Magazijnverpakkingseenheden bewerken

U kunt de gegevens over de magazijnverpakkingseenheden bewerken om fouten op te lossen of labels opnieuw te printen.

Zie Magazijnverpakkingseenheden.

Verpakkingseenheidgegevens bewerken:

  1. Selecteer Verzending > Magazijnverpakkingseenheden.
  2. Klik op de drill-downknop om de verpakkingseenheidgegevens te openen.
  3. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Verpakkingseenheid-ID
    In het veld voor de verpakkingseenheid wordt een numerieke waarde getoond die een uniek nummer voor een pakket vormt. De verpakkingsbeheerder maakt dit nummer aan in het desbetreffende gekoppelde ERP-systeem. Het nummer wordt op labels geprint en overgebracht in het ASN. Klik, indien beschikbaar, op Zoeken en selecteer een verpakkingseenheid-ID.
    Type verpakkingseenheid
    Dit veld toont de ID van het verpakkingsartikel. Verpakkingsartikelen zijn materialen die bedoeld zijn om andere verpakte materialen te bundelen of samen te houden.
    Naam type verpakkingseenheid
    De naam van het type verpakkingseenheid wordt overgebracht vanuit het ERP-systeem. U kunt het type hier wijzigen om bijvoorbeeld het printen van labels aan te passen.
    Type verpakkingseenheid klant
    Het type verpakkingseenheid van de klant wordt overgebracht vanuit het ERP-systeem. U kunt het type wijzigen om bijvoorbeeld labels te kunnen printen.
    Indicator type pakket
    Dit veld toont het soort verpakking dat is gebruikt, zoals een enveloppe, doos, koker, enz.
    Niveau
    Dit veld toont een code waarmee het verpakkingsniveau wordt aangegeven. Het niveau verwijst naar de verpakkingshiërarchie. Niveau 1 staat voor het basisniveau, dat wil zeggen de verpakkingseenheid of het verpakkingsmateriaal op de vloer of de grond.
    Voorbeeld: Niveau 1: pallet, niveau 2: doos
    Volgnummer
    Dit nummer geeft de volgorde aan waarin de regels binnen een zending worden weergegeven en de volgorde waarin de taken worden uitgevoerd.
    Klant
    Dit veld bevat een willekeurige set tekens die wordt gebruikt als unieke aanduiding van een klant in een financiële entiteit. De klant wordt ingelezen vanuit het ERP-systeem.
    Naam klant
    Dit veld toont de naam van een klant of klantgroep.
    Verzenden aan
    Dit veld geeft de locatiecode aan die samen met de verzenden aan-naam wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.
    Als goederen bij een externe serviceprovider (ESP) worden afgeleverd, geeft dit veld de Verzenden aan-locatie van de ESP aan.
    Verzenden aan-naam
    Dit veld toont de naam van de verzenden aan-partij.
    Hoeveelheid
    Dit veld toont de hoeveelheid van elk te verzenden artikel in de transportmateriaalverwerkingseenheid.
    De verzonden hoeveelheid hangt af van het type verpakkingseenheid. Voor bijvoorbeeld een pallet en de daarbij inbegrepen dozen mag nooit een Verzonden hoeveelheid zijn opgegeven.
    Status
    Dit veld toont de status van de magazijnverpakkingseenheid.
    Status Omschrijving
    Nieuw Deze tijdelijke status wordt ingesteld tijdens het importeren.
    Verwerken Deze status wordt ingesteld na het importeren en vóór het printen van het label.
    Ongeldig Deze status wordt ingesteld door de labeltaak als printen niet mogelijk is.
    Wachten Deze status wordt ingesteld als de printer bezig is met printen en wacht op antwoord van de printengine.
    Voltooid Deze status wordt ingesteld wanneer het printen is voltooid.
    Vervangen Als een nieuwere status wordt geïmporteerd met dezelfde verpakkingseenheid, wordt de oude status op Vervangen ingesteld.
    Opnieuw gevalideerd Deze tijdelijke status wordt ingesteld nadat een foutstatus is gereset om het printen te verwerken.
    Mislukt Deze status wordt ingesteld als er gegevens ontbreken, bijvoorbeeld basisgegevens.
    Documentdatum
    Dit veld wordt gebruikt om vrachten, zendingen of facturen op een tijdsperiode te filteren.
    Document-ID
    Dit veld toont het documentnummer. Het documentnummer wordt overgebracht door het ERP-systeem.
    Documenttype
    Dit veld toont het documenttype. De beschikbare documenttypen worden in de basisgegevenstabel PackageLabelDocumentTypes opgeslagen.
    Laatste printtaak
    Dit veld toont het nummer van de laatste printtaak.
    Financiële entiteit

