Het uploaden van een projectfinanciering maken

  1. Selecteer Financials > Projectgrootboek > Instellingen > Projectfinancieringslijst.
  2. Selecteer het tabblad Projectfinanciering per structuur.
  3. Open de ondernemingsstructuurrecord op het tabblad Structuur.
  4. Klik op het tabblad Uploaden op Maken.
  5. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Uitvoeringsgroep
    Geef een uitvoeringsgroep op voor het uploaden.
    Recordtype
    Geef aan of de financieringsstructuur voor Journalisering of voor Overzicht is.
    Projectfinanciering
    Geef de naam of code op voor de projectfinancieringsbron. U kunt de naam of code niet meer wijzigen nadat u deze hebt opgeslagen.
    Omschrijving
    Geef de omschrijving op van de projectfinancieringsbron. Als u externe financieringsbronnen ten behoeve van journalisering toevoegt, kunt u dezelfde naam gebruiken als die van de klant in Debiteurenadministratie.
    Financiering bovenliggend project
    Geef de financiering op voor het bovenliggende project.
    Adrescode
    Geef de code van het locatieadres op voor de financiering.
    Systeemdimensie
    Schakel dit selectievakje in als de financiering de systeemfinanciering is.
  6. Als u Overzicht hebt geselecteerd als recordtype, geeft u de volgende gegevens op het tabblad Hoofdgegevens op:
    Verantwoordelijke persoon
    Selecteer de PZ-werknemer die verantwoordelijk is voor het beheer van de projectstructuur en de onderliggende objecten. Dit veld wordt gebruikt om de weergave van de formulieren Mijn project voor de rol van Project Manager te beheren. De verantwoordelijke persoon kan alleen aan projecten op het niveau van een verzamelproject worden toegewezen.
    Verantwoordelijk team
    Selecteer het team van PZ-werknemers dat verantwoordelijk is voor het beheer van de projectstructuur en de onderliggende objecten. Dit veld bepaalt of de Mijn project-forms voor de rol van Project Manager worden weergegeven. Het verantwoordelijke team kan alleen worden opgegeven op het overszichtsniveau van projecten.
    Adrescode
    Geef de code van het locatieadres op voor de projectfinanciering.
    Begrotings-ID
    Als u gebruikmaakt van begrotingsvalidatie, geeft u de begrotings-ID op.
  7. Als u Journalisering hebt geselecteerd als Recordtype, geeft u de volgende gegevens op het tabblad Hoofdgegevens op:
    Opnemen in begrotingsvalidatie
    Als u begrotingsvalidatie gebruikt, moet u dit selectievakje voor journaliseringsdimensies inschakelen als u de boekhoudreeks wilt definiëren die moet worden gebruikt bij begrotingsvalidatie.
  8. Geef op het tabblad Financieringsbronnen project de volgende gegevens op:
    Financieringstype
    Selecteer het type financieringsbron. De waarden zijn Externe subsidie, Externe klant, Interne financiering of Intercompany-facturering.
    Begindatum
    Selecteer de begindatum van de financiering.
    Einddatum
    Selecteer de einddatum van de financiering. Als Einddatum leeg is, is er geen einddatum voor de financiering.
    Bedrag
    Geef het bedrag van de financiering op. Als dit veld leeg is, is de financiering onbeperkt.
    Valuta
    Selecteer de valuta van de financiering. Als Bedrag leeg is, kan dit veld leeg zijn. De valuta kan niet worden gewijzigd nadat de financiering aan een projectcontract is gekoppeld.
    Optie opbrengstenstructuur
    Geef aan of de opbrengstenstructuur als volledig of gedeeltelijk financieel codeblok wordt opgegeven voor de projectfinanciering.
    • Als het Type is ingesteld op Intern, kunt u Geen selecteren. Als u Geen selecteert, worden records voor GB-transactiedetails niet gemaakt wanneer de acties Factuur journaliseren en Opbrengsten journaliseren worden uitgevoerd.
