Woordenlijst Common

11-proef
Een rekenkundige controle op bankrekeningnummers die in verschillende landen, waaronder Nederland, wordt toegepast. Door een specifieke formule toe te passen, kunt u controleren of een combinatie van cijfers een geldig bankrekeningnummer vormt.
97-proef
Een rekenkundige controle op bankrekeningnummers die in België wordt toegepast. Bij deze methode wordt de som van de eerste 10 cijfers van de ingevoerde nummers gedeeld door 97. Het resterende getal moet gelijk zijn aan het getal dat wordt gevormd door de cijfers op positie 11 en 12 van het bankrekeningnummer.
aanmaningsmethode
De manier waarop de factureren-aan relatie aangemaand wordt. Deze informatie bevat de frequentie van de aanmaningen, geeft aan of de aanmaningen naar de factureren-aan of betalen-door relatie of aan hun parent-relatie gestuurd moeten worden en of u rente berekent over het bedrag.
aanmeldcode
De identificatiecode voor de LN-gebruiker. Deze code wordt gebruikt voor de beveiliging van het systeem.
aantal keren gebruikt
Testinstrumenten kunnen geijkt worden op basis van periodieke intervallen (tijd) of op basis van het aantal keren dat ze gebruikt zijn.
aanvaardbaar kwaliteitsniveau
Het minimum percentage van een steekproef dat goedgekeurd moet worden om de gehele artikelhoeveelheid goed te keuren. Bijvoorbeeld: als het aanvaardbaar kwaliteitsniveau is vastgesteld op 90 en het goedgekeurde percentage ligt onder dit getal, dan wordt de hele hoeveelheid afgekeurd.
Acroniem: AKN
Aanvullende Intrastat-informatie
Statistische import-/exportgegevens die niet als standaardinformatie aanwezig zijn in LN, maar die vereist zijn op de sales-listing of Intrastat-aangifte door enkele lidstaten van de EU.

U kunt maximaal 15 gegevensvelden toevoegen aan de statistische Intrastat-gegevens door ze te definiëren als een extra Intrastat-informatieset. U kunt de extra Intrastat-informatiesets toewijzen aan magazijnorderregels.

Synoniem: additionele statistische informatiesets
aanvullen tot maximum voorraad
De orderhoeveelheid voor aanvullingen is gelijk aan de maximum voorraad min de huidige voorraad.
ABC-mutatie
achterstallige factuur
Factuur die te lang onbetaald is gebleven.
actuele kalender
De runtime kalender die wordt gebruikt voor planning en resourcetoewijzing.

De actuele kalender is gekoppeld aan een kalendercode en neemt alle details van de parent-kalender over.

Bijvoorbeeld: de actuele kalender voor kalendercode A bestaat uit de kalenderregels van A en tevens uit de regels van de parent-kalenders plus de regels van de standaardkalender.

additionele kostenset
Een kostenset die gebruikt wordt om extra algemene kosten te berekenen op inkoop- en/of verkooporders.
additionele statistische informatiesets
administratieve afdeling
De afdeling die de order aanmaakt en muteert en die verschillende details bepaalt, zoals de serie voor het ordernummer, het prijsboek, de tarieven en verschillende default waarden voor de orders. De administratieve afdeling is een verkoopbureau, een inkoopbureau of een serviceafdeling.
adres
De volledige adresgegevens, waaronder het correspondentieadres, doorkiesnummers voor telefoon, fax en telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
adresformaat
In het adresformaat is vastgelegd hoe adresgegevens worden afgedrukt op een verslag of document. U kunt vastleggen welke gegevens afgedrukt moeten worden op elke regel van het adres, in welke volgorde en welke velden overgeslagen moeten worden als er onvoldoende ruimte is.
afleveradres
Het adres waar de goederen moeten worden afgeleverd, dat u voor elke leverancier hebt vastgelegd. In de praktijk kan dit één van uw magazijnen zijn.
afronding eindtotaal
De afronding van de totaalbedragen op wettelijke documenten die u aan uw klanten stuurt, zoals verkoopoffertes, servicecontracten en verkoopfacturen.

Bijvoorbeeld: als de afrondingsfactor voor de valuta 0,01 is en eindtotalen moeten worden afgerond op 0,05, kunt u afronding van eindtotalen gebruiken en een afrondingsfactor van 0,05 definiëren voor de eindtotalen.

afrondingscode
Set van maximaal zes reeksen van waarden en hun afrondingswaarden. Afrondingscodes kunnen gekoppeld worden aan hoeveelheden en bedragen. Ze worden gebruikt wanneer u bijvoorbeeld inkoopprijzen en -kortingen, verkoopprijzen en -kortingen en voorraadtarieven berekent.
Voorbeeld

Een afrondingscode kan de volgende reeksen met hun afrondingswaarden aanduiden:

  • Tot 100: afronden op hele getallen
  • Van 100 tot 100.000: afronden op een veelvoud van 5
  • Vanaf 100.000: afronden op een veelvoud van 100.
afrondingsfactor
Geeft aan hoe LN ingevoerde en berekende bedragen of hoeveelheden afrondt. De hoeveelheden en bedragen worden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van de afrondingsfactor. Als de afrondingsfactor bijvoorbeeld 0,030000 is, dan wordt 2,11 afgerond op 2,10 (= 70 * 0,030000). Een hoeveelheid van 2,12 wordt afgerond op 2,13 (= 71 * 0,030000).

De volgende verschillen bestaan tussen de afrondingsfactoren voor valuta's en voor eenheden:

  • LN past de afrondingsfactor voor eenheden onmiddellijk toe wanneer de gebruikers de gegevens invoeren. LN past de afrondingsfactor voor valuta's niet toe op de ingevoerde bedragen, maar past deze pas toe na uitvoering van de benodigde berekeningen.
  • In sommige gevallen kunt u afrondingsfactoren voor eenheden wijzigen, maar u kunt dit niet doen voor valuta's.
alfacode standaardvervoerder
Een unieke code ter identificatie van transportbedrijven. De code wordt in de transportbranche gebruikt ten behoeve van de automatisch verwerking van gegevens.
algemene categorie
Een soort categorie.
algemene gegevens

Algemene archiefgegevens worden gevormd door de basisgegevens van de volgende pakketten:

  • Verkoop
  • Project
  • Productie
  • Inkoop
  • Magazijnbeheer
  • Vracht
  • Fin. administratie
  • Common
  • Medewerkers
algoritme
Een expressie die gebruikt wordt om een kenmerk te berekenen door middel van andere variabelen of vaste kenmerken.
alternatieve artikelen
Artikelen die dienen ter vervanging van het standaardartikel, indien het standaardartikel niet kan worden geleverd of wordt vervangen.
alternatieve eenheid
Dit is elke eenheid die verschilt van de voorraadeenheid. Omrekeningsfactoren worden gemuteerd om de verschillende eenheden (de basiseenheid en de alternatieve eenheid) voor een bepaald artikel te kunnen omzetten.
alternatieve eenheid
Een extra eenheid waarin de goederenhoeveelheid moet worden gerapporteerd voor de Intrastat-aangifte (EU). De belangrijkste rapportage-eenheid is in alle gevallen kilogram. Voor sommige goederen moet een rapportage-eenheid worden gebruikt, zoals paar (schoenen, etc.), liter, stuks (vee) of vierkante meter. Goederenhoeveelheden waarop de eenheid kilogram niet van toepassing is, worden alleen gerapporteerd in de alternatieve eenheid.
archiefbedrijf
Een bedrijf dat aangemaakt is voor het archiveren van historische documenten en gegevens. Overtollige gegevens kunt u in een archiefbedrijf opslaan.

Om toegang te krijgen tot en gegevens op te halen uit een archiefbedrijf, moet u uw huidige bedrijf wijzigen in het archiefbedrijf.

artikel
In LN zijn dit de grondstoffen, halffabrikaten, eindproducten en gereedschappen welke kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd, verkocht, enz.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één geheel (kit) verwerkt worden, of aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Niet-fysieke artikelen zijn bijvoorbeeld:

  • Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
  • Serviceartikelen
  • Onderaannemingsdiensten
  • Lijstartikelen (menu's/opties)
artikelcode
Identificatiecode voor een artikel (product, component, of onderdeel). De artikelcode kan bestaan uit meerdere velden of segmenten.
artikelcoderingssystemen
Externe, alternatieve manier voor het coderen van artikelen. Artikelcoderingssystemen kunnen algemene standaardsystemen zijn (bijvoorbeeld EAN) of specifieke klantafhankelijke of leverancierafhankelijke systemen.
artikelgroep
Een groep artikelen met gemeenschappelijke kenmerken. Elk artikel behoort tot een bepaalde artikelgroep. De artikelgroep wordt in combinatie met de artikelsoort gebruikt om artikeldefaults in te stellen.
artikelsoort
Een artikelclassificatie die wordt gebruikt om aan te geven of het artikel bijvoorbeeld een inkoopartikel, een maakartikel of een materieelartikel is. Afhankelijk van de artikelsoort zullen bepaalde functies alleen van toepassing zijn op dat artikel.
aspect
De soort functionaliteit waarvoor u de parameters instelt in de parameterwizard. Functionaliteit die alleen vereist is in bepaalde landen, heeft bijvoorbeeld het aspect Land.
aspecten
Een onderdeel van een artikel. Bijvoorbeeld, een bout kan de aspecten kop en schroefdraad hebben. Een aspect kan één of meer kenmerken hebben. Een kop kan bijvoorbeeld een diameter en een lengte hebben en de schroefdraad een diameter en een kleur.
attribuutset voor voorwaarden en condities
Een set waarin zoekattributen van dezelfde soort voorwaarden en condities worden gegroepeerd voor gebruik op de zoekniveaus voor voorwaarden en condities.

Zoekattributen die niet zijn gekoppeld aan de attribuutset, kunnen niet worden ingevoerd in de overeenkomst voor voorwaarden en condities voor de soort voorwaarden en condities.

autorisaties
De permissie van de gebruiker om bepaalde terminals of sessies te gebruiken.
bankopdracht
Een opdracht aan de bank om periodiek (elke maand, elk jaar, enz.) een vast bedrag van een rekening te betalen aan een persoon of organisatie.
bankrekening
Een overzicht met debet- en creditboekingen waaronder mutaties vallen waarbij een bepaald artikel, persoon of bedrijf betrokken is. De bankrekening wordt aangeduid met een nummer.

LN kan worden ingesteld om bankrekeningnummers te controleren tijdens het invoeren. Indien het rekeningnummer niet door de controle komt, toont LN een waarschuwing.

banksoort
Hiermee wordt aangegeven of de rekening een bank- of girorekening is.
basisbedrijf
Een financieel bedrijf of een financieel en logistiek bedrijf dat wordt gebruikt om de mutaties te boeken tussen de financiële bedrijven die tot verschillende groepsbedrijven behoren.
batchnummer
Een code die wordt toegekend aan een gelijksoortige hoeveelheid materiaal.
bedrijf
Een werkomgeving waarin u logistieke of financiële mutaties kunt uitvoeren. Alle gegevens die betrekking hebben op de mutaties worden opgeslagen in de database van het bedrijf.

Afhankelijk van de soort gegevens die het bedrijf beheert, is het bedrijf:

  • Een logistiek bedrijf
  • Een financieel bedrijf
  • Zowel een logistiek als een financieel bedrijf

In een multisite-structuur kan de database van het bedrijf gedeeltelijk alleen voor het bedrijf fungeren en gedeeltelijk bestaan uit database-tabellen die het bedrijf deelt met andere bedrijven.

bedrijfsnummer
Een logistieke of financiële eenheid waarvoor u een gegevensset kunt definiëren en muteren.

Bijvoorbeeld:

  • Grootboekrekening
  • Klanten
  • Crediteuren
  • Ordersaldi
  • Productieplannen
bedrijfsonderdeel
Een organisatie-eenheid van een bedrijf die een specifieke set taken uitvoert, bijvoorbeeld een verkoop- of inkoopbureau. Aan bedrijfsonderdelen worden nummergroepen toegekend voor de orders die ze afgeven. De enterprise-eenheid van het bedrijfsonderdeel bepaalt het financiële bedrijf waarnaar de financiële mutaties die het bedrijfsonderdeel genereert, worden geboekt.
bedrijf voor toekennen inkoopfacturen
Een financieel bedrijf dat u koppelt aan een enterprise-eenheid om inkoopfacturen toe te kennen en goed te keuren. Een bedrijf voor het toekennen van facturen kan een ander financieel bedrijf zijn dan het bedrijf dat gebruikt wordt om de financiële administratie van de enterprise-eenheid uit te voeren. In een structuur met meerdere financiële bedrijven kunt u het toekennen van inkoopfacturen centraal uitvoeren door een bedrijf voor het toekennen van inkoopfacturen te koppelen aan meerdere enterprise-eenheden.
begroting
1) Een commerciële voorcalculatie opgemaakt vóór het productiestadium van projecten. 2) Een plan dat een schatting van toekomstige kosten en opbrengsten bevat, gerelateerd aan verwachte activiteiten.
belastingcategorie
Een manier om typen belasting te onderscheiden en/of te groeperen voor selecties voor verslagen, overzichten en belastingbetalingen. Bijvoorbeeld: voor sociale verzekeringsbijdragen kunnen de categorieën Werkloosheid en Ziektekostenverzekering vereist zijn.
belastingclassificatie
Een attribuut van orderkoppen en orderregels dat u kunt gebruiken om belastinguitzonderingen te definiëren voor de mutatie. LN haalt de default belastingclassificatie op uit de gegevens voor de factureren-door en factureren-aan relatie.

U kunt de belastingclassificatie bijvoorbeeld gebruiken voor het volgende:

  • Om aan te geven dat op betalingen aan een factureren-door relatie belasting en sociale verzekeringsbijdragen moeten worden ingehouden
  • Om relaties te groeperen die voor uw bedrijf dezelfde belastingaspecten hebben, zoals onderaannemers en vertegenwoordigers
  • Om aan te geven dat de belasting moet worden betaald in een ander land dan het thuisland van het verkoopbureau of het servicebureau
belastingcode
Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.
belastingcodes per land
Definitie van de landspecifieke belastinggegevens. Bijvoorbeeld: het type belasting (enkel- of meervoudig), de inningsinstantie, de tarieven en tekst die moet worden afgedrukt op facturen waarop een bepaalde belasting van toepassing is.
belastingdienst
Een overheidsinstantie met jurisdictie over de verkoopbelastingen in een bepaald gebied. U kunt belastingdiensten en belastingdienstgroepen instellen voor belastingrapportage.
belastingdienstgroep
Een manier om belastingdiensten te groeperen. U kunt de belastingdienstgroepen gebruiken wanneer u belastinginformatie selecteert of sorteert voor rapportagedoeleinden.
belastinggrondslag
De waarde die LN gebruikt om de belastingbedragen te berekenen.

Doorgaans is de belastinggrondslag het nettobedrag van een order of het nettobedrag van een factuur. Voor belastingsoorten als sociale verzekeringsbijdragen die kunnen worden gewijzigd voor een deel van het factuurbedrag, kan de belastinggrondslag echter een percentage van het nettobedrag zijn.

belastingland
Het land waarin de belasting moet worden betaald en/of gerapporteerd. Het belastingland kan een ander land zijn dan het land waar de goederen worden afgegeven of geleverd.
belastinglandengroep
Een groep landen die dezelfde belastingrelatie hebben met het vestigingsland van het bedrijf.
belastinglandenset
Een groep landen waarin dezelfde belastingregels van toepassing zijn.
belastinglibrary
Een algoritme dat LN gebruikt om de belastingcode, het belastingland en andere belastingdetails van een mutatie te bepalen.

