Factuurkoppelingen onderhouden

  1. Selecteer Processen uitvoeren > Crediteurenfactuurkoppeling > Factuurkoppelingen onderhouden.
  2. Open een record die u wilt onderhouden of klik op Maken om een nieuwe record te maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Uitvoeringsgroep
    Geef de uitvoeringsgroep van de geïmporteerde records op.
    Bedrijf
    Geef het bedrijfsnummer op.
    Verwerkingsniveau
    Verwerkingsniveau is een vereist veld. Als uw bedrijf maar één verwerkingsniveau heeft, maakt u daarvan de standaardwaarde bij het instellen van verwerkingsniveaus. Als de standaardwaarde is ingesteld, kunt u dit veld leeg laten.
    Referentie
    Geef een referentie op voor de gebruiker. Gebruikersreferenties worden onderhouden met de factuur.
    Journaaldatum
    Geef de journaliseringsdatum van de betaling op.
    Code bevoegde
    Geef de code van de bevoegde op.
  4. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Leverancier
    Geef de leverancier op.
    Betalen-aan leverancier
    Geef de betalen-door leverancier op.
    Gekoppelde leverancier
    Geef de externe betalen-aan leverancier op.
    Gekoppelde betalen-aan leverancier
    Geef het nummer van de externe betalen-door leverancier op. Eerder gekoppelde leveranciers worden doorzocht om de nummers van de betalen-aan leveranciers in Infor te bepalen.
    Overmakingslocatie
    Geef de locatie van de leverancier op waar de betalingen naar worden overgemaakt.
    EDI-nummer
    Selecteer het EDI-nummer (elektronische gegevensuitwisseling) van de leverancier.
    Factuur
    Selecteer een factuur.
    Achtervoegsel
    Selecteer een achtervoegsel.
    Factuurstatus
    Selecteer de factuurstatus.
    Omschrijving
    Geef een omschrijving op.
    Grootboekstatus
    Geef de status op die voor de factuurdistributies moet worden gebruikt.
    Factuurdatum
    Geef een factuurdatum op. Details over hoe de factuurdatum en vervaldatum worden gebruikt om facturen voor betaling te selecteren, vindt u elders in deze gebruikershandleiding.
    Vervaldatum
    Geef een vervaldatum op.
    Factuurbedrag
    Geef het bedrag van de factuur op. Controleer of het factuurbedrag dat u opgeeft, gelijk is aan het totaalbedrag van de onkostendistributieregels.
    Belastbaar
    Geef het totale belastbare bedrag van de factuur op.
    Belastingcode
    Selecteer een geldige belastingcode die u op de factuur wilt toepassen. De regels voor het belastingbedrag en de belastingdistributie worden automatisch gemaakt. Als u een belastingcode hebt toegewezen aan de leverancier, kunt u dit veld leeg laten en wordt de belastingcode van de leverancier gebruikt.
    Belastingbedrag
    Geef het totale belastingbedrag van de factuur op. Laat dit veld leeg als u een belastingcode opgeeft. De belastingcode wordt gebruikt om automatisch het belastingbedrag te berekenen op basis van het tarief dat voor de belastingcode is gedefinieerd. Er wordt een belastingdistributierecord gemaakt voor het belastingbedrag.
    Belasting koppelen voor distributies
    Schakel dit selectievakje in als u belasting aan afzonderlijke distributierecords koppelt.
    Betalingscondities
    Selecteer de betalingscondities op basis van de standaardwaarde of de door de gebruiker ingestelde waarde.
    Distributiecode
    Geef de distributiecode op.
    Rekening distributiecode
    Selecteer de distributiecoderekening.
    Retailbedrag
    Geef de retailkosten van het artikel op.
  5. Geef op het tabblad Opties de volgende gegevens op:
    Factuurtype
    Selecteer het factuurtype.
    Factuurreferentie
    Selecteer de factuurreferentie.
    Medewerker van Crediteurenadministratie
    Geef de medewerker van Crediteuren op die aan de factuur is toegewezen.
    Kostenplaats goedkeuring
    Geef de kostenplaats goedkeuring op.
    Goedkeuringscategorie
    Geef de goedkeuringscategorie op.
