Verwerking van rechtstreeks geleverde orders

Het definiëren van rechtstreeks geleverde orders gaat op dezelfde manier als het definiëren van orders voor voorraadartikelen. U moet aangeven dat een inkooporder moet worden gemaakt en dat de leverancier de goederen rechtstreeks naar de klant verzendt.

NB

Voorraadartikelen worden bij dit proces toegevoegd als niet-voorraadartikelen.

Maak een klantorder met de informatie die aangeeft dat dit een rechtstreeks geleverde order is. Nadat u de order hebt vrijgegeven, maakt u een inkooporder. Werk de inkooporder zo nodig bij, geef de order vrij en druk hem af. Wanneer u de factuur van de leverancier ontvangt, voert u deze in het systeem in en keurt u de factuur goed. Nadat u de factuur hebt vrijgegeven, maakt u een factuur om naar uw klant te verzenden voor de order. De order gaat verder in Inkoop. Daar wordt een inkooporder gemaakt en worden de artikelen ontvangen van een leverancier. U kunt meerdere klantorderregels combineren in één inkooporder als ze allemaal voor dezelfde leverancier bestemd zijn. Om te voorkomen dat dit scenario zich voordoet, bekijkt en gebruikt u de functie Eén document per inkooporder die in de Gebruikershandleiding voor Inkoop wordt beschreven.

NB

Voor rechtstreeks geleverde orders worden geen Intrastat-records gemaakt. Als u geen orders verzendt naar een locatie van een klant, maakt u een locatie en draagt u de artikelen over waardoor Intrastat-records worden gemaakt.

Bij het maken van een rechtstreeks geleverde order kunt u deze met verzendberichten (ASN) verwerken met behulp van EDI-verwerking. Met verzendberichten kunt u klanten factureren zodra u het bericht van de leverancier ontvangt. Voordat u verzendberichten kunt ontvangen, moet u uw EDI-nummer definiëren in Facturering, en het EDI-nummer van de leverancier in Crediteurenadministratie.