Voor meer informatie, zie Zoekvolgorde defaults voor belastingen

belastingnummer
Een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren. De belastingdienst kent de belastingnummers toe aan de geregistreerde bedrijven. Uw relaties moeten hun belastingnummer aan u geven. Relaties zonder belastingnummer worden beschouwd als particulieren.
belastingnummer
Een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren. De belastingdienst kent de belastingnummers toe aan de geregistreerde bedrijven. Uw relaties moeten hun belastingnummer aan u geven. Relaties zonder belastingnummer worden beschouwd als particulieren.
belastingnummer
Een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren. De belastingdienst kent de belastingnummers toe aan de geregistreerde bedrijven. Uw relaties moeten hun belastingnummer aan u geven. Relaties zonder belastingnummer worden beschouwd als particulieren.
belastingnummer
In Italië is dit een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven te identificeren.
belastingpakket
Een third-party applicatie die de berekening van belasting voor de Verenigde Staten en Canada mogelijk maakt.
belastingpercentage
Het belastingpercentage voor elke belastingcode.
belastingpositie
Staat voor een vak op het formulier voor de belastingaangifte. Om de belastingcodes die bijdragen aan het bedrag in een vak te koppelen aan de belastingpositie, definieert u relaties per belastingpositie. Om het vak toe te voegen aan de belastingaangifte, koppelt u de belastingpositie aan de aangiftekop.
belastingrekening
Grootboekrekening waarop u de belastingbedragen kunt boeken.
belastingrekeningengroep
Een groep grootboekrekeningen waarnaar de diverse soorten belastingbedragen worden geboekt.

Een belastingrekeningengroep kan de volgende rekeningen bevatten:

  • (Tussen)rekening belasting op inkopen
  • Rekening belasting op verkopen
  • Belastingrekening voor vooruitbetalingen
  • Belastingrekening voor vooruitontvangsten
  • Tegenrekening belasting verlegd inkoop
  • Tegenrekening belasting verlegd verkoop
  • Tussenrekening belasting op betalingen
  • Tussenrekening belasting op ontvangsten
  • Grootboekrekening verkopen

In plaats van een grootboekrekening op te geven voor elk type belastingbedrag in de sessie Belastingcodes per land (tcmcs0136s000), kunt u de grootboekrekeningen in één keer specificeren door een belastingrekeninggroep te selecteren voor de combinatie belastingcode per land.

belastingsoort
Geeft aan of de belasting moet worden betaald bij het aanmaken van de factuur of nadat de factuur is betaald.
belastingverrekening
LN koppelt een belastingcode van dit type aan de tegenboekingen van de belastingbedragen op de tussenrekeningen wanneer u de belasting betaalt en aan de belastingbetalingen aan de inningsinstantie.
belastingvrijstelling
Vrijstelling van belasting hebben. Mutaties met specifieke relaties waarbij specifieke goederen betrokken zijn, en/of die hun herkomst of bestemming in bepaalde landen of regio's hebben, kunnen van belasting worden vrijgesteld. Verkoopfacturen voor mutaties die zijn vrijgesteld van belasting, mogen geen belastingbedragen bevatten.

Sommige ondernemingen zijn vrijgesteld van verkoopbelasting binnen de jurisdictie van bepaalde belastingdiensten. Verkoopfacturen voor een klant met een geldige belastingvrijstelling mogen geen belastingbedragen bevatten. Indien u vrijgesteld bent van verkoopbelasting, mogen uw crediteuren geen belastingbedrag op hun facturen opnemen.

berekeningsmethode
Er zijn twee methoden beschikbaar: parallel en cumulatief. Parallelle belastingberekening betekent dat bijvoorbeeld de combinatie van de belastingpercentages 5% en 15% resulteert in een uiteindelijk belastingpercentage van 20%. Cumulatieve belastingberekening betekent dat het tweede belastingpercentage toegepast wordt over het eerste belastingpercentage. Bijvoorbeeld: de combinatie van de belastingpercentages 10% en 5% resulteert in een uiteindelijk belastingpercentage van 15,5% (= 10% + 5% + (10% / 100% * 5%)).
beschikbaarheidssoort
Een indicatie van het type activiteit waarvoor een resource beschikbaar is. Met beschikbaarheidssoorten kunt u meerdere sets werktijden voor één kalender definiëren.

Als een afdeling bijvoorbeeld beschikbaar is voor productiewerkzaamheden op maandag tot en met vrijdag en beschikbaar is voor serviceactiviteiten op zaterdag, kunt u twee beschikbaarheidssoorten definiëren, een voor productiewerkzaamheden en een voor serviceactiviteiten. Vervolgens kunt u deze beschikbaarheidssoorten koppelen aan de kalender voor de desbetreffende afdeling.

bestelbeleid
De orderparameter die de methode bepaalt waarop een artikel wordt geproduceerd of besteld.

Dat kan één van de volgende methoden zijn:

  • Anoniem: het artikel wordt geproduceerd of ingekocht, onafhankelijk van klantorders.
  • Op order: het artikel wordt alleen geproduceerd of ingekocht als er klantorders voor het artikel aanwezig zijn.
bestelmethode
De orderparameter die de bestelde hoeveelheden van aanbevolen inkoop- en productieorders bepaalt.

Opties:

  • Partij voor partij
  • Optimale seriegrootte
  • Vaste orderhoeveelheid
  • Aanvullen tot maximum voorraad
bestelsysteem
De orderparameter die bepaalt hoe aanbevolen inkoop- en productieorders worden gegenereerd.

Opties:

  • FAS (eindassemblageplanning).
  • SIC (statistisch voorraadbeheer).
  • Gepland (afroepschema- en ordergestuurde planning).
  • Handmatig ( handmatige bestelling).
bestemmingsbelasting (verkoop)
Belastingregels voor verkoop in Noord-Amerika en Canada. De tarieven worden bepaald door de lokale autoriteiten in de jurisdictie waar de goederen of diensten worden ontvangen of verbruikt. In veel gevallen moet belasting worden betaald aan meerdere jurisdicties met bevoegdheid voor dezelfde locatie.
betaalwijze
De wijze waarop de betaling (inkoopfactuur) of de incasso (verkoopfactuur) plaatsvindt. De betaalwijze definieert gegevens zoals het maximumbedrag, de soort vervaldatum, of vreemde valuta toegestaan zijn en welke gegevens afgedrukt moeten worden op het verslag.

Deze gegevens zijn defaults die u zonodig kunt wijzigen op de order of factuur.

betalen-aan relatie
De relatie waaraan u facturen betaalt. Meestal is dit de debiteurenadministratie bij de crediteur. De definitie omvat de default valuta en de valutakoers, de bankrelatie van de crediteur, het aantal dagen waarbinnen de facturen betaald moeten worden en of de relatie een factormaatschappij gebruikt.
betalen-door relatie
De relatie waarvan u betalingen ontvangt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en de valutakoers, de bankrelatie van de debiteur, de soort aanmaningen die u naar de relatie stuurt en de frequentie van het versturen van aanmaningen.
betalingsbalans (België)
Een overzicht dat bedrijven in België en Luxemburg moeten indienen bij de Belgische Nationale Bank (NBB). Het overzicht toont het totaalbedrag van activa en passiva dat het resultaat is van buitenlandse verkoop- en inkooptransacties met andere landen.
betalingscondities
Overeenkomsten met betrekking tot de manier waarop facturen worden betaald.

De betalingscondities omvatten:

  • De periode waarbinnen de facturen moeten worden betaald.
  • De verleende korting als een factuur wordt betaald binnen de aangegeven periode.

De betalingscondities stellen u in staat om het volgende te berekenen:

  • De datum waarop moet worden betaald
  • De datum waarop de kortingsperioden vervallen
  • Het kortingsbedrag
betalingsperiode
Een aantal dagen of maanden die opgeteld worden bij de factuurdatum. Als er geen andere berekeningen voor de vervaldatum van toepassing zijn, moet de factuur binnen deze periode worden betaald.
betalingsschema
Afspraken over de te betalen bedragen per betalingsperiode. U kunt een betalingsschema koppelen aan de betalingscondities en op die manier ook aan verkoopfacturen en inkoopfacturen.

Op elke regel van het betalingsschema wordt dat deel van het factuurbedrag gedefinieerd dat moet worden betaald binnen een bepaalde periode, alsmede de betaalwijze die wordt gebruikt voor de betaling en de kortingscondities die van toepassing zijn op de betaling.

NB

In vele sessies verwijst de term 'betalingsschema' naar een regel van een betalingsschema.

Als u gebruik maakt van ontvangsten voor zendingen, verwijst 'betalingsschema' naar een zending.

Synoniem: ontvangstschema
bevestiging (brief)
Een mededeling van een leverancier om te bevestigen dat een inkooporder is ontvangen. Bevestiging houdt in dat de leverancier de order accepteert.
bevestiging (contract)
Een formele en schriftelijke bevestiging. De leverancier stuurt een bevestiging naar de klant om de ontvangst van een contract of een order te bevestigen.
bilaterale facturering
Het automatisch genereren van facturen tussen twee financiële bedrijven als gevolg van goederenoverboeking tussen magazijnen van enterprise-eenheden die aan deze financiële bedrijven zijn gekoppeld.
bovenmarge
De bovenmarge is het percentage dat de werkelijke verkoopprijs hoger mag zijn dan de richtprijs.
branchecode
De codes waarmee relaties worden geclassificeerd in sectoren op basis van een lijst met codes die wordt vastgesteld door overheidsinstanties. Deze codes kunnen worden gebruikt om klanten te segmenteren voor gebiedsbeheer en campagnes. Voorbeelden van systemen voor branchecodering zijn: SIC (Standard Industrial Classification) en NAICS (North American Industry Classification System).
branches
Groepen klanten en/of leveranciers die in dezelfde bedrijfssector werken. U kunt branches als selectiecriterium gebruiken bij het genereren van verslagen/overzichten van statistische of historische gegevens.
bruto/netto
Veld met betrekking tot het afdrukken van de korting op de factuur. Netto: de artikelregelkorting wordt niet op de factuur afgedrukt. Bruto: de artikelregelkorting wordt op de factuur afgedrukt.
bshell
BTW
Acroniem voor belasting op de toegevoegde waarde. Dit is het indirecte belastingpercentage dat geheven wordt over producten of diensten in de verschillende fasen van de productie en distributie.
BTW intracommunautaire transacties inkoop
De BTW die geheven wordt over inkooptransacties tussen EU-landen.
Synoniem: BTW ICT inkoop
BTW intracommunautaire transacties verkoop
De BTW die geheven wordt over verkooptransacties tussen EU-landen.
Synoniem: BTW ICT verkoop
BTW-overzicht
Een wettelijk voorgeschreven overzicht van alle BTW-mutaties van een bedrijf, op volgorde van datums. De mutaties kunnen worden gegroepeerd op basis van belastingartikelen, waarmee doorgaans mutaties met hetzelfde belastingpercentage worden gegroepeerd.
business-object
Een aan de bedrijfsvoering gerelateerd object, zoals een inkooporder of een organisatie-eenheid. De gegevens van een business-object worden opgeslagen in de attributen van het business-object, zoals het inkoopordernummer of de naam van de organisatie-eenheid. Een business-object bevat tevens een set acties, die methoden van het business-object worden genoemd, waarmee de attributen kunnen worden gemanipuleerd. Voorbeelden zijn Aanmaken inkooporder en Lijst organisatie-eenheden.

Vanuit een ontwikkelingsperspectief is een business-object een verzameling van tabellen en functies waarmee die tabellen worden gemanipuleerd, die gelijktijdig worden geïmplementeerd in de ontwikkelingsfase. Een business-object wordt geïdentificeerd aan de hand van de combinatie van een pakketcode, modulecode en code voor het business-object.

calibratiedatum
De datum waarop een instrument wordt gecalibreerd.
Capaciteitspercentage
Het percentage van de beschikbare productiecapaciteit die de basis vormt voor weergaven en verslagen van de bezetting van de afdeling. Als de werktijden van een afdeling bijvoorbeeld lopen van 06:00 tot 16:00 uur (10 uur), is de effectiviteitsfactor 1,0 en het capaciteitspercentage 80%. 8 uur productieorderuitvoering correspondeert met een capaciteitsbezetting van 100%.

Het default capaciteitspercentage is 100%.

categorie
Een verdeling binnen een classificatiesysteem voor enterprise-eenheden of relaties tussen enterprise-eenheden.
categorie
Een classificatie of onderverdeling van artikelen. De classificatie kan op basis van vorm, geschiktheid of functie zijn.
categorie contactpersoon
Een door de gebruiker te definiëren classificatie van contactpersonen.
centrale kalender
Een gedefinieerde kalender die u kunt gebruiken om bewerkingen door verschillende pakketten te plannen en te berekenen.
centrale valuta
De basisvaluta die wordt gebruikt voor de conversie van bedragen via triangulation. Om bijvoorbeeld de Duitse mark (DEM) naar de Franse frank (FFR) te converteren, kunt u het bedrag in marken naar euro's converteren en vervolgens de euro's omzetten in franken. De euro is dan de centrale valuta.
certificaat voor belastingvrijstelling
Een certificaat dat afgegeven wordt door een belastingdienst aan een bepaald bedrijf, waarmee vrijstelling van verkoopbelasting wordt gegeven binnen de jurisdictie van die belastingdienst. Wanneer u goederen of diensten inkoopt, moet u het certificaatnummer verstrekken aan uw leverancier, zodat deze bevoegdheid heeft om geen belasting te heffen.
classificatie logistieke kosten
Attribuut waarmee gebruikers een logistieke mutatie kunnen koppelen aan een specifieke verzameling logistieke kosten, waarbij de voor die mutatie geldende instellingen voor logistieke kosten worden overruled. Indien nodig kunnen gebruikers een classificatie voor logistieke kosten opgeven en deze classificatie voor de mutatie gebruiken.
cluster
Een groep entiteiten die niet noodzakelijk gerelateerd zijn aan één financieel bedrijf of logistiek bedrijf.

In Enterprise Planning worden clusters gebruikt voor groepen magazijnen, die verbonden zijn door middel van leveringsrelaties.

code logistieke kosten
Een identificatiecode voor logistieke kosten.
configureerbaar artikel
Een artikel met opties en kenmerken dat moet worden geconfigureerd voordat er activiteiten mee kunnen worden uitgevoerd. Als het configureerbare artikel generiek is, wordt na de configuratie een nieuw artikel aangemaakt. Als het artikel een maak- of inkoopartikel is, wordt de configuratie geïdentificeerd met een artikelcode en optielijst-ID.

Maak artikelen waarvoor de default leveringsbron is ingesteld op Assemblage of Generiek zijn altijd configureerbaar. Inkoop artikelen waarvoor een inkoopafroepschema wordt gebruikt, kunnen configureerbaar zijn.

consignatie (eigendom)
Een magazijn dat wordt gebruikt voor de opslag van consignatievoorraad die wel eigendom is. Consignatie (eigendom) betreft goederen die uw bedrijf in eigendom heeft en die zijn opgeslagen in een magazijn van uw klant. U wordt pas betaald als de goederen zijn verbruikt of verkocht. U registreert de goederen niet als consignatievoorraad, omdat de goederen nog deel uitmaken van uw voorraad.
contactpersoon
De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.
conversiecluster
Een cluster van financiële bedrijven die gekoppeld zijn aan enterprise-eenheden van logistieke bedrijven die, voor de conversie, beschouwd worden als één logistieke eenheid van bedrijven.
conversiecluster
Een groep bedrijven en/of valuta's die geconverteerd moeten worden samen met de conversiegegevens, zoals de te verwerken soort conversie.
conversiegewicht
Een nummer dat de omvang van een conversietaak aangeeft. Tabellen met een hoger conversiegewicht woorden eerder geconverteerd dan tabellen met een lager conversiegewicht. LN gebruikt het conversiegewicht om de volgorde te bepalen waarin tabellen worden geconverteerd als er geen prioriteit is aangegeven.
correspondentieadres
Het adres waar alle post naartoe wordt gestuurd (bijv. orderbevestigingen, facturen). Deze adressen worden vastgelegd voor debiteuren of crediteuren. U kunt ook extra orderspecifieke adressen vastleggen.
datumformaat
De volgorde van de numerieke karakters die de manier aangeeft waarop de systeemdatum wordt weergegeven. Dit betreft de dag van de maand en het jaar zoals weergegeven op documenten, bijvoorbeeld 15/09/78 (in Groot-Brittannië) en 9/15/78 (in de VS).
default leveringsbron
De bron waaruit een artikel default wordt geleverd. Een artikel kan worden geleverd met behulp van inkooporders, productieorders, assemblageorders of magazijnorders.

