Woordenlijst ODM-pakketaangehecht bestand Een (fysiek) bestand dat aan een documentrevisie is gekoppeld. aangehechte hardcopy De hardcopy (gegevens) die aan een documentrevisie is gehecht. aangemaakt De beginstatus van de wijzigingsaanvraag of van de wijziging zelf. aan map gekoppeld object Een ERP-entiteit die aan een map kan worden gekoppeld. Bijvoorbeeld: een constructiemap, verkoopvoorstel of medewerkersbestand. aan wijzigingsvoorstel gerelateerde objecten De lijst van objecten die zijn gedefinieerd in ODM en die worden gebruikt in Wijzigingsbeheer. Voorbeelden van aan wijzigingsvoorstellen gerelateerde objecten die kunnen worden gebruikt tijdens de levenscyclus van een wijziging in ODM zijn: artikel, stuklijst en routingbewerkingen. actie Een optie waarmee de gebruiker bepaalde bewerkingen kan uitvoeren op een ODM-object en waarmee hij of zij een bepaalde rol krijgt toegewezen. Zo is de actie Wijzigingsaanvraag aanmaken gekoppeld aan het object Wijzigingsaanvraag. Aan een object kunnen meerdere acties worden gekoppeld. Evenzo kan een actie aan meerdere objecten worden gekoppeld. afgekeurd Een status die aangeeft dat het object is afgekeurd en geen verdere controle behoeft. algemene parameters ODM De algemene parameters voor ODM worden gebruikt om de default waarden voor de parameters in ODM in te stellen. attribuut Het attribuut is het veld in een sessie waarvoor u een masker moet genereren. autorisatie gebruiker Het autorisatieniveau dat is toegekend aan een gebruiker om te bepalen welke acties in ODM kunnen worden uitgevoerd, zoals het aanmaken, verwijderen, bewerken en bekijken van een document bestand Het object dat naar een fysiek bestand verwijst. LN kent automatisch versies toe aan alle bestanden. Wanneer een bestand voor het eerst aan een documentrevisie wordt gekoppeld, krijgt het de eerste versie toegekend. Deze versie blijft gehandhaafd totdat een nieuwe versie van het document wordt aangemaakt. Als u een document dat in het opslaggebied aanwezig is, wilt bewerken, moet u dat document uitchecken. Daarmee wordt in een werkgebied een nieuwe versie van het bestand aangemaakt. Deze nieuwe versie kunt u bewerken. bestandstype Tijdens de registratie van een bestand wordt er een bestandstype toegekend. Elk bestandstype is gekoppeld aan een of meer bestandsextensies. Indien een bestandstype is opgegeven voor een bepaalde documentsoort, kunnen alleen bestanden van het opgegeven bestandstype aan een document van die documentsoort worden gekoppeld. De systeembeheerder kan de reeks bestandstypen die aan een documentrevisie van een bepaalde documentsoort kan worden gekoppeld, beperken. Bijvoorbeeld: bestanden van tekstverwerkers hebben een extensie van drie letters die het bestandstype aangeeft (bijvoorbeeld .txt of .doc) en ook grafische bestanden kunnen verschillende extensies hebben (zoals .jpg en .bmp). bevriezen De status in de levenscyclus van de wijziging die aangeeft dat om een of andere reden de wijzigingsentiteit niet actief of vertraagd is. bevriezen ongedaan maken De wijzigingsstatus die aangeeft dat een niet-actieve entiteit (bevroren wijziging) is geactiveerd en zich op dit moment in het implementatieproces voor wijzigingen bevindt. bijlagen documentsoort Koppeling van een document of bestand aan een documentsoort, in de vorm van sjablonen. bladeren Met de optie Bladeren wordt de objectverkenner weergegeven voor het geselecteerde object. Deze optie toont de leden, de eigenaar van de familie en de families die lid zijn voor het geselecteerde object. blokkering applicatiegegevens De functionaliteit voor het opschonen van applicatiegegevens is geblokkeerd door het