Verrekenprijs aanvullende kosten instellen

Voordat u verrekenprijzen kunt instellen, moet u Grootboek, Crediteurenadministratie, Debiteurenadministratie en Intercompany-facturering instellen.

  1. Selecteer Intercompany-facturering > Toekenningen verrekenprijs > Aanvullende kosten.
  2. Klik op Maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Naam aanvullende kosten
    Geef de naam op voor de berekening van de verrekenprijs.
    Omschrijving
    Geef de omschrijving op voor de berekening van de verrekenprijs.
    Factureren-van entiteit
    De standaardwaarde is de entiteit die aan het debiteurenbedrijf is gekoppeld. De Factureren-van entiteit wordt gebruikt om de entiteit voor de bronsaldi en de debiteurendistributierekening te bepalen.
    Debiteurenbedrijf
    Geef het debiteurenbedrijf op voor de verwerking van factureringsdocumenten.
    Grootboek
    Selecteer het grootboek van waaruit de saldi zullen worden berekend.
    Kalender
    Selecteer grootboekkalender voor het verwerken van de verrekenprijzen De kalender bepaalt de perioden en saldi die worden toegekend.
    Periodetype
    Selecteer of u wilt dat wekelijkse, maandelijkse, driemaandelijkse of jaarlijkse saldi moeten worden verwerkt. De periode moet in de kalender bestaan.
    Jaar tot heden
    Schakel dit selectievakje in als u wilt dat periodesaldi tot de huidige periode worden verwerkt.
    Valuta aanvullende kosten
    Selecteer de te gebruiken valuta voor de berekening van het bedrag aan aanvullende kosten. Als er in dit veld niets wordt ingevoerd, wordt de valuta van het huidige debiteurenbedrijf gebruikt.
    Valutatabel aanvullende kosten
    Selecteer de valutakoersen die worden gebruikt voor de berekening van het bedrag aan aanvullende kosten. De valutatabel moet worden geselecteerd als de valuta voor de aanvullende kosten verschilt van de valuta van het bronbedrag.

    Als er in dit veld niets wordt ingevoerd, wordt de valuta overschreven met de valuta van het grootboekbedrijf, mits deze is gedefinieerd. Anders wordt de valutaomrekeningstabel van de financiële ondernemingsgroep gebruikt.

  4. Geef op het tabblad Factureringsdocument de volgende gegevens op:
    Aanvullende-kostenpostfacturering
    Selecteer het regelartikel aanvullende-kostenpostfacturering dat wordt gebruikt om het factureringsdocument te maken.
    Debiteurenkostenrekening overschrijven
    Als voor het factureringdocument voor de aanvullende kosten een bepaalde Debiteurenkostenrekening nodig is, geeft u een factureringsdocument. Met dit document worden de standaardwaarden en -rekeningen overschreven die zijn ingesteld in Aanvullende-kostenpostfacturering
    Onkostenrekening Crediteurenadministratie overschrijven
    Als voor het factureringsdocument voor de aanvullende kosten een bepaalde onkostenrekening crediteuren nodig is, geeft u een factureringsdocument overschrijven op. Met dit document worden de standaardwaarden en -rekeningen overschreven die zijn ingesteld in Aanvullende-kostenpostfacturering
    Valuta factureringsdocument
    Selecteer de te gebruiken valuta voor factureringsdocumenten. De valuta van het debiteurenbedrijf is de standaard.
    Valutatabel factureringsdocument
    Selecteer de valutakoersen die worden gebruikt voor het factureringsdocument. De valutatabel moet worden geselecteerd als de Valuta factureringsdocument verschilt van de valuta van het Bedrag aanvullende kosten. Als dit veld leeg is, worden standaardwaarden gebruikt in deze volgorde:
    • Valutatabel aanvullende kosten, als deze is gedefinieerd
    • Overschrijvingsvaluta grootboekbedrijf, als deze is gedefinieerd
    • Anders wordt de valutaomrekeningstabel van de Financiële ondernemingsgroep gebruikt.
  5. Klik op Opslaan.
  6. Klik op het tabblad Facturering-aan entiteiten op Maken en definieer de factureren-aan entiteit door het crediteurenbedrijf aan te wijzen.

    Voor Aanvullende kosten geeft u een of meer factureren-aan entiteiten op. Wanneer u bijvoorbeeld de gedeelde kosten van diensten in rekening brengt aan meerdere entiteiten, moet elk van die entiteiten worden toegevoegd.

    Wanneer u meerdere entiteiten instelt, wordt het bedrag aanvullende kosten voor elk van de entiteiten berekend en wordt een overeenkomende transactie aanvullende kosten gemaakt.

