Wagen- of par-locaties instellen

U moet eerst elke par-locatie of wisselwagen instellen voordat u voorraad kunt verwerken.
  1. Selecteer Voorraadlocaties.
  2. Klik op Maken.
  3. Vul de velden in.
  4. Klik op Opslaan.
  5. Het tabblad Par-artikelen wordt weergegeven.
  6. Klik op het tabblad Par-artikelen op Maken en geef de volgende gegevens op:
    Artikel
    Selecteer het artikel dat bij de par-locatie hoort.
    Schaplocatie
    Geef de schaplocatie op voor het artikel.
    Par-niveau
    Geef het par-niveau op voor deze locatie. Dit niveau fungeert als het bestelpunt.
    Eenheid
    De standaardtransactie-eenheid voor dit artikel op deze locatie.
    Rekeninggroep voorraadlocatie
    Selecteer een rekeninggroep voor de voorraadlocatie.
    Doorbelastbaar aan patiënt
    Selecteer of dit artikel op deze locatie aan de patiënt in rekening kan worden gebracht.
    Actief
    Schakel dit selectievakje in als dit een actieve locatie is.
    Minimumorderhoeveelheid
    Geef de minimum bestelhoeveelheid op die kan worden gebruikt om te bepalen wanneer een inkoopaanvraagregel voor aanvullen van een par-locatie wordt gemaakt.
    Doorlooptijd in dagen
    Geef de doorlooptijd in dagen op.
    Voorgesteld par-niveau
    Geef het voorgestelde par-niveau op.
    Standaardkosten
    Geef de standaardkosten op voor het artikel op deze locatie.
    Producentcode en divisie
    Selecteer een producentcode en divisie.
    Producentnummer
    Geef het producentnummer op.
    Leverancier
    Optioneel. Selecteer een primaire leverancier voor aanvulling.
    Inkopen-van locatie
    Optioneel. Selecteer de inkopen-van locatie van een primaire leverancier.
    Aanvullen vanuit
    Gebruik indien gewenst deze velden om aan te vullen vanuit een ander van-bedrijf, een andere van-locatie of een andere van-opslagruimte.
  7. Klik eventueel op de knop Acties om artikelen voor deze par-locatie toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen.

    Als u Process Automation hebt, beschikt u over een service waarmee u een par-locatie kunt toevoegen, wijzigen en verwijderen. Zie de Referentiehandleiding voor Process Automation-services.