmerken delen:
inkoper De medewerker van uw bedrijf die de contactpersoon is voor een kopen-van relatie. Een inkoper wordt ook wel een inkoopagent genoemd. interne verwerkingstijd De tijd die verstrijkt tussen de registratie van de behoeften en de vrijgave van de inkooporder. De interne verwerkingstijd is inclusief de tijd die nodig is voor het klaarmaken van documenten en het selecteren van leveranciers. jaarcontract Een klantgeoriënteerd contract, overeengekomen tussen leveranciers en klanten, dat wordt gebruikt om specifieke overeenkomsten vast te leggen. Een jaarcontract is doorgaans geldig voor ongeveer een jaar. Een jaarcontract kan niet worden geactiveerd als er al een actief contract bestaat voor dezelfde relatie in een specifieke periode. kanaal Zie: verkoopkanaal kit Een voorgedefinieerde lijst van artikelen die gezamenlijk moeten worden geleverd wanneer ze worden besteld door de klant. Het definiëren van kits vereenvoudigt de orderinvoer. Een kit wordt besteld en geprijsd als één artikel. Voor interne orderinvoer en magazijndoeleinden is een kit een lijst van componenten. Op de verkooporderregel zijn de componenten gekoppeld. De kostprijs van de kit is de som van de kostprijzen van alle componenten. De componenten van een kit kunnen van de volgende soorten zijn:
Voorbeeld: de componenten van een pc-kit zijn doorgaans de systeemkast, een monitor, een toetsenbord en een muis. In de doe-het-zelfmarkt kan een kit voor een tuinschuurtje bestaan uit de delen van de muren en het dak, een deur met scharnieren, een deurknop en een slot. klantordernummer Het nummer dat de verkopen-aan relatie aan de order heeft toegekend. In de auto-industrie kan dit nummer staan voor het nummer van het inkoopcontract van de verkopen-aan relatie. koers (wisselkoers valuta) De wisselkoers (inkoop- of verkoopkoers) van een valuta. kopieersjabloon Een standaardset uitzonderingen voor kopiëren op basis waarvan bestaande orders naar doelorders worden gekopieerd. korting Een korting op de prijs die de verkoper verleent aan de koper, meestal als de koper voldoet aan bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden die de prijs van de ingekochte goederen vermindert. Er zijn drie soorten kortingen.
kortingsbedrag De korting die u aan een relatie geeft, berekend per eenheid en uitgedrukt in een waarde. Bijvoorbeeld 3 euro. kortingsbedrag orderregel Het kortingsbedrag dat het gevolg is van de orderregelkorting. Dit bedrag wordt als volgt berekend: Kortingsbedrag orderregel = Hoeveelheid * Prijs * Orderregelkorting/100 De uitkomst van deze berekening wordt afgerond. Het kortingsbedrag voor de orderregel wordt altijd uitgedrukt in de order-/offertevaluta. kortingspercentage Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs. kortingsschema Een entiteit waarin u kortingsgegevens kunt opslaan die gedurende een bepaalde periode geldig zijn en die worden gebruikt om kortingen voor een artikel te berekenen. Een kortingsschema bevat de volgende elementen:
De kortingen die zijn opgegeven in een kortingsschema, worden uitgedrukt in een percentage of een bedrag en zijn gebonden aan een minimum of maximum hoeveelheid of waarde. Een kortingsschema kan aan een prijsboek gekoppeld zijn. kostenorder Een soort order die kan worden gebruikt om afzonderlijke extra kosten in rekening te brengen. Extra kosten zijn bijvoorbeeld administratieve kosten, afschrijvingskosten, uitvoeringskosten en transportkosten. Een kostenorder bevat geen fysieke artikelen. laatste ontvangstdatum De meest recente datum waarop een zending voor een bepaald afroepschemanummer en positienummer is ontvangen. layoutcode Een identificatiecode en omschrijving voor de layoutkenmerken van een verslag, zoals papierformaat, lettertype, gegevensbereik, kolomkoppen en gegevens. Let op: Een tekstuele opmerking met loggegevens die aan een object kan worden gekoppeld. Aan een object kunnen meerdere notities worden gekoppeld. leveranciersbeoordeling Een classificatie van een leverancier op basis van bepaalde criteria. Deze criteria kunnen betrekking hebben op leveringen (tijd, kwaliteit, enzovoort) en op andere factoren. leverdatum De datum waarop de voorraad wordt afgegeven vanuit het aanvulmagazijn en vervoerd wordt naar het bestemmingsmagazijn. leveringscontract Een lijst van tijdgefaseerde leveringen, afgeleid van een contract en geconverteerd naar inkooporders. Een leveringscontract is geen echt afroepschema, maar een oplossing voor het tijdig genereren van inkooporders. Voorbeeld
levertijd De totale tijd die nodig is om een geprognosticeerd artikel te verkrijgen. Deze tijd wordt gebruikt om de orderlooptijd van een artikel te berekenen. Op basis van de orderlooptijd kan een bedrijf beslissen over toewijzingen en de capaciteitsplanning en het orderbeheer uitvoeren. Voorbeeld Voor artikel A heeft de leverancier een levertijd van 50 dagen doorgegeven. Dit is in feite een gereduceerde doorlooptijd die alleen mogelijk is omdat een prognose voor drie jaar naar de leverancier is gestuurd voor dit artikel. Als extra hoeveelheden die niet zijn opgenomen in de prognose, nodig zijn, heeft de leverancier de totale levertijd nodig en die is 300 dagen. lijst met goedgekeurde leveranciers Een lijst met kopen-van relaties die zijn goedgekeurd als leverancier van een specifiek artikel. lijstsoort De wijze waarop een lijstartikel gedefinieerd kan worden. logistieke overeenkomsten Condities die formeel worden overeengekomen door een leverancier en een klant met betrekking tot logistieke gegevens, zoals berichten voor afroepschema's, bevriezingsperioden, autorisaties, leveringspatronen, vervoerder, enzovoort. maakartikel Artikelen die gefabriceerd kunnen worden (eindproducten of halffabrikaten). Bij een maakartikel hoort doorgaans een stuklijst en een routing. Deze beschrijven respectievelijk de componenten waaruit het artikel bestaat en de manier waarop het wordt samengesteld. Maakartikelen worden ook wel productieartikelen genoemd en kunnen ook ingekocht worden. mailing Een soort activiteit die leidt tot een standaardbrief die wordt afgedrukt voor een contactpersoon, relatie, verkoopkans of activiteit en die wordt samengevoegd met informatie van business objects. Een mailing wordt altijd gegenereerd op basis van een activiteitensjabloon. marge Het percentage waarmee de nettoverkoopprijs mag afwijken van de richtprijs. margebewaking De submodule van de module Verkoop die ervoor zorgt dat de verkooporder- of offerteprijs van een artikel niet te veel afwijkt van een opgegeven richtprijs. Het percentage dat de nettoverkoopprijs mag afwijken van de richtprijs wordt de toegestane marge genoemd. materiaalvrijgave Een afroepschema waarin prognosegegevens worden gegeven over verzendtijden, levertijden en hoeveelheden. Een materiaalvrijgave kan in het algemeen worden beschouwd als een planningvrijgave. De materiaalvrijgave kan echter ook de werkelijke order bevatten. matrixattributen Een lijst van elementen die wordt gebruikt om een prijs, korting, promotie of transporttarief te bepalen. Een groep van matrixattributen wordt geïdentificeerd door een matrixdefinitie en -soort. Stel dat u een meubelhandelaar bent. U besluit de verkoopprijzen te muteren op basis van twee elementen:
In dit geval is de matrixsoort Verkoopprijs, de matrixdefinitie is Meubel (deze naam kan door de gebruiker worden gedefinieerd) en de matrixattributen zijn Artikel en Betaalwijze. In de matrix van Prijsbeheer kunt u de waarden voor de matrixattributen opgeven. matrixattribuutset Een set waarin matrixattributen van dezelfde soort matrix matrix worden gegroepeerd voor gebruik op matrixdefinities. Welke matrixattributen u in een matrixdefinitie kunt opgeven, wordt bepaald door de attribuutset die in de parameters voor prijsbeheer voor de matrixsoort is geselecteerd. matrixdefinitie Hiermee definieert u de groep elementen (matrixattributen) die in een matrix in Prijsbeheer worden gebruikt om een prijs, korting, promotie of transporttarief te bepalen. Stel dat u een meubelhandelaar bent. U besluit de verkoopprijzen te muteren op basis van twee elementen:
In dit geval is de matrixsoort Verkoopprijs, de matrixdefinitie is Meubel (deze naam kan door de gebruiker worden gedefinieerd) en de matrixattributen zijn Artikel en Betaalwijze. matrixprioriteit Dit is de volgorde waarin in een matrixsoort naar matrixdefinities wordt gezocht. matrixsoort Hiermee wordt de soort van een matrixdefinitie gedefinieerd. De matrixsoort is gekoppeld aan een set matrixattributen. De volgende matrixsoorten zijn beschikbaar in Prijsbeheer:
Elke soort heeft een eigen selectie attributen. De combinatie van maximaal zes attributen identificeert de matrixdefinitie van een matrixsoort. maximum contracthoeveelheid De overeengekomen maximum totale hoeveelheid, uitgedrukt in de hoeveelheidseenheid. De maximum contracthoeveelheid moet groter zijn dan of gelijk zijn aan de overeengekomen contracthoeveelheid. maximum orderhoeveelheid De maximale hoeveelheid artikelen die tegelijk wordt ingekocht of geproduceerd. Wanneer geplande orders worden gegenereerd, is de hoeveelheid artikelen die moet worden ingekocht of geproduceerd, nooit groter dan de maximum orderhoeveelheid. De maximum orderhoeveelheid voorkomt dat er te grote hoeveelheden van een artikel worden ingekocht of geproduceerd. medewerkersnummer Het nummer dat een medewerker identificeert. meerlevering Een positieve afwijking van de oorspronkelijk orderhoeveelheid. menu Een soort artikel dat bestaat uit een groep artikelen met vergelijkbare kenmerken die geclassificeerd worden onder één generiek artikel om de invoer van orders gemakkelijker te maken. De artikelen in de groep kunnen apart worden geselecteerd. Voorbeeld Een monitor, een muis en een cd-speler kunnen worden gedefinieerd als gerelateerde artikelen die bij de configuratie van een pc worden gebruikt. U kunt een muis echter ook als een apart artikel selecteren. minimum contracthoeveelheid De overeengekomen minimum totale hoeveelheid, uitgedrukt in de hoeveelheidseenheid. De minimum contracthoeveelheid moet groter zijn dan nul en minder zijn dan of gelijk zijn aan de overeengekomen contracthoeveelheid. mutatiedatum/-tijd De datum en tijd waarop een order/afroepschema/contract(regel) is gewijzigd en/of is weggeschreven naar het historiebestand. Nalevering Een niet volledig geleverde klantorder of een gedeeltelijke levering op een later tijdstip. Een vraag naar een artikel waarvan de voorraad onvoldoende is om aan de vraag te voldoen. naleveringshoeveelheid Het aantal artikelen dat in een later stadium moet worden geleverd. Deze hoeveelheid hoeft niet gelijk te zijn aan de afgekeurde hoeveelheid. nettobedrag Het brutobedrag minus kortingen. De nettowaarde wordt altijd uitgedrukt in de mutatievaluta. Als meerdere kortingsniveaus gebruikt worden, wordt het nettobedrag berekend als brutobedrag minus de kortingen op de verschillende niveaus. netto orderregelbedrag Het nettobedrag op de orderregel, uitgedrukt in de mutatievaluta. Dit bedrag wordt als volgt berekend: Bedrag = (Hoeveelheid * Prijs) - Orderregelkorting nettoprijs De boekprijs waarop alle (andere) kortingen zijn toegepast. Als er geen kortingen zijn, is de brutoprijs gelijk aan de nettoprijs. De nettoprijs wordt als volgt berekend: Nettoprijs = boekprijs - regelkorting - orderkorting nieuwe structuur aanmaken Een bestaande categoriestructuur kopiëren naar een nieuwe categorie om een exacte kopie aan te maken. niveau-attribuut Een gegevensveld met informatie die wordt bijgewerkt en wordt gebruikt voor statistische overzichten. U kunt het beschouwen als een voorselectie van statistische gegevens, die later kan worden verfijnd met behulp van sorteercodes. objectief criterium Een criterium waarvoor de beoordeling rechtstreeks op basis van de gegevens in het systeem wordt berekend. De volgende objectieve criteria zijn beschikbaar:
offerte Een schriftelijk voorstel dat op verzoek van een potentiële koper goederen of diensten aanbiedt tegen een bepaalde prijs en onder bepaalde verkoopvoorwaarden. offerteaanvraag Een inkoopdocument dat wordt gebruikt als een verzoek aan bieders om hun condities (zoals prijs, korting, levertijd en betalingscondities) voor het leveren van een (hoeveelheid van een) product voor te leggen. U kunt de offerteaanvraag naar meerdere bieders sturen. De bieders kunnen responsen voorleggen voor de artikelen die zijn opgegeven in de offerteaanvraag. U kunt de responsen vastleggen, onderhandelen en de prijzen en kortingen die door de verschillende bieders worden aangeboden, vergelijken. Een geaccepteerde respons kan worden gekopieerd naar een contract, een order of een prijsboek. offerteaanvraagregel De regels die de artikelgegevens van de offerteaanvraag bevatten, zoals de benodigde hoeveelheid, levertijd, bestemmingsmagazijn, enzovoort. De artikelregels worden naar de bieder gestuurd. Hierdoor kan de bieder op alk artikel afzonderlijk een respons geven. De bieder kan ook alternatieven voor het benodigde artikel aangeven. offertekop Een kop die de algemene gegevens bevat met betrekking tot een verkoopofferte, zoals betalings- en leveringscondities. offerteregels De regels waarop de aangeboden artikelen zijn vastgelegd, samen met de bijbehorende prijsovereenkomsten en hoeveelheden. Een verkoopofferte bestaat uit één of meer offerteregels. offsetting Het proces van terug plannen om te zoeken naar een geldig levermoment waarop behoeften op tijd kunnen worden geleverd. Op basis van de gegenereerde levermomenten worden behoeften geclusterd in Enterprise Planning. Voorbeeld
