Regels voor leaseclassificatie

  • US GAAP

    Op de ingangsdatum classificeert de huurder elke afzonderlijke leasecomponent als financieel of operationeel. Dit zijn de kenmerken van een financiële lease:

    Standaardcriteria Geëvalueerde velden voor classificatietest
    De eigendom van de lease wordt overgedragen aan de huurder aan het einde van de leasetermijn. Selecteer Eigendom.
    De huurder heeft een optie tot koop van het activum en het is redelijk zeker dat de huurder deze optie zal uitoefenen. Selecteer Inkoop uitoefenen.
    De leasetermijn omvat het grootste deel van de resterende economische levensduur van het activum. Als de ingangsdatum aan het einde of bijna aan het einde van de economische levensduur van het activum valt, kunt u dit criterium niet gebruiken om de lease te classificeren. Berekening van de economische levensduur t.o.v. de leasetermijn in de huidige vrijgave. Controleer de begindatum van de lease en als de resterende levensduur van het activum <=25%, slaat u dit criterium over bij de evaluatie.
    Reële waarde van het onderliggende activum >= 90% (contante waarde leasebetalingen) + (door de huurder gegarandeerde restwaarde) Berekening van de contante waarde ten opzichte van de marktwaarde in de huidige vrijgave.
    Het activum is zo gespecialiseerd dat het niet bruikbaar is voor de leasemaatschappij aan het einde van de leasetermijn. Selecteer Gespecialiseerd activum.

    Als aan geen van de bovenstaande criteria wordt voldaan, is er sprake van een operationele lease.

  • IFRS

    Alle nieuwe leases worden beschouwd als financiële leases, tenzij de waarde van elk afzonderlijk activum kleiner is dan of gelijk is aan USD 5.000.

    Voor deze criteria is een wisselkoers vereist om de equivalente USD-waarde te bepalen:

    • Operationele leases onder IFRS worden op een vergelijkbare manier verwerkt als kortlopende operationele leases onder US GAAP.
    • Financiële leases onder IFRS worden op een vergelijkbare manier verwerkt als kortlopende financiële leases onder US GAAP.