Artikellocaties maken

Voordat u artikellocaties instelt, moet u evalueren wat uw aanvullingsvereisten zijn.

Geef aan of de vraag naar artikelen voorspelbaar is of geef aan dat uw artikelen moeten worden aangevuld wanneer de hoeveelheidsniveaus onder een bepaalde hoeveelheid komen.

Het bestand Artikellocatie is een bestand met artikelen waarvoor voorraad wordt aangehouden op een bepaalde locatie. De artikellocatie wordt gebruikt om artikelkosten en -hoeveelheden te traceren. In de artikellocatierecords wordt gedefinieerd of het artikel wordt getraceerd op opslagruimte. De records bevatten aanvullingsgegevens voor het artikel. Als het artikel een voorraadartikel is en u hoeveelheden traceert, is voor elke record met basisgegevens voor artikelen ten minste één artikellocatierecord vereist.

  1. Selecteer Aanbodbeheer > Instellingen Aanbodbeheer > Artikelen > Artikellocaties beheren.
  2. Klik op Maken.
  3. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Bedrijf
    Selecteer een bedrijfsnummer.
    Locatie
    Selecteer een locatie. Als u een locatie opgeeft, bevat dit veld alleen de artikelen die aan deze locatie zijn toegewezen.
    Actief
    Schakel dit selectievakje in als de artikellocatie actief is.
    Niet bestelbaar
    Schakel dit selectievakje in als de artikellocatie niet-bestelbaar is.
    Artikel
    Selecteer een artikelnummer.
    Rekeninggroep voorraadlocatie
    Selecteer een rekeninggroep voor de voorraadlocatie.
    Datum toegevoegd
    Selecteer de datum waarop het artikel aan het artikellocatiebestand is toegevoegd. Als dit veld leeg is, wordt de huidige systeemdatum gebruikt.
    Inkoper
    Selecteer een inkoperscode. De inkoper is de persoon die verantwoordelijk is voor het aanhoud van de artikelvoorraad op de desbetreffende locatie.
    Standaardtransactie-eenheid
    Selecteer de voorraadtransactie-eenheid als de artikeleenheid afwijkt van de eenheid waarin het artikel in de voorraad is opgeslagen. Deze eenheid is van toepassing op voorraadtransacties zoals correcties, ontvangsten en afgiften.
    Standaardbroneenheid
    Selecteer voor dit artikel een geldige eenheid die u wilt gebruiken als standaardeenheid voor inkoopaanvragen en inkopen op basis waarvan deze locatie wordt aangevuld.
    Aanvullende eenheid
    Selecteer een aanvullende eenheid. Hiermee worden de kosten en het saldo van het artikel behalve in de voorraadeenheid ook in een aanvullende eenheid weergegeven.
    Producentcode en divisie
    Selecteer de code waarmee wordt aangegeven welke divisie van de producent aan een artikel is gekoppeld.
    Producentnummer
    Geef het producentnummer op.
    Maximumhoeveelheid inkoopaanvraag
    Geef de maximale artikelhoeveelheid op die u kunt aanvragen in Inkoopaanvragen.
    Op voorraad getraceerd
    Schakel dit selectievakje in als de werkelijke voorraadhoeveelheden en verwante hoeveelheden voor dit artikel op voorraad worden getraceerd. Dit veld werkt in combinatie met het veld voor traceren op het tabblad Eenheid van Artikelen beheren om te bepalen met welke afzonderlijke eenheden voorraad wordt getraceerd.
    Inspectie vereist
    Schakel dit selectievakje in als ontvangstinspectie voor het artikel vereist is op deze locatie. Als een inspectie is vereist, wordt een bericht afgedrukt.
    Ontvangst toestaan
    Schakel dit selectievakje in als ontvangsten zijn toegestaan op deze locatie.
    Geen kosten
    Schakel dit selectievakje in als er geen kosten zijn voor dit artikel.
    Selecteren voor speciale cyclische inventarisatie
    Schakel dit selectievakje in als voor het artikel een speciale door de gebruiker gedefinieerde fysieke-voorraadtelling is vereist. U kunt een bepaalde groep artikelen bijvoorbeeld elke vijftien dagen tellen.
    Afgifte toestaan
    Schakel dit selectievakje in als afgiften zijn toegestaan op deze locatie.
    Consignatie
    Schakel dit selectievakje in als het artikel op deze locatie deel uitmaakt van de consignatievoorraad.
    Omzetklasse
    Selecteer de omzetklasse van het artikel. Met een omzetklasse wordt het artikelgebruik per volume gedefinieerd. In Selectie-ID's kunt u artikelen voor tellingen per omzetklasse selecteren. Doorgaans worden artikelen die aan omzetklasse 1 zijn toegewezen, strenger gecontroleerd dan artikelen die aan omzetklasse 2 of 3 zijn toegewezen.
    Nauwkeurigheid telling
    Geef een percentage op voor de nauwkeurigheid van de telling. Voor de nauwkeurigheid van de telling geeft u een getal op (wordt weergegeven als percentage) waarmee wordt aangegeven hoe nauwkeurig de fysieke-voorraadrekening moet zijn.
    Prognosenummer
    Selecteer een prognosenummer.
    Op serienummer getraceerd
    Schakel dit selectievakje in om het serienummer van het artikel vast te leggen. Als het serienummer alleen is vereist op het moment van afgifte, selecteert u Serienummer is vereist bij afgifte. Als het serienummer is vereist op het moment van ontvangst van het artikel en voor alle volgende transacties, selecteert u Serienummer is vereist bij ontvangsten.