De default leveringsbron bepaalt welk type order wordt gebruikt om het artikel te leveren, maar over het algemeen kunt u de default overschrijven en een alternatieve bron opgeven.

dependent-currency systeem
Een valutasysteem waarin u meerdere eigen valuta's kunt gebruiken binnen één bedrijf. Voor de meeste entiteiten bepaalt het financiële bedrijf de lokale valuta die wordt gebruikt. Alle mutaties worden in alle eigen valuta's vastgelegd.

Valutakoersen worden gedefinieerd tussen de externe valuta's en de referentievaluta en tussen de referentievaluta en de overige eigen valuta's. Mutatiebedragen worden eerst omgezet in de referentievaluta en vervolgens in de andere eigen valuta's.

Zie: standaard valutasysteem
destructieve test
Een test waarbij de geteste artikelen worden vernietigd nadat ze zijn getest.
detailsessie
Een dialoogvenster waarin alle detailgegevens (velden) worden getoond voor de regel (record) die is geselecteerd in de bijbehorende overzichtssessie. U kunt detailsessies gebruiken om de gegevens van één record op te vragen, in te voeren of te wijzigen.

Een detailsessie kan een aantal tabbladen bevatten, waarin gerelateerde velden zijn gegroepeerd.

document
Een algemene term voor drukwerk, zoals verslagen, orderdocumenten of gebruikersdocumentatie.
door klant verstrekt materiaal
Een artikel dat door de klant wordt geleverd om te worden gebruikt als materiaal bij de productie van een eindproduct voor diezelfde klant.
driehoeksfacturering
Het genereren van interne financiële verrekeningen wanneer goederen en de factuur voor deze goederen verzonden of ontvangen worden door verschillende entiteiten. De entiteiten kunnen bedrijfsonderdelen, magazijnen en interne of externe relaties zijn. LN genereert automatisch de interne facturen of de verrekening tussen de entiteiten in de financiële bedrijven die erbij betrokken zijn.
driehoekshandel
Driehoekshandel binnen de EU betreft leveringen van goederen waarbij drie partijen betrokken zijn, waarvan er tenminste twee in EU-lidstaten gevestigd zijn en waarbij één partij de goederen naar de klant verzendt en een andere partij de klant voor de goederen factureert. De goederen worden doorgaans aan de klant geleverd via een rechtstreekse levering.
Synoniem: ABC-mutatie
EDI-bericht
Een standaard elektronisch document met de naam van de organisatie en een bericht. EDI-berichten worden verwerkt als inkomende of uitgaande berichten.

EDI-berichten kunnen bijvoorbeeld orderbevestigingen of verzendberichten (ASN) zijn.

Organisaties die standaarden voor EDI-berichten vaststellen:

  • ANSI
  • X12
  • UN/EDIFACT
  • ODETTE
  • VDA
eenhedenset
Een groep eenheidscodes die gekoppeld kan worden aan standaard- of klantspecifieke artikelen of artikeldefaults. In een eenhedenset kunt u aangeven welke grootheid gebruikt kan worden voor het artikel, in welke modules en voor welke doeleinden.
eenheid
De grootheid waarin het artikel of de goederen worden beheerd. Bijvoorbeeld: een hoeveelheid hout kan uitgedrukt worden in lengte door de eenheid meters te gebruiken of in volume door de eenheid kubieke meter te gebruiken.
eenmalige relatie
Een relatie waarmee uw bedrijf tijdelijk contact onderhoudt. Als u geen permanente zakenrelatie hebt met een relatie, maar nu en dan goederen verkoopt aan individuen, dan kunt u zo'n relatie definiëren als eenmalige relatie.
eerste dagnummer
Het eerste dagnummer van een week.
eerst vrije nummer
Het eerste beschikbare nummer binnen een serie. Wanneer u orders aanmaakt, wordt dit nummer als default aangeboden. Series stellen u in staat om orders van dezelfde soort te groeperen door ordernummers toe te kennen die met dezelfde cijfers beginnen.
effectivity serie
Een code waarmee een groep van een of meer effectivity units wordt aangeduid die van toepassing zijn op hetzelfde unit-effective artikel.
effectivity unit
Een referentienummer, bijvoorbeeld op een verkooporderregel of een projectleverregel, dat wordt gebruikt om verschillen voor een unit-effective artikel te modelleren.
efficiëntiefactor
Een variabele die LN gebruikt om rekening te houden met de verschillen in de dagelijkse beschikbaarheid van een resource, bijvoorbeeld bij overwerk, het inhuren van extra mankracht of bij het werken in verschillende ploegen. Als een medewerker bijvoorbeeld 6 uur van de mogelijke 8 uur werkt aan een project, is de efficiëntiefactor 0,75.

Efficiëntiefactoren hebben invloed op de berekening van de doorlooptijd in Enterprise Planning.

eigen valuta
Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

elektronische gegevensuitwisseling
De wijze waarop informatie met uw relaties wordt uitgewisseld via elektronische post. Deze informatie omvat catalogussen, verkoop- en inkooporders en alle overige soorten informatie die nodig zijn om bedrijfsmutaties uit te voeren.
e-mailadres
De locatie waar e-mailberichten naartoe worden gestuurd. Een e-mailadres bestaat uit een gebruikersnaam en een Internetadres gescheiden door een apenstaartje (@). Bijvoorbeeld: lucy@narcia.com, waarbij lucy de gebruikersnaam en narcia.com het Internetadres is.
engineering-module
Een virtueel artikel dat gebruikt wordt om een vast onderdeel van een productconstructiestructuur te modelleren in de module Assemblageplanning van Productie. De productconstructiestructuur wordt gebruikt om assemblageorders te genereren voor de module Assemblagebeheer in Productie.

De engineering-module is de top van een boomstructuur (stuklijst) van constructieartikelen. Als Assemblageplanning de assemblageorders genereert, wordt het artikeltype Engineering-module aangemaakt in de tabellen Basisgegevens artikelen van LN, als dat nog niet bestaat. De engineering-module maakt deel uit van de orderinhoud en de as-built structuur.

enkelvoudige belastingpercentages
Aanduiding voor een enkelvoudig belastingtarief, in tegenstelling tot meervoudige tarieven. In Canada en de VS kunnen meervoudige belastingtarieven van toepassing zijn op nationaal, staats- en gemeentelijk niveau. Enkelvoudige belastingtarieven bestaan uit enkelvoudige, vaste percentages.
enterprise-eenheid
Een financieel onafhankelijk onderdeel van uw organisatie, dat is opgebouwd uit entiteiten zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en projecten. De entiteiten van de enterprise-eenheid moeten allemaal tot hetzelfde logistieke bedrijf behoren, maar een logistiek bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden bevatten. Een enterprise-eenheid is gekoppeld aan één financieel bedrijf.

Wanneer u logistieke mutaties tussen enterprise-eenheden uitvoert, worden deze geboekt naar de financiële bedrijven waaraan de enterprise-eenheid is gekoppeld. U kunt de relaties definiëren tussen de enterprise-eenheden en dus de goederenoverboeking die kan plaatsvinden tussen de enterprise-eenheden. U moet de enterprise-eenheden koppelen aan interne relaties om facturering en prijsbeheer tussen enterprise-eenheden te kunnen gebruiken.

U kunt enterprise-eenheden gebruiken om de financiële administratie voor bepaalde delen van uw bedrijf uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld enterprise-eenheden definiëren voor aparte onderdelen van uw organisatie die horen bij één logistiek bedrijf, maar die in verschillende landen zijn gevestigd. De administratie van elke enterprise-eenheid wordt uitgevoerd in de valuta van dat land en in het financiële bedrijf dat gekoppeld is aan de enterprise-eenheid.

Enterprise-modelbeheer
Deze module stelt u in staat om uw organisatie op te zetten (modelleren). Er kunnen stromen gedefinieerd worden tussen entiteiten. Deze kunnen worden onderverdeeld in goederen-, documenten-, informatie- en ontvangst-/betalingsstromen. Deze stromen worden vastgesteld voor entiteiten zoals magazijnen, medewerkers en afdelingen. Met deze stromen kunt u goederen, documenten en informatie op een flexibele manier afhandelen, afhankelijk van de organisatiestructuur.
Afkorting: EMM
entiteiten
Aparte en onafhankelijke bouwstenen voor een cluster. Bijvoorbeeld: magazijn, afdeling, medewerker, verkoopafdeling, inkoopafdeling, project, klant, leverancier, financieel bedrijf.
EU-koers
De koers die wordt gebruikt in de Europese Unie als import- en exportgegevens voor de rapportage van intracommunautaire transacties worden verwerkt.
expediteur
exportbelasting
Een belasting, anders dan bestemmingsbelasting op verkoop, die wordt geheven over goederen die vanuit het belastingland worden geëxporteerd. Voor EU-lidstaten is exportbelasting van toepassing op goederen die naar niet-EU-landen worden geëxporteerd.
exportlicentie
Een door de autoriteiten vereiste licentie voor het verkopen en/of verzenden van artikelen (hightech, geheim of mogelijk gevaarlijk) waaraan wettelijke vereisten zijn verbonden. Voor artikelen waarvoor deze licentie verplicht is, gelden beperkingen in Enterprise Planning. Het aanbod voor artikelen waarvoor een exportlicentie verplicht is, of artikelen die een artikel bevatten waarvoor een exportlicentie verplicht is, kunnen alleen worden samengevoegd met leveringen voor hetzelfde project. Voor regels voor kostenoverdracht bestaan vergelijkbare beperkingen.
extensible markup language (XML)
Een taal om gestructureerde documenten te maken met metagegevens. De structuur van een XML-document wordt bepaald door een DTD-definitie (Document Type Definition) die door de gebruiker kan worden gedefinieerd.
Voorbeeld

Een typisch fragment van een XML-document ziet er als volgt uit:

<item status="preliminary">
    <itemID>PXA0012</itemID>
    <description>front axle-bearing</description>
</item>
Acroniem: XML
externe initialisatie
Conversie naar de euro van de mutatievaluta's en de mutatiebedragen die gerelateerd zijn aan de relaties waarvoor u de externe conversie verwerkt.
factureren-aan relatie
De relatie waarnaar u facturen stuurt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van de debiteur, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen en de gerelateerde betalen-door relatie.
factureren-door relatie
De relatie die facturen stuurt naar uw organisatie. Meestal is dit de debiteurenadministratie bij de crediteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van uw organisatie, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen en de gerelateerde betalen-aan relatie.
Facturering
Dit pakket wordt gebruikt om de efficiëntie en de gebruiksvriendelijkheid te verbeteren. U kunt alle soorten facturen genereren en afdrukken in Facturering. Dit pakket stelt de gebruiker in staat om facturen van andere LN-pakketten te combineren.
factuursaldo
Het totale niet-betaalde factuurbedrag.
factuurverzendmethode
Een door de gebruiker te definiëren manier voor het categoriseren van facturen op basis van de verzendmethode. LN drukt facturen af die gegroepeerd zijn op basis van de factuurverzendmethode. Per factuurverzendmethode sorteert en drukt LN de facturen af binnen elke postcode per adres.

U kunt een default factuurverzendmethode selecteren voor elke factureren-aan relatie.

fence
Het dagnummer in de maand, dat gebruikt wordt om vast te stellen in welke volgende maand de vervaldatum valt.
FIFO (First In First Out)
Een methode van voorraadwaardering voor de administratie. Aangenomen wordt dat de oudste voorraad (first in) als eerste gebruikt moet worden (first out), maar er is geen noodzakelijke relatie met de eigenlijke verplaatsing van specifieke artikelen.
Acroniem: First In First Out-methode
financiële afdeling
Een afdeling die een financieel bedrijf gebruikt om financiële gegevens te groeperen op een meer gedetailleerd niveau dan per enterprise-eenheid.

U kunt financiële afdelingen gebruiken om de volgende soorten financiële gegevens te groeperen:

  • Handmatig ingevoerde verkoopfacturen
  • Wissels
  • Financiële gegevens van relaties

In een financieel bedrijf kunt u een financiële afdeling aan de volgende relatierollen koppelen:

  • Factureren-aan relatie
  • Betalen-door relatie
  • Factureren-door relatie
  • Betalen-aan relatie
financiële afdeling
De afdeling die bepaalt in welk financieel bedrijf de mutatie moet worden geboekt en die verantwoordelijk is voor de belastingaangifte in het belastingland van de order. Het thuisland van het financiële bedrijf moet het belastingland van de order zijn. De financiële afdeling is een afdeling van het financiële bedrijf.

Als het financiële bedrijf van de administratieve afdeling een belastingnummer heeft in het belastingland van de order, komen de financiële afdeling en de administratieve afdeling overeen.

financiële entiteit
Het laagste niveau waarop financiële verslagen worden gemaakt.

In LN hebben financiële entiteiten een een-op-een-relatie met financiële bedrijven.

Financiële entiteit is een verplicht veld in BOD's (Business Object Documents) voor mutatiegegevens.

First In First Out-methode
fiscale artikelgroep
Een groep artikelen met gemeenschappelijke kenmerken wat betreft belasting.

De fiscale artikelgroep bevat:

  • Het gebruikstype (bijv. verkoop, vaste activa, grondstoffen, enz.)
  • De fiscale categorie
  • De belastingcode
functie
De functie waarvoor u de parameters in de parameterwizard wilt vastleggen of instellen, zoals Noord-Europese bankbestanden, de betalingsbalans (België), de Intrastat-rapportage, etc.
functionele valuta
De hoofdvaluta waarmee de rechtspersoon zakendoet. Deze valuta moet worden gebruikt in bedrijfsverslagen en moet aan de US GAAP/IFRS-vereisten voor functionele valuta's voldoen.
geconfigureerd artikel
Een configureerbaar artikel dat is geconfigureerd, hetgeen wil zeggen dat er opties en kenmerken zijn gekozen voor het artikel.

Een geconfigureerd artikel kan componenten hebben die ook geconfigureerd zijn, zoals een fiets met een koplamp. Als een geconfigureerd artikel een eindartikel is, wordt het geconfigureerd met de configureerbare componenten en opgeslagen als een productvariant.

gelieerd bedrijf
Een apart logistiek bedrijf dat fungeert als relatie voor uw logistieke bedrijf. U moet de verkopen-aan en kopen-van rol definiëren voor een gelieerd bedrijf dat als relatie fungeert.

Een gelieerd bedrijf kan bijvoorbeeld staan voor gelieerde ondernemingen en locaties van uw onderneming in andere landen.

GEO-code
De code die gebruikt wordt met of in plaats van de adresinformatie zoals de plaats, staat/provincie en postcode om een belastingjurisdictie in Noord-Amerika en Canada vast te stellen.

