Selectie-ID's maken

Voordat u de selectie-ID voor de fysieke voorraad gebruikt, moet u controleren of eerdere bevriesrecords zijn verwijderd.

Definieer selectie-ID's om aan te geven welke artikelen moeten worden geteld tijdens de evaluatie van de fysieke voorraad. Als u verschillende typen voorraadevaluaties wilt uitvoeren, kunt u meerdere selectie-ID's selecteren die unieke artikelcombinaties vertegenwoordigen.

  1. Selecteer Fysieke voorraad > Selectie-ID's beheren.
  2. Klik op Maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Bedrijf
    Selecteer een bedrijfsnummer.
    Selectie-ID
    Geef een selectie-ID en de bijbehorende omschrijving op. Selectie-ID's worden gebruikt om een groep met artikelen en selectiecriteria voor artikelen aan te duiden voor fysieke-voorraadtellingen. Selectie-ID's kunnen cyclisch worden gebruikt.
  4. Geef op het tabblad Begin de volgende gegevens op:
    Hoeveelheid telling is vereist
    Schakel dit selectievakje in als de hoeveelheid van de telling vereist is voor alle artikelen die met deze selectie-ID worden aangeduid.
    Eenheid vereist
    Schakel dit selectievakje in als de eenheid vereist is tijdens het vastleggen van tellingen.
    Paginatotalen vereist
    Schakel dit selectievakje in als u paginatotalen wilt opnemen tijdens het invoeren van tellingen. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, kunnen de ingevoerde paginatotalen door de oplossing worden gecontroleerd om zo fouten te voorkomen.
    Werkelijke voorraad van nul bevriezen
    Schakel dit selectievakje in als u artikelen met een werkelijke-voorraadhoeveelheid van nul wilt opnemen.
    Kosten per eenheid van nul bevriezen
    Schakel dit selectievakje in als u artikelen met kosten per eenheid van nul wilt opnemen.
    Alle locaties
    Schakel dit selectievakje in als u alle locaties wilt opnemen.
    Rapportgroep
    Selecteer een rapportgroep. Rapportgroepen worden gebruikt om locaties te classificeren voor rapportage-, opvragings- en verwerkingsdoeleinden.
    Consignatie-artikelen
    Geef aan of u consignatie-artikelen, geen consignatie-artikelen of alleen consignatie-artikelen wilt opnemen.
  5. Klik op Opslaan.
  6. Geef op het tabblad Voorraadklassen de volgende gegevens op:
    Primair/secundair
    Selecteer een primaire en een secundaire voorraadklasse. Voorraadklassen kunnen worden gebruikt als selectiecriteria voor aanvullingen, fysieke voorraden, rapporten en opvragingen.
  7. Klik op Opslaan.
  8. Geef op het tabblad Typen opslagruimten de volgende gegevens op:
    Lege opslagruimten bevriezen
    Schakel dit selectievakje in als u bevriesrecords voor lege opslagruimten wilt maken.
    Selectie opslagruimtegroep
    Selecteer een selectie opslagruimtegroep.
    Opslagruimtegroepen
    Geef de opslagruimtegroepen op. Deze groepen kunt u instellen in Opslagruimtegroepen en worden toegewezen aan ingestelde artikelen voor de tracering van opslagruimten.

    Zie Selecties voor opslagruimtegroepen toepassen op een selectie-ID voor informatie over het gebruik van rapportagegroepen.

  9. Klik op Opslaan.
  10. Geef op het tabblad Logica de volgende gegevens op:
    Beschikbare hoeveelheid van minder dan nul opnemen
    Schakel dit selectievakje in als artikelen een beschikbare hoeveelheid van minder dan nul hebben.
    Negatieve werkelijke voorraad opnemen
    Schakel dit selectievakje in als artikelen een negatieve werkelijke-voorraadhoeveelheid hebben.
    Transacties sinds laatste telling
    Selecteer de optie voor het selecteren van artikelen op basis van het aantal transacties dat is gemaakt sinds de laatste telling van de artikelen. Wanneer u in dit veld een waarde opgeeft, worden de artikelen bevroren waarvoor meer transacties aanwezig zijn dan de opgegeven waarde.
    Nauwkeurigheid lager dan dit percentage
    Geef de omzetklasseartikelen op met een nauwkeurigheid die lager is dan dit percentage.
    Dagen cyclische inventarisatie
    Geef het aantal dagen van de cyclische inventarisatie op. Dit veld is van toepassing op alle cyclische inventarisaties.
    Maximaal te inventariseren aantal
    Geef het maximum aantal artikelen op dat moet worden geïnventariseerd. Dit veld is van toepassing op alle cyclische inventarisaties.
  11. Geef de volgende gegevens op in de sectie Selecties omzetklasse:
    Klassen voor selectie
    Selecteer de omzetklasse voor de inventarisatie van artikelen in deze klasse.
    Nauwkeurigheid lager dan dit percentage
    Geef de optie op voor het selecteren van artikelen met omzetklasse 1 met een nauwkeurigheid die lager is dan dit percentage.
    Dagen cyclische inventarisatie
    Geef het aantal dagen van de cyclische inventarisatie op. Dit veld is van toepassing op alle cyclische inventarisaties.
    Maximaal te inventariseren aantal
    Geef het maximum aantal artikelen op dat moet worden geïnventariseerd. Dit veld is van toepassing op alle cyclische inventarisaties.
  12. Klik op Opslaan.
  13. Selecteer op het tabblad Artikelen de artikelen die zijn aangegeven voor de voorraadtelling.
  14. Klik op Opslaan.