systeem als gevolg van een probleem met de levenscyclus of het netwerk. bronobject Het hoofdobject waaraan een secundair object is gekoppeld, bijvoorbeeld de eigenaar van een familie. child-wijzigingsorder Een wijzigingsorder die aan een parent-wijzigingsorder is gekoppeld en automatisch de datum van de parent-wijzigingsorder krijgt. commissie voor documentbeheer De commissie, bestaande uit een voorzitter en een aantal reviewers, die een document goed- of afkeuren met behulp van Documentbeheer. Alleen geautoriseerde gebruikers kunnen een commissie voor documentbeheer aanmaken. default werkgebied Het werkgebied dat default is toegekend aan een gebruiker voor de registratie van bestanden. Als er geen werkgebied is gedefinieerd voor een gebruiker, genereert het systeem automatisch een werkgebied en wordt het default werkgebied toegewezen. Slechts één van de aan een gebruiker toegekende werkgebieden kan als default werkgebied worden vastgelegd. De systeembeheerder kan default werkgebieden voor alle gebruikers toekennen. Individuele gebruikers kunnen hun eigen default werkgebied toekennen. document Toont informatie met betrekking tot identificatie, documentsoort, titel, eigenaar, verantwoordelijkheid (rol) en revisie. U kunt de documentinformatie opslaan in elektronische bestanden (fysieke bestanden) of op een niet-elektronisch medium, zoals papier (hardcopy's). Deze informatie kan altijd vanuit het document worden opgeroepen. Het document is voor de gebruiker de basis voor het beheer van informatie. Indien er geen bestand of hardcopy aan een document is gekoppeld, is het document een puur logische entiteit die meestal wordt gebruikt voor het groeperen van documenten. documentbeheer Een module in ODM voor algemeen documentbeheer, zoals gecontroleerde toegang tot documenten, veilige opslag van documentinhoud, ondersteuning voor de documentlevenscyclus en beheer van relaties tussen documenten en andere objecten in het ERP-systeem. Documentbeheer zorgt ervoor dat u efficiënt en veilig gebruik kunt maken van consistente en betrouwbare documentgegevens. documentlibrary's De logische library's die zijn aangemaakt voor documenten om gegevens in een hiërarchische structuur onder te brengen. Documentlibrary's worden gebruikt voor het indelen van documenten. Een documentlibrary kan de volgende soorten objecten bevatten: sublibrary's, documenten en opslaggebieden. documentmaskers Een generiek systeem waarmee u unieke identificatienummers voor documenten kunt aanmaken. In de module Documentbeheer kunnen maskers worden gedefinieerd voor de document-ID, de waarde voor de documentrevisie, de hardcopy-ID en de bestands-ID. De maskers voor de document-ID en de documentrevisie zijn afhankelijk van de documentsoort. documentrevisie Documentrevisies worden gebruikt voor het controleren van wijzigingen in gekoppelde bestanden of hardcopy's. Wanneer een document wordt aangemaakt, wordt de documentrevisie default aangemaakt. De meeste wijzigingen in een document worden doorgevoerd middels documentrevisies. Documentrevisies krijgen een status waarmee de positie van de revisie in de levenscyclus wordt aangeduid. Welke bewerkingen u kunt uitvoeren op een documentrevisie, is afhankelijk van de status van de revisie. documentrevisiekoppelingen - parent/child Een parent/child-koppeling tussen twee documentrevisies. Het child-document is een logisch element van het parent-document. documentrevisiekoppelingen - referentie Symmetrische of asymmetrische koppeling tussen twee documentrevisies. Indien de verwijzing asymmetrisch is, is de documentrevisie gekoppeld in één richting. Met andere woorden, documentrevisie 