Een masker definiëren

Het definiëren van een masker gaat als volgt:

1. Definieer in de sessie Masks (tcibd4102m000) de code en de omschrijving voor het masker en het scheidingsteken dat in het masker wordt gebruikt.
2. Definieer in de sessie Mask Segments (tcibd4103s000) elk achtereenvolgend maskersegment. Zie Maskersegmenten definiëren voor meer informatie. Indien u gebruik maakt van omgezette waarden (door het type segment Translation Table te kiezen), moet u eerst de omzettabellen definiëren (zie hieronder).
3. Gebruik de sessie Mask by Item/Item Group (tcibd4505m000) om de maskers te koppelen aan artikelgroepen, artikelen en gereedschap.
4. U kunt de sessie Lot Control Parameters (whltc0500m000) in Magazijnbeheer gebruiken om de maskers te koppelen aan partijen. Partijnummers kunnen worden gebruikt om overboekingen in Magazijnbeheer te traceren.
5. U moet in de sessie COM Parameters (tccom5000m000) een default masker selecteren voor serienummers en partijnummers. Als u geen masker koppelt aan de artikelgroepen of aan de artikelen, genereert LN de serienummers of partijnummers met behulp van het default masker.

Het definiëren van een omzettabel gaat als volgt:

1. Definieer in de sessie Translation Tables (tcibd4504m000) de omzettabellen die u gebruikt voor de segmenten van het type Translation Table. Het gebruik van een omzettabel is niet beperkt tot één masker. U kunt een omzettabel voor meerdere maskers gebruiken.
2. Voer in de sessie Translation Tables (tcibd4504m000) de waarden voor de omzettabel in.