omrekeningsfactor De vermenigvuldigingsfactor die wordt gebruikt om een alternatieve eenheid om te zetten naar de basiseenheid. De omrekeningsfactor wordt als volgt berekend: (alternatieve eenheid/basiseenheid) omzet Het volume van de jaarlijkse verkopen. onderaannemer Een relatie die wordt ingehuurd om bepaalde diensten te verrichten, bijvoorbeeld de uitvoering van een deel van een project of productieorder. De levering van de diensten wordt afgehandeld door middel van een inkooporder. ondergrens Periode gedurende welke de hoeveelheid op de afroepschemaregel kan toenemen, maar niet afnemen en gedurende welke de verwijdering van afroepschemaregels niet is toegestaan. De ondergrens is van toepassing wanneer het einde van de bevroren zone+ vóór het einde van de bevroren zone- valt. ondergrens De laagste waarde of hoeveelheid waarvoor u additionele kosten kunt toevoegen. onmiddellijke behoefte Een behoefte die zo snel mogelijk verzonden moet worden. ontvangen cumulatief De totale ontvangen cumulatieve hoeveelheid voor een afroepschema, gerekend vanaf de vernieuwingsdatum voor cumulatieven tot aan de laatste mutatiedatum, dat wil zeggen de ontvangstdatum. Ontvangen cumulatieven worden bijgewerkt zodra ontvangsten voor de afroepschema(regel)s worden uitgevoerd. ontvangen hoeveelheid De hoeveelheid die door de leverancier is geleverd, uitgedrukt in de inkoopeenheid of de voorraadeenheid. openstaand saldo Het saldo van alle niet-betaalde facturen met betrekking tot één bepaalde relatie. ophaalbon Een lijst van artikelen die moeten worden afgehaald bij de locatie van de leverancier door een specifieke vervoerder voor transport naar de klant op een specifieke dag. opnieuw genereren Het proces waarmee afroepschemaregels opnieuw worden gerangschikt en de regels in de tijd worden verplaatst. Alleen afroepschema's zonder referenties kunnen opnieuw worden gegenereerd. opportunity Dit wordt door een verkoper gebruikt voor het vastleggen en controleren van verkoopgegevens met betrekking tot een relatie, met als doel het verkopen van een product of service aan deze relatie. optie Een generiek soort artikel dat van vergelijkbare artikelen verschilt door één of twee kenmerken. Bijvoorbeeld: stoelen met dezelfde hoofdeigenschappen kunnen verschillen in hoogte en kleur. orderbevestiging Document waarin de verkoop van goederen aan een verkopen-aan relatie conform de opgegeven leveringscondities wordt bevestigd. orderdatum De datum waarop de order handmatig ingevoerd wordt in het systeem of automatisch wordt gegenereerd. orderherkomst De bron van de informatie waarop een order is gebaseerd, zoals sessies van LN of door de gebruiker gedefinieerde bronnen, zoals telefoon, e-mail, enzovoort. orderhoeveelheid De hoeveelheid die moet worden geleverd volgens de condities op de orderregel. De hoeveelheid wordt uitgedrukt in de inkoopeenheid of de verkoopeenheid voor het artikel. orderkorting Een kortingspercentage of kortingsbedrag dat moet worden afgetrokken van het totale orderbedrag. Synoniem: totale korting ordernummer leverancier Het nummer dat de kopen-van relatie aan de order heeft toegekend. orderreferentie relatie Het ordernummer dat uw relatie heeft aangemaakt voor de behoefte in het systeem van de relatie. Met de orderreferentie van de relatie kunt u er zeker van zijn dat u dezelfde records vergelijkt. orderregelkorting Een percentage of bedrag dat wordt afgetrokken van het bedrag van een orderregel. ordersoort Een groep orders die worden verwerkt volgens dezelfde procedure (serie orderstappen = sessies). Bovendien delen deze orders een aantal andere kenmerken (retourorder j/n, haalorder j/n, uitbestedingsorder j/n, enz.). overeenkomstgroep Een groep relaties waaraan dezelfde provisie-/bonusovereenkomsten zijn gekoppeld. overschot Een hoeveelheid van een of meer verzonden componenten met een onvolledige kit als gevolg. De resterende componenten moeten nog worden geleverd, tenzij het om een bepaalde reden niet mogelijk is de verkooporderregel te voltooien. parent-criterium Een subjectief criterium waaraan een of meer andere subjectieve criteria in een boomstructuur zijn gekoppeld. patroon Een schema waarin u de dag van de week, de dag van de maand of de dag van het jaar en de tijd van de dag kunt definiëren voor de uitvoering van een activiteit, zoals een vrijgave of een levering. patrooncode De code die wordt gebruikt om het patroon voor uw activiteiten te identificeren. In het patroon kunnen de datum en tijd, zoals de maand of de dag van de maand, worden vastgelegd waarop u de activiteit wilt uitvoeren. peildatum De datum die bepaalt welke orders op de aanmaning worden afgedrukt. Alle orders die nog niet geleverd zijn en een bevestigde of geplande leverdatum hebben die vóór of op de referentiedatum valt, worden op de aanmaning afgedrukt. periodetabel Een tabel die bestaat uit een aantal tijdseenheden, bijvoorbeeld maanden of weken. Een periode wordt gebruikt om de tijdshorizon te definiëren gedurende welke bijvoorbeeld een afroepschema geldig is. planner De medewerker die of het bedrijfsonderdeel dat verantwoordelijk is voor de planning van de productie, inkoop en distributie van artikelen. De planner houdt rekening met de voorraadniveaus, beschikbaarheid van materialen en capaciteit van resources en reageert op signalen, zoals berichten over een gewijzigde planning, die door LN worden gegenereerd. positienummer afroepschema Het nummer van de afroepschemaregel. Dit nummer vormt de unieke identificatie van iedere behoefte aan een artikel dat op een bepaalde datum en tijd door een bepaalde relatie geleverd moet worden. positienummer van een orderregel Het nummer dat gebruikt wordt om de positie van de orderregel op de verkoop- of inkooporder te identificeren. potentiële nalevering Een nalevering die handmatig moet worden bevestigd en die kan worden gewijzigd door de gebruiker. Het volgende kan resulteren in een potentiële nalevering:
Prijsbeheer Hiermee kunt u prijzen en kortingen op een flexibele wijze definiëren. Een basisprijs wordt opgehaald uit een voorgedefinieerd prijsboek. Als prijsmatrices worden gebruikt, kunnen de verschillende elementen van het artikelbestand, de relatie en de verkoop-/inkooporder(regel) op verschillende niveaus worden gecombineerd, afhankelijk van de matrixsoort en de matrixdefinitie. prijsboek Een entiteit waarin u prijsgegevens kunt opslaan die gedurende een bepaalde periode gelden. Een prijsboek bevat de volgende elementen:
Aan een prijsboek kan een kortingsschema met staffels voor hoeveelheden of waarden worden gekoppeld. prijsboek leverancier Een standaard prijsboek voor inkoop dat wordt gebruikt voor de opslag van:
prijseenheid De eenheid waarop de verkoop- of inkoopprijs van toepassing is. prijsgegevens De prijsgegevens omvatten prijzen, kortingen, promoties en transporttarieven. Als prijsmatrices worden gebruikt, worden de prijsgegevens gemuteerd voor sets van attributen en waarden. De attributen worden gedefinieerd in matrixdefinities en de waarden in de relevante prijsmatrix. Voorbeeld U kunt een prijs definiëren voor de volgende attributen en waarden:
prijsgroep Een groep artikelen waarop dezelfde prijsbepalingskenmerken van toepassing zijn. prijslijst verkoop Het hoogste niveau dat gebruikt wordt om prijzen en kortingen vast te leggen voor een groep klanten en/of leveranciers. De prijs en korting kunnen bepaald worden door een prijslijstcode te koppelen aan een verkooporder. prijsmatrices Een matrix in Prijsbeheer is een entiteit waarin prijzen, kortingen, transporttarieven of promoties worden gemuteerd voor klanten, leveranciers en/of artikelen. In Prijsbeheer zijn de volgende soorten matrices beschikbaar:
Elke matrix in Prijsbeheer bestaat uit de volgende elementen:
De matrixsoort en de matrixdefinitie bepalen welke matrixattributen beschikbaar zijn. De prijsgegevens worden bepaald door de soort van de matrix in Prijsbeheer. Voorbeeld In een prijsmatrix kunt u een prijs opgeven voor de volgende attributen en waarden:
Als een order voor Apex Wholesalers wordt ingevoerd voor het artikel Blikopener aw10 en de leveringscondities Rembours zijn, wordt de prijs in de prijsmatrix gebruikt om de prijs voor de order te berekenen. prijsmatrix Een prijsbepalingsstructuur die flexibele criteria biedt voor het definiëren van prijzen en kortingen. U kunt additionele prijzen voor artikelen definiëren in een prijsmatrix. prijsovereenkomsten Overeenkomst betreffende prijzen en kortingen voor specifieke goederen/diensten. prijs per eenheid De default prijs per eenheid die is berekend door de basisprijs uit het meest recente prijsboek van de prijsmatrix te vermenigvuldigen met de prijsfactor. print-/verwerkingsjobs Voorgedefinieerde jobs waarmee gegevens in batch worden geprint of verwerkt. Een job kan op ieder gewenst moment herhaald worden of voor controledoeleinden gebruikt worden. prioriteit Een optie die het mogelijk maakt een bepaalde beoordeling van een leverancier toe te kennen. Als de prioriteit gedefinieerd is, worden de combinaties van artikelen en leveranciers gesorteerd op afnemende prioriteit. productvariant Een unieke configuratie van een configureerbaar artikel. De variant is het resultaat van het configuratieproces en geeft informatie als kenmerkopties, componenten en bewerkingen. Voorbeeld Configureerbaar artikel: elektrische boor Opties:
Met deze opties kunnen in totaal 6 productvarianten worden geproduceerd. proforma factuur Een factuur die naar de koper wordt verzonden als de koper de goederen vóór verzending moet betalen. projectcode De unieke code van een hoofdproject, subproject of enkelvoudig project. Door middel van een projectcode kan de productie volledig op basis van klantorders gestuurd worden. projectcontract Een klantgeoriënteerd contract, overeengekomen door een kopen-van relatie en een verkopen-aan relatie, dat wordt gebruikt om specifieke overeenkomsten voor specifieke projecten te registreren. Een projectcontract kan ook een promotiecontract zijn. In het geval van projectcontracten zijn overlappende geldigheidsperioden toegestaan voor dezelfde combinatie van artikel en relatie. promotie De toepassing van een additionele korting, een kortingsbedrag of een bonusartikel op een verkooporder op basis van voorgedefinieerde orderniveaus van geselecteerde artikelen. Er zijn twee basissoorten promoties: orderniveau en regelniveau. promotiecontract Een soort projectcontract dat van toepassing is op elke verkopen-aan relatie. Dat betekent dat de verkopen-aan relatie niet wordt ingevoerd in het contract. promotiegroep Een entiteit waarin artikelen, verkopen-aan relaties of promoties met dezelfde attribuutwaarden voor promoties worden gemuteerd. promotie op orderniveau Een speciaal aanbod op een verkooporder waarmee de totale orderprijs met een percentage wordt verminderd of waarmee een bonusartikel wordt aangeboden. promotie op regelniveau Een speciale aanbieding op een verkooporderregel waarmee de prijs van het originele artikel wordt verminderd met een percentage of een bedrag of waarmee bonusartikelen worden aangeboden bij de inkoop van het originele artikel. provisie Het bedrag dat moet worden betaald aan een medewerker (vertegenwoordiger) of kopen-van relatie (agent) voor het afsluiten van een verkooporder. provisie-/bonusgroep Een set artikelen die zijn gegroepeerd en vervolgens gekoppeld aan een overeenkomst. provisiebedrag Het bedrag dat moet worden betaald aan een medewerker (vertegenwoordiger) of kopen-van relatie (agent) voor het afsluiten van een verkooporder. provisieovereenkomst Een overeenkomst waarin een tarief is vastgelegd dat als provisie moet worden betaald aan een medewerker (vertegenwoordiger) of kopen-van relatie (agent) voor het verkopen van een bepaald artikel (of een artikelgroep). pull-schema Er zijn twee soorten pull-schema's:
push-schema Een lijst van tijdgefaseerde behoeften, gegenereerd door een centraal planningssysteem als Enterprise Planning of Project, die naar de leverancier wordt gestuurd. Push-schema's bevatten een prognose voor de langere termijn en werkelijke orders voor de korte termijn. Voor een push-schema kan een van de volgende vrijgavesoorten worden gebruikt:
rechtstreekse levering Het proces waarin een verkoper de goederen bestelt bij een kopen-van relatie, die de goederen rechtstreeks bij de verkopen-aan relatie moet afleveren. Als een inkooporder wordt gekoppeld aan een verkooporder of een serviceorder, kan de kopen-van relatie de goederen rechtstreeks leveren aan de verkopen-aan relatie. De goederen worden niet geleverd vanuit uw eigen magazijnen, dus Magazijnbeheer is hierbij niet betrokken. In een VMI-configuratie (Vendor Managed Inventory) wordt een rechtstreekse levering gerealiseerd door een inkooporder aan te maken voor het magazijn van de klant. Een verkoper kan tot rechtstreekse levering besluiten omdat:
reclamering De documenten die worden afgedrukt om de kopen-van relatie te laten weten dat de werkelijk afgeleverde hoeveelheid kleiner is dan de hoeveelheid op de pakbon reden retour De reden waarom de geleverde goederen zijn afgekeurd en geretourneerd. referentie Een getal dat, als het is bepaald door Assemblagebeheer, verwijst naar een unieke combinatie van lijnstation, assemblagekit en parent-serienummer. Een getal dat, als het is bepaald door Inkoop, verwijst naar een unieke afroep voor een inkoopafroepschema die is gegenereerd vanuit Magazijnbeheer. referentie A De eerste extra referentie waarmee de order of offerteaanvraag kan worden geïdentificeerd. Deze referentie wordt afgedrukt op verschillende orderdocumenten en lijsten. referentie B Het tweede extra referentieveld dat u met extra informatie kunt vullen. Deze referentie wordt afgedrukt op orderdocumenten en lijsten. regeldetail van een inkoopcontract De overeenkomst met een leverancier over een bepaald artikel voor een specifieke locatie (magazijn). Een regeldetail van een inkoopcontract bevat zowel condities voor hoeveelheden als logistieke condities met betrekking tot de levering van één artikel aan een specifiek magazijn gedurende een bepaalde periode. Contractregeldetails kunnen alleen worden gebruikt in bedrijfscontracten voor inkoop. relatie Een korte aanduiding voor handelsrelatie (handelspartner). Relatie is een globale term voor een medewerker of een kopen-van relatie die recht heeft op een provisie en een verkopen-aan relatie die recht heeft op een bonus. Relaties kunnen gegroepeerd worden in relatieteams waaraan vervolgens dezelfde overeenkomststructuren gekoppeld kunnen worden. relatie 2 De relatie, alleen met een ander label en een andere functie. Relatiesoort Een classificatie die bepaalt of er sprake is van een bonus of provisie en hoe provisies betaald moeten worden. De relatie is een verkopen-aan relatie waaraan een bonus wordt toegekend of een kopen-van relatie (agent) of medewerker (vertegenwoordiger) waaraan provisie wordt uitbetaald. relatieteam Een functie die gebruikt wordt om relaties te groeperen, teneinde meerdere relaties in één keer aan een verkooporder te kunnen koppelen. Als gevolg hiervan worden de betreffende relaties beloond voor hun verkoopactiviteiten met betrekking tot een specifieke verkooporder. relatie voor prijzen/kortingen Een relatie kan worden geselecteerd als parent. Dat betekent dat de orderkorting die is opgegeven voor deze relatie, de invoer vormt voor de relevante order. Als een parent-relatie op een order is gedefinieerd, zoekt LN eerst naar de orderkorting die is gedefinieerd voor de parent-relatie. Als er geen orderkorting is opgegeven voor de parent of als er geen parent is opgegeven, zoekt LN naar de orderkorting die op de order is opgegeven voor de relatie. relatie voor teksten Een relatie kan worden geselecteerd als parent. Dat betekent dat de teksten die zijn opgegeven voor deze relatie, de invoer vormen voor de relevante order. Als een parent-relatie op een order is gedefinieerd, zoekt LN eerst naar teksten die zijn gedefinieerd voor de parent-relatie. Als er geen teksten zijn opgegeven voor de parent of als er geen parent is opgegeven, zoekt LN naar de teksten die op de order zijn opgegeven voor de relatie. responsdatum De laatste datum waarop de bieder een respons op een offerteaanvraag kan voorleggen. respons op offerteaanvraag Een respons op een offerteaanvraag met een of meer responsregels met biedingen. Met een bod worden goederen of diensten aangeboden tegen een bepaalde prijs en onder bepaalde verkoopvoorwaarden. Een bod kan worden beschouwd als een aanbod om te verkopen. responsregel Een respons op een offerteaanvraagregel met daarin het bod van een bieder op de offerteaanvraagregel. Met een bod worden goederen of diensten aangeboden tegen een bepaalde prijs en onder bepaalde verkoopvoorwaarden. Een bod kan worden beschouwd als een aanbod om te verkopen. retourbon Een bon die mee wordt gestuurd met ingekochte goederen die afgekeurd zijn bij de inspectie en die teruggestuurd moeten worden naar de kopen-van relatie. retourorder Een inkoop- of verkooporder waarop geretourneerde zendingen vermeld staan. Een retourorder kan alleen negatieve bedragen bevatten. Retroactieve facturering Zie: retrobilling retrobilling Eerder verzonden artikelen opnieuw factureren met gebruikmaking van een prijs die is gebaseerd op nieuwe contractonderhandelingen. Retrobilling kan ook worden uitgevoerd voor afzonderlijke verkooporders/schema's die niet aan een contract zijn gerelateerd. Synoniem: Retroactieve facturering revisienummer afroepschema De oorspronkelijke afroepschemaregel die begint met revisienummer één. Telkens als een afroepschema opnieuw gegenereerd is, worden gewijzigde records ingevoegd met een nieuw revisienummer. Alle nieuwe regels die zijn ingevoegd, kunnen vergeleken worden met de huidige revisie. revisienummer verkoopafroepschema Een nummer waarmee de revisie van het verkoopafroepschema wordt geïdentificeerd. Het revisienummer van een verkoopafroepschema geeft de updates aan die door uw relatie zijn verstuurd. revisienummer vrijgave Een nummer waarmee de revisie van de vrijgave wordt geïdentificeerd. Het revisienummer van de vrijgave identificeert de updates die naar de relatie gezonden worden. RFQ-criterium Een subjectief criterium dat wordt gebruikt om te bepalen welke respons op een offerteaanvraag geaccepteerd wordt. U kunt RFQ-criteria aan RFQ-criteriumsets koppelen. RFQ-criteriumset Een lijst van criteria voor offerteaanvragen die aan een offerteaanvraagkop gekoppeld kunnen worden. Een respons op een offerteaanvraag wordt op deze criteria beoordeeld. richtprijs De prijs die de basis vormt voor de berekeningen voor de margebewaking. De richtprijs kan één van de volgende prijzen zijn:
De richtprijs en de verkoopprijs worden vergeleken met de margelimieten die zijn vastgelegd in het artikelbestand. samenvoegen Een aantal inkooporders met verschillende bronnen als herkomst, groeperen in één inkooporder. Samenvoegen vermindert het aantal inkooporders en maakt het voor u mogelijk om de beste beschikbare prijzen en kortingen te verkrijgen. scenario additionele kosten Een set zoekattributen die wordt gebruikt voor het bepalen van de additionele kosten van een order of zending. Elk scenario is gekoppeld aan een kostenset. scoringskans Een percentage dat gekoppeld wordt aan een offerte en dat de waarschijnlijkheid aangeeft dat de relatie de offerte accepteert. Acceptatie resulteert in de omzetting van de offerte in een verkooporder. segment Een deel van een afroepschema waarmee een tijdseenheid wordt gedefinieerd voor de planning. Een segment bevat een behoeftesoort, een tijdseenheid en een segmentlengte. segmentcode De code die een segment van een afroepschema identificeert. segmentlengte De periode die aan het segment wordt toegekend. De periode wordt uitgedrukt in de tijdseenheid van het segment. segmentset Een set die gebruikt wordt om de structuur van een afroepschema te definiëren. Een segmentset bestaat uit een aantal segmenten. De segmentset wordt gebruikt voor het opnieuw genereren van het afroepschema en voor het clusteren van afroepschemaregels. Voor pull-afroepschema's worden geen segmentsets gebruikt. selectie Een voorgedefinieerde set gegevens die moeten worden afgedrukt of verwerkt. Een dergelijke set wordt gedefinieerd door een selectie-expressie (of een selectiecriterium). U kunt in Tekstenbeheer een expressie definiëren die kan worden gebruikt om gegevens uit de database op te halen om deze te muteren of af te drukken. serviceartikel Een standaardartikel dat staat voor diensten en niet voor goederen. setnummer Een nummer dat gebruikt wordt om één of meer orderregels te groeperen. Orderregels met hetzelfde setnummer worden tegelijk vrijgegeven, bijvoorbeeld voor het magazijn of de facturering. simulatiecodes De simulaties die u in staat stellen de prioriteitsvolgorde te berekenen waarin de voorraad voor orders wordt gereserveerd. simulaties orderprioriteit Een gesimuleerde activiteit die u in staat stelt de prioriteitsvolgorde te berekenen waarin de voorraad voor orders wordt gereserveerd. soort behoefte Er zijn drie behoeftesoorten die staan voor een behoefte op een bepaalde tijd en die kunnen worden gebruikt in de planning. De beschikbare behoeftesoorten zijn:
Voor afroepschema's zonder referenties worden behoeftesoorten gekoppeld aan segmenten. Voor pull-prognoseschema's is de behoeftesoort altijd Gepland of Onmiddellijk. Voor pull-afroepschema's is de behoeftesoort altijd Hard. sorteercode Een identificatiecode en omschrijving van een set gegevensvelden die in een volgorde worden gegroepeerd. Deze gegevensvelden worden gebruikt in statistische verslagen en overzichten. Wanneer een verslag of overzicht wordt gegenereerd, worden de velden gevuld met gegevens uit de database en weergegeven in het verslag of overzicht in de volgorde die is gedefinieerd met de sorteercode. sourcing-percentage Een percentage dat gebruikt wordt om te berekenen hoe orders over verschillende leveranciers worden verdeeld. sourcing-regel Het planningssysteem dat de regels bevat voor het toekennen van vraag aan specifieke leveranciers op basis van een combinatie van de prioriteit van de leverancier en een toekenningspercentage. specifieke categorie Een categorie die is gekoppeld aan een specifieke verkopen-aan relatie. spoedorder Een order die zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd en waarvoor doorgaans speciale betalings- en leveringscondities gelden. startdatum De datum en tijd waarop de activiteit is begonnen. startdatum cumulatieven De datum vanaf welke de cumulatieven voor dit record berekend zijn. statistiekjaar Het fiscale jaar. status toezegging Een status waaruit u kunt opmaken of een verkoopofferteregel, verkooporderregel of verkoopcomponentregel aan een klant kan worden toegezegd, of er nog voorraadcontroles moeten worden uitgevoerd en of er nog problemen met onvoldoende voorraad voor de regel moeten worden opgelost. structuur toevoegen Een bestaande categoriestructuur kopiëren naar een andere bestaande structuur, zodat de twee structuren worden gecombineerd in de doelcategorie. structuur vervangen Een bestaande structuur kopiëren naar een andere bestaande structuur en daarbij de huidige structuur van de doelcategorie vervangen. subcategorie Definitie van lagere niveaus (cataloguspagina's) binnen een catalogusstructuur. subjectief criterium Een criterium waarvoor de beoordeling gebaseerd is op de oordelen van gebruikers die zijn ingevoerd in een vragenlijst. U kunt subjectieve criteria classificeren in een boomstructuur. Subjectieve criteria worden meegenomen bij de leveranciersbeoordeling. subjectieve waarde Subjectieve waarden voorzien in een gemakkelijk te gebruiken schaal die gebruikers kunnen toepassen bij het invullen van vragenlijsten en het waarderen van responsen op offerteaanvragen. Het gebruik van subjectieve waarden maakt het onmogelijk om criteria te waarderen op een percentageschaal. Aan de subjectieve waarden kunnen werkelijke waarden worden gekoppeld. De werkelijke waarden kunnen in percentages worden uitgedrukt. supply chain De fysieke entiteiten, mensen en processen die deel uitmaken van het proces dat begint bij het inkopen van grondstoffen bij leveranciers en eindigt bij het leveren van eindproducten die voldoen aan de behoeften van de klant. systeemdatum De huidige datum die door het systeem wordt gegenereerd. t/m-datum FAB-autorisatie De datum tot welke de FAB-autorisatie geldig is. t/m-datum GRO-autorisatie De datum tot welke de GRO-autorisatie geldig is. taak Een soort activiteit die een actie aangeeft die moet worden uitgevoerd voor een contactpersoon, relatie, verkoopkans of activiteit en die u wilt traceren tot aan de voltooiing. tabelvelden in CRM De tabelvelden van de database van LN, die kunnen worden gebruikt in selectie-expressies en brief- en rapportlayouts in CRM. te betalen ontvangst inkoop Hiermee wordt aangegeven wanneer facturering voor ingekochte goederen van toepassing is. Een te betalen ontvangst inkoop bevat verder de betalings- en factureringsgegevens voor een order of afroepschema. Updates die in de module Crediteurenadministratie worden aangebracht of door deze module