Één overschrijving instellen in een toekenningsregel

Volg deze procedure voor zowel werkelijke als begrote toekenningen. Als de boekhoudwaarde die moet worden gebruikt voor de Journaliseren van-transacties, afwijkt van het herkomstadres, moet u de sectie Eén overschrijving van het tabblad Van toewijzing invullen.

Als de boekhoudwaarde die moet worden gebruikt voor de Journaliseren naar-transacties afwijkt van het herkomstadres, moet u de sectie Eén overschrijving van het tabblad Naar toewijzing invullen.

  1. Selecteer Verwerken > Toekenningen > Toekenningscontrole.
  2. Open een toekenningscontrolerecord op het tabblad Werkelijke waarden of op het tabblad Begrotingen.
  3. Open een toekenning op het tabblad Toekenningen.
  4. Open een toekenningsregel op het tabblad Regels.
  5. Klik op het tabblad Van toewijzing om één overschrijving op te geven voor de Journaliseren van-transacties.
  6. Geef in de sectie Eén overschrijving de volgende gegevens op:
    Geef een waarde op voor elke dimensie waar de boekhoudwaarde voor de Journaliseren van-transacties, verschilt van het herkomstadres. U kunt bijvoorbeeld een overschrijving opgeven om het saldo van de bron te behouden en een andere boekhoudtekenreeks gebruiken voor de Journaliseren van-transactie.

    Als het adres van de Journaliseren van-transacties gelijk is aan het herkomstadres, moeten de dimensievelden leeg zijn. De transactie wordt gegenereerd met de boekhoudtekenreeks van het herkomstadres.

    Lege <dimensie> als leeg behandelen
    Als dit selectievakje wordt ingeschakeld, moet het dimensieveld leeg zijn als de dimensie leeg moet zijn voor de Journaliseren van-transacties. Als de standaardwaarde wordt gedefinieerd in de structuurrelatie, is de dimensie de standaardwaarde. Schakel het selectievakje uit als de dimensie een waarde moet bevatten voor de Journaliseren van-transacties. Als het herkomstadres geen journaliseringselement is, moet een overschrijvingswaarde worden opgegeven.
    NB

    De <naam van de dimensie> in het veld Lege <dimensie> als leeg behandelen is gebaseerd op de gebruikersdimensies die zijn opgegeven bij de instellingen van de ondernemingsgroep.

  7. Klik op het tabblad Naar toewijzing om één overschrijving op te geven voor de Journaliseren naar-transacties.
  8. Geef in de sectie Eén overschrijving de volgende gegevens op:
    Geef een waarde op voor elke dimensie waar de boekhoudwaarde voor de Journaliseren naar-transacties verschilt van het herkomstadres.

    Als het adres van de Journaliseren naar-transacties gelijk is aan het herkomstadres, moeten de dimensievelden leeg zijn. De transactie wordt gegenereerd met de boekhoudtekenreeks van het herkomstadres.

    U kunt bijvoorbeeld een overschrijvingswaarde voor de rekeningdimensie opgeven als u een saldo aan een andere rekening wilt toekennen of overboeken. De waarden voor de financiële eenheid en het project zijn dezelfde als de bron.

    Lege <dimensie> als leeg behandelen
    Als dit selectievakje wordt ingeschakeld, moet het dimensieveld leeg zijn als de dimensie leeg moet zijn voor de Journaliseren naar-transacties. Als de standaardwaarde wordt gedefinieerd in de structuurrelatie, is de dimensie de standaardwaarde. Schakel het selectievakje uit als de dimensie een waarde moet bevatten voor de Journaliseren naar-transacties. Als het herkomstadres geen journaliseringselement is, moet een overschrijvingswaarde worden opgegeven.
  9. Klik op Opslaan.