Intrastat-rapportage (EU)

In LN kunt u de Intrastat-aangifte (EU) genereren en opsturen naar de Intrastat-autoriteiten via een externe Intrastat-provider of rechtstreeks in het formaat van een Instat/XML-bestand.

Voordat u het uitvoerbestand genereert, kunt u handmatig import-/exportstatistiekgegevens toevoegen of corrigeren. Zie Intrastat-provider programma's voor meer informatie.

Voor alle EU-landen gelden algemene vereisten alsmede landspecifieke vereisten. De meeste gegevens kunnen uit LN worden gehaald en u moet een aantal extra gegevens configureren via het definiëren van extra Intrastat-infosets.

De gegevens in LN worden opgehaald uit de verschillende LN-pakketten via Magazijnbeheer.

LN verzamelt de gegevens van alle orders die resulteren in de zending of ontvangst van goederen waaraan u een goederencode hebt gekoppeld, naar andere EU-lidstaten dan het land waar uw eigen bedrijf is gevestigd.

Indien prijzen zijn gewijzigd na de registratie van ontvangsten of leveringen, worden de vastgelegde Intrastat-gegevens rechtstreeks gecorrigeerd door Inkoop, Verkoop, Service of Fin. administratie.

Indien de prijs van een orderregel wijzigt na de ontvangst of afgifte van de goederen of als er factuurverschillen zijn in de module Crediteurenadministratie, worden de vastgelegde Intrastat-gegevens bijgewerkt. Indien een prijswijziging van toepassing is op meerdere Intrastat-regels, wordt het verschil uitgesplitst over de regels. Bijvoorbeeld, indien een verkooporderregel leidt tot meerdere leveringen, worden er meerdere Intrastat-regels aangemaakt.

Verschilbedragen die zijn veroorzaakt door het toekennen van een factuur aan een inkooporderregel, kunnen ook van toepassing zijn op meerdere Intrastat-regels. In dat geval wordt het verschilbedrag proportioneel verdeeld over de Intrastat-regels. Let er op dat reeds verwerkte Intrastat-regels en regels met een interne prijs niet worden bijgewerkt.

De waarde van de goederen wordt vastgelegd in de mutatievaluta's. Wanneer u de Intrastat-gegevens exporteert, converteert LN de bedragen naar de lokale valuta met behulp van de valutakoersen van de factuurdatum of de orderdatum. LN gebruikt de mutatievalutakoers of de externe valutakoers zoals, beschreven in Externe typen valutakoersen gebruiken. Tenzij het land zich in een valutaovergangsfase bevindt, is de lokale valuta de euro. Indien LN de valutakoersen niet kan vinden, exporteert LN de bedragen in de mutatievaluta en wordt de mutatievaluta ingevuld op het veld Valuta.

In de meeste landen moeten mutaties waarvan de hoeveelheid en/of de waarde nul is, niet worden gerapporteerd.

In de sessie Parameters Intrastat (tccom7100s000) kunt u de gewenste logmethode voor mutaties betreffende kosten- en serviceartikelen selecteren. U kunt bijvoorbeeld opgeven of de mutaties altijd moeten worden gelogd of alleen als een goederencode aanwezig is.

In sommige landen moet in de Intrastat-aangifte de provincie of regio worden opgenomen van waaruit de goederen zijn geëxporteerd. Om deze informatie te kunnen geven, neemt LN het veld Staat/Provincie van het verzenden-van adres op in de Intrastat-gegevens.

Intrastat-gegevens die niet uit LN kunnen worden opgehaald, kunnen worden geleverd via extra Intrastat-informatiesets. U moet bijvoorbeeld het attribuut Aard van transactie A definiëren als een extra Intrastat-informatieveld. Dit veld bevat meestal de waarde 1 om 'alle mutaties waarvoor een wijziging nodig is' aan te duiden.

U kunt maximaal 15 extra infosetvelden definiëren.

U kunt een default extra Intrastat-informatieset definiëren voor elke verzenden-aan relatie en verzenden-van relatie. Wanneer u een verkooporderregel, een inkooporderregel of een project aanmaakt, kunt u de default waarde gebruiken of kunt u een afzonderlijke extra Intrastat-informatieset voor de orderregel selecteren.

Om extra Intrastat-informatiesets in te stellen, moet u de sessie Definitie extra Intrastat-info (tccom7104m000) gebruiken om het aantal velden en de veldlengtes vast te leggen. Vervolgens gebruikt u de sessie Extra Intrastat-info (tccom7505m000) om de waarden voor deze velden te definiëren.

Omdat het vereiste aantal velden en de lengte van elk veld per land kan verschillen, kunt u de extra Intrastat-informatiesets per land definiëren. Voor elk veld kunt u de default waarde opgeven.

U kunt de opgeslagen gegevens bekijken in de sessie Intrastat-transacties (tccom7171m000). U kunt ontbrekende gegevens toevoegen en noodzakelijke correcties aanbrengen, bijvoorbeeld aan de hoeveelheid, de goederenstroom en de aard van de transactie.

Omdat u maar één default leveringsvoorwaarde of Incoterm-code kunt instellen voor een relatie en voor een ordersoort, kan het zijn dat u de Incoterm-code voor sommige transacties moet corrigeren.