worden gegenereerd, worden door te betalen ontvangsten inkoop verwerkt. Als de betaling voor de ingekochte goederen is ingesteld op Betalen bij gebruik, wordt de te betalen ontvangst gegenereerd zodra voorraad wordt verbruikt die gerelateerd is aan een inkooporder of een inkoopafroepschema en deze voorraad dus door het magazijn wordt afgegeven. Als de betaling is ingesteld op Betalen bij ontvangst, wordt de te betalen ontvangst gegenereerd op het moment dat de ingekochte goederen worden ontvangen. telefoon (kantoor) Het telefoonnummer, inclusief het netnummer, van de werklocatie van de contactpersoon. termijn Een incrementele betaalwijze waarbij factuurbetalingen over een bepaalde periode worden gespreid. Termijnen maken het mogelijk om facturen voor een verkooporder te sturen vóór of na de daadwerkelijke levering van de goederen. tijdseenheid capaciteit De tijdseenheid waarin de capaciteit van de verzenden-van relatie wordt uitgedrukt. tijdseenheid segment De tijdseenheid waarin de lengte van het segment wordt uitgedrukt, bijvoorbeeld dagen, weken, maanden, enzovoort. tolerantie hoeveelheid (-) De minimale hoeveelheid die een leverancier moet leveren. De tolerantie voor de minimale hoeveelheid wordt uitgedrukt in een percentage van de orderhoeveelheid. tolerantie hoeveelheid (+) De maximale hoeveelheid die een leverancier kan leveren. De tolerantie voor de maximale hoeveelheid wordt uitgedrukt in een percentage van de orderhoeveelheid. tolerantie leverdatum (-) Het aantal dagen dat een leverancier goederen te vroeg mag leveren. tolerantie leverdatum (+) Het aantal dagen dat een leverancier goederen te laat mag leveren. tolerantie maximum capaciteit Het percentage waarmee de maximum capaciteit van de verzenden-van relatie kan worden overschreden. tolerantie minimum capaciteit Het percentage dat een order(regel) onder de minimum capaciteit van de verzenden-van relatie mag zijn. totaal contractbedrag De totale waarde van de goederen waarvoor het contract is opgesteld. totale goedgekeurde hoeveelheid De totale hoeveelheid goedgekeurde artikelen, uitgedrukt in de inkoopeenheid. totale korting Zie: orderkorting totale levertijd De totale tijd die nodig is om een niet-geprognosticeerd artikel te verkrijgen. Deze tijd wordt gebruikt om de volledige cumulatieve orderlooptijd voor een artikel, inclusief de cumulatieve doorlooptijd van ingekochte artikelen, te berekenen. Voorbeeld Voor artikel A heeft de leverancier een levertijd van 50 dagen doorgegeven. Dit is in feite een gereduceerde doorlooptijd die alleen mogelijk is omdat een prognose voor drie jaar naar de leverancier is gestuurd voor dit artikel. Als extra hoeveelheden die niet zijn opgenomen in de prognose, nodig zijn, heeft de leverancier de totale levertijd nodig en die is 300 dagen. type opportunity Een manier om opportunities met vergelijkbare kenmerken te classificeren voor sorteren en selecteren. uitbestede service Aanvullende artikelcode waarmee uitbestede bewerkingen worden geregistreerd. Artikelen van dit type behoren tot de administratieve artikelen. Dit zijn niet-fysieke artikelen die gebruikt worden om uitbestedingskosten te registreren. uitzonderingsregel Als een goedkeuringsregel is gebaseerd op uitzonderingsregels, keurt LN een inkooporder die niet voldoet een aan geldige regel, automatisch goed. Als u goedkeuringsregels definieert op basis van uitzonderingen, definieert u de combinatie van gegevenselementen op basis waarvan LN de inkooporder niet moet goedkeuren. uitzondering voor kopiëren Een veld dat niet automatisch van de bronorder naar de doelorder wordt gekopieerd, maar waarvoor u een kopieeractie moet opgeven. veiligheidstijd De tijd die u bij de normale doorlooptijd kunt optellen om de levering te beschermen tegen fluctuaties in de doorlooptijd. Zo kan een order afgehandeld worden vóór de datum waarop de goederen nodig zijn. verkoopafroepschema Een tijdsplan voor de geplande toelevering van materialen. Verkoopafroepschema's bieden ondersteuning voor verkopen op de lange termijn met frequente leveringen. Alle behoeften met hetzelfde artikel, dezelfde verkopen-aan en verzenden-aan relatie en dezelfde leveringsparameter worden opgeslagen in één verkoopafroepschema. verkoopbevestigingscode Een code die staat voor de redenen voor een verkooporderwijziging. verkoopbureau Een bedrijfsonderdeel, duidelijk gedefinieerd in het bedrijfsmodel, voor het beheren van verkooprelaties met zakenrelaties. Het verkoopbureau wordt gebruikt om de locaties te identificeren die verantwoordelijk zijn voor de verkoopactiviteiten van de organisatie. verkoopcontract Verkoopcontracten worden gebruikt om overeenkomsten met een verkopen-aan relatie te registreren over de levering van goederen. Een contract bestaat uit het volgende:
verkoopcontractkop Omvat algemene relatiegegevens en gegevens waarmee algemene contractvoorwaarden worden geïdentificeerd, zoals de ingangsdatum en de verkoopcontractsoort. Er kunnen optioneel voorwaarden en condities aan de kop worden gekoppeld. verkoopeenheid De eenheid waarin een artikel wordt verkocht. verkoopfactuur Een rekening die betrekking heeft op de verkoop van goederen of diensten. Een verkoopfactuur is een document dat per verkoop door de verkoper aan de koper gezonden wordt en dat detailgegevens bevat van de verkochte goederen. verkoopkanaal De kanalen via welke uw product verkocht wordt. Synoniem: kanaal verkoopoffertes Document waarin een leverancier voor een potentiële inkoper goederen of diensten omschrijft en tegen een bepaalde prijs en onder bepaalde voorwaarden aanbiedt. De klantgegevens, betalingscondities en leveringscondities staan in de kop. De gegevens over de artikelen worden op de offerteregels ingevoerd. Als de offerte een antwoord op een offerteaanvraag is, wordt een bod gewoonlijk beschouwd als een verkoopaanbod. verkooporder Een overeenkomst die wordt gebruikt om artikelen of diensten te verkopen aan een relatie conform bepaalde condities. Een verkooporder bestaat uit een kop en één of meer orderregels. De algemene ordergegevens, zoals de gegevens van de relatie, betalingscondities en leveringscondities, staan in de kop. De gegevens over de artikelen die feitelijk moeten worden geleverd, zoals prijsovereenkomsten en leverdatums, worden ingevoerd op de orderregels. verkooporderkop Een verkooporder bevat artikelen die aan een klant worden geleverd en de condities voor de levering. De kop van een verkooporder bevat algemene