Activa maken

U kunt handmatig afzonderlijke activa toevoegen in Activa-administratie door de vereiste gegevens voor elk activum op te geven of door een sjabloon toevoegingen te gebruiken om bepaalde velden in te vullen.
  1. Selecteer Activa beheren.
  2. Klik op het tabblad Activa op Maken.
  3. Geef de volgende gegevens op:
    Activaomschrijving
    Als u een nieuw activum toevoegt, geeft u een activumomschrijving op. Als dit veld leeg is, wordt de sjabloonomschrijving gebruikt.
    Tagnummer
    Geef een tagnummer op als aanvullende ID voor het activum.
    Leasebedrijf
    Selecteer de naam van de leasemaatschappij waaraan de lease is gekoppeld.
    Lease
    Selecteer de naam van de lease om een activum te maken.
    Activabedrijf
    Selecteer de naam van het leasebedrijf waaraan het activum is toegewezen. Als dit veld leeg is, is het leasebedrijf de standaardwaarde.
    Categorie
    Selecteer een activacategorie. Voor een operationele lease moet de categorie Niet afschrijfbaar zijn.
  4. Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
    Referentie 1 en 2
    Geef maximaal twee referenties voor het activum op.
  5. Geef in de sectie Activarekeningen de volgende gegevens op:
    Type/subtype
    Geef het type en het subtype van de activarekening op.
    Rekeninggroep
    Selecteer de rekeninggroep voor de grootboekrekeningen die worden gebruikt om journaalposten te maken tijdens de verwerking van activa.
    Activagroep
    Selecteer de naam van een activagroep voor het activum. Als de activagroep niet bestaat, wordt deze gemaakt.
    Activadimensiegroep
    Selecteer de dimensiegroep voor het activum.
    Projecten
    Selecteer een project om de afschrijvingskosten te journaliseren. Geef in dit veld een project op om het project te overschrijven dat voor het activatype is gedefinieerd.
    Standaardtransactiedimensies
    Geef de rekeninggegevens op in de standaardtransactiedimensies.
  6. Geef in de sectie Locatie- en verwerkingsopties de volgende gegevens op:
    Locatie
    Selecteer een nieuwe of een andere locatie voor het activum. Dit veld is vereist als u het activum traceert in de werkelijke voorraad.
    Divisie
    Selecteer een nieuwe of andere divisie voor het activum.
    Eigenaar
    Selecteer de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor het traceren van het activum in de werkelijke voorraad.
    Valutatabel
    Selecteer een valutatabel. De valutatabel uit de bijbehorende afsluitingscontrole van het bedrijfssysteem of uit de bedrijfsrecord van het grootboek wordt als standaard gebruikt.
    Valuta
    Selecteer de leasevaluta van het activum. De valuta's van de lease en het activum moeten overeenkomen.
    Breedtegraad
    Geef de breedtegraad van de locatie op.
    Lengtegraad
    Geef de lengtegraad van de locatie op.
    Hoogte
    Geef de hoogteligging van de locatie op.
    Voorraad
    Schakel dit selectievakje in als het activum zich in de werkelijke voorraad bevindt. Voorraad is de standaardwaarde van het activatype en wordt overschreven wanneer het activum wordt gemaakt.
    Onderhanden werk
    Schakel dit selectievakje in als het activum onderhanden werk is. Als dit veld leeg is, wordt de status Onderhanden werk uit de sjabloon als standaard gebruikt.
    Belastingvrijstelling
    Schakel dit selectievakje in als het activum is vrijgesteld van belasting. Als dit veld leeg is, wordt de status Belastingvrijstelling uit de sjabloon als standaard gebruikt.
    Gesimuleerd
    Schakel dit selectievakje in als het activum is gesimuleerd. U kunt de gesimuleerde status van het activum overschrijven. Dit veld geeft aan of het activum een gesimuleerde record is of niet.
    Gebruikt
    Schakel dit selectievakje in als het activum wordt gebruikt. Als dit veld leeg is, wordt de waarde die in de sjabloon aan dit veld is toegewezen als standaard gebruikt.
  7. Klik op Opslaan.
    De tabbladen Onderdelen, Boeken, Journaalposten, Reparaties en Opmerkingen zijn beschikbaar.