Periodieke klantfactuurregels maken

  1. Selecteer Verwerking beheren > Periodieke klantfacturen.
  2. Open een klantfactuurrecord.
  3. Klik op het tabblad Regels op Maken.
  4. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Regeltype
    Selecteer het regeltype Aan voorraad toegevoegd, Niet-voorraad of Speciaal.
    Artikel
    Selecteer het artikel dat u aan de periodieke factuurregel wilt toewijzen.
    Hoeveelheid
    Geef de hoeveelheid op die elke periode moet worden gefactureerd. Dit veld is vereist als het veld Nul na gebruik niet is geselecteerd.
    Verkoopeenheid
    Selecteer de verkoopeenheid.
    Actiecode
    Als u Spreidingshoeveelheid selecteert, is het veld Totale hoeveelheid beschikbaar.
    Totale hoeveelheid
    Als Spreidingshoeveelheid is geselecteerd in het veld Actiecode, geeft u de te spreiden totale hoeveelheid op.
    Nul na gebruik
    Schakel dit selectievakje in als het veld Hoeveelheid op de periodieke klantfactuurregel wordt leeggemaakt nadat de huidige factuur is gemaakt. Dit veld is nuttig voor kosten die per factuur variƫren.
    Prijs per eenheid
    Geef de prijs per eenheid voor dit artikel op.
    Verkoopprijseenheid
    Selecteer de verkoopprijseenheid voor het artikel.
    Begindatum
    Selecteer een begindatum om aan te geven wanneer de sjabloon van kracht wordt. Dit veld bepaalt wanneer een periodieke klantfactuur kan worden gemaakt.
    Einddatum
    Selecteer een einddatum. Na deze datum kan een periodieke klantfactuur niet meer worden gemaakt. Een bestaande periodieke klantfactuur kan na deze datum nog steeds geldig zijn.
    Gebied
    Selecteer een verkoopgebied. Facturen voor deze periodieke factuur hebben deze gebiedscode. Als dit veld leeg is, is het factuurgebied de standaardwaarde van de klant op het moment van aanmaak.
    Verkoper 1
    Selecteer de code van de primaire verkoper. Als dit veld leeg is, is het klantbestand de standaardwaarde.
    Provisiepercentage 1
    Geef het provisiepercentage van de primaire verkoper op.
    Verkoper 2
    Selecteer de code van de secundaire verkoper. Als dit veld leeg is, is het klantbestand de standaardwaarde.
    Provisiepercentage 2
    Geef het provisiepercentage van de secundaire verkoper op.
    Provisiesplitsing
    Geef de provisiesplitsing op.
    Belastingvrijstellingscode
    Geef aan of de periodieke factuur van het type Vrijgesteld of Belastbaar is.
    Belastingcode
    Selecteer een code die specifieke belastinggegevens aanduidt.
  5. Klik op Opslaan.