Maskersegmenten definiërenBij het definiëren van de maskersegmenten in de sessie Mask Segments (tcibd4103s000) moet u op de volgende punten letten:
De volgorde van de segmenten De segmenten verschijnen in het masker in de volgorde van de segmentnummers. De segmentnummers hoeven niet opeenvolgend te zijn. LN genereert de segmentnummers 10, 20, 30, enz. Indien gewenst, kunt u het default nummer wijzigen. U kunt bijvoorbeeld het segmentnummer 25 invoeren om een nieuw segment te definiëren dat tussen de aanwezige segmenten 20 en 30 moet verschijnen. De lengte van het masker Bij het definiëren van de maskersegmenten toont LN een default segmentlengte in de sessie Mask Segments (tcibd4103s000). Voor sommige typen segmenten kunt u de default segmentlengte overschrijven. LN bepaalt ook de totale maskerlengte, die wordt weergegeven als een aantal posities. De totale lengte van het serienummer is de som van de segmentlengten plus het aantal scheidingstekens dat wordt gebruikt. Voor serienummers gelden de volgende maximale lengtes, afhankelijk van het gebruik:
Typen segmenten Wanneer u het type segment selecteert, worden alle velden die u moet invullen voor het segment, ingeschakeld. Raadpleeg de veldhelp bij Segment Type voor meer informatie. Als het segment een omgezette waarde bevat, moet u het type Translation Table en een omzettabel selecteren. Dit type segment bepaalt welke soort informatie (optie, Infor ERP-veld, datum) wordt weergegeven door het segment. De vernieuwingsfrequentie Als een masker een segment van het type Date en een segment van het type Sequence bevat, kunt u de Reset Frequency opgeven. Wanneer de vernieuwingsperiode is verstreken, zet LN het volgnummer terug op 1. Deze periode moet overeenkomen met de periode die u hebt geselecteerd voor het datumsegment. Indien het masker meer dan één datumsegment bevat, kunt u elk van de datumsegmentperioden selecteren als vernieuwingsfrequentie.
| |||||||||||