    • Als voorafgaande splitsing is ingeschakeld voor het contract, is de financiële dimensie 1 of de financiële eenheid vereist in het veld Gedeeltelijke financiële structuur voor opbrengsten. De waarde in dit veld wordt gebruikt als standaardwaarde voor de financiering voor onkostenposten.
    Optie opbrengstenverantwoording
    Geef aan of de opbrengstenposten gedetailleerd of op overzichtsniveau worden gemaakt. De selectie geldt voor beide methoden voor opbrengstenverantwoording: Voor gecombineerde methoden worden opbrengsten gecrediteerd met Facturen journaliseren. Voor afzonderlijke methoden worden opbrengsten gecrediteerd met Opbrengsten journaliseren. De optie voor opbrengstenverantwoording wordt bij beide acties gebruikt om opbrengstenposten te bepalen.
    • Selecteer Overzicht om opbrengstenposten per codeblok samen te vatten.
    • Selecteer Details om opbrengstenposten te maken op basis van de oorspronkelijke transacties. Mijlpalen worden altijd op detailniveau verantwoord.
    Gedeeltelijke financiële structuur voor opbrengsten
    Geef de dimensies op die moeten worden overschreven voor opbrengsten voor de projectfinanciering. Voor lege dimensies wordt de waarde overgenomen van de oorspronkelijke onkosten. De lijst wordt gefilterd op opbrengstenrekeningen omdat de rekening doorgaans een opbrengstenrekening is. Als een ander rekeningtype vereist is, kan elke rekening worden opgegeven.
    Volledige financiële structuur voor opbrengsten
    Geef de volledige financiële opbrengstenstructuur op voor de projectfinanciering. De lijst wordt gefilterd op opbrengstenrekeningen omdat de rekening doorgaans een opbrengstenrekening is. Als een ander rekeningtype vereist is, kan elke rekening worden opgegeven.
    Afdeling
    Selecteer een afdeling voor de projectfinancieringsbron.
    Divisie
    Selecteer een divisie voor de projectfinancieringsbron.
    Financiële structuur offset
    Als u Interne financiering als financieringstype selecteert, moet u de boekhoudreeks opgeven waar de offset van de projectfinanciering moet worden gejournaliseerd.
    Crediteurenbedrijf
    Selecteer het crediteurenbedrijf als het type projectfinancieringsbron Intercompany-facturering is. Het crediteurenbedrijf is het bedrijf bij Naar financiële entiteit voor intercompany-documenten en intercompany-factureringstransacties. De instellingen voor het crediteurenbedrijf moeten de instellingen voor intercompany-facturering bevatten.
    Financiële structuur onkosten crediteuren
    Selecteer de dimensies die u voor de financiële structuur wilt gebruiken wanneer het type projectfinancieringsbron Intercompany-facturering is. Deze dimensies worden gebruikt in combinatie met de financiële structuur voor de aanvullende kostenpost intercompany-facturering Onkostenrekening crediteuren om de crediteurenkostendistributie te genereren. Het financiële codeblok voor Crediteurenadministratie begint met de financiële structuur voor de aanvullende kostenpost. Lege dimensies worden ingevuld op basis van de financiële structuur van de financieringsbron.
  9. Als u Externe subsidie als financieringstype selecteert, moet u de datums die van toepassing zijn opgeven voor de subsidie:
    • Geschatte afsluitingsdatum
    • Werkelijke datum
    • Verzenddatum
    • Kennisgevingsdatum
    • Ontvangstdatum
    • Voorsteldatum
  10. Als u Externe subsidie of Externe klant als financieringstype hebt geselecteerd, moet u de volgende gegevens opgeven op het tabblad Debiteurenklant:
    Debiteurenbedrijf
    Geef het debiteurenbedrijf op voor de subsidie.