    Toerekeningscode factuur
    Geef de rekening op die moet worden gebruikt voor de factuurtoerekening.
    Inkopen van
    Selecteer de leveranciersgroep waarvan u wilt inkopen.
    Inkomstencode
    Selecteer een inkomstencode voor de factuur. Een inkomstencode definieert een factuur als belastbare inkomsten voor de leverancier.
    Belastbaar inkomstenbedrag
    Geef een bedrag op de factuur op dat belastbaar is. Als dit veld leeg is, wordt het belastbare bedrag berekend als het factuurbedrag zonder korting.
    Certificeringsnummer
    Geef het certificeringsnummer van de factuur op.
    Blokkeringscode
    Om te voorkomen dat de factuur voor betaling wordt gepland, moet u een blokkeringscode voor de factuur selecteren.
    Redencode
    Geef een redencode op.
    Kascode
    Selecteer een geldige kascode voor de factuurbetaling. De kascode vertegenwoordigt een bankrekening. Als dit veld leeg is, wordt als standaardwaarde een van de kascodes gebruikt die aan een van de volgende records is toegewezen:
    • overmakingslocatie
    • leverancier
    • leveranciersklasse
    • verwerkingsniveau bedrijf
    • betalingsgroep
    Verloren korting
    Schakel dit selectievakje in om de korting uit te schakelen, zelfs als de kortingsgegevens zijn opgegeven.
    Diversiteitscode
    Selecteer een code waarmee een categorie voor het aangeven van de diversiteit van de aankopen wordt aangeduid.
    Creditnota afdrukken
    Schakel dit selectievakje in als de terugvorderings-/creditnota is afgedrukt.
    Aantal periodieke facturen
    Geef het aantal herhalingen van een periodieke factuur op.
    Herhalingsplanning
    Selecteer de frequentie van de periodieke factuur.
    Code buitenlandse econ. regelgeving
    Geef de code voor buitenlandse economische regelgeving op. De code is vereist in sommige landen en wordt gebruikt om transacties nader te traceren en te rapporteren.
    Inhoudingscode leverancier
    Geef de code op voor de inhouding van de leverancier. Deze code wordt getraceerd en in de rapportage opgenomen aan het einde van het jaar afhankelijk van de wettelijke vereisten in het betreffende land.
    Externe inkooporder
    Geef de externe inkooporder op.
    Certificeringsdatum
    Selecteer de certificeringsdatum.
  6. Geef op het tabblad Betaling de volgende gegevens op:
    Betalingscode
    Selecteer een geldige betalingscode voor de factuurbetaling. Deze code vertegenwoordigt een type kas- of wisselbetaling. Als dit veld leeg is, wordt de betalingscode gebruikt die is toegewezen aan de overmakingslocatie, leverancier, leveranciersklasse of betalingsgroep.
    Betalingsnummer
    Als u een door de leverancier uitgegeven wissel wilt maken, geeft u het betalingsnummer van de wissel op.

    Als u een handmatige betaling voor de factuur wilt maken, geeft u het betalingsnummer op. Deze code moet een geldige kascode of transactiecode wisselbetaling zijn die is gedefinieerd voor handmatige betaling in Kasbeheer. Als voor de betalingscode handmatige betaling moet worden gereserveerd, moet het betalingsnummer worden gereserveerd met behulp van de actie Handmatige chequenummers reserveren.

    Als u gegevens voor handmatige betaling definieert, kan de handmatige betaling alleen worden gebruikt om deze afzonderlijke factuur te betalen. De factuur moet een basisvalutafactuur zijn. Nadat u de factuur hebt vrijgegeven, kunt u de gegevens voor de betaling niet meer handmatig wijzigen.

    Betalingsdatum
    Als u een betalingsnummer voor een kasbetaling opgeeft, moet u ook de betalingsdatum opgeven. Als u een betalingsnummer voor een wisselbetaling opgeeft, moet ook u de vervaldatum van de wisselbetaling opgeven.
    Factuurgroep
    U kunt een door de gebruiker gedefinieerde factuurgroep toewijzen aan de factuur, waarmee facturen voor betaling kunnen worden geselecteerd. Als dit veld leeg is, wordt gebruikgemaakt van de factuurgroep die is toegewezen aan de overmakingslocatie of de leverancier.
