UitslagmethodenDe uitslagmethode geeft aan welke artikelen eerst worden afgegeven. U selecteert de uitslagmethode op het veld Uitslagmethode in de volgende sessies:
De uitslagmethoden zijn als volgt: Het verschil tussen enerzijds FIFO en LIFO en anderszijde Per locatie is, dat er bij FIFO of LIFO veel meer records ontstaan dan bij Per locatie. Bij FIFO of LIFO worden de ontvangsten per voorraaddatum op het voorraadpunt worden opgeslagen. De voorraad op het voorraadpunt wordt weergegeven in de sessie Voorraad op voorraadpunt (whinr1540m000). Stel dat er op verschillende datums vijf ontvangsten plaatsvinden voor een artikel in een magazijn, dan worden in de sessie Voorraad op voorraadpunt (whinr1540m000) vijf afzonderlijke invoerregels vastgelegd met de bijbehorende voorraaddatums. Gebruikt u de methode Per locatie, dan wordt er voor diezelfde ontvangsten één invoerregel vastgelegd, mits de artikelen op dezelfde locatie worden opgeslagen. Om te voorkomen dat de hoeveelheid gegevens onnodig toeneemt, waardoor de systeemprestaties verminderen, kunt u het beste de methode Per locatie gebruiken in plaats van FIFO of LIFO, tenzij u daarvoor een goede reden hebt. Er is geen verband tussen het gebruik van de voorraadwaarderingsmethode FIFO of LIFO en de gebruikte uitslagmethoden. Zo kunt u LIFO of FIFO gebruiken in combinatie met de uitslagmethode Per locatie. Prestatieaspecten
| |||