    Voor elke gebruiker moeten een of meerdere financiële entiteiten worden geconfigureerd. Voor een gebruiker dient u een van de financiële entiteiten in te stellen als standaard financiële entiteit.

    Elke transactie hoort bij de standaard financiële entiteit voor de gebruiker. De gebruiker kan de standaard financiële entiteit aanpassen via de keuzelijst met invoervak Financiële entiteit.

    De gebruiker kan de gegevens van de standaard financiële entiteit en overige toegewezen entiteiten weergeven.

  4. Vouw Artikelgegevens uit.
  5. Controleer deze informatie of geef deze informatie zo nodig op.
    Artikel
    Dit veld toont het artikelnummer waarmee het artikel wordt gedefinieerd.
    Artikelomschrijving
    Dit veld toont een korte omschrijving van het artikel.
    Artikel klant
    Dit veld toont het artikelnummer van de klant.
    Artikelgebruik
    Met het artikelgebruik wordt het gebruik van een artikel in categorieën ingedeeld, bijvoorbeeld op basis van omgevingsfactoren of de frequentie waarmee het artikel gebruikt wordt. Het wordt gebruikt als aanvullend zoekcriterium.
    Een seriedragend artikel wordt bijvoorbeeld mogelijk anders verpakt dan een reserveonderdeel.
    Aanvullende artikel-ID
    De betekenis van dit veld hangt af van de afzonderlijke handelspartners.
    Klantordernummer
    Dit veld toont het nummer van de klantorder.
    Opslaglocatie klant

    Geef een locatie op binnen de productievestiging of het magazijn waar de goederen na ontvangst worden opgeslagen. Een locatie geeft een organisatorische eenheid aan die wordt gebruikt om het artikel te kunnen onderscheiden van andere artikelen die deel uitmaken van andere organisatorische eenheden.

    Modeljaar
    Geef het jaar op waarin het artikel is gefabriceerd.
    Partij
    Dit veld toont het partijnummer. Een partij geeft de artikelen aan die samen worden geproduceerd en opgeslagen.
    Serienummer label
    Het serienummer van een label is afhankelijk van de handelspartner.
    Het bestaat uit een tekenreeks van numerieke of alfanumerieke tekens die slechts één keer per jaar wordt verzonden naar dezelfde klant.
    Serienummer als streepjescode
    Dit veld bevat een handelspartnerspecifieke extensie van het serienummer.
    Niveau technische wijziging
    Dit veld geeft het constructiewijzigingsniveau van een artikel aan, in het algemeen via een unieke index. Deze informatie kan via EDI worden doorgegeven en moet dikwijls op labels worden geprint.
    Datum technische wijziging
    Dit veld toont de datum van de technische wijziging, mocht deze van toepassing zijn.
    Nummer ophaalblad
    Dit veld toont het ophaalbladnummer, indien toegekend aan de verpakkingseenheid.
  6. Vouw Aanvullende artikelinformatie uit.
  7. Controleer deze informatie of geef deze informatie zo nodig op.
    Naam onderdeel
    Dit veld kan een artikelomschrijving bevatten die door een handelspartner is verzonden en die kan worden gebruikt voor het printen van labels.
    Orderdatum
    Dit veld toont de datum waarop de order is aangemaakt.
    Besteld door
    Dit veld toont de klant die de order heeft geplaatst.
    Verbruikspunt
    Geef het verbruikspunt op. Vanaf het afleverpunt kan een artikel naar verschillende verbruikspunten worden gedistribueerd.
    Afleverzone
    Geef de afleverlocatie bij een fabricagelijn op waar een artikel wordt verbruikt, gezien vanuit het standpunt van de vervoerder.
    Dock
    Geef de dockcode van de vrijgaveorder op. De dockcode definieert de ontvangstlocatie van een klant of de verzendlocatie van een organisatie, bijvoorbeeld een poortnummer.
    Locatie lijntoevoer
    De lijntoevoerlocatie is een door de klant gedefinieerde afleverlocatie die wordt opgegeven op de volgordevrijgaveplanning. De lijntoevoerlocatie geeft de plaats op de assemblagelijn aan. Als er verschillende assemblagelijnen zijn, zoals in een grote productievestiging, geeft de lijntoevoerlocatie de specifieke lijn aan.
    Verdelingszone
    Dit veld toont het afleverpunt van waaruit de levering naar de verbruikspunten wordt verdeeld.