Het belastingpakket bepaalt de GEO-code op basis van de ingevoerde adresinformatie en het geselecteerde land en plaats. Het formaat van de GEO-code varieert per belastingpakket.

gepland bestelsysteem
De productie of inkoop van geplande artikelen is gebaseerd op de verwachte vraag. Geplande artikelen worden gepland in Enterprise Planning.
gereedschapsklasse
Een categorie voor gereedschap.

Het geeft aan of het gereedschap:

  • Gereed is voor gebruik (ééndelig gereedschap).
  • Samengesteld moet worden vóór gebruik (samengesteld gereedschap).
  • Onderdeel is van een samengesteld stuk gereedschap (gereedschapscomponent).
gespreide consignaties
De levering van verschillende componenten van een product op verschillende tijdstippen. Gespreide consignaties worden pas geregistreerd als de laatste consignatie is afgeleverd.
gewicht
Het gewicht van de geleverde of ontvangen goederen. Het gewicht wordt berekend op basis van de mutatiehoeveelheid en de gewichtseenheid van het artikel.
goederenbedrag
Het totale goederenbedrag op de factuur. Het goederenbedrag bestaat uit het netto-orderregelbedrag exclusief belasting en kredietbeperking. Het bedrag wordt uitgedrukt in de factuurvaluta.
goederencode
De codes waarmee groepen artikelen worden aangeduid ten einde statistische gegevens te verzamelen en te rapporteren met betrekking tot de export en import van goederen in de landen van de Europese Unie (EU). De goederencodes worden bepaald door de autoriteiten.
goederenoverboeking
De relatie die informatie bevat die nodig is om goederen over te boeken tussen twee entiteiten of tussen twee enterprise-eenheden.
Goedkeuring klant
Een regeling op basis waarvan de goederen die op een verkooporder worden geleverd, door de klant moeten worden goedgekeurd voordat u de goederen kunt factureren. De eigendom van de goederen gaat over van de leverancier naar de verkopen-aan relatie wanneer de geleverde goederen goedgekeurd zijn.
groepsbelastingcode
Een belastingcode die staat voor meerdere afzonderlijke belastingcodes. Als er meer dan één belastingcode van toepassing is op een mutatie, kunt u een groepsbelastingcode koppelen aan de mutatie.

Een groepsbelastingcode kan bijvoorbeeld belastingcodes bevatten voor:

  • BTW
  • Inhouding inkomstenbelasting
  • Inhouding sociale verzekeringsbijdragen
groep voorwaarden en condities
Groep met gedetailleerde voorwaarden en condities voor orders, afroepschema's, planning, logistiek, facturering of vraagpegging voor de regel met voorwaarden en condities.
grootheid
De dimensie van de eenheid. De dimensie van kilometer is bijvoorbeeld lengte en de dimensie van liter is volume.
haalorder
Inkoop- of verkoopordersoort gerelateerd aan balieverkoop en directe facturering, waarbij de klant de goederen direct mee naar huis neemt. Daarnaast hoeven voor haalorders de verschillende documenten niet afgedrukt te worden.
handmatig bestelsysteem
Een bestelsysteem voor artikelen die niet door LN worden gepland. U kunt voor dergelijke artikelen handmatig inkoop- en productieorders aanmaken.
hoofdcategorie
Dit is het hoogste niveau van een catalogusstructuur. Een hoofdcategorie kan geen deel uitmaken van een andere categorie.
huurder
In een SaaS-software-implementatieomgeving (Software-as-a-Service) is een huurder de organisatie van de klant die de software gebruikt die als dienst wordt aangeboden.

Er worden geen gegevens uitgewisseld tussen huurders onderling. De huurder is het opslagelement op het hoogste niveau voor alle gegevens.

In LN is de huurder altijd een constante waarde voor een installatie van LN.

Huurder is een verplicht veld in BOD's (Business Object Documents).

I-code
IDEP
Acroniem voor Intrastat Data Entry Package. Een third-party applicatie voor het genereren van Intrastat-aangiften. U kunt IDEP gebruiken om de Intrastat-aangifte te genereren voor de Intrastat-gegevens die u uit LN exporteert.
implementatieparameter
De parameter die LN gebruikt om te bepalen of een functie al dan niet moet worden gebruikt. Bijvoorbeeld Belastingpakket gebruiken en Factoring gebruiken.
import/export
Het verzenden of leveren van goederen over nationale grenzen.
importbelasting
Een belasting, anders dan bestemmingsbelasting op verkoop, die wordt geheven over goederen die in het belastingland worden geïmporteerd. Voor EU-lidstaten is importbelasting van toepassing op goederen die vanuit niet-EU-landen worden geïmporteerd.
incasso
Een opdracht aan een bank om regelmatig bedragen op een rekening te incasseren die afkomstig zijn van een andere genoemde rekening.
Incoterm-codes
Een set codes voor internationale regels m.b.t. leveringscondities ten behoeve van de uniforme interpretatie van algemene contractbepalingen in export-/importtransacties, ontwikkeld en uitgegeven door de International Chamber of Commerce (ICC) te Parijs.
independent-currency systeem
Een valutasysteem waarin alle financiële en logistieke bedrijven die aan elkaar zijn gerelateerd in het enterprise-structuurmodel, dezelfde twee of drie eigen valuta's gebruiken. Alle mutaties worden in alle eigen valuta's vastgelegd.

Valutakoersen worden gedefinieerd tussen de mutatievaluta's en alle eigen valuta's. Mutatiebedragen worden rechtstreeks omgezet van de mutatievaluta in de eigen valuta's.

Zie: standaard valutasysteem
ingangsdatum
De eerste dag waarop een record of een instelling geldig is. De ingangsdatum bevat vaak ook de ingangstijd.
inhouding inkomstenbelasting
Belasting waarvoor de leverancier verantwoordelijk is en die de betaler van een inkoopfactuur inhoudt op de betaling en rechtstreeks betaalt aan de belastingdiensten.

De term "belastinginhouding" verwijst over het algemeen naar het inhouden van inkomstenbelasting en sociale verzekeringsbijdragen.

inhouding sociale verzekeringsbijdragen
Sociale verzekeringsbijdragen waarvoor de leverancier verantwoordelijk is en die de betaler van een inkoopfactuur inhoudt op de betaling en rechtstreeks betaalt aan de belastingdiensten.
inkoopbureau
Een bedrijfsonderdeel in uw organisatie dat verantwoordelijk is voor het kopen van materialen en diensten die uw organisatie nodig heeft. U wijst nummergroepen toe aan het inkoopbureau.

Op deze manier kunt u serienummers toewijzen aan:

  • Inkooporders
  • Inkoopafroepschema's
  • Offerteaanvragen
  • Inkoopcontracten

U kunt ook een default magazijn definiëren waar de goederen die door het inkoopbureau zijn besteld, moeten worden afgeleverd.

inkoopcatalogus
Een inkoopcatalogus bevat koopbare artikelen. Een inkoopcatalogus wordt gedefinieerd als een hoofdcategorie en als een inkoopcategorie.
inkoopcategorie
Een categorie die alleen gebruikt kan worden in inkoopcatalogussen. Inkoopcategorieën kunnen alleen lid zijn van hogere niveau-categorieën die ook inkoopcategorieën zijn. Een inkoopcategorie die ook een hoofdcategorie is, wordt een inkoopcatalogus genoemd.
inkoopkoers
De factor waarmee inkoopmutatiebedragen in een vreemde valuta worden vermenigvuldigd om de bedragen in de eigen valuta op te geven.
inkoperrol
Een classificatie van de rol van een contactpersoon in het besluitvormingsproces met betrekking tot een opportunity. Met deze classificatie weten vertegenwoordigers bijvoorbeeld hoe ze een contactpersoon moeten benaderen om een deal binnen te halen.

Een inkoperrol kan, bijvoorbeeld, zijn strategisch inkoper, beleidsvormer, beïnvloeder.

inningsinstantie
De overheidsinstantie waaraan de belasting of sociale verzekeringsbijdragen moeten worden betaald. In LN wordt een inningsinstantie gedefinieerd als een relatie met alleen de factureren-door en betalen-aan rollen.
inspectie
Het meten, onderzoeken, testen of ijken van één of meer kenmerken van een product of dienst. Hierna kunt u de resultaten vergelijken met de gespecificeerde eisen om vast te stellen of ieder kenmerk aan die eisen voldoet.

Inspecties worden vaak uitgevoerd op geleverde goederen nadat deze zijn aangekomen.

Internationale bankcode
internationale landcode
Een internationaal geaccepteerde standaard voor het aanduiden van landen met behulp van codes. Bijvoorbeeld: UK voor het Verenigd Koninkrijk en USA voor de Verenigde Staten van Amerika.
interne EDI
Het ontvangen en versturen van berichten tussen (logistieke) bedrijven in LN op hetzelfde systeem. Hiervoor is geen actie door een EDI-vertaler/communicatiepakket nodig.
interne goederenverplaatsing
Verplaatsing van goederen binnen uw eigen organisatie, bijvoorbeeld tussen magazijnen en/of afdelingen.
interne initialisatie
Conversie van de eigen valuta's van het bedrijf naar de doelvaluta's, al dan niet in combinatie met het valutasysteem van het bedrijf. De bedragen in de eigen valuta worden geconverteerd op basis van de algemene concepten die gelden voor het valutasysteem.
interne relatie
Een relatie die staat voor een enterprise-eenheid van hetzelfde logistieke bedrijf. Door het gebruik van relaties kunt u de goederenstroom tussen enterprise-eenheden modelleren en de bijbehorende financiële relaties, zoals facturering en prijsovereenkomsten. U moet alle rollen definiëren voor een interne relatie.
internetadres
Een IP-adres (Internet Protocol) is het numerieke adres van een machine, in het formaat dat op het Internet wordt gebruikt. Het IP-adres van één van de computers van de University of Georgia is bijvoorbeeld 128.192.12.9.
Intracom-aangifte
Een overzicht van de belastingvrijstellingsmutaties met relaties binnen de EU. Intracom-aangifte is de term die in België en Luxemburg wordt gebruikt voor de sales-listing.
Zie: Intracom-code
Intracom-code
Een indicatie van het type mutaties dat u uitvoert met de relatie. De Intracom-code is vereist voor de sales- of purchase-listing die deel uitmaakt van de EU-belastingrapportage.
Synoniem: I-code
Zie: Intracom-aangifte
Intrastat-aangifte
Een statistisch verslag over de fysieke goederenstromen tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU). De informatie over de aard, herkomst en omvang van de goederenstromen moet regelmatig worden gemeld door middel van een Intrastat-aangifte (EU).

Deze statistische gegevens moeten regelmatig worden gemeld door middel van een Intrastat-aangifte (EU). Sinds 1993 is deze Intrastat-aangifte (EU) vereist door de nationale belastingautoriteiten in het kader van de Europese Algemene gegevens Market (EC '93).

investment charge
Een inkoopbelasting als kosten (verlegd) die geheven wordt over investeringsbedragen. IVC wordt gebruikt om investeringen te sturen. Zo kunnen bijvoorbeeld milieu-investeringen worden vrijgesteld van IVC. IVC kan van toepassing zijn op inkoopfacturen en journaalposten.
Acroniem: IVC
ISO-code
Een code uit de codestandaard van de International Organization for Standardization (ISO). Deze standaarden en codes zijn internationaal geaccepteerd. Zo zijn er bijvoorbeeld ISO-codes voor de namen van talen (ISO 639.2), codes voor de namen van landen en de bijbehorende onderverdelingen (ISO 3166) enzovoort.
jaardeel
Een willekeurig deel van het jaar (flexibele periode).
JIT-artikel
Een just-in-time artikel is een artikel waarvan de inkoop aangestuurd wordt door inkoopafroepschema's in plaats van gewone inkooporders. Het inkoopafroepschema komt overeen met een regelmatige serie leveringen gedurende een bepaalde periode.
job
Eén of meer sessies en/of shell-scripts die LN uitvoert zonder tussenkomst van de gebruiker. U kunt een planning opstellen voor de periodieke uitvoering van jobs of de uitvoering van een job op een bepaald tijdstip.
just-in-time
Productie op basis van een verbetering van de productiviteit ten opzichte van de tijd en de gebruikte materialen.

De basisvoorwaarden van just-in-time zijn:

  • Alleen de vereiste voorraad te hebben die voor de huidige productie wordt gebruikt.
  • De kwaliteit te verbeteren zodat het aantal fouten tot een minimum wordt beperkt.
  • Omsteltijden, wachtrijen en partijgroottes (doorlooptijden) te verminderen.
  • Kosten te beperken.
kalender
Een overzicht van dagen met informatie over de beschikbaarheid van bijvoorbeeld resources of relaties op bepaalde tijden.
kalendercode
Een alfanumerieke code waarmee een kalender wordt aangeduid.
kanaal
Een verkoop- of distributiekanaal dat gebruikt wordt om goederen aan klantgroepen toe te wijzen.

U kunt afzetkanalen koppelen aan verkopen-aan relaties en aan artikelen. Afzetkanalen kunnen worden gebruikt in verband met vrije voorraad (available-to-promise, ATP).

U kunt een bepaald ATP-volume toekennen aan een afzetkanaal. Dit volume beperkt de vrije voorraad voor dat afzetkanaal tot een maximum.

kenmerk
Een verwijzing naar een bijzondere kwaliteit of een onderscheidingsteken van een artikel of een onderdeel/component van een artikel. Bijvoorbeeld: diameter, lengte, gewicht.
kenmerkeenheid
De eenheid waarin het kenmerk van het artikel uitgedrukt wordt, bijvoorbeeld, meters, kilogrammen.
kennisgebied
Specifieke kennis of bekwaamheid die een medewerker moet hebben om activiteiten uit te voeren. Bijvoorbeeld kennis van elektriciteit, specifiek materieel, enz.
klant
Een persoon of bedrijf waaraan uw bedrijf goederen levert of diensten aanbiedt.
Synoniem: verkopen-aan relatie
klantorderontkoppelpunt
Het punt in de productstructuur of het productieproces tot waar de materiaalbehoefte ordergestuurd is. Voorbij dit punt vindt anonieme productie plaats.

Typische voorbeelden van KOOP zijn:

  • Het gehele productieproces vanaf het inkopen van componenten tot de uiteindelijke assemblage wordt gestuurd door klantorders.
  • Standaard componenten worden geproduceerd op basis van prognoses; productie van eindproducten is ordergestuurd.
  • De productie van eindproducten, halffabrikaten en componenten wordt gestuurd door prognoses (make-to-stock).
Afkorting: KOOP
koersfactor
De factor waardoor het bedrag in de mutatievaluta of de factuurvaluta wordt gedeeld, voordat LN het naar een eigen valuta converteert. Een koersfactor wordt vaak gebruikt voor valuta's met een relatief lage prijs, zoals de Koreaanse Won.
kopen-van relatie
De relatie waarbij u goederen of diensten bestelt. Meestal is dit een verkoopafdeling bij de leverancier. De definitie omvat de default prijs- en kortingsovereenkomsten, defaults voor inkooporders, leveringsvoorwaarden en de gerelateerde verzenden-van en factureren-door relatie.
Synoniem: leverancier
kortingscode
Een methode om aan te geven waarom korting is verleend. U kunt bijvoorbeeld korting verlenen omdat een klant grote hoeveelheden besteld. Indien u een korting verleent of een toeslag op een verkoopfactuur berekent, kunt u een kortingscode invoeren waarmee u de reden aangeeft.