2 is gekoppeld aan documentrevisie 1. Indien documentrevisie 1 ook is gekoppeld aan documentrevisie 2, is er sprake van een symmetrische koppeling. documentsoort Aan elk document wordt een een documentsoort toegekend en aan elke documentsoort wordt een revisiemodus toegekend die van toepassing is op alle documenten van die documentsoort. Het masker van het document en de documentrevisie kan afhankelijk zijn van de documentsoort. De documentsoorten bepalen of aan de hardcopy's en bestanden die aan documentrevisies zijn gekoppeld, revisies moeten worden toegekend. Voorbeelden van documentsoorten die een bedrijf bijhoudt, zijn: veiligheidsvoorschriften, assemblagedocumenten, bekabelingsschema's, onderhoudsinstructies, tekeningen en standaarddocumenten. doelobject Het object dat aan het bronobject is gekoppeld. dynamische host Hiermee kunnen gebruikers de lokale hostnaam op dynamische wijze ophalen als gebruikers vanuit de lokale host verbinding maken met de ERP-server. eigenaar De eigenaar van een familie is het bronobject van een koppeling die bij de familie hoort. exclusieve revisie Een optie die bepaalt dat de documentrevisie door slechts één persoon mag worden herzien. Als deze optie is ingeschakeld voor het betreffende document, is het niet mogelijk meerdere documentrevisies van het document tegelijkertijd te herzien. exporteren en importeren Exporteren: Een proces in de module Gegevensbeheer dat gegevens selecteert uit de lijst van systeemtabellen van ODM en de ODM-systeemgegevens overzet naar een opslagdirectory. Importeren: Een proces in de module Gegevensbeheer dat gegevens vanuit de dumpbestanden in een opgegeven directory importeert in de systeemtabellen van ODM. familielid Een object dat gerelateerd is aan een objectfamilie. Een objectfamilie kan objecten als leden hebben. familieobject is lid van Het object is lid van de opgegeven objectfamilie. families eigendom van type Alle objectfamilies die een bepaald object als eigenaar hebben. formaat De afmetingen van de hardcopy, zoals de papierformaten A2 en A4. gebied De directory waarin de module Documentbeheer geregistreerde bestanden opslaat. gebiedscombinatie Een gebied op een host dat is gedefinieerd voor de opslag van specifieke bestanden, zoals een werkgebied. gebiedstypen De classificatie van gebieden. Voorbeelden zijn werkgebieden voor het registreren van en werken met bestanden en opslaggebieden voor het opslaan van bestanden. gekoppelde ERP-entiteit Een voorgedefinieerde entiteit die is gekoppeld aan ERP-objecten in ODM. Objecten zijn voorgedefinieerd in ODM en kunnen, afhankelijk van hun status, gekoppeld worden aan documentrevisies/wijzigingsvoorstellen/mappen. gemapt gebied Een procedure die bepaalt hoe een werkgebied op afstand kan worden aangeroepen vanaf de lokale host. gereed De status die aangeeft dat een wijziging is doorgevoerd. goedgekeurd De status waarmee wordt aangegeven dat het betreffende object goedgekeurd is voor implementatie. hardcopy Een object dat verwijst naar de hardcopy's van documenten. De inhoud van documenten kan worden afgedrukt op papier. Andere voorbeelden van hardcopy's zijn opslagmedia, zoals cassette en film. herzien Hiermee kan de gebruiker een nieuwe revisie aanmaken van, bijvoorbeeld, een bestaand wijzigingsvoorstel met de status Goedgekeurd of een bestaande documentrevisie met de status Vrijgegeven. hoofdbestanden Indien er meerdere bestanden aan een documentrevisie zijn gekoppeld, zoekt het systeem naar het hoofdbestand en voert het vervolgens de bestandsbewerkingen (Weergeven/Afdrukken/Bewerken) uit. host Een host is het netwerkknooppunt dat in het netwerk wordt herkend. Alle