    Afzonderlijke betaling
    Schakel dit selectievakje in om een afzonderlijk betalingsform voor deze factuur te maken.
    Direct betalen
    Schakel dit selectievakje in als deze factuur is vereist.
    Bijlage
    Schakel dit selectievakje in als er een bijlage is vereist bij deze factuurbetaling.
    Bankinstructies
    Geef desgewenst instructies voor de bank op.
  7. Geef op het tabblad Korting de volgende gegevens op:
    Factuurontvangstdatum
    Geef de datum op waarop de factuur is ontvangen. Deze code wordt gebruikt om de kortingsdatum te berekenen als Factuurontvangstdatum gebruiken is geselecteerd bij Berekening condities voor de leverancier of het bedrijf.
    Kortingsbedrag
    Geef het kortingsbedrag op.
    Kortingstarief
    Geef het kortingstarief op.
    Toegestaan
    Geef het toegestane bedrag op voor het berekenen van de korting.
    Kortingsdatum
    Geef de ingangsdatum van de korting op.
    Kortingscode
    Geef de unieke kortingscode op.
    Flexbetalingscondities
    Schakel dit selectievakje in als u flexibele betalingscondities voor kortingen wilt gebruiken.
    Vroegbetalingskorting
    Schakel dit selectievakje in om te berekenen of het beter is een factuur eerder te betalen met korting of te wachten tot de vervaldatum.
  8. Geef op het tabblad Valuta de volgende gegevens op:
    Valuta
    Voer de valuta voor de factuur in.
    Wisselkoers
    Geef de wisselkoers op tussen de basisvaluta en de transactievaluta.
    Valuta herwaarderen
    Geef aan of valutaherwaardering van toepassing is op de factuur.
    Factuurbedrag in functionele valuta
    Geef het factuurbedrag in de functionele valuta op.
  9. Geef op het tabblad Eenmalig de volgende gegevens op:
    Eenmalige leverancier
    Schakel dit selectievakje in als het bedrijf een eenmalige leverancier is.
    Vervoerder
    Schakel dit selectievakje in als de leverancier ook een vervoerder is. Een vervoerder is een bedrijf dat goederen vervoert.
    Naam leverancier
    Geef de naam van de leverancier op.
    Zoeknaam
    Geef de zoeknaam van de leverancier op.
    Land
    Geef het land van de leverancier op.
    Type
    Selecteer het adrestype.
    Breedtegraad, Lengtegraad, Hoogteligging
    Geef de geografische coördinaten van de leverancier op.
    Wettelijke naam
    Geef de wettelijke naam van de leverancier op.
    Belastingidentificatienummer
    Geef het identificatienummer op voor de belasting.
    Inkomstencode
    Geef de inkomstencode op.
    Land/nummer btw-registratie
    Geef het land en het btw-registratienummer van de leverancier op.
  10. Geef op het tabblad Algemeen de volgende gegevens op:
    Code documenttype
    Selecteer het algemene documenttype voor de factuur.
    Codes aard van transactie
    Geef de aard van de transactiecode op die door het belastingsysteem wordt gebruikt voor Intrastat-berekeningen.
    Statistische procedure
    Geef de code voor de statistische procedure op die door het belastingsysteem wordt gebruikt voor Intrastat-berekeningen.
    Verzendvoorwaarden
    Geef de verzendvoorwaarden op zoals aangegeven in Intrastat-berekeningen.
    Verzenden via
    Geef de verzendmethode op.
    Poort
    Selecteer de poort van verzending of ontvangst.
    Rechtstreeks leveren
    Schakel dit selectievakje in om vanaf een secundaire leverancier of locatie te verzenden.
    Referentietype
    Selecteer het referentietype Scandinavisch voor de factuur.
    Klant-ID
    Geef de omschrijving of het nummer van de klant op.
    Betalingscategorie
    Geef de categorie op om betalingen te traceren. Gebruik dit veld om betalingen te groeperen op een bepaald kenmerk.
  11. Klik op Opslaan.
    De tabbladen Distributies, Betalingsschema en Opmerkingen zijn nu beschikbaar.