    1. Geef de volgende gegevens op:
      Factureren-aan entiteit
      De met het crediteurenbedrijf gekoppelde entiteit wordt gebruikt. De facturen-aan entiteit wordt gebruikt om de entiteit voor de bronsaldi en voor de crediteurendistributierekening te bepalen.
      Crediteurenbedrijf
      Geef het crediteurenbedrijf op voor de verwerking van factureringsdocumenten.
    2. Geef op het tabblad Factureringsdocument de volgende gegevens op:
      Debiteurenkostenrekening overschrijven
      Als een specifieke debiteurenkostenrekening vereist is voor de entiteit, geeft u een overschrijving van de factureren-aan entiteit op. Deze overschrijft de standaardwaarden en rekeningen in de instellingen voor aanvullende-kostenpostfacturering en aanvullende kosten.
      Onkostenrekening Crediteurenadministratie overschrijven
      Als een specifieke crediteurenkostenrekening vereist is voor de entiteit, geeft u een overschrijving van de factureren-aan entiteit op. Deze overschrijft de standaardwaarden en rekeningen in de instellingen voor aanvullende-kostenpostfacturering en aanvullende kosten
  7. Klik op Opslaan.
  8. Geef op het tabblad Structuren de geldige dimensie-elementen op om als bron te gebruiken. Standaard zijn de waarden ingesteld op de ondernemingsstructuren.
  9. Klik op het tabblad Bronnen, klik op Maken en definieer de bron van de te verwerken saldi. Geef de volgende gegevens op:
    Omschrijving
    Geef de omschrijving op voor het bronbedrag.
    Herkomstpercentage
    Geef het percentage op van de te verwerken bron.
    Optie berekening aanvullende kosten
    Geef de te gebruiken methode op voor het berekenen van het bedrag aanvullende kosten.
    • Inhouding: Selecteer deze optie om het afgeleide bronbedrag te gebruiken.
    • Splitsen met behulp van kop: Selecteer deze optie om het bronbedrag zo toe te kennen dat entiteiten worden gefactureerd op basis van de gewichtswaarden die zijn gedefinieerd op het niveau van de aanvullende kosten. Als deze optie wordt geselecteerd, gaat u verder met de stappen om gewichtswaarden in te stellen op het niveau van de aanvullende kosten.
    • Splitsen met behulp van bron: Selecteer deze optie om het bronbedrag zo toe te kennen dat entiteiten worden gefactureerd op basis van de gewichtswaarden die zijn gedefinieerd op het niveau van de bron. Als deze optie wordt geselecteerd, gaat u verder met de stappen om gewichtswaarden in te stellen op het niveau van de bron.
    • Splitsen met behulp van berekening: Selecteer deze optie om het bronbedrag toe te kennen met behulp van de aangepaste berekening. Hiermee kunnen entiteiten worden gefactureerd op basis van variabele factoren zoals opbrengst. Hebt u deze optie geselecteerd, ga dan verder met de stappen om financiële entiteit berekenen in te stellen.

      Voor meer informatie, raadpleeg Aangepaste totalen en aangepaste berekeningen.

    Bronberekening gebruiken
    Schakel dit selectievakje in als u een aangepaste berekening wilt gebruiken om het bronbedrag te berekenen. Als dit veld wordt geselecteerd, gaat u verder met de stappen om de bronberekening in te stellen.

    Voor meer informatie, raadpleeg Aangepaste totalen en aangepaste berekeningen.

  10. Klik op Opslaan.
  11. Als Optie berekening aanvullende kosten is ingesteld op Splitsen met behulp van kop of op Splitsen met behulp van bron, geeft u de volgende gegevens op:
    Alle gewichtswaarden toepassen
    Schakel dit selectievakje in als alle voor de periode gedefinieerde gewichtswaarden bij de berekening van het percentage voor elk van de entiteiten worden betrokken. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, bevatten Toekenningen verrekenprijs alleen gewichtswaarden voor alle factureren-aan entiteiten wanneer het percentage voor elk van de entiteiten wordt berekend.
  12. Klik op Opslaan.
  13. Geef op het tabblad Structuren de structuren voor overschrijven op als voor het bronadres verschillende structuren voor het bronsaldo nodig zijn. Anders laat u dit veld leeg.
  14. Klik op Opslaan.
  15. Geef op het tabblad Bronadres de bronentiteit en de dimensie-elementen op voor de bron van de te verwerken saldi. Voor elke dimensie kunt u het journaliseringsniveau of het overzichtsniveau van de hiërarchie invoeren.
    Behandel leeg Project of lege Financiële dimensie 1 als leeg
    Als u een project of Financiële dimensie 1 gebruikt en de waarde is leeg, schakelt u dit selectievakje in. Door dit selectievakje in te schakelen, geeft u aan dat de waarde moet worden behandeld als leeg. Schakel dit selectievakje uit om een saldo op structuurniveau (hoogste knooppunt) aan te geven.
  16. Klik op Opslaan.