netwerkknooppunten die door de documentbestandsserver of de opslagservercomponent kunnen worden aangeroepen, kunnen als hosts worden gedefinieerd. in bewerking De status die aangeeft dat een taak in uitvoering is. Deze status wordt toegekend als een uitgevoerde taak wordt herzien door middel van de actie Opnieuw uitvoeren. inchecken Een van de statussen van bestanden die zich in het opslaggebied bevinden. Bestanden met de status Inchecken kunnen niet worden bewerkt. Deze bestanden kunnen alleen worden bekeken. in goedkeuringsfase Deze status geeft aan dat de aangemaakte wijziging ter beoordeling is voorgelegd. layout standaardoverzicht Een leesbare standaardindeling voor overzichten. De layout bevat de volgende velden: Bedrijfsnummer, Bedrijfsnaam, Datum/tijd, Gebruiker, Paginanummer en Rapportkop. levenscyclus document De levenscyclus van een document, van concept tot voltooiing. De levenscyclus van een document kent verschillende fasen, zoals Nieuw, Voorgelegd, Goedgekeurd, Vrijgegeven, Weggehaald, Op Vervallen gezet en Afgekeurd. library Een logische locatie voor het opslaan van gegevens in een hiërarchische structuur. Library's worden gebruikt voor het definiëren van een verzameling gerelateerde objecten en de classificatie van documenten. Deze objecten kunnen zelf library's zijn. Er kunnen opslaggebieden aan een library zijn gekoppeld. locatie De locatie waar hardcopy's, zoals documenten, worden opgeslagen. map Een gegevensobject waarin een groep van gerelateerde objecten wordt opgeslagen. Elke map heeft een levenscyclusmechanisme. Mappen bieden een flexibele oplossing voor het definiëren van de relaties, koppelingen en afhankelijkheden tussen verschillende aspecten van productgegevens in de vorm van objecten. Een map kan persoonlijk of gemeenschappelijk zijn. mappenbeheer Een module voor het beheer van mappen waarmee u productinformatie eenvoudig kunt beheren. De module Mappenbeheer biedt een flexibele oplossing voor problemen omtrent koppelingen en afhankelijkheden. Door een map aan een ERP-object te koppelen, kunt u op eenvoudige en efficiënte wijze het gegevensdomein van een object uitbreiden en de aan het object gerelateerde informatie snel ophalen. maskercode De code die is gedefinieerd voor het attribuut van het object. U kunt unieke maskercodes muteren voor het attribuut van een object. maskerconfiguratie De gedetailleerde configuratie van maskers voor het genereren van ID's in het formaat dat door de organisatie wordt gehanteerd. Om maskers te configureren, moet u de maskercode die aan het attribuut is gekoppeld, configureren. medium Het middel waarop een hardcopy wordt opgeslagen, zoals papier, diskettes, cd-rom's, enzovoort. Multi Main Table (MMT) Het concept waarin meerdere tabellen in één sessie worden weergegeven en kunnen worden bewerkt. MMT is bedoeld ter verbetering van het gebruiksgemak van de ERP-applicaties. De aan de hoofdsessie gerelateerde sessies worden als satellieten in de MMT-sessie weergegeven. nieuw De status die wordt toegekend aan een nieuwe documentrevisie. nieuw maken Een actie waarmee de gebruiker de afgekeurde documentrevisie kan vernieuwen. De status van de documentrevisie wordt gewijzigd van Afgekeurd in Nieuw. object Een niet-fysieke entiteit die is gedefinieerd in ODM om de levenscyclus van een product op eenvoudige wijze te beheren. Zo wordt een LN-hoofdtabel gezien als een object. Objecten worden geclassificeerd als ODM-objecten en ERP-objecten. ODM-objecten zijn gerelateerd aan ODM, zoals library's, documenten, wijzigingen, mappen en query's. Voorbeelden van niet-ERP objecten zijn artikel, stuklijst, verkooporder en