Automatisch transactie- en referentienummers toekennen voor liquiditeitsoverzicht
Ga volgens deze procedure te werk om automatische nummering voor het transactienummer en referentienummer te definiëren. Als deze stappen zijn uitgevoerd, kunt u de documenten maken zonder het transactie-/referentienummer op de forms in te vullen.
Deze procedure kan worden uitgevoerd door de Applicatie Beheerder of de Liquiditeits Beheerder.
- Selecteer .
- Open een kasbeheergroeprecord.
- Geef de volgende gegevens op:
- Selecteer op het tabblad Automatisch transactienummer in de sectie Automatisch transactienummer op (selecteer één optie) één niveau waarop automatische nummering moet worden gebruikt voor transacties.
- Selecteer op het tabblad Automatisch referentienummer in de sectie Automatisch referentienummer op sectie één niveau op waarop automatische nummering moet worden gebruikt voor referentienummers.
-
Als u op een van deze tabbladen automatische nummering selecteert op een bepaald niveau, moet u de overeenkomende record openen en hiervoor automatische nummering activeren. U kunt voor een bedrijfs-, kascode-, of banktransactierecord bijvoorbeeld het volgende doen:
- Als u Bedrijfsniveau selecteert, opent u een Grootboekbedrijfrecord en schakelt u het selectievakje Automatisch transactienummer liquiditeitsoverzicht in.
- Als u Niveau kascode selecteert, opent u een kascoderecord en schakelt u het selectievakje Automatisch transactienummer liquiditeitsoverzicht in.
- Als u Niveau banktransactiecode selecteert, opent u een Banktransactiecoderecord en schakelt u het selectievakje Automatisch transactienummer liquiditeitsoverzicht in.
- Als u de combinatie Niveau kascode en banktransactiecode selecteert, opent u zowel de Kasboekrecord als een Banktransactiecoderecord en schakelt u voor beide records het selectievakje Automatisch transactienummer liquiditeitsoverzicht in.
- Selecteer een of meer forms in de sectie Forms voor het toepassen van automatische nummering op het betreffende tabblad.
-
Als u wilt dat uw documenten vanaf een bepaald nummer beginnen, definieert u een laatst gebruikt nummer. De bedrijfsklasse Automatische transactienummering liquiditeitsoverzicht wordt gebruikt om het laatst gebruikte transactie-/referentienummer op te slaan en bij te houden.