    Op partij getraceerd
    Selecteer Partij is vereist bij afgifte als het partijnummer alleen is vereist op het
    moment van afgifte. Selecteer Partij is vereist bij ontvangst als het partijnummer is vereist op het moment van ontvangst van het artikel en voor alle volgende transacties.
    Op UDI/DSCSA getraceerd
    Geef aan of u voorraaddetails wilt traceren voor UDI-gegevens.
    Op opslagruimte getraceerd
    Schakel dit selectievakje in als het artikel op opslagruimte moet worden getraceerd.
    Voorkeursopslagruimte
    Als het selectievakje Op opslagruimte getraceerd is ingeschakeld, kunt u een voorkeursopslagruimte selecteren. Tijdens het verwerken van artikeltransacties wordt de voorkeursopslagruimte als standaardopslagruimte gebruikt.
    Opslagcode
    Als het selectievakje Op opslagruimte getraceerd is ingeschakeld, kunt u een opslagcode voor de opslagruimte selecteren. Opslagcodes worden gebruikt om beperkingen in te stellen voor opslagruimten.
    Voorkeursopslagruimte voor geblokkeerde artikelen
    Selecteer een voorkeursopslagruimte voor geblokkeerde artikelen.
    Belastbaar bij inkoop
    Geef aan of het artikel bij inkoop belastbaar is of is vrijgesteld van belasting. Selecteer Standaard volgend niveau instellen om aan te geven dat het artikel belastbaar is bij het volgende niveau.
    Belastbaar bij verkoop
    Schakel dit selectievakje in als het artikel belastbaar is bij verkoop.
    Belastingcode verkoop
    Selecteer de belastingcode voor verkoop. Met de code wordt bepaald uit welke belastingtabel de belastinggegevens moeten worden opgehaald.
    Belastingcode inkoop
    Selecteer een belastingcode. De belastingcode voor inkoop kunt u definiëren in Basisgegevens artikelen. Met dit veld wordt aangegeven uit welke belastingtabel de belastinggegevens moeten worden opgehaald.
    Datum
    Geef de datum op waarop het veiligheidsinformatieblad met gevaarlijke stoffen moet zijn ontvangen van de leverancier van het artikel.
    Document
    Geef het documentnummer op van het recentste veiligheidsinformatieblad met gevaarlijke stoffen dat is ontvangen.
    Versie
    Geef de versie op van het recentste veiligheidsinformatieblad met gevaarlijke stoffen dat is ontvangen.
    Doorbelastbaar aan patiënt
    Schakel dit selectievakje in als het artikel in rekening moet worden gebracht aan de patiënt.
    Kostennummer
    Geef een kostennummer op.
  4. Klik op Opslaan.
    NBGebruikershandleiding voor Voorraadbeheer
  5. Geef op het tabblad Kosten de volgende gegevens op:
    Standaardkosten
    Geef de standaardkosten op voor het artikel als u tijdens het instellen van uw bedrijf de standaardkostenmethode hebt geselecteerd.
    Toekomstige standaardkosten
    Geef voor het artikel de toekomstige standaardkosten op die de standaardkosten voor deze locatie kunnen vervangen.
    Marktprijs
    Geef de marktprijs op of de prijs die de inkoper wil betalen voor het artikel (zonder extra kosten of belastingen).
    Overheadkosten
    Geef de aan het artikel gekoppelde overheadkosten op, zoals huur van de opslagruimte, verzekeringen en nutsvoorzieningen voor het magazijn. Overheadkosten kunnen prorata worden verdeeld over een reeks artikelen of kunnen specifiek aan één artikel worden toegewezen.
  6. Klik op Opslaan.
  7. Geef op het tabblad Omzet de volgende gegevens op:
    Inkooporder maken voor klantorderregel
    Schakel dit selectievakje in als op basis van alle verkooporderregels voor deze artikellocatie inkooporders worden gemaakt. Verkooporderregels voor het desbetreffende artikel op deze locatie worden toegevoegd als niet-voorraadartikelen.
    Inkooporder rechtstreekse levering voor klantorderregel
    Schakel dit selectievakje in als alle orderregels voor deze artikellocatie rechtstreeks geleverde orders zijn.
    Minimumhoeveelheid
    Geef de minimumhoeveelheid (in de voorraadeenheid) op die voor een orderregel voor deze artikellocatie kan worden gedefinieerd.
    Maximumhoeveelheid
    Geef de maximumhoeveelheid (in de voorraadeenheid) op die voor een orderregel voor deze artikellocatie kan worden gedefinieerd.
    Klantorderretouren toestaan
    Geef aan of retouren zijn toegestaan, beperkt zijn toegestaan of niet zijn toegestaan.
    Retourdatum
    Als uw factureringsbedrijf zo is ingesteld, dat het aantal dagen voor retouren moet worden beperkt tot een bepaalde datum, geeft u de datum op waarna geen retourautorisaties meer kunnen worden gegenereerd. Op of na deze dag kunt u dan geen retourautorisaties meer genereren.
  8. Klik op Opslaan.
  9. Gebruik de verschillende tabbladen voor het aanvullen van artikellocaties, het maken transacties, de kostenhistorie en de vraag en het aanbod.