    Dit veld wordt door Franse handelspartners gebruikt.

    Referentienummer fabricage
    Het Referentienummer fabricage is een uniek nummer waarmee een bepaalde assemblage of een ander productieproces wordt geïdentificeerd. In sommige OEM's (Original Equipment Manufacturers) wordt Referentie logische volgorde, het Volgnummer taak of het Voertuigidentificatienummer (VIN) gebruikt in plaats van het Referentienummer fabricage.
    De volgende werkstromen zijn mogelijk:
    • Voor een Referentienummer fabricage kunnen verschillende artikelen aanwezig zijn die moeten worden geleverd en gemonteerd, bijvoorbeeld de linker- en rechterbuitenspiegel die in een voertuig worden ingebouwd. Daarom moeten de volgordegegevens worden gekopieerd naar verschillende plannen die zijn toegewezen aan het Referentienummer fabricage, waarvoor intern het veld Volgorde wordt gebruikt. In deze werkstroom komt een eerste volgordeschema binnen met de artikelgegevens en de volgorde-ID die naar het veld Referentienummer 1 wordt gekopieerd. Een tweede volgordeschema dat daarna binnenkomt bevat de volgordegegevens. Met de volgordegegevens wordt de exacte volgorde en tijd bepaald voor voertuigen die op de assemblagelijn worden geproduceerd. Het relevante plan voor het tweede volgordeschema wordt geëvalueerd. De volgordegegevens worden naar de opgegeven planvelden van de orderregels gekopieerd.
    • Er wordt slechts één schema verzonden dat al het gehele artikel en de volgordegegevens bevat.
    Zendingnummer
    Met dit nummer wordt de zending aangegeven. Een zending bestaat uit diverse verpakte artikelen die op een verzenden aan-adres van een klant moeten worden afgeleverd.
    Kanban
    Dit veld toont het Kanban-signaal ODETTE-bericht dat door de goederenontvanger wordt uitgegeven. Dit signaalbericht stelt het productiesysteem van de afzender van de goederen in staat om te voldoen aan echte vereisten, geen voorspellingen en prognoses. Kanban is een vraaggestuurd systeem van Just-In-Time productie waarmee de aanvoer van artikelen naar de werkvloer wordt gereguleerd. Kanban gebruikt standaard verpakkingseenheden of partijgrootten (ook wel bakken genoemd) om artikelen te leveren op de werkvloer. Op de werkvloer zijn twee of meer bakken beschikbaar die dezelfde artikelen bevatten. Artikelen worden slechts uit één bak tegelijkertijd verbruikt. Als een bak leeg is, wordt een nieuwe besteld en worden de artikelen uit de nog volle bak verwerkt. Er wordt aan elke bak een label bevestigd. De regelstations gebruiken het label om een nieuwe, volle bak te bestellen met de vereiste artikelen. Daarom vindt op de werkvloer geen voorraadbeheer plaats voor de verbruikte artikelen in de voorraad.
    Speciale markeringen
    De volgende informatie wordt gebruikt door bepaalde fabrikanten, zoals Nissan.

