Voorbeeld van lineaire voortgangLN maakt gebruik van de methode lineair verloop om de gemiddelde geprojecteerde voorraadniveaus te berekenen. Bij deze methode gaat LN ervan uit dat het voorraadniveau tussen de verschillende planperioden lineair verloopt. Voorbeeld Werkelijke voorraad = 10
In dit voorbeeld gaat LN uit van de volgende geprojecteerde voorraadgegevens voor (het einde van) de dag:
Het beginpunt is de werkelijke voorraad, ervan uitgegaan dat er geprojecteerde voorraad aanwezig is aan het begin van planperiode 1 (d.w.z. de planperiode waarin de huidige datum valt). In dit voorbeeld is de hoeveelheid die werkelijk op voorraad ligt 10. Over twee dagen stijgt deze waarde naar 20 (de geprojecteerde voorraad aan het einde van planperiode 1). Als ervan wordt uitgegaan dat wijzigingen lineair verlopen, ligt de voorraad aan het einde van dag 1 halverwege tussen 10 en 20. In planperiode 2 doet zich eenzelfde situatie voor. In planperiode 3 is er een verschil van 69 in 5 dagen. Als ervan wordt uitgegaan dat wijzigingen lineair verlopen, betekent dat een stijging van 13,8 per dag.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||