Toeslagen en kortingen kunnen het resultaat zijn van:

  • Standaard kortingen
  • Toeslagen
  • Te betalen provisies
  • Te betalen bonussen
kortingspercentage
Het percentage dat u kunt aftrekken van de brutoverkoopprijs of de bruto-inkoopprijs.
Kosten
De waarde die toegekend wordt aan de voorraad van een artikel of van goederen voor administratieve doeleinden aan het eind van een boekingsperiode. In een handelsonderneming zijn de kosten meestal inkoopprijzen, dat is de prijs die betaald is aan de leverancier. Soms worden echter andere bedragen voor opslag en transport hierbij opgeteld. In een productiebedrijf zijn de kosten meestal inkoopprijzen of productiekosten.
kostenartikel
Een administratief artikel dat wordt gebruikt om extra kosten op een order te boeken. Extra kosten zijn bijvoorbeeld administratiekosten, afschrijvingskosten, ontwikkelkosten en transportkosten.

Kostenartikelen kunnen niet voor productie worden gebruikt en kunnen niet in voorraad worden gehouden. Kostenartikelen worden ook wel onkostenartikelen genoemd.

kostencomponent
Een kostencomponent is een door de gebruiker gedefinieerde kostencategorie.

Kostencomponenten hebben de volgende functies:

  • Uitsplitsen van de kostprijs, verkoopprijs of waarderingsprijs van een artikel.
  • Vergelijken van de voorgecalculeerde en werkelijke productieorderkosten.
  • Berekenen van de productieresultaten.
  • Weergeven van de verdeling van uw kosten over de verschillende kostencomponenten in de module Cost Accounting.

Kostencomponenten kunnen de volgende kostensoorten betreffen:

  • Materiaalkosten
  • Bewerkingskosten
  • Toeslag op materiaalkosten
  • Toeslag op bewerkingskosten
  • OHW-overboekingskosten
  • Algemene kosten
NB

Indien u gebruik maakt van Assemblagebeheer kunt u geen kostencomponenten van het type Algemene kosten gebruiken.

kostenverdelingen
Kostenverdelingen worden gebruikt om aan een project gerelateerde kosten te splitsen en opnieuw toe te wijzen aan projectpegs die gekoppeld zijn aan specifieke attributen, zoals artikelen, artikelgroepen of afdelingen. De projectkosten zijn niet langer alleen gekoppeld aan de projectpeg met de hoogste vraag, maar verdeeld over pegs van een lager niveau voor de opgegeven attributen (verdelingen), waardoor het projectbeheer beter wordt.
kredietanalist
De medewerker die verantwoordelijk is voor het beheren en bewaken van het krediet dat u geeft aan een factureren-aan relatie.
kredietbeperking
Het percentage dat wordt geheven over het goederenbedrag of over het bedrag aan geleverde diensten, dat de ontvanger van de factuur moet betalen als de factuur niet binnen de aangegeven periode wordt betaald.
kredietlimiet
Het maximale financiële risico dat u accepteert of waarvoor u verzekerd bent voor een factureren-aan relatie, of dat een factureren-door relatie voor u accepteert.

Wanneer u orders aanmaakt, controleert LN voortdurend of het totaalbedrag van aangemaakte en gefactureerde orders de kredietlimiet niet overschrijdt. Zodra de kredietlimiet wordt overschreden, toont LN een waarschuwing.

kredietverzekeringsmaatschappij
Het bedrijf waar (een gedeelte van) de kredietlimiet van de factureren-aan relatie verzekerd is.
kredietwaardigheid
Een systeem voor het classificeren van klanten en mogelijke toekomstige klanten op basis van hun financiële positie en de mate van vertrouwen die een leverancier in hen stelt.

De kredietwaardigheid is gekoppeld aan een factureren-aan relatie en definieert een aantal gegevens zoals de actie die moet worden ondernomen als een verkooporder wordt verwerkt en wanneer de kredietcontrole moet worden herhaald.

kritisch veiligheidsartikel
Een onderdeel, assemblage, installatie of productiesysteem met een of meerdere essentiële kenmerken die, wanneer ze niet voldoen aan de ontwerpgegevens of kwaliteitsvereisten, leiden tot een onveilige situatie die kan leiden tot verlies of ernstige schade aan het eindartikel of hoofdcomponenten, verlies van controle of letsel van personeel.
kwaliteitsgroep
Een groep artikelen met gelijke kwaliteitskenmerken. De gegevens die voor de kwaliteitsgroep zijn gedefinieerd, worden gebruikt als defaults voor alle artikelen van die kwaliteitsgroep.
land
Landen zijn de nationale staten waarin uw leveranciers en klanten zijn gevestigd. Voor elk land kunt u de landcode, internationale nummers, telex en faxnummers definiëren.

Landen maken deel uit van de gegevens die u moet opgeven voor belastingrapportage. Bovendien kunnen artikelen gegroepeerd en geselecteerd worden op het land van herkomst.

landengroep betalingsbalans (België)
Een manier om landen te groeperen voor de Belgische betalingsbalans, die deel uitmaakt van de EU-belastingrapportage
leverancier
leveringscondities
De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.
leveringspunt
Een adresspecificatie binnen een afleveradres. Bijvoorbeeld een doklocatie van een magazijn.

De leverancier gebruikt het leveringspunt in het proces voor het opbouwen van zendingen: de zendingen worden gegroepeerd per leveringspunt.

lijstartikel
Een soort artikel dat uit meerdere componenten bestaat. De componenten kunnen ook apart worden beheerd en besteld. Het type lijstartikel (kit, menu, opties of accessoires) geeft aan hoe de componenten zijn gerelateerd.

Lijstartikelen worden gebruikt om het proces van orderinvoer te versnellen. De orderregels voor een lijstartikel kunnen hoofdartikelen of componenten bevatten.

lijstgroep
Een manier om lijstartikelen te groeperen. U kunt bijvoorbeeld een SLS-lijstgroep gebruiken om lijstartikelen te groeperen die in verkooporders worden gebruikt. Een lijstartikel kan tot verschillende lijstgroepen behoren.
LN-shell
De LN-shell is een programma waarmee de LN-applicaties worden uitgevoerd. De LN-shell dient als een interfaceprogramma tussen de LN-applicaties, het besturingssysteem, de gebruikersinterface en de database. Dankzij deze open systeemarchitectuur werken de LN-applicaties op alle ondersteunde combinaties van besturingssystemen, gebruikersinterfaces en databases.
Acroniem: bshell
Synoniem: virtuele machine
locatie
Een bedrijfslocatie van uw onderneming, die de eigen logistieke gegevens (artikelbestanden, enz.) onderhoudt.

Locaties worden gebruikt om de supply chain in een multi-site omgeving te modelleren.

In LN wordt een locatie aangeduid door middel van een driecijferige bedrijfscode.

locatie
De fysieke locatie die is gekoppeld aan de gegevens of de mutatie, zoals een magazijn, productielocatie, plaats of land.

Locatie is een verplicht veld in BOD's (Business Object Documents) voor mutatiegegevens.

loggen
het proces van het opslaan van elke afzonderlijke mutatie in een logbestand.
logistiek bedrijf
Een LN-bedrijf dat wordt gebruikt voor logistieke mutaties, zoals de productie en het transport van goederen. Alle logistieke gegevens die betrekking hebben op de mutaties worden opgeslagen in de database van het bedrijf.
logistieke dienstverlener
logistieke kosten
Het totaal van alle kosten voor de inkoop van een artikel tot aan de aflevering en ontvangst in een magazijn. Logistieke kosten zijn bijvoorbeeld transportkosten, verzekeringskosten, in- en uitvoerrechten en afhandelingskosten.

In LN kunnen logistieke kosten deel uitmaken van meerdere verzamelingen logistieke kosten.

logistiek gebied
Een combinatie van logistieke bedrijven en financiële groepsbedrijven. Een logistiek bedrijf bevat meerdere enterprise-eenheden. Financiële groepsbedrijven bevatten één of meer financiële bedrijven.

De enterprise-eenheden van het logistieke bedrijf kunnen aan een financieel bedrijf worden gekoppeld binnen één financieel groepsbedrijf. Enterprise-eenheden kunnen echter ook gekoppeld worden aan financiële bedrijven binnen verschillende financiële groepsbedrijven. Daarnaast kunnen enterprise-eenheden binnen verschillende logistieke bedrijven gekoppeld worden aan één financieel bedrijf. Ten slotte is het ook nog mogelijk dat bepaalde financiële bedrijven in een financieel groepsbedrijf niet gekoppeld zijn aan een enterprise-eenheid.

lokale eigen valuta
De eigen valuta is de officiële valuta van het land waarin het bedrijf is gevestigd. Belastingrapportage moet meestal in de lokale eigen valuta worden gedaan.
lokale valuta
De valuta van het land waarin het bedrijf is gevestigd. Anders is het de valuta waarin u verslag uitbrengt aan de lokale belastingdiensten.

In een multi-currency situatie kunt u drie eigen valuta's gebruiken. De drie eigen valuta's die u kunt definiëren voor een bedrijf zijn:

  • De lokale valuta van het bedrijf
  • Rapporteringsvaluta 1
  • Rapporteringsvaluta 2
magazijn
Een plaats voor goederenopslag. Voor elk magazijn kunt u adresgegevens en gegevens met betrekking tot de soort invoeren.
magazijnset
Een groep magazijnen met gelijke kenmerken. Een magazijn kan tot een specifieke magazijnset behoren.
magazijn van de soort Consignatievoorraad (geen eigendom)
Een magazijn dat wordt gebruikt voor de opslag van consignatievoorraad die geen eigendom is. Consignatievoorraad (geen eigendom) zijn goederen die het eigendom zijn van een leverancier, maar die kostenloos worden opgeslagen in uw magazijn en waarvoor pas betaald wordt als de goederen worden gebruikt of verkocht. U registreert de goederen als consignatievoorraad.
make-to-order
Artikelen die gemaakt worden van grondstoffen en/of halffabrikaten, geheel op basis van een klantorder.

Het eindproduct is meestal een high-tech standaardproduct, samengesteld volgens de specificaties van de klant.

marge
Het bedrag waarmee een waarde mag verschillen van de bedoelde waarde.
masker
Een sjabloon die de structuur van een identificatiecode specificeert. Het masker definieert de totale lengte van de identificatiecode en de wijze waarop de code is onderverdeeld in maskersegmenten.
Zie: maskersegmenten
masker contactsoort
De relatierollen waarin de contactpersoon de relatie vertegenwoordigt.

U kunt één contactpersoon hebben voor de relatie in meerdere rollen. Bijvoorbeeld, dezelfde persoon kan contactpersoon zijn voor zowel de factureren-aan als de betalen-door relatie zijn, maar niet de verkopen-aan contactpersoon. Het masker bestaat dan uit factureren-aan en betalen-door, terwijl de andere rollen niet geselecteerd worden.

maskersegmenten
Een gedeelte van een masker dat staat voor specifieke gegevens. Een maskersegment kan bijvoorbeeld een datum, een LN-veld of een volgnummer zijn.
Zie: masker
Zie: omzettabel
materiaal
De substantie waaruit een artikel is opgebouwd, bijvoorbeeld hout, koper of nylon. Dit kan worden gebruikt om verzamelknip- en verzamelzaagstaten af te drukken.
materieel
Opnieuw te gebruiken artikelen die gebruikt worden voor het produceren of verzenden van goederen voor een project. Materieel wordt niet verbruikt terwijl het project wordt uitgevoerd. Materieel kan intern in eigendom zijn of extern worden gehuurd. Materieel kan variëren van gereedschap, zoals elektrische boormachines en kruiwagens tot machines, hijskranen, vrachtwagens, sleepboten, enz.
materieelartikel
Opnieuw te gebruiken artikelen die gebruikt worden voor het produceren of verzenden van goederen voor een project. Materieel wordt niet verbruikt terwijl het project wordt uitgevoerd. Materieel kan intern in eigendom zijn of extern worden gehuurd. Materieel kan variëren van gereedschap, zoals elektrische boormachines en kruiwagens tot machines, hijskranen, vrachtwagens, sleepboten, enz.
maximum voorraadniveau
De maximale voorraadhoeveelheid die beschikbaar kan zijn in een magazijn.
medewerker
Een persoon die in uw bedrijf werkt en die een specifieke functie heeft, zoals een vertegenwoordiger, productieplanner, inkoper of kredietanalist.
meerprijs
Een prijs die voor een reuirement is gedefinieerd in Unit-effectivity (UEF). Als de requirement wordt gebruikt in de configuratie van een effectivity unit, wordt de meerprijs toegevoegd aan de verkoopprijs van de effectivity unit.
meervoudige belastingcode
Een belastingcode voor een bepaalde belastingsoort die bestaat uit verschillende percentages die door diverse belastingdiensten worden geheven.
meervoudige belastingpercentages
Deze tarieven bestaan uit meerdere percentages.
minimum voorraadniveau
De minimale voorraadhoeveelheid die beschikbaar moet zijn in een magazijn.
multi-site
Multi-site heeft betrekking op de goederenstroom of informatie tussen meerdere locaties.

Deze locaties zijn doorgaans gevestigd in verschillende regio's of landen, maar ze behoren tot dezelfde bedrijvengroep.

Deze locaties worden opgezet als financiële of logistieke bedrijven in LN.

mutatiedatum
De datum waarop de order wordt gewijzigd en/of weggeschreven naar het historiebestand. LN voegt voor elke wijziging een nieuwe regel en een nieuwe mutatiedatum in. Dit is van toepassing op elke ordersoort.

De mutatiedatum is onder andere belangrijk voor:

  • Planning
  • Statistiek
  • Het vaststellen van vervaldatums en valutakoersen
mutatiesoort
Een mutatie kan een afgifte of een ontvangst zijn.

De volgende mutatiesoorten zijn beschikbaar:

  • Materiaalbehoefte
  • geplande ontvangst
mutatievaluta
De valuta die wordt gebruikt in het mutatiedocument.
nationale belasting
Belastingtarieven die worden toegepast op mutaties die voor belastingdoeleinden worden beschouwd als mutaties binnen één land.
nummer belastingaangifte
Een nummer dat wordt gegenereerd en waarmee elke belastingaangifte wordt geïdentificeerd.

Het nummer van een belastingaangifte bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Het belastingjaar
  • De belastingperiode
  • Het correctienummer
  • Het type belastingaangifte
  • De inningsinstantie
  • De belastingcategorie, indien opgegeven
nummergroep
Een groep met eerste vrije nummerseries die u kunt toekennen voor specifiek gebruik.

U kunt bijvoorbeeld een nummergroep toekennen aan:

  • Relatiecodes
  • Inkoopcontracten
  • Verkooporders
  • Productieorders
  • Serviceorders
  • Magazijnorders
  • Transportorders

Binnen een nummergroep kunt u verschillende series definiëren. Elke serie wordt aangeduid met een seriecode. De serienummers die LN genereert, bestaan uit de seriecode gevolgd door het eerste vrije nummer in de serie. Seriecodes van dezelfde nummergroep hebben dezelfde lengte.

omzettabel
Een tabel om de werkelijke gegevens om te zetten in een code die vereist is om het serienummer te vormen. Bijvoorbeeld: een tabel waarmee de productiedatum wordt omgezet in de datumcode.
ondermarge
De ondermarge is het percentage dat de werkelijke verkoopprijs lager mag zijn dan de richtprijs. Als dit percentage negatief is, kan het artikel alleen verkocht worden voor een prijs die hoger is dan de richtprijs. Dit is het geval wanneer de richtprijs de kostprijs is.
ontvangstschema
openstaande order
Een order die reeds is ingevoerd in LN, maar die nog moet worden geleverd.
operationeel bedrijf
Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt.
optie
Een mogelijke waarde van een kenmerk. Opties zijn gegroepeerd in optiesets. Voor elke optie kunt u aangeven of deze acceptabel is.
optie
Een manier om gerelateerde onderwerpen te groeperen. Bijvoorbeeld: voor het aspect Land kunt u verschillende landen definiëren waarvoor u specifieke functionaliteit wilt implementeren als opties.
optiegroep
Een manier om opties op een hoger niveau te groeperen. Bijvoorbeeld: voor het aspect Land kunt u landen groeperen in gebieden als Scandinavië, Latijns-Amerika en Midden-Europa.
optielijst-ID
De identificatie van de opties en kenmerken voor een geconfigureerd artikel. De ID wordt gebruikt in de artikelspecificatie om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.
optimale seriegrootte
Het aantal in te kopen of te produceren artikelen op een bepaald moment. Dit aantal is de hoeveelheid waarvoor de aankoopkosten en voorraadkosten het gunstigst zijn. De optimale seriegrootte wordt ook wel minimum kostenorderhoeveelheid genoemd.
orderhoeveelheid
De hoeveelheid waarvoor de inspectie vereist is. Het resultaat van de inspectieorder is derhalve van belang voor de kwaliteit van deze hoeveelheid.
orderlooptijd
De productietijd van een artikel uitgedrukt in uren of dagen, gebaseerd op de doorlooptijdelementen die zijn gedefinieerd in de routingbewerkingen.
ordersaldo
Het saldo van openstaande orders.
orders annuleren
proces waarbij bestaande orders voortijdig (in een tussenstadium van de procedure) worden stopgezet.
orderserie
Een groep ordernummers of documentnummers die beginnen met dezelfde seriecode. De nummers bestaan uit 9 karakters.

