Verwerkingsniveaus crediteuren maken

  1. Selecteer Financials > Crediteurenadministratie > Instellingen Crediteurenadministratie > Verwerkingsniveaus.
  2. Klik op Maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Bedrijf
    Geef het bedrijf op.
    Verwerkingsniveau
    Geef het verwerkingsniveau op.
    Naam
    Geef een naam op voor het verwerkingsniveau.
    Standaardverwerkingsniveau
    Schakel dit selectievakje in als dit het standaardverwerkingsniveau is. Een bedrijf kan slechts één standaardverwerkingsniveau hebben.
  4. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Betalingsgroep
    Wijs een betalingsgroep toe aan het verwerkingsniveau. Een betalingsgroep wordt gebruikt om betalingen te verwerken.
    Alleen factuuradres
    Schakel dit selectievakje in als de betalingsgroep alleen als factuuradres wordt gebruikt.
    Land
    Selecteer een land voor het bedrijf.
    Adres
    Geef het adres voor het bedrijf op.
    Plaats
    Geef de plaats voor het bedrijf op.
    Staat/provincie
    Selecteer de provincie voor het bedrijf.
    Postcode
    Geef de postcode voor het bedrijf op.
    Gemeente/district
    Geef de gemeente of het district voor het bedrijf op.
    Type
    Selecteer het adrestype voor het bedrijf.
    Breedtegraad
    Geef de breedtegraad voor de locatie op.
    Lengtegraad
    Geef de lengtegraad voor de locatie op.
    Hoogte
    Geef de hoogteligging voor de locatie op.
  5. Geef op het tabblad Codes de volgende gegevens op:
    Kascode
    Geef een kascode op voor het verwerkingsniveau. Deze waarde komt overeen met een bankrekening. Als dit veld leeg is, geldt de kascode die aan het bedrijf of de betalingsgroep is toegewezen als standaardwaarde voor facturen.
    Toerekeningscode factuur
    Geef een toerekeningscode voor facturen op. Deze waarde geldt als standaardwaarde wanneer een rekening voor toerekening in het grootboek wordt toegevoegd aan een factuur wanneer deze wordt gemaakt. Als dit veld leeg is, wordt de toerekeningscode factuur gebruikt die aan het bedrijf is toegewezen.
    Kortingscode
    Geef een kortingscode op. Als dit veld leeg is, wordt de kortingscode voor het bedrijf gebruikt.
    Inhoudingscode inkomsten
    Geef de inhoudingscode inkomsten op. Deze waarde geldt als standaardwaarde wanneer een rekening opbouw voor inkomsteninhouding wordt toegevoegd aan een gemaakte factuur. In dit veld worden belastbare inhoudingen bijgehouden voor een leverancier. Als dit veld leeg is, wordt de inhoudingscode inkomsten voor het bedrijf gebruikt.
    Secundaire-inhoudingscodes
    Geef tot drie secundaire-inhoudingscodes op. Deze waarden komen overeen met rekeningen opbouw voor inkomsteninhouding in het grootboek. De codes worden gebruikt om secundaire inhoudingen toe te rekenen voor leveranciers.
    Toerekeningscode waarborgsom
    Geef de standaardtoerekeningscode op voor facturen, betalingen en distributies voor leverancierscontracten met een waarborgsom. Met deze waarde wordt de toerekeningscode voor waarborgsommen op bedrijfsniveau overschreven.
    Factuurrouteringscategorie
    Geef de factuurrouteringscategorie op voor het verwerkingsniveau.
    Belastingcode
    Selecteer een belastingcode.
    Distributiecode
    Geef een door de gebruiker gedefinieerde op om kostendistributies of 'shells' automatisch te maken voor facturen. Distributiecodes worden ook gebruikt om factuurdistributies in meerdere distributies te splitsen.
  6. Geef op het tabblad Rekeningen de volgende gegevens op voor distributierekeningen die aan het verwerkingsniveau zijn gekoppeld:
    Toerekening inkooporderontvangst
    Selecteer de toerekeningsdimensies voor de inkooporder. Deze rekening wordt als tussenrekening gebruikt voor gefactureerde artikelen en als journaalrekening voor het Rapport Ontvangen, niet gefactureerd.
    Tussenrekening artikelkostenverschillen
    Selecteer de tussenrekening voor artikelprijsverschillen. Dit is de journaalrekening voor prijsverschillen tussen de inkooporder en de ontvangst.
    Factuurtolerantie
    Selecteer de tegenrekening voor toleranties.
    Afschrijving ontvangst
    Selecteer de afschrijvingsrekening voor ontvangst.
    Afschrijving toekenning
    Selecteer de afschrijvingsrekening voor toekenning.
    Toegekend, niet ontvangen
    Selecteer de rekening voor toegekende maar niet-ontvangen hoeveelheid. Deze rekening is bedoeld voor facturen die zonder ontvangst worden toegekend.
    Archivering voorraadontvangst
    Selecteer de archiveringsrekening voor voorraadontvangst. Dit is de journaalrekening voor bedragen voor voorraad waarvoor u wel hebt betaald maar die u niet verwacht te ontvangen.
    Verschil extra kosten
    Selecteer de rekening voor verschillen in extra kosten. Deze rekening wordt gebruikt wanneer de extra factuurkosten hoger zijn dan de extra ontvangstkosten voor zowel logistieke als niet-logistieke kosten.
    Afschrijving onderfacturering
    Selecteer de afschrijvingsrekening voor onderfacturering. Deze rekening wordt gebruikt wanneer het factuurbedrag lager is dan het ontvangstbedrag.
    Detailrekening artikel
    Selecteer de detailrekening voor artikelen.
    Aanvullende onkosten
    Selecteer de onkostenrekening voor aanvullende onkosten.
  7. Klik op Opslaan.