    Speciale markeringen bestaan uit twintig tekens die worden opgegeven als deel van een EDI-materiaalvrijgavezending of zoals afgesproken. De eerste tien tekens worden boven in het Speciale markeringen-gedeelte geprint. De laatste tien tekens worden onder in het Speciale markeringen-gedeelte geprint.

    AQP
    Het veld Assurance qualité produit (AQP) wordt hoofdzakelijk gebruikt in de Franse automobielindustrie. Een product of leverancier krijgt de status AQP wanneer een vooraf bepaald, gegarandeerd kwaliteitsniveau is bereikt.
    Veiligheidslogo
    Schakel dit selectievakje in om veiligheidstekens op de labels te printen. De informatie wordt overgenomen uit het ERP-systeem.
    Speciale kenmerken artikel
    Dit veld wordt gebruikt om informatie over de veiligheid van het voertuig in weer te geven. Dergelijke informatie is niet standaard in het ERP-systeem aanwezig. De informatie die dit veld toont in de detailweergave van de pagina's Vrachten en Magazijnverpakkingseenheden, wordt gebruikt om labels te printen. Momenteel kunt u de volgende kenmerken selecteren waaraan de leveranciers van Nissan dienen te voldoen:
    • OBD Nissan Mexico: Artikelen met speciale kenmerken betreffende emissieregelgeving (On-Board Diagnostics)
    • Nissan Mexico – belangrijk onderdeel A: Belangrijke veiligheidsgerelateerde artikelen voor de besturingsregeling, het remsysteem of de integriteit van het brandstofsysteem.
    • Nissan Mexico – belangrijk onderdeel B: Belangrijke artikelen voor de veiligheid in geval van botsingen, zoals ter bescherming van de inzittenden tijdens en na een botsing of voor de overdracht van informatie die nodig is voor veilig rijden.
    FINIS-code
    Dit veld bevat mogelijk de FINIS-code, een zevencijferige code van de klantenservice van Ford.
    Stockman
    Dit veld toont het nummer van de magazijnmeester, een handelspartnerspecifiek aanvullend kenmerk.
    Widgets
    Dit veld geeft een handelspartnerspecifiek aanvullend kenmerk aan.
    Logistiek printveld
    Dit veld geeft een handelspartnerspecifiek aanvullend kenmerk aan.
    Artikelgroep-ID
    Dit veld toont het identificatienummer voor artikelgroepen van de fabrikant.
  8. Vouw Klantgegevens uit.
    Klant
    Dit veld bevat een willekeurige set tekens die wordt gebruikt als unieke aanduiding van een klant in een financiële entiteit. De klant wordt ingelezen vanuit het ERP-systeem.
    Naam klant
    Dit veld toont de naam van een klant of klantgroep.
    Naam geadresseerde
    Dit veld toont een aanvullende naam.
    Eenheid
    Dit veld toont de aanduiding van de eenheid.
    Verdieping
    Dit veld toont de verdieping in het gebouw.
    Nummer van gebouw
    U kunt via Nummer van gebouw een bepaald gebouw identificeren.
    Naam van gebouw
    U kunt via Naam van gebouw een gebouw identificeren.
    Postbus
    De postbus bevindt zich op het terrein van een postkantoor.
    Straatnaam
    Dit veld toont de straatnaam.
    Postcode
    Dit veld toont de postcode.
    Plaatsnaam
    Dit veld toont de naam van de plaats of locatie.
    Land
    Dit veld toont het land.
    Code onderverdeling land
    Dit veld toont de code voor de onderverdeling van het land.
    Adresregel 1 t/m adresregel 6
    In deze velden worden aanvullende gedeelten van het adres getoond. Deze worden door de gebruiker gedefinieerd of bijgewerkt aan de hand van de adresnotatie.
    Belasting-ID
    De belasting-ID is een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven aan te duiden. De belastingautoriteiten wijzen deze belastingnummers toe aan geregistreerde bedrijven. Uw handelspartners dienen u hun belastingnummer te geven. Handelspartners zonder belastingnummer worden als privépersonen beschouwd.
    DUNS-ID
    Het DUNS-nummer (Data Universal Numbering System, Universeel nummersysteem voor gegevens) is een unieke negencijferige code die wordt gebruikt om bedrijven en groepsentiteiten binnen een organisatie aan te kunnen geven. Dit nummer wordt op aanvraag van een bedrijf uitgegeven door Dun & Bradstreet, leverancier van bedrijfsinformatie.
    Verantwoordelijke
    Dit veld toont de verantwoordelijke persoon aan de kant van de klant.
    Telefoon
    Het telefoonnummer van de klant wordt weergegeven.
    Fax
    Dit veld toont het faxnummer van de klant.
    E-mails
    De e-mailadressen van de klant worden weergegeven.
    ASN-annulering ondersteund
    Dit selectievakje geeft aan of ASN-annuleringen worden ondersteund. Zie Een ASN annuleren.
  9. Vouw Informatie vervoerder uit. Dit gedeelte bevat informatie over de vervoerder die het transport van de vracht uitvoert.