Series dienen ter identificatie van orders met bepaalde kenmerken, bijvoorbeeld, alle verkooporders die afgehandeld worden door het bedrijfsonderdeel 'grote klanten' beginnen met GK (GK0000001, GK0000002, GK0000003, enz.)

ordersoorten
Een classificatie van verkoop- en/of inkooporders met gelijksoortige werkstromen.

Ordersoorten bepalen het karakter of de functie van een order en, als gevolg daarvan, van het bericht. Ordersoorten bepalen de volgorde waarin de sessies (orderstappen) in de orderprocedure moet worden uitgevoerd. Het belangrijkste punt is dat u orderstappen achtereenvolgens moet uitvoeren om een inkoop- of verkooporder te verwerken.

overeenkomst voor voorwaarden en condities
Een overeenkomst tussen relaties met betrekking tot de verkoop, inkoop of overboeking van goederen, waarin u gedetailleerde voorwaarden en condities kunt vastleggen over orders, afroepschema's, planning, logistiek, facturering en vraagpegging, en het zoekmechanisme kunt definiëren voor het ophalen van de juiste voorwaarden en condities.

Deze overeenkomst omvat de volgende zaken:

  • Een kop met het type overeenkomst en de relatie(s).
  • Zoekniveaus met een zoekprioriteit en een selectie van zoekattributen (velden) en gekoppelde groepen voorwaarden en condities.
  • Een of meer regels met de waarden voor de zoekattributen voor de zoekniveaus.
  • Groepen voorwaarden en condities met gedetailleerde voorwaarden en condities voor orders, afroepschema's, planning, logistiek, facturering en vraagpegging voor de regels.
overgangsperiode
Een periode van 1 januari 1999 tot 1 juli 2002 waarin bedrijven hun financiële administratie zowel in de Europese nationale valuta's als in de euro konden uitvoeren.
overuren
Tijd die wordt gewerkt na de normale werktijden.

U kunt overuren gebruiken voor de volgende doeleinden:

  • Voor onderhoudsactiviteiten voor objecten die niet beschikbaar zijn voor onderhoud gedurende normale werktijden.
  • Voor het vergroten van de productiecapaciteit.
overzichtssessie
Een sessie met een lijst van de beschikbare elementen of records van één type en een aantal van de details (velden) van die records. U kunt een overzichtssessie gebruiken om records op te vragen, te sorteren, toe te voegen, te wijzigen, te kopiëren en te verwijderen.
parameter
Gegevens die van invloed zijn op de wijze waarop het pakket of de module werkt. U definieert de parameters in de parametersessie van een pakket of module. Op die manier kunt u de parameters aanpassen aan de specifieke eisen van uw organisatie.
Parameterwizard
Een tool die u kunt gebruiken om de parameters voor specifieke gelokaliseerde LN-functies te groeperen en om de parameters op bepaalde waarden in te stellen.
parent/child-relatie
Generieke term om parent- en child-elementen in een multilevel-structuur aan te geven. Deze relatie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor bedrijven, financiële rekeningen, dimensies, productfamilies, klanten, leveranciers.
parent-kalender
Een kalender die gekoppeld is aan een child-kalender, één niveau hoger in de hiërarchie en waarvan de child-kalender de eigenschappen overneemt.
parent-relatie
De relatie die de verschillende relaties koppelt met verschillende rollen in een verspreide relatie-organisatie.

Indien u afdelingen van één bedrijf als verschillende relaties vastlegt, moeten de relaties allemaal dezelfde parent-relatie hebben.

patroonmoment
Een specifiek tijdstip op een specifieke datum, gedefinieerd door gebruikspatronen, dagtijden en uitzonderingen.
patroonuitzondering
Datums waarop een bepaalde actie is ingesteld als mogelijk of onmogelijk ten opzichte van het normale patroon.

U kunt patroonuitzonderingen definiëren om bepaalde datums uit te sluiten in een patroon, bijvoorbeeld om feestdagen uit te sluiten van een werkkalender.

peg
Een combinatie van een project/begroting, element en/of activiteit, die wordt gebruikt om de kosten, de vraag en het aanbod voor een project vast te stellen.
percentage van factuurbedrag
Het percentage van het totale bedrag dat betaald moet worden binnen de opgegeven periode. Het totaal van alle percentages moet 100 zijn.
performance-boosters
Specifieke instellingen die de werking (verwerkingssnelheid) van de sessies kan versnellen.
periode
Perioden verdelen een jaar in vaste intervallen zoals weken, maanden of kwartalen, die gebruikt kunnen worden voor statistische doeleinden, en voor urenverantwoording, planning en kostenbewaking.
periodecode
De code waarmee de periodetabel wordt aangeduid. De verschillende perioden in een jaar, inclusief het periodenummer, de startdatum en de einddatum zijn gekoppeld aan de periodetabelcode.
periodenummer
Een nummer om een periode in een jaar mee aan te geven.
periodetabelcode
Een alfanumerieke code waarmee een groep gedefinieerde tijdsintervallen wordt aangeduid.
planbordeenheid
De kleinste beheersbare eenheid op het planbord. De fysieke lengte is afhankelijk van de technische weergavemogelijkheden.
planbordgroepen
Planbordgroepen worden gebruikt om de layout, de kleuren en het lettertype van het grafische planbord te definiëren.
planninggroep
Een planninggroep wordt gebruikt om elementen te scheiden in het plannen van projectspecifiek(e) vraag en aanbod. Op planningroepsniveau kunnen regels voor samenvoeging en kostenoverdracht worden gedefinieerd om het gedrag te bepalen van de leveringsplanning van aan project gepegde artikelen binnen de planninggroep, evenals als binnen overige planninggroepen.
NB

Een project kan aan slechts één planninggroep worden toegewezen.

planningstijdseenheid
De tijdseenheid die wordt gebruikt om de beschikbaarheid van een resource aan te geven zodat de resource kan worden ingepland. Deze eenheid kan per dag, dagpercentage of de werkelijke beschikbaarheidstijd worden uitgedrukt.
postcode
Een nummer waarmee elk post-aflevergebied wordt aangeduid.

Postcodes worden gebruikt om:

  • Klantgegevens per adres/gebied te sorteren.
  • Te bepalen in welke belastingjurisdictie het adres gevestigd is.
  • De afstanden tussen afleveradressen te berekenen.

Postcodes worden afgedrukt op expeditiedocumenten waarop geen andere adresgegevens worden afgedrukt. De postcode verschijnt niet in de adresregels op orderdocumenten.

prijsboek reparaties
Een prijsboek waarin interne vaste prijzen voor reparaties worden vastgelegd.

U kunt een prijsboek voor reparaties een unieke omschrijving geven.

prijsgroepen
Groep artikelen die dezelfde prijzen en kortingen hebben. Prijsgroepen kunnen gekoppeld worden aan debiteuren en crediteuren. Prijsgroepen worden gekoppeld aan artikelen in Artikelgegevens verkoop en ze worden gebruikt in prijs- en kortingsmatrices in de module Verkoopbeheer.
prijslijst
Lijst met default prijzen en kortingen voor klanten en leveranciers. U kunt prijslijsten koppelen aan artikelen en artikelgroepen, en aan verkopen-aan en kopen-van relaties.
primaire kosten
De werkelijke kosten van het produceren van een artikel, in tegenstelling tot het geld dat besteed wordt aan het verkopen ervan, het huren van fabrieken, enzovoort.
producent
Een leverancier van eindproducten. Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens voor het sorteren en selecteren.
productcategorie
Groep bestaande uit goederen of diensten waarvoor dezelfde belastingregels en berekeningen gelden. Productcategorieën worden gebruikt in belastingpakketten om de verkoopbelasting te berekenen die van toepassing is in Noord-Amerika en Canada.
productcategoriematrix
Een matrix die wordt gebruikt om de LN-productrelatiesoorten toe te wijzen aan de productcategorieën die herkend worden door het belastingpakket. Het belastingpakket gebruikt de productcategorieën om de verkoopbelasting te berekenen.
productieplanner
Persoon die verantwoordelijk is voor het afdrukken, (opnieuw) inplannen en vrijgeven van productieorders en het verdelen van taken.
productklasse
Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens voor het onderscheiden van verschillende groepen artikelen binnen een productlijn. De productklassen worden voornamelijk gebruikt als selectiecriterium voor rapportage.
productlijn
Een groep producten gemaakt door dezelfde producent, die vergelijkbaar zijn maar verschillen in details zoals maat, vorm, kleur, enzovoort. Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens die voornamelijk worden gebruikt als een selectiecriterium voor artikelen bij rapportage.
productrelatie
De methode die wordt gebruikt om de productcategorie in LN te identificeren. De productrelatiesoort geeft de juiste productcategorie aan voor elke mutatie in LN.
  • Verkoop-, inkoop- en serviceorders gebruiken het artikel of de productrelaties van de artikelgroep.
  • Servicecontracten gebruiken de productrelaties van de contractsoort.
  • Financiële mutaties gebruiken de productrelaties van het rekeningnummer.
productrelatiesoort
De soort LN-gegevens die u kunt koppelen aan een productcategorie voor het vaststellen van de juiste belasting via het belastingpakket. Productrelatiesoorten omvatten artikelen, grootboekrekeningen, servicecontractsoorten, projecten, enz.
productsoort
Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens, die gebruikt worden als sorteer- en selectiecriterium. De productsoort is bedoeld voor het classificeren van artikelen met gelijke kenmerken voor productiedoeleinden.
project
Een opdracht met een speciaal doel dat bereikt moet worden binnen de voorgeschreven tijd- en geldbeperkingen en die toegewezen is voor definitie of uitvoering.
promptomschrijving
De naam die LN voor een veld weergeeft. De promptomschrijving geeft de soort informatie aan die u op het veld moet invoeren.
punt van eigendomsoverdracht
Het punt waarop het wettelijk eigendom wijzigt. Op dit punt gaat het risico over van de verkoper naar de koper.
purchase-listing
Lijst met informatie over de herkomst, waarde, enzovoort van intracommunautaire inkoopfacturen.

Bedrijven die zijn gevestigd in Spanje moeten deze informatie gebruiken, samen met de informatie vervat in de sales-listing, om een belastingaangifte te maken voor hun mutaties met betrekking tot goederen en services binnen de EU.

Zie: sales-listing
rapporteringsvaluta
Eén van de eigen valuta's van het bedrijf, die u bijvoorbeeld gebruikt om financiële resultaten aan de directie te rapporteren.

In een multi-currency situatie kunt u drie eigen valuta's gebruiken. U kunt de volgende drie eigen valuta's voor een bedrijf definiëren:

  • De lokale valuta van het bedrijf
  • Rapporteringsvaluta 1
  • Rapporteringsvaluta 2
rechtstreekse betaling
Een manier waarop een debiteur rechtstreeks verkoopbelasting kan indienen bij de belastingdienst in plaats van deze eerst te betalen aan de crediteur. Om het belastingbedrag in te kunnen houden op de factuur, moet de crediteur uw certificaatnummer voor rechtstreekse betaling weten.
NB

Indien rechtstreekse betaling van toepassing is op een orderregel, moet de orderregel een code van het type "Belasting verlegd" hebben.

reden
Een door de gebruiker te definiëren gestandaardiseerde omschrijving van de reden voor een bepaalde beslissing of keuze. De soort van de reden bepaalt voor welk doel u de reden kunt gebruiken.

Als u extra informatie wilt geven over een actie, kunt u een reden selecteren uit een lijst. LN kan de reden ook afdrukken in het relevante verslag.

referentievaluta
De valuta waarin de saldi van entiteiten worden uitgedrukt die worden gedeeld door alle bedrijven in een financiële bedrijfsgroep. LN gebruikt bijvoorbeeld de referentievaluta voor relatiesaldi.
NB
  • De referentievaluta is de algemene basisvaluta van bedrijven in een multisite-structuur.
  • Voor andere valutasystemen dan het standaard valutasysteem is de referentievaluta een basisvaluta voor alle berekeningen met valuta's.
regel voor voorwaarden en condities
Bevat de waarden voor de zoekattributen van een zoekniveau voor voorwaarden en condities. Geeft aan op welke velden de gedetailleerde voorwaarden en condities, zoals opgeslagen in de groepen voorwaarden en condities, van toepassing zijn.
regio
Een regio wordt gebruikt om relaties, klanten, leveranciers en medewerkers te groeperen op basis van hun geografische locatie.
rekening-courantverrekeningsmutatie
Automatische boekingen op rekening-courant tussenrekeningen in één financieel bedrijf, zodat er geen facturen hoeven te worden gegenereerd voor de verkoop-/inkoopmutaties tussen de entiteiten van twee logistieke bedrijven.

U moet de logistieke bedrijven definiëren als gelieerde bedrijven en aangeven dat rekening-courantverrekeningen voor de relatie uitgevoerd kunnen worden.

relatie
De partij waarmee u zakelijke transacties uitvoert, bijvoorbeeld een klant of leverancier. U kunt ook bedrijfsonderdelen binnen uw organisatie, die fungeren als klanten of leveranciers voor uw eigen bedrijfsonderdeel, definiëren als relaties.

De relatiedefinitie bevat:

  • De naam en het hoofdadres van de organisatie.
  • De gebruikte taal en valuta.
  • Belasting- en wettelijke identificatiegegevens.

Aanspreekpunt bij de relaties is de contactpersoon van de relatie. De status van de relatie bepaalt of u transacties kunt uitvoeren. De transactiesoorten (verkooporders, facturen, betalingen, zendingen) worden gedefinieerd door de rol van de relatie.

relatie
Een relatie draagt informatie over tussen twee enterprise-eenheden of twee entiteiten.

Twee magazijnen kunnen bijvoorbeeld een relatie van het type Gegevens interne handel hebben. Deze relatie bevat informatie die gebruikt wordt wanneer goederen worden overgeboekt tussen deze twee magazijnen.

relatierol
Geeft de relatie aan tussen uw organisatie en de relatie. De rol definieert de soorten mutaties die u met de relatie kunt uitvoeren. De relaties met verschillende rollen zijn gekoppeld door een algemene parent-relatie.

