Periodieke klantfacturen maken
- Selecteer Verwerking beheren > Periodieke klantfacturen.
- Klik op Maken.
-
Geef de volgende gegevens op:
- Bedrijf
- Selecteer een bedrijfsnummer.
- Periodieke factuur
- Geef een ID op voor de periodieke hoofdfactuur.
- Klant
- Selecteer een klantnummer om een periodieke factuur toe te wijzen.
-
Geef op het tabblad Hoofdgegevens de volgende gegevens op:
- Verwerkingsniveau
- Selecteer het verwerkingsniveau dat wordt gevormd door de rapportagehiƫrarchie onder het bedrijf.
- Locatie
- Selecteer een voorraadlocatie binnen de bedrijfsvoorraad. Als het bedrijf prijzen op locatieniveau gebruikt, moet u een voorraadlocatie opgeven.
- Verzendadres
- Selecteer het verzenden-aan adres voor de periodieke factuur.
-
Geef in de sectie Verwerkingsdatums de volgende gegevens op:
- Begindatum
- Selecteer een begindatum om aan te geven wanneer de periodieke klantfactuur van kracht is gegaan. Dit veld bepaalt wanneer een periodieke klantfactuur kan worden gemaakt.
- Einddatum
- Selecteer een einddatum. Na deze datum kan een periodieke klantfactuur niet meer worden gemaakt. Een bestaande periodieke klantfactuur kan na deze datum nog steeds geldig zijn.
-
Geef de volgende gegevens op in de sectie Facturering:
- Valuta
- Selecteer de basisvalutacode van het bedrijf. Als het bedrijf niet meerdere valuta's kan gebruiken, moet de valuta die u opgeeft de basisvaluta zijn.
- Factuuradres
- Selecteer het factuuradres van de klant.
- Betalingscondities
- Selecteer de code betalingscondities.
- Blokkeringscode
- Selecteer de blokkeringscode voor de periodieke klantfactuur.
-
Geef in de sectie Betaling de volgende gegevens op:
- Belastingvrijstellingscode
- Geef aan of de periodieke factuur van het type Vrijgesteld of Belastbaar is. Als dit veld leeg is, wordt de belastingstatus standaard overgenomen uit Periodieke klantfacturen.
- Belastingcode
- Selecteer een code die specifieke belastinggegevens aanduidt.
-
Geef in de sectie Elektronische-betalingsgegevens de volgende gegevens op:
- Type elektronische betaling
- Selecteer het type elektronische betaling voor de periodieke klantfactuur.
- Rekening
- Geef een rekening voor elektronische betaling op.
- Vervaldatum
- Selecteer de vervaldatum voor de elektronische betaling.
-
Geef in de sectie Verkoopgegevens de volgende gegevens op:
- Gebied
- Selecteer een verkoopgebied. Facturen voor deze periodieke factuur hebben deze gebiedscode. Als dit veld leeg is, is het factuurgebied de standaardwaarde van de klant op het moment van aanmaak.
- Verkoper 1
- Selecteer de code van de primaire verkoper. Als dit veld leeg is, is het klantbestand de standaardwaarde.
- Provisiepercentage 1
- Geef het provisiepercentage van de primaire verkoper op.
- Verkoper 2
- Selecteer de code van de secundaire verkoper. Als dit veld leeg is, is het klantbestand de standaardwaarde.
- Provisiepercentage 2
- Geef het provisiepercentage van de secundaire verkoper op.
- Provisiesplitsing
- Geef de provisiesplitsing op.
-
Klik op Opslaan.
De tabbladen Regels, Extra kosten en Opmerkingen zijn nu beschikbaar.