Klantengroepen maken

  1. Selecteer Financiële administratie > Debiteuren > Instellingen > Klantengroep.
  2. Klik op Maken.
  3. Selecteer een code bij Klantengroep en vul Omschrijving in.
  4. Vul op het tabblad Hoofdgegevens het veld Laatste klantnummer in.
  5. Geef in de sectie Ouderdomsanalyse de volgende gegevens op:
    Standaardmethode ouderdomsanalyse
    Kies voor Ouderdom op vervaldatum of Ouderdom op transactiedatum voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven.
    Ouderdom betalingen
    Selecteer een ouderdomsoptie voor betalingen. U kunt Ouderdom tot en met laatste debetkolom, Ouderdom in huidige kolom of Ouderdom naar datum selecteren.
    Ouderdomsperioden (1, 2, 3, 4)
    Geef de ouderdomsperioden op voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven. Geef de perioden op in opeenvolgende, oplopende volgorde. Als u deze velden leeg laat, zijn de standaardwaarden 30, 60, 90 en 120. Er zijn in totaal zeven ouderdomsperioden.
    Dagen huidige periode
    Geef het aantal huidige dagen op voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven. Dit veld wordt gebruikt om de scheiding te definiëren tussen huidige en toekomstige ouderdomsperioden. Transacties die niet achterstallig zijn in het geval van vervaldatum-ouderdomsanalyse, worden opgenomen in huidige en toekomstige ouderdomsperioden. Transacties waarvoor de transactiedatum is verstreken in het geval van transactiedatum-ouderdomsanalyse worden ook opgenomen in huidige en toekomstige ouderdomsperioden.
    Datum weergeven
    Selecteer de datum op basis waarvan openstaande verplichtingsgegevens worden bepaald die in ouderdomsrapporten worden weergegeven voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven. Deze optie wordt alleen gebruikt voor verplichtingen en houdt geen verband met de methode voor ouderdomsanalyse.
    Aanvullende ouderdomsperioden
    Schakel dit selectievakje in om drie aanvullende velden voor Ouderdomsperioden en één aanvullend veld voor Dagen in toekomst weer te geven.
    Ouderdomsperioden (5, 6, 7)
    Als u het selectievakje Aanvullende ouderdomsperioden inschakelt, geeft u drie ouderdomsperioden op voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven.
    Dagen in toekomst
    Als u het selectievakje Aanvullende ouderdomsperioden inschakelt, geeft u het aantal dagen in de toekomst op voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven. Als dit selectievakje is ingeschakeld, is het veld Dagen in toekomst beschikbaar.
    Ouderdom creditbedragen
    Selecteer de standaardmanier voor ouderdomsanalyse van creditnota's tussen bedrijven. U kunt Ouderdom tot en met laatste debetkolom, Ouderdom in huidige kolom of Ouderdom naar datum selecteren.
    Ouderdom geschillen
    Geef aan of de ouderdom van geschillen wordt berekend voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven. U kunt Ouderdom in huidige kolom of Ouderdom op transactiedatum selecteren.
    Volgnummer transactie
    Geef aan of transacties in ouderdomsrapporten worden weergegeven op Transactiedatum of Transactienummer voor ouderdomsanalyse tussen bedrijven.
  6. Geef in de sectie Regels de volgende gegevens op:
    Valuta
    Selecteer de valutacode op basis waarvan transactiebedragen van meerdere bedrijven worden gecombineerd voor klantengroepssaldi.
    Valutaweergave
    Selecteer de valuta waarin bedragen worden weergegeven in het hele systeem.
    Wissels verwerken
    Schakel dit selectievakje in als de klantengroep wordt gebruikt voor de verwerking van wissels.
    Crediteuren & Debiteuren portaal gebruiken
    Schakel dit selectievakje in als deze klantengroep gebruik moet maken van een Crediteuren & Debiteuren portaal.
  7. Geef in de sectie Grootte bijlage de maximumgrootte voor het klantlogo op en selecteer de eenheid.
  8. Geef op het tabblad Opties de volgende gegevens op:
    Elektronische overboekingen verwerken
    Schakel dit selectievakje in om elektronische overboekingen te verwerken en om het niveau van EFT-verwerking te selecteren. U kunt Verwerking op bedrijfsniveau, Verwerking op groepsniveau of Geen EFT-verwerking selecteren.
    IDM-sjabloon
    Schakel dit selectievakje in als u Verwerking op groepsniveau selecteert voor Elektronische overboekingen verwerken.
    Sjabloon afdruk EFT-notificatie
    Als het selectievakje IDM-sjabloon is ingeschakeld, selecteert u een afdruksjabloon voor EFT-notificaties voor de verwerking.
    Systeemkalender
    Selecteer de systeemkalender.
    Vervaldagen/-type
    Geef het aantal vervaldagen op en geef aan of deze van het type Werkelijke dagen of Bankdagen zijn. Aan de hand van het getal in het veld Vervaldagen wordt het eindvervaldatumbereik berekend.
    Grootboekdagen/-type
    Geef het aantal grootboekdagen op en geef aan of deze van het type Werkelijke dagen of Bankdagen zijn. Aan de hand van het getal in Grootboekdagen wordt de journaliseringsdatum in het grootboek berekend voor de kasstorting.
    Stortingsdagen
    Geef de stortingsdagen op.
    Stortingstype
    Geef aan of de stortingsdagen van het type Werkelijke dagen of Bankdagen zijn. Aan de hand van het getal in het veld Stortingsdagen wordt de stortingsdag voor de kasstorting berekend.
  9. Geef in de sectie Sorteervelden aanvullend toepassing maximaal vier sorteerlabels op.
  10. Klik op Opslaan.
    Het tabblad Bedrijven is nu beschikbaar. U kunt een lijst met bedrijven weergeven die aan de klantengroep zijn gekoppeld.