Relaties bedrijfskascodes maken

U moet een relatie tussen een grootboekbedrijf en een kascode definiëren voor het bedrijf om transacties voor een specifieke bankrekening te verwerken.

  1. Selecteer Financiële administratie > Kasbeheer > Kasinstellingen > Bedrijfskascodes.
  2. Klik op Maken.
  3. Vul Bedrijf en Kascode in.
  4. Geef de volgende gegevens op:
    Rekening journalisering contanten
    Selecteer de te gebruiken kasrekening in het grootboek om crediteurenbetalingen en debiteurenstortingen te journaliseren.
    Tussenrekening overboeking
    Selecteer eventueel de tussenrekening in het grootboek die wordt gebruikt voor bankoverboekingen.
    Tussenrekening betaling
    Selecteer eventueel een tussenrekening betaling in het grootboek. Deze tussenrekening wordt gebruikt voor de verwerking van betalingen in het liquiditeitsoverzicht.
    Rekening voor elektronische betaling
    Selecteer eventueel een geldige tussenrekening in het grootboek voor EFT-/creditcardonttrekkingen. Deze wordt gebruikt voor de verwerking van EFT- en creditcardonttrekkingen in het liquiditeitsoverzicht.
  5. Geef op het tabblad Transactiecodes de volgende gegevens op:
    Klant
    Geef de klant op.
    Leverancier
    Geef de leverancier op.
    Grootboek
    Geef de grootboekrekening op.
    Afstemming
    Geef de banktransactiecode op.
  6. Geef op het tabblad Afstemming de volgende gegevens op:
    Bedrag boven tolerantie en Bedrag onder tolerantie
    Geef een verschilbereik op om te voorkomen dat u verschillen tussen afgegeven en verrekende bedragen handmatig moet afstemmen voor een transactie. Kies een bedrag dat voor u acceptabel is.
    Verschillenrekening
    Als u afstemmingstoleranties hebt gedefinieerd, selecteert u de verschillenrekening voor het journaliseren van verschilbedragen.
    Grootboekpost afstemmen
    Schakel dit selectievakje in als een grootboekpost op basis van de kasrekening wordt gemaakt op een afstemmingsrekening. Dit gebeurt wanneer een transactie wordt afgestemd voor de kascode.
    Afstemmingsrekening
    Geef een geldige afstemmingsrekening op voor het journaliseren van afgestemde transacties.
  7. Geef op het tabblad Wisselrekeningen de volgende gegevens op:
    Rekening verdisconteerde overmaking
    Optioneel. Selecteer een rekening verdisconteerde overmaking voor de verwerking van wissels.
    Rekening geïnde overmaking
    Optioneel. Selecteer een rekening geïnde overmaking voor de verwerking van wissels.
    Bankrisico
    Optioneel. Selecteer een rekening bankrisico voor de verwerking van wissels.
    Bankkosten
    Optioneel. Selecteer een rekening bankkosten voor de verwerking van wissels.
    Administratiekosten
    Optioneel. Selecteer een rekening administratiekosten voor de verwerking van wissels.
  8. Klik op het tabblad Rekeningen met verlopen datum op Maken.
  9. Geef de volgende gegevens op:
    Crediteurenbedrijf
    Geef een crediteurenbedrijf op.
    Verwerkingsniveau crediteuren
    Geef een verwerkingsniveau voor crediteurenadministratie op.
    Rekening met verlopen datum
    Selecteer de rekening waarop bedragen met een verlopen datum moeten worden gejournaliseerd.
    Rekening verbeurdverklaring
    Selecteer de rekening waarop bedragen voor verbeurdverklaring moeten worden gejournaliseerd.
  10. Klik op Opslaan.