inkooporder. object-browsing De objectverkenner waarmee gebruikers de koppelingen van het object kunnen bekijken in de vorm van een horizontale boomstructuur. objectfamilie Een familie met een of meer objecten als familieleden die aan de eigenaar van de familie zijn gekoppeld. objecthistorie De historie van de revisies van een object. objectmasker Een mechanisme dat een uniek identificatienummer genereert voor het attribuut van het object dat aangeduid wordt met een unieke maskercode. Welk nummer daadwerkelijk wordt gegenereerd, is afhankelijk van de configuratie die de gebruiker voor de maskercode heeft gedefinieerd. Indien er geen maskerconfiguratie is gedefinieerd voor een objectmasker, wordt de default waarde van het objectmasker genomen voor het genereren van het nummer. Het actieve objectmasker wordt gebruikt om het nummer voor het attribuut van een object te genereren. objectstatistieken Functionaliteit waarmee statistische gegevens kunnen worden weergegeven, zoals het aantal hardcopy's en bestanden dat aan een documentrevisie is gekoppeld en de totale omvang van de bestanden die aan de revisie zijn gekoppeld. objectstatus per object De secundaire status van een object dat afhankelijk is van de status van een ander door het systeem gedefinieerd object in een levenscyclus van een document of wijziging. ODM Een onafhankelijk pakket in LN dat oplossingen biedt voor effectief gegevensbeheer in een productontwikkelingsomgeving. Het pakket bevat uitgebreide functionaliteit voor gegevensbeheer. ODM zorgt ervoor dat de productgegevens op de juiste wijze worden verwerkt en dat stringente processen worden toegepast voor het beheer van productlevenscycli. ODM biedt volledig geïntegreerde functies voor documentbeheer, wijzigingsbeheer en mappenbeheer voor gebruikers van LN. ODM kan rechtstreeks vanuit LN worden geopend, waardoor gebruikers documenten aan LN-objecten kunnen koppelen en de aan die documenten gekoppelde bestanden kunnen bekijken. opslaggebied Een van de geclassificeerde gebieden waarin ingecheckte bestanden worden opgeslagen wanneer een document ter beoordeling is voorgelegd of is vrijgegeven in het geval van een snelle goedkeuring van een document. Gebruikers kunnen de bestanden in dit gebied alleen lezen. opslagserver Een programma dat is geïnstalleerd op de client- of serversystemen, afhankelijk van de behoefte. Met de opslagserver kunt u bestanden overzetten tussen de gebieden die tijdens bepaalde bewerkingen in ODM zijn toegewezen en kunt u de bestanden registreren en openen in een gemapt gebied. overzicht Een basisformaat voor een gestructureerde presentatie van informatie. overzichtparameters De parameters die worden gebruikt om de criteria op te geven voor de selectie van gegevens die op een bestaand overzicht moeten worden weergegeven. query Een generiek mechanisme voor het filteren van een aantal records op basis van aangegeven condities. query-conditie De door een gebruiker opgegeven conditie voor het instellen van een query, gebaseerd op de respectievelijke objectattribuutwaarden. Een query kan gebaseerd zijn op een of meer condities. U kunt bijvoorbeeld condities instellen om alle documenten van een bepaald type op te halen. redencode Een code en omschrijving die de reden van een wijziging aangeeft. De codes en omschrijvingen worden door de systeembeheerder voorgedefinieerd. referentiedocument Een document waarin de details worden beschreven van een wijzigingsaanvraag die ter referentie is opgeslagen in ODM. regel Een principe dat of voorwaarde die kan worden gebruikt voor het triggeren van afhankelijke events/entiteiten. relaties Groep acties voor een specifiek