  10. Controleer de informatie over de vervoerder die het transport van de vracht heeft uitgevoerd of geef deze informatie zo nodig op:
    Vervoerder
    De vervoerder is de partij die het transport van goederen van het ene naar het andere punt uitvoert.
    Naam vervoerder
    Dit veld toont de naam van de vervoerder.
    Naam geadresseerde
    Dit veld toont een aanvullende naam.
    Eenheid
    Dit veld toont de aanduiding van de eenheid.
    Verdieping
    Dit veld toont de verdieping in het gebouw.
    Nummer van gebouw
    U kunt via Nummer van gebouw een bepaald gebouw identificeren.
    Naam van gebouw
    U kunt via Naam van gebouw een gebouw identificeren.
    Postbus
    De postbus bevindt zich op het terrein van een postkantoor.
    Straatnaam
    Dit veld toont de straatnaam.
    Postcode
    Dit veld toont de postcode.
    Plaatsnaam
    Dit veld toont de naam van de plaats of locatie.
    Land
    Dit veld toont het land.
    Code onderverdeling land
    Dit veld toont de code voor de onderverdeling van het land.
    Adresregel 1 t/m adresregel 6
    In deze velden worden aanvullende gedeelten van het adres getoond. Deze worden door de gebruiker gedefinieerd of bijgewerkt aan de hand van de adresnotatie.
    Belasting-ID
    De belasting-ID is een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven aan te duiden. De belastingautoriteiten wijzen deze belastingnummers toe aan geregistreerde bedrijven. Uw handelspartners dienen u hun belastingnummer te geven. Handelspartners zonder belastingnummer worden als privépersonen beschouwd.
    DUNS-nummer
    Het DUNS-nummer (Data Universal Numbering System, Universeel nummersysteem voor gegevens) is een unieke negencijferige code die wordt gebruikt om bedrijven en groepsentiteiten binnen een organisatie aan te kunnen geven. Dit nummer wordt op aanvraag van een bedrijf uitgegeven door Dun & Bradstreet, leverancier van bedrijfsinformatie.
    Extern nummer vervoerder
    Dit veld toont het vervoerdersnummer van de klant. Dit veld wordt gebruikt door handelspartners op pakbonnen en vrachtbrieven ('waybills').
    SCAC
    De SCAC-code (Standard Carrier Alpha Code, standaard lettercode van vervoerder) is een unieke code die wordt gebruikt om transportbedrijven te identificeren.
    Type vervoerdersinterface
    Met het interfacetype wordt de interface van de vervoerderssoftware opgegeven waarmee specifieke uitvoergegevens worden geëxporteerd. Deze gegevens worden door vervoerderssoftware gebruikt om het zendingsproces te activeren.
    Verantwoordelijke
    Dit veld toont de verantwoordelijke persoon aan de kant van de vervoerder.
    Telefoon
    Het telefoonnummer van de vervoerder wordt weergegeven.
    Fax
    Dit veld toont het faxnummer van de vervoerder.
    E-mails
    De e-mailadressen van de vervoerder worden weergegeven.
  11. Vouw Gewichten en afmetingen uit.
  12. Controleer deze informatie of geef deze informatie zo nodig op.
    Nettogewicht
    Dit veld toont het samengevoegde totaalgewicht van de artikelen in de verpakkingseenheid.
    Brutogewicht
    Dit veld toont het totale gewicht van de zendingsregel en de verpakkingsartikelen van de zendingsregel.
    Tarragewicht
    Dit veld toont het cumulatieve gewicht van de verpakkingseenheid en de verpakkingseenheden die daarop worden geplaatst.
    Maateenheid gewicht
    Dit veld toont de maateenheid voor gewicht van de vervoerder.
    Breedte
    Dit veld toont de breedte van de verpakkingseenheid.
    Hoogte
    Dit veld geeft de maateenheid voor hoogte aan.
    Lengte
    Dit veld toont de lengte van de verpakkingseenheid.
    Maateenheid dimensie
    Dit veld bevat de maateenheid voor de lengte, hoogte en breedte.
    Totaal volume
    Dit veld toont het totale volume van de zending.
    Het totale volume is geen berekende waarde.
    Maateenheid volume
    Dit veld toont de maateenheid voor volume. Hierop is de volume-informatie gebaseerd.
  13. Vouw Informatie exporteren uit.
  14. Controleer deze informatie of geef deze informatie zo nodig op.
    Goederencode
    Dit veld toont een identificatiecode die wordt gebruikt voor belasting- en douanedoeleinden.
    Land van oorsprong
    Dit veld geeft het land aan waarin het artikel is geproduceerd.
    NAFTA-land van oorsprong
    Geef het NAFTA-land van oorsprong op. Het land van oorsprong wordt vooraf ingesteld en mag alleen worden gewijzigd in JNT als het gaat om goederen die zowel in Mexico als in de Verenigde Staten worden geproduceerd.
    Land van oorsprong grote bewerking