    Optie voor DA-koppeling
    Selecteer een optie voor de koppeling met Debiteurenadministratie:
    • Gebruik Overzicht om transacties samen te vatten op één debiteurenregel per projectcontract. U kunt geen journaliseringsprojecten zien voor debiteurenrapporten en -opvragingen.
    • Gebruik Details om volledige transactiedetails te maken. Gebruik deze optie als ontvangsten worden verwerkt op regelniveau in Debiteurenadministratie. Er worden details op regelniveau voor debiteurenrapporten en -opvragingen weergegeven.
    • Gebruik Samenvatten per journaliseringsproject voor een overzicht van transacties per journaliseringsproject. In debiteurenrapporten en -opvragingen kunt u factuurregelartikelen zien die per journaliseringsproject zijn samengevat.
    Debiteurenklant
    Selecteer een klant bij het opgegeven bedrijf in Debiteurenadministratie.
    Factuuradres
    Geef de klant op waar de factuur naartoe moet worden verzonden. Als dit veld leeg is, wordt het adres van de debiteurenklant gebruikt als factuuradres op facturen.
    Verwerkingsniveau debiteuren
    Selecteer het verwerkingsniveau van facturering voor het opgegeven debiteurenbedrijf.
    Debiteurenadministratiecode
    Selecteer de debiteurencode van de klant die wordt gebruikt voor het verwerken van openstaande posten. Deze code overschrijft de code van het verwerkingsniveau als er openstaande posten worden ingevoerd voor creditnota's en facturen.
    Factuurtypecode
    Selecteer een factuurtypecode voor de zakelijke klant. U kunt facturen groeperen die met de factuurtypecode naar Debiteurenadministratie zijn verzonden. Als er geen waarden beschikbaar zijn voor dit veld, zijn er geen factuurtypecodes beschikbaar voor de zakelijke klant.
    Jurisdictiecode
    Selecteer de jurisdictiecode die voor de debiteurenklant moet worden gebruikt.
    Klant-IO-nummer
    Geef het inkoopordernummer van de klant op voor de financiering. Dit nummer is ter referentie voor de klant beschikbaar op de factuur.
    Documentair krediet
    Geef een documentair krediet op voor de financiering. Deze optie zorgt dat u openstaande posten in Debiteurenadministratie te zien krijgt, opgeteld per contractactiviteit.
    Documentnummer
    Geef het documentnummer op voor de financiering.
  11. Als u Externe subsidie als financieringstype selecteert, moet u de volgende gegevens opgeven op het tabblad Subsidierapportage:
    Subsidie-ID
    Geef de subsidie-ID op.
    Direct of doorgifte
    Geef op of de subsidie Direct of Doorgifte is.
    • Selecteer Direct als de instelling de primaire en directe sponsor is die de overheidssubsidie krijgt toegewezen
    • Selecteer Doorgifte als de instelling een onderaannemer is met betrekking tot de subsidie. Onkosten die door de sponsor worden gemaakt, worden aan de primaire sponsor gefactureerd. Als u Doorgifte selecteert, moet u het bedrijf en de klant opgeven voor de primaire sponsor.
    ID vóór toekenning
    Als een systeem vóór toekenning van derden wordt gebruikt, moet u een toekenningsidentificatienummer opgeven voor tracering.
    Primaire sponsor, Debiteurenklant
    Als u Doorgifte selecteert, moet u het debiteurenbedrijf en de klant opgeven.
    Opnemen in SEFA
    Schakel dit selectievakje in om de subsidie op te nemen in het SEFA-rapport.
    Toekenningsnummer primaire sponsor
    Geef het toekenningsnummer van de primaire sponsor op voor de subsidie.
    Primaire categorie
    Selecteer de primaire categorie voor de subsidie.
    CFDA-nummer (Catalog of Federal Domestic Assistance)
    Geef het CFDA-nummer (Catalog of Federal Domestic Assistance) op voor de subsidie.
    Programmatitel
    Geef de programmatitel op voor de subsidie.