Algemene parameters instellen voor artikelen met permanente voorraad

Er wordt een basisanalyse uitgevoerd als er sprake is van afgiften of gebruik op enkele dagen. Er wordt een uitgebreidere simulatie uitgevoerd wanneer er meer gegevens beschikbaar zijn. In beide gevallen worden artikelen met minder dan een bepaald minimumaantal dagen aan historie afzonderlijk behandeld.

Ga volgens deze procedure te werk om algemene parameters op te geven voor artikelen met permanente voorraad.

  1. Meld u aan als Applicatie Beheerder of Inkoop Beheerder.
  2. Als Applicatie Beheerder selecteert u Aanbodbeheer > Voorraadinformatie > Configuratie.
    Als Inkoop Beheerder selecteert u Voorraadinformatie > Configuratie.
  3. Selecteer het tabblad Algemene configuratie permanente voorraad.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Grens minimumperiode werkelijke voorraad (weken)
    Geef de grens voor de minimumperiode van werkelijke voorraad op in weken. Een deel van de analyse wordt uitgevoerd gedurende een groot tijdvak. Bijvoorbeeld: 52 weken. De recentste periode, bijvoorbeeld 10 weken aan historie, is echter belangrijk om het minimumbedrag te bepalen dat op voorraad was.
    Minimum aantal afgiftedagen om in aanmerking te komen voor analyse
    Geef een waarde op voor het minimumaantal dagen dat een artikel moet worden gebruikt om in aanmerking te komen voor analyse.
    Minimum aantal afgiftedagen om in aanmerking te komen voor simulatie
    Geef een waarde op voor het minimumaantal dagen dat een artikel moet worden gebruikt om in aanmerking te komen voor simulatie.
    Minimum aantal dagen historie
    Geef het minimumaantal dagen op dat het artikel in de historie moet voorkomen om in aanmerking te komen voor simulatie.
    Offset bestelpunt (eenheden)
    Geef een offsetwaarde voor het bestelpunt op. Omdat een order wordt geactiveerd wanneer de voorraad het bestelpunt bereikt, is het nuttig om het doel op ten minste 1 eenheid hoger te zetten. Dit veld kan worden overschreven.
    Minimale vermenigvuldigingsfactor
    Geef een waarde voor de minimale vermenigvuldigingsfactor op. We raden u aan het bestelpunt op of boven een minimale waarde te houden, berekend op basis van historische gegevens. Stel het bestelpunt in op 0 om de functie uit te schakelen. Laat het veld op 1 staan om de berekende waarde te gebruiken. U kunt het veld op een decimale waarde instellen om deze nauwkeuriger te corrigeren. Bijvoorbeeld: 1,25 is 25% boven het minimum en 0,75 is 25% onder het minimum.