Regels (dmcom2170m000)

Met regels kunt u afhankelijke events triggeren. U kunt een regel definiëren voor een combinatie van bronobject, bron-event, doelobject en doel-event. De condities voor het bron-event en de condities voor het doel-event worden toegewezen in de sessie Query (dmqry0501m000).

Voor de verwerking van de regel moet u op ten minste één veld een waarde opgeven. Dit kan het veld Conditie voor doel-event of het veld Attribuut zijn.

Verwerking van de regel als een conditie voor een doel-event is opgegeven:

Als de conditie voor het doel-event is opgegeven, worden de te verwerken objecten opgehaald op basis van de query-conditie. De query-condities worden gedefinieerd voor de bron- en doelentiteiten van de regel. Alle objecten die bij de uitvoering van de query worden opgehaald, krijgen een andere status in de levenscyclus.

Verwerking van de regel als een attribuut is opgegeven:

Als u een attribuut hebt opgegeven, moet u de default waarde opgeven. Wanneer deze regel wordt verwerkt, vergelijkt het systeem de default waarde met de waarde die is opgegeven in de sessie Gegevens koppelingsattributen.

Default waarden komen overeen en er zijn geen records aanwezig in de sessie Attributen en eigenschappen koppelen:

Als de default waarde die is opgegeven in de sessie Gegevens koppelingsattributen en de default waarde in de sessie Regels overeenkomen en er geen records aanwezig zijn in de sessie Attributen en eigenschappen koppelen, worden voor het opgegeven attribuut met de regel alle instances van het doelobject verwerkt.

Default waarden komen overeen en er zijn records aanwezig in de sessie Attributen en eigenschappen koppelen:

Als de default waarde die is opgegeven in de sessie Gegevens koppelingsattributen en de default waarde in de sessie Regels overeenkomen, krijgen de records die zijn opgehaald uit de sessie Attributen en eigenschappen koppelen een andere status in de levenscyclus.

Default waarden in Gegevens koppelingsattributen en Regels komen niet overeen en er zijn records aanwezig in de sessie Attributen en eigenschappen koppelen:

Als de default waarde die is opgegeven in de sessie Gegevens koppelingsattributen en de default waarde in de sessie Regels niet overeenkomen, wordt in de sessie Attributen en eigenschappen koppelen gezocht naar de records met het opgegeven attribuut en de opgegeven default waarde. De objecten die voldoen aan deze criteria, worden opgehaald en krijgen een andere status in de levenscyclus.

Voorbeeld: Scenario voor regeldefinitie: Wanneer de revisies van Documenten die zijn aangemaakt door een medewerker met een algemene rol, worden herzien, moeten ook alle child-documentrevisies die zijn gekoppeld aan de hoofdrevisie, worden herzien. U kunt gekoppelde child-documenten herzien als u over de benodigde autorisaties beschikt en het object de juiste status heeft voor de huidige actie. Definieer Doc_Rev als eigenaar van het object en Herzien als eigenaar van het event. De richting is van eigenaar naar lid. Het lid-event is Herzien en het lid-object is opnieuw Doc_Rev. De conditie voor het event van de eigenaar wordt gedefinieerd in de desbetreffende query. Met de query-conditie wordt aangegeven dat documenten met een algemene rol moeten worden geselecteerd. Maak een document aan met de naam Doc-1 en koppel het document aan het child-document CDoc-1. De rol voor deze twee documenten wordt gedefinieerd als Algemeen. Als u de regel uitvoert en Doc-1 is herzien, wordt het gekoppelde child-document CDoc-1 ook herzien.