gegevens. verkoopordernummer Een uniek controlenummer dat toegekend wordt aan iedere nieuwe klantorder, meestal bij de orderinvoer. Een verkoopordernummer wordt gebruikt voor een ordertoezegging, de hoofdplanning, kostencalculatie, facturering, enzovoort. Bij sommige producten die op order worden gemaakt, kan het verkoopordernummer de plaats innemen van het componentnummer van een artikel. Het wordt dan gebruikt als controlenummer bij het inplannen van de achtereenvolgende bewerkingen. verkooporderregels Een verkooporder bevat artikelen die aan een klant worden geleverd en de condities voor de levering. Verkooporderregels worden gebruikt om de bestelde artikelen te registreren, samen met de bijbehorende prijsovereenkomsten en leverdatums. verkoopordersoort De ordersoort bepaalt welke sessies deel uitmaken van de orderprocedure en hoe en in welke volgorde deze procedure wordt uitgevoerd. verkoopordertermijn Een order die niet onmiddellijk betaald wordt, maar in deelbedragen of in percentages van het totale nettobedrag. U verzendt facturen voor een percentage van het totale nettobedrag op de verkooporder voordat of nadat de bestelde goederen feitelijk worden geleverd. In dit geval wordt een aantal termijnregels toegevoegd aan de verkooporder. Een termijnregel bestaat uit een bedrag en een aantal additionele gegevens. Gefactureerde termijnen worden verrekend (afgetrokken van het goederenbedrag) wanneer de goederen worden geleverd en gefactureerd. verkoopprijs De prijs waarvoor een artikel wordt verkocht. verkoopproces Een standaard verkoopmethodiek die moet worden gevolgd wanneer aan een verkoopkans wordt gewerkt. Een verkoopproces wordt opgesplitst in fasen. verkoopvaluta De munteenheid waarin de verkoopprijs wordt uitgedrukt. verkoopvrijgave Identificeert met één vrijgavenummer de verkoopafroepschema's die de volgende kenmerken delen:
vernieuwingsdatum cumulatieven De datum en tijd waarop de cumulatieven/autorisaties van een afroepschema worden vernieuwd. verrekenposten Die delen van projecten waarvoor speciale regelingen getroffen zijn betreffende facturering, zoals meerwerk en minderwerk, stelposten, te verrekenen hoeveelheden en risicoregelingen. Een verrekenpost kan aan één of meer begrotingsregels gekoppeld worden. vertegenwoordiger Een medewerker van uw bedrijf die verantwoordelijk is voor het onderhouden van het contact met de verkopen-aan relatie. Het medewerkersnummer van de vertegenwoordiger wordt ook gebruikt als een sorteercriterium in de verkoopstatistiek. vervaldatum De laatste dag waarop een record geldig is. Als u geen vervaltijd opgeeft, vervalt de geldigheid aan het eind van de vervaldag (24:00 uur). vervoerder Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het vervoeren van goederen naar de verzenden-aan relatie. verwijderd De status die wordt toegewezen aan een inkoopaanvraag wanneer een aanvraag met de status Geconverteerd of Geannuleerd wordt verwijderd. verzendschema Een schema waarop gedetailleerde informatie wordt gegeven betreffende verzend- of levertijden en -hoeveelheden. Dit schema maakt Just-in-Time (JIT) management mogelijk. verzendvolgordeschema Een verzendschema met nauwkeurige informatie over de productie of leveringen van de behoeften. Dit schema kan de productie- of leveringsvolgorde bevatten en de volgorde, plaats en tijd van lossen na verzending. verzonden cumulatief De totale verzonden cumulatieve hoeveelheid voor een afroepschema waarvoor een verzenbericht is ontvangen, gerekend vanaf de vernieuwingsdatum voor cumulatieven tot aan de laatste mutatiedatum, dat wil zeggen de verzenddatum. Als u geen gebruik maakt van verzendberichten, worden verzonden cumulatieven niet bijgewerkt in een logistiek bedrijf. verzonden hoeveelheid De hoeveelheid die is verzonden voor een bepaalde zendingcode en verzendvolgorde. volgnummer Het nummer dat gebruikt wordt om het positienummer van een leveringsregel voor een verkooporder of een detailregel voor een inkooporder exact te identificeren. volgnummer wijzigingsorder Een nummer dat wordt gebruikt om wijzigingen toe te wijzen aan een inkooporder of een verkooporder. volgorde zending De volgorde van de zending die is aangemaakt door Magazijnbeheer tijdens het proces voor verzendberichten (ASN) voor een bepaalde zendingcode. vorig benodigd cumulatief Het totale benodigde cumulatief voor een afroepschema, berekend vanaf de laatste vernieuwingsdatum voor cumulatieven tot aan de (volgende) afgiftedatum van het afroepschema. In tegenstelling tot het benodigd cumulatief worden in het vorig cumulatief ook de behoeften meegenomen van vrijgegeven afroepschemaregels waarvoor nog geen ontvangsten zijn geboekt. vrijgavedatum De geplande datum voor het vrijgeven van de order voor Magazijnbeheer. De vrijgavedatum wordt berekend door de inslagdoorlooptijd van het magazijn af te trekken van de geplande leverdatum. vrijgavepositienummer Een nummer waarmee de positie van een inkoopafroepschema in een vrijgave voor inkoop wordt aangegeven. Elke vrijgaveregel krijgt een afzonderlijk positienummer. vrijgavesoort Een classificatie die wordt gebruikt om de soort op te geven van de vrijgave op basis waarvan afroepschemabehoeften kunnen worden gegroepeerd en EDI-berichten kunnen worden gegenereerd. Deze berichten worden aangegeven door het gebruikte afroepschema. werkelijke leverdatum De datum waarop de verkochte goederen worden geleverd. werkelijke ontvangstdatum De datum waarop de bestelde goederen worden ontvangen. wijzigingsreden De reden die kan worden toegewezen aan een gewijzigde inkooporder(regel) of verkooporder(regel). wijzigingssoort De indicator voor de soort wijziging van een gewijzigde inkooporder(regel) of verkooporder(regel). winstbedrag Het begrote brutowinstbedrag in een bepaalde periode, uitgedrukt in de eigen valuta. zendingcode De code van de zending die is aangemaakt door Magazijnbeheer tijdens het proces voor verzendberichten (ASN). zoekargument Een trefwoord dat wordt gebruikt bij zoekacties. Een zoekargument is meestal gekoppeld aan een omschrijving. zoekprioriteiten Met behulp van zoekprioriteiten wordt een geldige overeenkomst gezocht voor de opgegeven zoekcombinatie of het opgegeven zoekniveau. Als een geldige overeenkomst met de hoogste prioriteit wordt gevonden, wordt deze gebruikt. is dat niet het geval, dan zoekt LN naar een geldige overeenkomst met de op een na hoogste prioriteit, enzovoort.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||