Voorbeelden van relatierollen zijn:

  • Verkopen-aan relatie
  • Betalen-door relatie
relatie tussen enterprise-eenheden
Geeft de relatie aan tussen twee enterprise-eenheden in een multi-site organisatie.
requirement
De bedrijfsreden die u definieert om de uitzonderingen te omschrijven die in unit-effectivity worden gebruikt. Een requirement kan bijvoorbeeld zijn een specifieke markt, model of klant.
resource
Een entiteit zoals een medewerker, afdeling of machine.
RosettaNet
Een organisatie die XML-standaarden ontwikkelt en publiceert voor elektronisch berichtenverkeer op het gebied van supply chain management, productie enzovoort.
route
De reisroute vanaf uw magazijn naar het verzenden-aan of verzenden-van magazijn van de relatie en vice versa. U kunt routes gebruiken om relaties te groeperen die gevestigd zijn in hetzelfde gebied of langs een gunstige route.

U kunt adressen rangschikken op routes om zo magazijnbonnen en verzendbonnen die op route zijn gesorteerd, af te drukken.

routinggroep
Een groep artikelen met vergelijkbare routingkenmerken, zoals dezelfde afdeling, routingbewerking, stuklijst, enzovoort. Een routinggroep wordt door de gebruiker gedefinieerd als een selectiecriterium voor productieorders.
saldo
Het bedrag dat nodig is om één kant van de rekening gelijk te maken aan de andere kant. Met andere woorden, het verschil tussen het totaal van alle debetboekingen en het totaal van alle creditboekingen in een rekening. Of het nu een debet- of een creditbedrag is, dit bedrag geeft de financiële positie aan van de betreffende rekening op het moment dat de balans wordt opgemaakt.
sales-listing
Een lijst met informatie over de herkomst, waarde, enzovoort van facturen.

Bedrijven die gevestigd zijn in EU-landen, zijn verplicht dit document te gebruiken om een belastingaangifte voor hun goederenmutaties binnen de EU op te stellen.

LN baseert de sales-listing op de financiële mutaties die het resultaat zijn van exporttransacties tijdens het verwerken van de gerelateerde facturen.

scenario logistieke kosten
Een reeks condities voor het bepalen van de logistieke kosten voor een logistieke mutatie. Elk scenario is gekoppeld aan een verzameling logistieke kosten.
scheidingsteken
Het karakter dat wordt gebruikt om de segmenten van het serienummer te scheiden.
schema voor termijnbetalingen aan leverancier
Een schemaset met default termijnbetalingen aan leveranciers waarmee termijnbetalingsregels worden gegenereerd voor inkooporderregels of de respons op offerteaanvragen.

Nadat u het gewenste schemanummer hebt opgegeven, kunt u de defaults voor een aantal termijnbetalingsregels opgeven. De time-fence tussen de orderdatum en de factuurdatum en het percentage van het totale nettobedrag worden opgegeven op een termijnbetalingsregel.

segmentatie
Een onderverdeling van de artikelcode in verschillende logische delen, ook wel segmenten genoemd.

Deze segmenten zijn zichtbaar in de sessies als aparte velden. Voorbeelden van segmenten zijn:

  • Projectsegment
  • Clustersegment
  • Artikelidentificatie
seizoensfactor
De seizoensfactor geeft de afwijking van de standaard hoeveelheid aan.

De vraaghoeveelheid, de hoeveelheid op voorraad, enzovoort, tijdens een bepaalde periode van het seizoenspatroon is de standaard hoeveelheid vermenigvuldigd met de seizoensfactor voor de periode. Deze informatie wordt gebruikt voor prognose en advies.

Indien de hoeveelheid voor deze periode normaal is, is de factor 1,0.

Indien de hoeveelheid voor deze periode groter is dan de standaard hoeveelheid, is de factor >1,0.

Indien de hoeveelheid voor deze periode kleiner is dan de standaard hoeveelheid, is de factor <1,0.

seizoenspatroon
Seizoenspatronen geven de schommelingen van bepaalde waarden aan, zoals het verwachte gebruik of de vraag naar een artikel in de loop van het jaar. Deze waarden fungeren als parameters voor prognose en advies.
selectiecode
Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens. Door selectiecodes te gebruiken kunt u artikelen selecteren op kleur, diameter, vervaldatum van het product, enzovoort.
NB

Selectiecodes worden alleen gebruikt ter informatie.

selectie van niet-opeenvolgende records (nonconsecutive record selection, NCRS)
Een methode voor het selecteren van niet-opeenvolgende records in meerdere schermen, waarna bepaalde acties kunnen worden uitgevoerd op de gemarkeerde records.

Als u niet-opeenvolgende records wilt selecteren, klikt u op de eerste record, houdt u CTRL ingedrukt en klikt u op meer records.

Acroniem: NCRS
serie
Een groep ordernummers of documentnummers die beginnen met dezelfde seriecode.

Series worden gebruikt om orders met bepaalde kenmerken aan te duiden. Bijvoorbeeld, alle verkooporders die afgehandeld worden door het bedrijfsonderdeel 'grote klanten' beginnen met GK (GK0000001, GK0000002, GK0000003, enz.)

seriedragend artikel
Een fysiek exemplaar van een standaardartikel waaraan een uniek, permanent serienummer is toegekend. Hierdoor kan het individuele artikel gedurende de levensduur van het artikel worden getraceerd, bijvoorbeeld in de ontwikkel-, productie-, test-, installatie- en onderhoudsfase. Een seriedragend artikel kan uit andere seriedragende componenten zijn opgebouwd.

Voorbeelden van seriedragende artikelen zijn auto's met chassisnummers, vliegtuigen met staartnummers, PC's en andere elektronische apparatuur (serienummers).

serienummer
De unieke identificatie van één fysiek artikel. LN gebruikt een masker om een serienummer te genereren. Het serienummer kan bestaan uit meerdere gegevenssegmenten die bijvoorbeeld staan voor een datum, model- en kleurgegevens en een volgnummer.

Serienummers kunnen worden gegenereerd voor artikelen en gereedschappen.

service (afgekeurde goederen)
Een magazijn dat u gebruikt om artikelen op te slaan die na inspectie zijn afgekeurd.

De artikelen die in een magazijn van het type Service (afgekeurde goederen) zijn opgeslagen, kunnen:

  • Gerepareerd worden via een werkorder.
  • Als afval afgevoerd worden via een magazijnprocedure.
  • Teruggestuurd worden naar de eigenaar.
service (eigendom klant)
Een magazijn dat u exclusief gebruikt voor de opslag van artikelen die het eigendom zijn van klanten en die naar het depot zijn verzonden voor reparatie of service. Ontvangst en afgifte van artikelen heeft geen invloed op de waarde van de magazijnvoorraad, omdat de artikelen het eigendom zijn van klanten. De ontvangst en afgifte van artikelen resulteert dan ook niet in financiële mutaties.
sessie
Een elementair onderdeel van LN dat de gebruiker kan starten om de functionaliteit van een applicatie te gebruiken. Gewoonlijk is een sessie gekoppeld aan een hoofddatabasetabel en een programmascript. In een sessie worden bovendien nul of meer formulieren, verslagen en charts gebruikt.

De code van een sessie bestaat uit een pakketcode, een modulecode, vier cijfers die het hoofdtabelnummer en de sessiesoort aangeven, een m of een s, en drie extra cijfers, bijvoorbeeld Landen (tcmcs0510m000).

set financiële bedrijven
Een set van financiële bedrijven waarvoor u specifieke belastinggegevens kunt instellen en/of verslagen kunt genereren, zoals de Intrastat-aangifte. Een set financiële bedrijven kan een of meer financiële bedrijven bevatten.
set voor partijen en serienummers
Een lijst van de partijcodes en/of serienummers van een artikel op een verkooporderregel. De set voor partijen en serienummers kan worden gebruikt in de facturering of de aftersales service.
signalering
Er wordt een waarschuwing getoond wanneer u een artikel invoert of selecteert waaraan een signalering is gekoppeld. Artikelsignaleringen kunnen ook worden gebruikt om de afgifte en/of verwerving van artikelen te blokkeren.

Relatiesignaleringscode

Er wordt een waarschuwing getoond wanneer u een relatie selecteert waaraan een signalering is gekoppeld.

single-currency systeem
Een valutasysteem waarbij een bedrijf slechts één eigen valuta gebruikt.
Zie: standaard valutasysteem
SITA
Acroniem voor de Societe Internationale de Telecommunications Aeronautiques. Deze organisatie heeft, onder andere, een communicatieprotocol gedefinieerd dat luchtvaartmaatschappijen gebruiken voor de communicatie met applicaties. Het protocol garandeert dat levering en via dit protocol geleverde berichten wettelijk geldig zijn.
sjabloon voor voorwaarden en condities
Een default overeenkomst voor voorwaarden en condities die een bedrijfsproces weergeeft waaraan geen relatie is gekoppeld. Het detailniveau van de sjabloongegevens kan door de gebruiker worden bepaald.

Op basis van een sjabloon kunt u het volgende doen:

  • Nieuwe overeenkomsten voor voorwaarden en condities genereren voor relaties.
  • Bestaande overeenkomsten voor voorwaarden en condities bijwerken.
  • Overeenkomsten voor voorwaarden en condities valideren.
SMS
SMS staat voor Short Message Service en is een berichtensysteem voor mobiele telefoons.
sociale verzekeringsbijdragen (onkosten)
Sociale verzekeringsbijdragen voor uw leveranciers waarvoor u verantwoordelijk bent. U moet de sociale verzekeringsbijdragen rechtstreeks aan de inningsinstantie afdragen. U kunt deze belastingsoort registreren als inkoopbelasting in de vorm van onkosten.
sofi-nummer
Een nummer dat wordt gebruikt om bedrijven en natuurlijke personen te identificeren bij de registratie van inkomstenbelasting en sociale verzekeringsbijdragen.
soort jaardeel
De soort jaardeel geeft aan hoe de kalendergegevens gegroepeerd zijn.

Kalendergegevens kunnen bijvoorbeeld gegroepeerd zijn per:

  • Dag
  • Week
  • Maand
  • Jaar
soort logistieke kosten
Een categorie logistieke kosten die door de gebruiker kan worden gedefinieerd, bijvoorbeeld "Transport", "Afhandeling", "Verzekering".
soort relatie
Een manier om relaties met vergelijkbare kenmerken te groeperen, bijvoorbeeld relaties uit lidstaten van de EU of relaties waarvoor specifieke douaneregels gelden.
NB

Een soort relatie is niet hetzelfde als een relatierol of een financiële relatiegroep.

soort tijdsinterval
Een soort tijdsinterval zoals maandagmorgen, woensdagmiddag of een serviceweekend. Voor een soort tijdsinterval kunt u defaults voor de starttijd en eindtijd definiëren.
soort voorwaarden en condities
Dit is het type overeenkomst of sjabloon voor voorwaarden en condities, dat is gekoppeld aan een zoekattribuutset. Elke soort voorwaarden en condities heeft afzonderlijke zoekattributen.

De volgende soorten voorwaarden en condities zijn beschikbaar:

  • Inkoop
    Overeenkomsten voor voorwaarden en condities voor inkopen kunnen zijn gekoppeld aan inkoopcontracten.
  • Verkoop
    Overeenkomsten voor voorwaarden en condities voor verkopen kunnen zijn gekoppeld aan verkoopcontracten.
  • Intern
    Interne overeenkomsten voor voorwaarden en condities kunnen zijn gekoppeld aan relaties tussen enterprise-eenheden.
specificatie
Een verzameling aan artikelen gerelateerde gegevens, bijvoorbeeld de relatie waaraan het artikel is toegekend of eigendomsgegevens.

LN gebruikt de specificatie om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.

Een specificatie kan behoren tot een of meer van de volgende zaken:

  • Een verwachte levering van een artikel, bijvoorbeeld een verkooporder of productieorder
  • Een specifieke hoeveelheid van een artikel die is opgeslagen in een logistieke eenheid
  • Een requirement voor een specifieke hoeveelheid van een artikel, bijvoorbeeld een verkooporder
specifieke categorie
Een soort categorie.
specifiek menu
Form-specifieke opdrachten zijn verdeeld over de menu's Beeld, Referentie en Acties of worden weergegeven als knoppen. In eerdere versies van LN en Web UI waren deze opdrachten te vinden in het menu Specifiek.
staat
Staatcodes worden gebruikt bij de elektronische aangifte van 1099-MISC inkomsten. Staatcodes maken deel uit van het adres dat is gekoppeld aan de betalen-aan en betalen-door relaties.
standaardkalender
Een kalender die als default kalender wordt gebruikt. Voor de zeven dagen van de week worden de werktijden voor elke beschikbaarheidssoort gedefinieerd in de standaardkalender. Andere kalenders worden van deze kalender afgeleid. Als een planning langer doorloopt dan de einddatum van een kalender of de bijbehorende parent-kalender, valt LN terug op de standaardkalender.
standaard valutasysteem
Een valutasysteem waarin mutaties in vreemde valuta's rechtstreeks vanuit de valuta van de mutatie worden omgerekend naar de lokale valuta, zonder triangulation via de referentie valuta. Default worden rapporteringsvaluta's rechtstreeks omgerekend vanuit de mutatievaluta naar de rapporteringsvaluta. Rapporteringsvaluta's kunnen echter ook worden omgerekend vanuit de lokale valuta.
statistical inventory control
Een bestelsysteem in LN dat geplande inkoop- of productieorders genereert om voorraad aan te vullen.

Het bestelniveau wordt gewoonlijk berekend door de veiligheidsvoorraad en de geprognosticeerde behoeften bij elkaar op te tellen tijdens de aanvuldoorlooptijd.

SIC-artikelen worden door Magazijnbeheer gepland.

Afkorting: SIC
statistiekgroep
Een groep artikelen waarvoor statistische informatie is verzameld en weergegeven.
status relatie
Geeft de acties aan die voor de relatie kunnen worden uitgevoerd. De status kan zijn: Actief, Niet actief of Prospect.

U kunt bijvoorbeeld geen verkooporder invoeren voor een relatie met de status Prospect of goederen verzenden naar een relatie met de status Niet actief.

steekproef
Een kleine hoeveelheid die genomen is van de totale (order) hoeveelheid en die de kwaliteit van de orderhoeveelheid aangeeft.
steekproefgrootte
De totale hoeveelheid van steekproeven van de te testen orderhoeveelheid, uitgedrukt in de eenheid van de steekproefgrootte. De steekproefgrootte kan als een vaste hoeveelheid worden ingevoerd of als een percentage van óf de orderhoeveelheid óf de frequentie (voor het geval u "Steekproefname continu" als testsoort hebt geselecteerd).
steekproefhoeveelheid
Wanneer u een steekproef neemt met een bepaalde steekproefgrootte, dan wilt u meestal niet alle delen tegelijk testen. Een steekproefhoeveelheid is de werkelijke hoeveelheid die genomen is van de totale steekproefgrootte en die tegelijkertijd wordt getest.
streepjescode
Een aantal streepjes of balken en spaties die op documenten of producten worden afgedrukt en die gecodeerde informatie bevatten die door elektronische scanners kan worden gelezen.
subcategorie
Subcategorieën worden gebruikt om de lagere niveaus (cataloguspagina's) van een catalogusstructuur te definiëren. Subcategorieën kunnen uit artikelen of andere subcategorieën bestaan.
SWIFT-code
De internationale code voor de bank, volgens de voorwaarden van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications (SWIFT).
Synoniem: Internationale bankcode
Synchronisatie
Het toepassen van op orderkopniveau opgeslagen logistieke kosten op de gerelateerde regelniveaus. Vervolgens worden die kosten opgeslagen als extra logistieke kostenregels die niet door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
taal
De taal waarin het bedrijf communiceert en waarin de werkinstructies worden afgedrukt.
tabel-boosters
Een manier om de toegang tot een database-tabel te versnellen door de tabel of specifieke delen ervan te laden in het geheugen van de server.
tarief
Een vastgestelde prijs of betaling volgens een standaard schaal, bijvoorbeeld de valutakoers van de mutatie.
team
Een manier om medewerkers te groeperen voor plannings- en autorisatiedoeleinden. Indien u rollen aan een team toekent, hebben alle medewerkers van dat team de autorisaties die overeenkomen met de rollen.
technisch coördinator
De medewerker die verantwoordelijk is voor het onderhouden van de technische artikelspecificaties en de vereisten voor de producent van het artikel. Deze medewerker is ook verantwoordelijk voor het onderhouden van informatie met betrekking tot gevaarlijke stoffen en de risicoclassificatie in Magazijnbeheer.
termijnbetalingen leverancier
Gespreide betalingen die door klanten aan leveranciers gedaan worden gedurende een bepaalde periode. Met termijnbetalingen kunnen klanten voor een artikel betalingen doen voor of nadat het artikel daadwerkelijk is ontvangen. De factuurstroom van een artikel wordt gescheiden van de goederenstroom.
Afkorting:
terugkeerpatroon
Een herhaling van datums, bijvoorbeeld 'Tweewekelijks op maandag en vrijdag', 'De 27e van elke maand' of 'Elke vijf jaar de eerste maandag in juni'.
terugkeerpatroon kalender
Een set terugkerende datums waarvoor werktijden en overige kalendergegevens zijn gedefinieerd.