    Voor artikelen die worden gefabriceerd met materialen uit meer dan één land: Het land van oorsprong is het land waarin het artikel als laatste een grote bewerking onderging. Een grote bewerking is het proces waardoor het artikel wordt omgevormd tot een nieuw en ander artikel.

    Land van oorsprong Federal Trade Commission
    Made in USA is een label van het land van oorsprong, waarmee wordt aangegeven dat het product volledig of nagenoeg volledig in de Verenigde Staten is geproduceerd. 'All or virtually all', zoals het in de (Amerikaans-)Engelse teksten staat omschreven, betekent dat alle belangrijke onderdelen en productiestappen van Amerikaanse bodem moeten zijn. Het product mag niet of verwaarloosbaar weinig uit niet-Amerikaanse onderdelen of niet in de Verenigde Staten uitgevoerde productiestappen bestaan. Het label wordt gecontroleerd en gekeurd door de Federal Trade Commission (FTC). De Federal Trade Commission is verantwoordelijk voor het tegengaan van oneerlijke handel en misleiding. De commissie is gerechtigd actie te ondernemen tegen valse of misleidende claims dat een product van Amerikaanse origine is.
    Type Federal Trade Commission
    Dit veld toont het type land van oorsprong van de Federal Trade Commission.
    Type Omschrijving
    M Gefabriceerd in: Geheel of vrijwel geheel in één enkel land vervaardigd.
    A Geassembleerd in: Geassembleerd in één land uit onderdelen die in een of meer andere landen zijn gefabriceerd
    R Opnieuw geproduceerd in: Opnieuw gebouwd en/of gereviseerd binnen één enkel land uit onderdelen die in een of meer andere landen zijn geproduceerd.
  15. Vouw Verpakkingseenheidinformatie uit.
  16. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Parent-verpakkingseenheid
    Dit veld toont het nummer van de parent-verpakkingseenheid als de verpakkingseenheid een child-verpakkingseenheid is.
    Retourneerbaar
    Dit selectievakje geeft aan of de verpakking een wegwerpverpakking is. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt de verpakking naar de opdrachtgever geretourneerd.
    Indicator Volledig verpakt
    Dit selectievakje is ingeschakeld wanneer de verzonden hoeveelheid gelijk is aan de capaciteit van de verpakkingseenheid.
    Code controlereden 1/2, nummer controletag 1/2