De Intrastat-gegevens moeten de werkelijke transactiegegevens weergeven zoals zijn opgeslagen in Magazijnbeheer en Fin. administratie. U kunt daarom de gegevens die zijn gerelateerd aan de hoeveelheid of de factuurwaarde niet wijzigen. Om deze gegevens te corrigeren, moet u het te corrigeren record dupliceren en een nieuwe mutatie van het type Handmatige correctie aanmaken. Daarnaast worden handmatig ingevoerde mutaties die niet afkomstig zijn uit LN, zichtbaar gemaakt in de Intrastat-aangifte via de orderherkomst Handmatige mutatie.

In sommige landen moet de factuurwaarde worden gecorrigeerd om bijvoorbeeld de transportkosten uit te sluiten. Het is ook mogelijk dat gratis goederen een factuurwaarde hebben van 0, maar een statistische waarde van EUR 1000. Omdat de waarde van EUR 1000 niet gebaseerd kan worden op de gegevens in LN, moet u deze waarde invoeren in IDEP. Sommige versies van IDEP bevatten statistische regels om de factuurwaarden automatisch opnieuw te berekenen.

In de sessie Goederencodes (tcmcs0128m000) moet u voor sommige soorten artikelen alternatieve eenheden definiëren. De alternatieve eenheid voor bijvoorbeeld opnametape is meters. Indien u opnametape importeert of exporteert, moet u het gewicht en het aantal meters rapporteren. De alternatieve eenheid voor tegels is m². Indien u tegels importeert of exporteert, moet u het gewicht en het aantal vierkante meters rapporteren.

Het veld Hoeveelheid per rapportage-eenheid in de sessie Goederencodes (tcmcs0128m000) geeft de meervouden van de alternatieve eenheid weer waarin u de verzonden hoeveelheden moet rapporteren. Indien de alternatieve eenheid bijvoorbeeld liters is en de hoeveelheid per eenheid is 10, dan wordt de hoeveelheid voor de Intrastat-aangifte verhoogt met één, telkens wanneer u 10 liter van het artikel verzendt.

Zie voor meer informatie De aanvullende eenheid.

In sommige landen gebruiken accountants de sales-listing om de Intrastat-aangiftegegevens te controleren. Echter, voor een aantal aspecten moet de Intrastat-aangifte gedetailleerder zijn dan de sales-listinggegevens. De sales-listing rapporteert bijvoorbeeld de goederenbedragen als een totaal per verkopen-aan relatie, terwijl de Intrastat-aangifte de goederenbedragen, de hoeveelheden, de goederencodes en de transactiegegevens opneemt.

Sommige veldwaarden in LN moeten worden vertaald naar de corresponderende waarden die vereist zijn voor de Intrastat-aangifte. In sommige landen worden bijvoorbeeld de verschillende 3-letterige Incoterm-codes gecomprimeerd per type en weergegeven door een code van 1 karakter.

Voor dit soort vertalingen kunt u in de sessie Conversieschema Intrastat (tccom7120m000) het conversieschema voor Intrastat definiëren om de specifieke veldwaarden in LN te vertalen naar de vereiste waarden voor de Intrastat-aangifte.

In de sessie Intrastat-transacties verwerken (tccom7271m000) kunt u een bereik van te exporteren gegevens selecteren aan de hand van een aantal criteria.

Wanneer u de Intrastat-gegevens exporteert, worden de bedragen geconverteerd naar de lokale valuta van het bedrijf. Indien u de Intrastat-aangifte in euro's moet doen en de lokale valuta van het bedrijf is niet euro, kunt u de bedragen naar euro's converteren in de IDEP-toepassing.

Om de Intrastat-gegevens over te zetten naar het Intrastat-provider programma kunt u de gegevens uit LN exporteren naar een bestand dat u vervolgens kunt importeren in de Intrastat-applicatie, of in Excel wanneer u een Excel-sheet wilt aanmaken. Voor een betere prestatie wordt het Intrastat-exportbestand eerst opgeslagen op de server en kunt u het vervolgens overzetten naar de client.

Zie De Intrastat-gegevens voor meer informatie.

Een positioneel bestand moet niet worden gecomprimeerd. Het scheidingsteken in een positioneel bestand kan een komma of een spatie zijn.

Indien u een CSV-bestand voor IDEP aanmaakt, moet u de extensie .csv gebruiken om het bestandstype aan te duiden. Indien u het bestand in Microsoft Excel wilt verwerken, kunt u het bestand als Excel-bestand (.xls) importeren. Gebruik het scheidingsteken om de kolommen te scheiden. U kunt een bestandskop genereren die in Excel wordt omgezet in een koptekst met kolomnamen.

De vereisten voor de Intrastat-aangiften (EU) en de externe applicatie die gebruikt kan worden voor het genereren van de Intrastat-aangifte (EU) verschillen per land. U moet de gegevens voor de Intrastat-aangifte daarom per land instellen.

Alle enterprise-eenheden van de bedrijfsonderdelen die hun Intrastat-aangifte in één belastingteruggave versturen, moeten tot hetzelfde financiële bedrijf behoren, omdat het financiële bedrijf het belastingnummer en het land bevat. Wanneer u de gegevens voor Intrastat-aangifte (EU) vastlegt, kunt u in een multi-financiële bedrijfsstructuur het financiële bedrijf invoeren waarop de gegevens van toepassing zijn. Indien u geen bedrijfsnummer opgeeft, zijn de gegevens van toepassing op alle financiële bedrijven waarvoor u geen bedrijfsspecifieke gegevens vastlegt.