object. relatieve wijzigingsorders (RCO) Afhankelijk van de basiswijzigingsorderdatum, bepaalt de relatieve wijzigingsorder (RCO) wanneer en hoe lang de gekoppelde ERP-entiteit geldig is. reviewer De persoon die verantwoordelijk is voor de beoordeling van een wijzigingsvoorstel of documentrevisie. reviewer De persoon die aan een wijziging of een commissie voor documentbeheer is toegekend om een wijzigingsvoorstel of documentrevisie te beoordelen en gerichte aanbevelingen te doen. reviewmechanisme Het mechanisme ter ondersteuning van de reviewers van de commissie voor wijzigings- of documentbeheer. Het mechanisme maakt een gecontroleerde uitvoering van het proces door de reviewers van de commissie mogelijk. revisiemodes Aan elke documentsoort wordt een revisiemodus toegekend die van toepassing is op alle documenten van die documentsoort. De opgegeven revisiemodus kan een alfanumerieke revisie zijn, zoals rev 01 of A1. De revisiemodus kan tevens automatisch worden ingesteld op de vrijgavedatum van de revisie, bijvoorbeeld 12-05-1998. rol Rollen worden gebruikt om de positie van medewerkers te definiëren, alsmede hun bevoegdheden om bepaalde taken en processen uit te voeren dan wel bepaalde gegevens te bekijken. rolcombinatie Toekenning van de juiste acties aan een bepaalde rol, voor het uitvoeren van de respectievelijke acties in ODM, zoals ontwerper, engineer, programmeur en beheerder. rollen per medewerker Rollen die zijn gedefinieerd in ODM, worden toegekend aan de medewerker als onderdeel van de bevoegdheden binnen een organisatie. secundaire status Een status die door een beheerder wordt toegekend aan ODM-objecten op basis van de door het systeem gedefinieerde status. Wordt ook wel een door de gebruiker gedefinieerde status genoemd. status documentrevisie Een documentrevisie kan tijdens de levenscyclus van het document de volgende statussen hebben:
status wijzigingsaanvraag Een wijzigingsaanvraag kan de volgende statussen hebben:
Wijzigingsaanvragen met de status Gekoppeld aan wijziging kunnen niet worden afgekeurd en afgekeurde wijzigingsaanvragen kunnen niet worden gewijzigd. status wijzigingsvoorstel Een wijzigingsvoorstel kan de volgende statussen hebben:
systeemacties De basisacties die van toepassing zijn op alle bewerkingen in ODM. Alle acties die gerelateerd zijn aan ODM-objecten, zijn default systeemacties. Dit betekent dat zij niet kunnen worden verwijderd of gewijzigd. Gebruikers kunnen geen systeemacties aanmaken. systeemtabel Een tabel met alle objecten die gerelateerd zijn aan de ODM-configuratie per volgnummer, pakket en module voor het exporteren van informatie. taak De wijziging die daadwerkelijk op de voorgeschreven datum wordt doorgevoerd. U kunt taken direct aan een wijzigingsvoorstel koppelen als het voorstel de status Aangemaakt heeft. taakgroep Hoewel taakgroepen optioneel zijn, verdient het aanbeveling taakgroepen te gebruiken. Met behulp van taakgroepen kunt u namelijk taken indelen en beheren. Het gebruik van taakgroepen is dan ook met name handig als er binnen een organisatie sprake is van honderden taken. In de taakgroep wordt vastgelegd wat het doel en de resultaten van een taak zijn en hoe en wanneer de taak wordt uitgevoerd. taakstatus Aanduiding van verschillende toestanden tijdens de levenscyclus van een taak. De statussen zijn Aangemaakt, In bewerking, Uitgevoerd en Overgeslagen. ter beoordeling voorgelegd Een status die aangeeft dat een document of wijziging is voorgelegd ter goedkeuring of afkeuring. uitchecken en van de statussen van bestanden die zich in het werkgebied bevinden. Bestanden met de status Uitchecken kunnen worden