Als een objectmasker is geconfigureerd voor het attribuut, wordt de attribuut-ID automatisch gegenereerd op basis van de definitie van het objectmasker in de sessie Objectmaskers (dmcom0522m000).
Attributen (dmcom2100m000)Deze sessie kunt u gebruiken om attributen voor een object te definiëren. Attributen worden in de sessie Regels (dmcom2170m000) gebruikt om betrokken objecten te selecteren. Attributen zijn flexibel: gebruikers kunnen eigenschappen naar keuze toevoegen aan bestaande objecten. Als de gebruiker voor de objectattributen een masker definieert, genereert LN automatisch de attribuutwaarden. NB Met de velden Verwijzing naar object en Domein kunt u de basis voor het attribuut aangeven. De gebruiker kan een waarde opgeven voor het veld Verwijzing naar object of het veld Domein.
Attribuut De ID van het attribuut. Als een objectmasker is geconfigureerd voor het attribuut, wordt de attribuut-ID automatisch gegenereerd op basis van de definitie van het objectmasker in de sessie Objectmaskers (dmcom0522m000). Omschrijving De omschrijving of naam van de code. Verwijzing naar object Het object waarop het attribuut is gebaseerd. Klik op de bladerpijl om een object te selecteren in de sessie Objecten (dmsys1511m000). Domein De naam van het domein waarop het attribuut is gebaseerd. Gebruik de bladerpijl om een domein te selecteren in de sessie Objecten (dmsys1111s000).
Query-filter uitschakelen Hiermee wordt het filtermechanisme uitgeschakeld.
| |||