U kunt terugkeerpatronen gebruiken om kalenders te definiëren.

testeenheid
Eenheid die van toepassing is op de test. Bijvoorbeeld meter, liter of kilogram.
testhoeveelheid
Het gedeelte van de steekproefhoeveelheid dat elke keer wordt getest.

Toelichting: een steekproef van 5 kg zal getest worden door 1 kg per keer te testen.

testinstrumenten
De gereedschappen die tijdens het testen worden gebruikt om bepaalde kenmerken van het artikel te meten.
testlocatie
De fysieke locatie waar testen plaatsvinden.
titel
Een uitdrukking die gebruikt wordt om personen en/of bedrijven aan te spreken. De titel wordt afgedrukt op documenten bij de adresgegevens.
toekenningscode
Een code waarmee een set van aanvullende criteria wordt gedefinieerd. De criteria moeten worden toegepast wanneer selfbilling-facturen automatisch worden toegekend aan de bijbehorende ordergegevens.
toerekenen
De verdeling over de regels van een vast bedrag aan logistieke kosten per kop.
tolerantiepercentage
Het percentage waarmee een waarde mag verschillen van de bedoelde waarde.
transportorder
Een document dat het proces van het vervoer van goederen van een magazijn naar het klantadres beschrijft. Het document bevat informatie over de te vervoeren artikelen (bijv. standaardartikelen, door de gebruiker gedefinieerde artikelen), tijdsintervallen voor laden en lossen en adressen, tariefgegevens en factuurbedragen, de fysieke distributieroute en soorten hoeveelheid.
Triangulation
Een wettelijke bepaling voor de conversie van valuta's die deel uitmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU) naar euro's. LN past automatisch triangulation toe bij het converteren van EMU-valuta's.

De tekst van deze bepaling is: Monetaire bedragen die geconverteerd moeten worden van de ene nationale valuta naar de andere, moeten eerst geconverteerd worden naar een monetair bedrag uitgedrukt in euro's. Dit bedrag mag op niet minder dan drie decimalen afgerond worden en zal geconverteerd worden naar de andere nationale valuta-eenheid. Er mag geen alternatieve berekeningsmethode gebruikt worden, tenzij de resultaten hetzelfde zijn.

triangulation-code
Een code die wordt gebruikt op de Europese sales-listing om de factuurbedragen aan te geven die het resultaat zijn van driehoeksmutaties waarvoor geen corresponderende Intrastat-mutatie is geregistreerd. De code wordt voorgeschreven door de overheid.
triangulation-conversie
Wijzigt de methode voor het converteren van bedragen in verschillende valuta's van normaal in triangulation indien EMU-valuta's betrokken zijn.
tussenpersoon
In driehoekshandelsituaties is de tussenpersoon de partij die de verkooporder aanmaakt en de klant voor de goederen factureert.

Gewoonlijk verzendt de tussenpersoon een inkooporder voor de goederen naar de leverancier en een factuur naar de klant. Daarnaast kan de tussenpersoon een factuur van de leverancier ontvangen.

type rekening
Een manier om een rekening te kenmerken. Het type van een rekening is van belang wanneer u financiële gegevens verwerkt in Fin. administratie.

Een rekening kan van de volgende typen zijn:

  • Normaal
    De rekening is een normale rekening.
  • Geblokkeerd
    De rekening is om een of andere reden geblokkeerd.
  • Overig
    De rekening is van een landspecifiek type.
uitbestede service
Aanvullende artikelcode waarmee uitbestede bewerkingen worden geregistreerd. Artikelen van dit type behoren tot de administratieve artikelen. Dit zijn niet-fysieke artikelen die gebruikt worden om uitbestedingskosten te registreren.

(Voorheen werd dit een uitbestedingsartikel genoemd.)

Uitbesteding
Het inhuren van diensten van een andere partij, bijvoorbeeld de uitvoering van een deel van een project of een bewerking van een productieorder.

Uitbesteding wordt beschouwd als het inkopen van een onderaannemingsdienst.

uitbestedingsartikel
Verouderde term voor een artikelcode die werd gebruikt voor een uitbestede dienst.
uitbestede service
uitzondering
Een afwijking van de standaardconfiguratie van een geldig artikel. Een uitzondering geeft bijvoorbeeld aan of er een specifieke stuklijstregel of een specifieke routingbewerking is gebruikt voor een effectivity unit. Uitzonderingen worden vaak aangemaakt op basis van klantspecifieke eisen of technologische upgrades.
uitzondering belastingcode
Een set mutatiegegevens waarvoor u een belastingcode en/of belastingland en belastingland voor de relatie definieert, welke afwijken van de waarden die bij het ophalen van de standaard belastingcode worden weergegeven.
unit-effective artikel
Een artikel waarvoor een effectivity unit kan worden vastgelegd op de verkooporderregel of de verkoopofferteregel. De effectivity unit wordt gebruikt om de verschillen voor het unit-effective artikel te modelleren en om de inkooporders en productieorders aan specifieke verkooporderregels voor het unit-effective artikel te koppelen.
unit-effectivity
Een methode om de geldigheid van variaties te bewaken via effectivity units.

Met unit-effectivity kunt u de verschillen modelleren voor de volgende entiteiten:

  • Constructiestuklijst
  • Productiestuklijst
  • Routing
  • Routingbewerkingen
  • Leveranciersselectie
  • Sourcingstrategieën
UTC-tijd
Het acroniem voor Universal Time Coordinate, de tijdsaanduiding die gelijk is aan Greenwich Mean Time (GMT). Het referentiepunt van de UTC is Greenwich, (Engeland) te vinden op de 0° lengtegraad, de denkbeeldige noord-zuid lijn beter bekend als de nulmeridiaan. Als het twaalf uur 's middags is in Greenwich, is het 12:00:00 UTC.
valuta
Een algemeen geaccepteerd ruilmiddel, zoals munten, bankbiljetten en andere financiële middelen.

De volgende soorten valuta zijn beschikbaar in LN:

  • Eigen valuta, die intern door bedrijven wordt gebruikt voor het berekenen van kosten, vastleggen van begrotingen en het registreren van belastingbedragen
  • Mutatievaluta, die wordt gebruikt bij mutaties met relaties, zoals orders en facturen.
valutaformaat
De mate van nauwkeurigheid waarmee valuta's worden weergegeven, verschilt van de ene valuta tot de andere. In de praktijk worden valuta's, waarvan de basiseenheid een relatief lage waarde heeft, over het algemeen weergegeven als gehele getallen (bijvoorbeeld Belgische franken of Italiaanse lires). Valuta's waarvan de basiseenheid een relatief hoge waarde heeft, worden over het algemeen weergegeven met één of meer decimalen (bijvoorbeeld, Nederlandse guldens, Duitse marken).
valutakoers
De factor waarmee een bedrag in een andere valuta wordt vermenigvuldigd om het bedrag in de valutabasis te berekenen.
Synoniem: valutakoers
valutakoers
valutakoers
De prijs waartegen de ene valuta gewisseld kan worden tegen een andere valuta. Met andere woorden, het bedrag waarvoor één valuta de andere valuta kan kopen op een bepaald tijdstip.
vaste orderhoeveelheid
Een voorgedefinieerde, vaste hoeveelheid van een artikel waarvoor geplande of werkelijke orders worden gegenereerd. Indien de nettobehoeften voor de periode de vaste orderhoeveelheid overschrijden, wordt een veelvoud van de vaste hoeveelheid besteld.

Gegenereerde orders hebben altijd een vaste orderhoeveelheid.

veld
Een aangegeven gebied in een record dat gebruikt wordt voor een bepaalde categorie van gegevens.
vergoeding
Een bedrag dat wordt betaald om de onkosten te dekken.
verificatiedatum
Datum waarop de aanwezigheid, correctheid of waarheid van iets gecheckt wordt, zoals feiten, rekeningen, rapporten, de inhoud van een lijst.
verkoopcatalogus
Een verkoopcatalogus bevat verkoopbare artikelen. Alleen verkoopcategorieën of artikelen die zijn gedefinieerd in de sessie Artikelen - verkoop (tdisa0501m000), kunnen worden opgenomen in een verkoopcatalogus. Een verkoopcatalogus wordt gedefinieerd als een hoofdcategorie en als een verkoopcategorie.
verkoopcategorie
Een categorie die alleen gebruikt kan worden in verkoopcatalogussen. Verkoopcategorieën kunnen alleen lid zijn van hogere niveau-categorieën die ook verkoopcategorieën zijn. Een verkoopcategorie die ook een hoofdcategorie is, wordt een verkoopcatalogus genoemd.
verkoopfactuurbedrag
Het bedrag dat in rekening wordt gebracht bij de klant in ruil voor de levering van de bestelde goederen.
verkoopgebied
Een code waarmee verkopen-aan relaties naar verkoopregio worden geclassificeerd.
verkopen-aan relatie
Zie: klant
verkopen-aan relatie
Dit is meestal een inkoopbureau bij de debiteur. De relatie die goederen of diensten bestelt van uw organisatie die de configuraties, die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert, in eigendom heeft.

De afspraak met de verkopen-aan relatie kunnen het volgende omvatten:

  • Default prijs- en kortingsovereenkomsten
  • Defaults van verkooporders
  • Leveringscondities
  • De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie
verslag
Een algemene term die in LN wordt gebruikt voor de uitvoer van een printsessie.
vervaldatum
In LN is dit de datum waarop een betaling of ontvangst is vereist.
vervaldatum
De laatste datum waarop een record of een instelling geldig is. Met de vervaldatum wordt vaak ook de vervaltijd vermeld.
vervoerder
Een organisatie die transportdiensten aanbiedt. U kunt een default vervoerder koppelen aan zowel verzenden-aan relaties als aan verzenden-van relaties. Bovendien kunt u verkooporders en inkooporders afdrukken op een verzendlijst, gesorteerd op vervoerder.

Voor bestellen en factureren moet u een vervoerder definiëren als relatie.

Synoniem: expediteur
Synoniem: logistieke dienstverlener
verzamelfactuur
Een factuur waarop leveringen van verschillende orders staan. De orders worden echter afzonderlijk gespecificeerd.
verzameling logistieke kosten
Een of meer logistieke kostenregels die default als groep op de order worden geplaatst.

Een verzameling logistieke kosten omvat zoekattributen waarmee een verzameling logistieke kostenregels aan een mutatie wordt gekoppeld.

verzendbericht
Een vorm van voorfacturering. De klant ontvangt van tevoren een bericht met gegevens over een zending die onderweg is.
Acroniem: verzendbericht
verzendbericht
verzenden-aan klant
verzenden-aan relatie
De relatie waarnaar u de bestelde goederen verzendt. Die is meestal een distributiecentrum of magazijn van de klant. De definitie bevat het default magazijn van waaruit u de goederen wilt verzenden, de vervoerder die zorgt voor het transport en de gerelateerde verkopen-aan relatie.
Synoniem: verzenden-aan klant
verzenden-van leverancier
verzenden-van relatie
De relatie die de bestelde goederen verzendt naar uw organisatie. Dit is meestal een distributiecentrum of magazijn van de leverancier. De definitie omvat het default magazijn waar u de goederen wilt ontvangen, of u de goederen wilt inspecteren, de vervoerder die zorgt voor het transport en de gerelateerde kopen-van relatie.
Synoniem: verzenden-van leverancier
virtuele machine
volgnummer
Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven. U kunt soms de nummering beïnvloeden door de bijbehorende parameters in te stellen.
volledige zending
Deze verzendconstraint houdt in dat alle verwachte verzendregels niet verzonden zullen worden totdat de hele afroepschemahoeveelheid voor de regel toegekend is.
voorcalculatie
Een overzicht van mogelijke kosten voor het leveren van bepaalde goederen of diensten. Er wordt een voorcalculatie gemaakt voordat een order wordt ontvangen.
voorraadinspectie
Inspecties op artikelen in voorraad die een regelmatige controle vereisen. Om deze controles of inspecties uit te voeren, moet u zowel de artikelen als de reden voor inspectie definiëren. De geselecteerde artikelen worden geblokkeerd in voorraad, waarna inspectieorders worden gegenereerd.
voorvoegsel
Een titel die wordt gebruikt vóór de naam van een persoon, zoals Mr., Dr.
werktijden
Een vastgelegde tijdsperiode in een kalender waarvoor een resource gepland kan worden.

In LN zijn tijdsintervallen door de gebruiker te definiëren tijdselementen om een kalender in te delen.

werktijden per kalender
De horizontale regels in een kalendertabel, waarin de planningsgegevens per datum worden gegroepeerd.
werktijdentabel
Alle werkactiviteiten die zijn ingevoerd in een verslag dat de werktijden per dag laat zien. Deze activiteiten bevatten start- en eindtijden en loonsoorten.
wijzigingsorder (geldig tot)
Een wijzigingsorder die de effectivity unit uitschakelt.
wijzigingsorder (geldig vanaf)
Een wijzigingsorder die de effectivity unit inschakelt.
World Wide Web Consortium
Een internationale organisatie voor de ontwikkeling van standaarden die worden gebruikt op het internet, en met name op het world wide web.
Acroniem: W3C
zegelbelasting
Een type belasting die over wissels wordt geheven. Zegelbelasting bestaat uit een vast bedrag in plaats van een percentage. Indien u wissels uitgeeft, kan het zijn dat u verplicht bent zegelbelasting over de wissel te betalen. Dit is afhankelijk van het land waarin uw bedrijf is gevestigd.

In sommige landen, zoals Spanje en Japan, betaalt u de zegelbelasting door een zegel op het wisseldocument te plakken. In andere landen betaalt u de zegelbelasting door het kopen van een officieel formulier voor de wissel.

zoekattribuut voor voorwaarden en condities
Een element (veld) dat is geselecteerd op het zoekniveau van voorwaarden en condities en wordt opgegeven en waarnaar wordt gezocht op de regel met voorwaarden en condities.
zoekniveau voor voorwaarden en condities
Een prioriteitsniveau voor het zoeken en selecteren van een regel met voorwaarden en condities. Zoekniveaus omvatten een selectie van zoekattributen (velden) en gekoppelde groepen voorwaarden en condities.
zoomsessie
Een sessie waarin u kunt bladeren door de beschikbare records en een record kunt selecteren. Een zoomsessie is een overzichtssessie in de modus alleen-lezen.

U kunt een zoomsessie gebruiken om de code van een bestaand record (bijvoorbeeld voor een artikel, ordersoort of magazijn) in te voeren in een andere sessie.