EDI-bedrijfsdocument 'Levering'Het bedrijfsdocument 'Levering' beschrijft de verzending en ontvangst van bestelde goederen en bevat de volgende EDI-berichten:
Doorloop de volgende stappen om bestelde goederen te verzenden en te ontvangen:
Verzendbericht (ASN) Het leveringsproces wordt geïnitieerd wanneer u een van de volgende stappen uitvoert:
Indien het selectievakje ASN's automatisch genereren is ingeschakeld in de sessie Parameters voorraadafhandeling (whinh0100m000), bereidt de sessie Zendingen/ladingen bevriezen/bevestigen (whinh4275m000) het uitgaande verzendbericht voor. Indien het selectievakje ASN's automatisch genereren is uitgeschakeld, moet u de sessie Verzendbericht uitslag bevestigen (whinh4230m100) gebruiken om het uitgaande verzendbericht voor te bereiden. U kunt een verzendbericht versturen met behulp van de sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000). Er wordt een rapport aangemaakt dat weergeeft welke EDI-berichten zijn gegenereerd. Externe EDI-relatieberichten worden in de directory appl_from geplaatst, de directory die is opgegeven voor het netwerk. De vertaalsoftware haalt het bericht op. Interne EDI-relatieberichten worden opgeslagen in de subdirectory appl_comm. Een verzendbericht (ASN) is een niet-bevestigde ontvangst. Wanneer het verzendbericht de inhoud van de zending correct weergeeft en wordt bevestigd, wordt het verzendbericht een ontvangst. Het ontvangstproces verloopt sneller wanneer een verzendbericht elektronisch wordt ontvangen, omdat de gegevensinvoertijd wordt verkleind en de kans op fouten afneemt. De sessie Magazijnontvangsten (whinh3512m000) vult automatisch de ontvangstgegevens met de gegevens uit het verzendbericht. Berichten met fouten opnieuw verwerken Tijdens de verwerking van inkomende berichten kunnen fouten optreden, waardoor het bericht ni in de LN-applicatie wordt bijgewerkt. Het complete bericht wordt opgeslagen in de tabel Bewaarde te ontvangen berichten. Het bericht kan vervolgens in de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000) worden bekeken en gecorrigeerd. Per netwerk wordt aan elk verwerkt bericht een uniek batchnummer toegekend. De inkomende berichten worden, na te zijn verwerkt, opgeslagen in de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000). In deze sessie kunt u zien welke ontvangen batchreferenties tijdens een succesvolle of niet-succesvolle verwerking van inkomende EDI-berichten zijn aangemaakt. In de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000) kunt u gegevens opvragen en zonodig corrigeren. Wanneer u er voor kiest de berichten interactief te controleren of wanneer er fouten zijn opgetreden tijdens de validatie van berichtgegevens, wordt het EDI-bericht niet verwerkt. Het niet-verwerkte bericht wordt gemarkeerd als een bewaard te ontvangen bericht. Wanneer u een record selecteert, verschijnen de bewaarde berichtgegevens in de sessie Bewaarde te ontvangen berichtgegevens (ecedi7151s000). Nadat de berichtgegevens zijn gecorrigeerd, moet het bericht worden goedgekeurd om opnieuw verwerkt te kunnen worden. Om een bericht geheel opnieuw te verwerken, gebruikt u de sessies Bewaarde te ontvangen berichten goedkeuren (ecedi7250m000) en Bewaarde te ontvangen berichten verwerken (ecedi7252m000). Nadat het bewaarde bericht in LN is verwerkt en bijgewerkt met de sessie Bewaarde te ontvangen berichten verwerken (ecedi7252m000), wordt het bericht automatisch verwijderd uit de tabel Bewaarde te ontvangen berichten. Indien u besluit het bericht niet te verwerken, kunt u het verwijderen met de sessie Bewaarde te ontvangen berichten afdrukken (ecedi7450m000) en/of de sessie Bewaarde te ontvangen berichten afdrukken (ecedi7251m000). Beide sessies kunt u openen vanuit het menu Applicatie in de sessie Bewaarde te ontvangen berichten (ecedi7150m000). Ontvangstafwijkingsbericht (RDN) Verzendberichten kunnen worden gebruikt om ontvangstgegevens in te vullen in de sessie Magazijnontvangsten (whinh3512m000). Indien er een afwijking bestaat tussen de getoonde hoeveelheid op het verzendbericht en de werkelijk ontvangen en vastgelegde hoeveelheid, dan wordt de afwijking geregistreerd. Nadat de ontvangst is bevestigd, wordt er een ontvangstafwijkingsbericht (RDN) voorbereid voor EDI. De default conversievoorschriftdefinitie voor het uitgaande ontvangstafwijkingsbericht bevat de ontvangstafwijkingscode. Deze code definieert het type afwijking als volgt:
Om aan te geven dat het verzendbericht niet is ontvangen vóór de ontvangst van de goederen, gebruikt u de sessie Verzendberichten (whinh3100m000) om handmatig een verzendbericht met nulhoeveelheid in te voeren. De sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000) genereert het uitgaande ontvangstafwijkingsbericht (RDN). Een verslag toont de berichten die zijn gegenereerd. Voor externe EDI wordt het uitgaande bericht (ASCII) opgeslagen in de directory appl_from voor de vertaalsoftware. Om het ontvangstafwijkingsbericht te ontvangen, gebruikt u de sessie Directe netwerkcommunicatie (ecedi7205m000). Deze sessie haalt het ontvangstafwijkingsbericht op uit de directory appl_to, nadat het ASCII-bestand door de vertaalsoftware op de directory is geplaatst. Het bericht geeft aan dat er een afwijking is gevonden tussen de op het verzendbericht aangegeven hoeveelheid en de werkelijk ontvangen hoeveelheid. Het verslag met de afwijkingen tussen zendingen en ontvangsten vergelijkt de waarden in het afwijkingsbericht met de verzendgegevens en toont vervolgens de verschillen en eventuele aanvullende tekst. De velden EDI-gegevens in de zendingskop en het tekstveld in de zendingsregel worden daarna bijgewerkt met de informatie uit het afwijkingsbericht.
| |||