bewerkt. uitgevoerd De status die aangeeft dat een taak gereed is. vrijgegeven Een status die aangeeft dat een document formeel is goedgekeurd en gereed is voor distributie. weggehaald De status van de documentrevisie die aangeeft dat de documentrevisie na vrijgave is weggehaald. Als een document is weggehaald, is de revisie niet meer in gebruik. werkgebied Een niet-beveiligd gebied waarin alle bestanden worden aangemaakt en opgeslagen voordat een gebruiker deze bekijkt en bewerkt. In dit gebied is er van elk bestand slechts één versie. Gebruikers kunnen bestanden bewerken die zijn toegekend als werkgebieden. Er kunnen meerdere werkgebieden worden toegekend aan één gebruiker en meerdere gebruikers kunnen worden toegekend aan één werkgebied. Aan elke gebruiker die met bestanden werkt wordt een default werkgebied toegekend. Wanneer de gebruiker de bestanden uitcheckt, worden deze gekopieerd naar het default werkgebied. Het default werkgebied wordt ook gebruikt in andere gevallen, zoals bij de registratie van de bestanden in ODM. wijziging Een unieke identificatie van een specifieke wijziging. Een wijzigingskop is een wijziging die bestaat uit vergelijkbare wijzigingsaanvragen die gegroepeerd en voorgelegd kunnen worden middels een enkele wijzigingskop. Deze identificatie is een database-entiteit waarmee de wijziging wordt aangeduid. wijzigingsaanvraag Hiermee begint het wijzigingsproces. Wijzigingsaanvragen kunnen afkomstig zijn uit velerlei bronnen, zoals vragen uit de markt, productreviews en klantverzoeken om vernieuwing en upgrades van producten. Bij elke wijzigingsaanvraag worden gegevens opgeslagen, waardoor u de wijzigingen altijd kunt terugvinden, ongeacht de herkomst. wijzigingsbeheer Een module in LN ODM voor het beheer van de processen omtrent productwijzigingen in de levenscyclus. Wijzigingsbeheer zorgt ervoor dat de productwijzigingen op een zichtbare, gecontroleerde en ordelijke wijze worden geïmplementeerd. Met de module Wijzigingsbeheer kunt u op een flexibele manier wijzigingsprocessen aanmaken voor de optimalisatie van uw ERP-systeem (Enterprise Resource Planning). wijzigingsclassificatie Een lijst van codes met omschrijvingen die door de systeembeheerder zijn gedefinieerd om optionele wijzigingen te classificeren. wijzigingscommissie De commissie, bestaande uit een voorzitter en een aantal reviewers, die een wijziging implementeert met behulp van Wijzigingsbeheer. Alleen geautoriseerde gebruikers kunnen een wijzigingscommissie aanmaken. wijzigingsorder Een generiek mechanisme voor het wijzigen van een aan ERP gekoppelde entiteit in Wijzigingsbeheer. Er wordt een wijzigingsorderdatum opgegeven om op die datum de gekoppelde entiteit op Geldig of Vervallen te zetten. wijzigingsorderdatum De datum waarop de wijziging is doorgevoerd voor de gekoppelde ERP-entiteit. De wijzigingsorderdatum wordt opgegeven in de wijzigingsorder om op die datum de gekoppelde ERP-entiteit geldig of ongeldig te maken. wijzigingsprioriteit Een code en omschrijving die volgens de eisen van de organisatie zijn gedefinieerd om de prioriteit van de wijziging aan te duiden. wijzigingsproces Het proces voor het aanmaken, beoordelen, goedkeuren of afkeuren en gereedmaken van een wijziging. wijzigingsstatus De status van de wijziging gedurende de levenscyclus. Een wijziging kan de volgende statussen hebben:
wijzigingsvoorstel De omschrijving van het wijzigingsvoorstel. Deze omvat alle betrokken ERP-entiteiten, reviewerlijsten, koppelingen met relaties, taken en taakgroepen en wijzigingsorders. Wanneer een wijziging wordt aangemaakt, wordt automatisch een nieuw default wijzigingsvoorstel aangemaakt.
| |||