    Codes voor controleredenen en nummers voor controletags worden gebruikt om werknemers van Honda Quality and Production te informeren dat een leverancier een wijziging heeft aangebracht aan een onderdeel. Afhankelijk van het onderdeel en de leverancier kunnen tags vaak nodig zijn in een jaar. De code van een controlereden is een tweecijferige code die aangeeft welke wijzigingen er zijn doorgevoerd in/aan het artikel. De volgende codes zijn beschikbaar:

    Code Omschrijving
    01 Ontwerpwijziging
    02 Nieuwe leverancier
    03 Materiaalwijziging
    04 Wijziging productiemethode
    05 Volgordewijziging productieproces
    06 Machinewijziging
    07 Wijziging hulpstuk/gereedschap
    08 Wijziging matrijs/mal
    09 Wijziging inspectiemethode
    10 Wijziging transport/verpakking
    11 Type

    Het nummer van een controletag is een getal bestaande uit tien cijfers dat kan worden gescand of handmatig kan worden ingevoerd.

    Er moeten altijd tien cijfers worden ingevoerd. Indien nodig geeft u voorloopnullen op.

  17. Vouw Informatie verzenden-aan uit.
  18. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Verzenden aan
    Dit veld geeft de locatiecode aan die samen met de verzenden aan-naam wordt gebruikt om te bepalen waarnaar de goederen worden verzonden.
    Als goederen bij een externe serviceprovider (ESP) worden afgeleverd, geeft dit veld de Verzenden aan-locatie van de ESP aan.
    Naam
    Bekijk de naam van de locatie die wordt gebruikt met de verzenden aan-ID om aan te geven waarnaar goederen worden verzonden of geef deze naam op.
    Naam geadresseerde
    Dit veld toont een aanvullende naam.
    Eenheid
    Dit veld toont de aanduiding van de eenheid.
    Verdieping
    Dit veld toont de verdieping in het gebouw.
    Nummer van gebouw
    U kunt via Nummer van gebouw een bepaald gebouw identificeren.
    Naam van gebouw
    U kunt via Naam van gebouw een gebouw identificeren.
    Postbus
    De postbus bevindt zich op het terrein van een postkantoor.
    Straatnaam
    Dit veld toont de straatnaam.
    Postcode
    Dit veld toont de postcode.
    Plaatsnaam
    Dit veld toont de naam van de plaats of locatie.
    Land
    Dit veld toont het land.
    Code onderverdeling land
    Dit veld toont de code voor de onderverdeling van het land.
    Adresregel 1 t/m adresregel 6
    In deze velden worden aanvullende gedeelten van het adres getoond. Deze worden door de gebruiker gedefinieerd of bijgewerkt aan de hand van de adresnotatie.
    Belasting-ID
    De belasting-ID is een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven aan te duiden. De belastingautoriteiten wijzen deze belastingnummers toe aan geregistreerde bedrijven. Uw handelspartners dienen hun belastingnummer te geven. Handelspartners zonder belastingnummer worden als privépersonen beschouwd.
    DUNS-ID
    Het DUNS-nummer (Data Universal Numbering System, Universeel nummersysteem voor gegevens) is een unieke negencijferige code die wordt gebruikt om bedrijven en groepsentiteiten binnen een organisatie aan te kunnen geven. Dit nummer wordt op aanvraag van een bedrijf uitgegeven door Dun & Bradstreet, leverancier van bedrijfsinformatie.
    EDI-fabriek
    Dit veld geeft het nummer van de productievestiging van de klant aan waar de goederen moeten worden afgeleverd. Het nummer van de productievestiging wordt door de EDI-vrijgaven van de klant ondersteund.
    EDI verzenden aan
    Dit veld geeft de klant-ID van de specifieke locatie aan waar de goederen moeten worden afgeleverd. De EDI verzenden aan wordt overgebracht door de EDI-berichten van de klant.
  19. Vouw Informatie verzenden-van uit. Dit gedeelte bevat gewoonlijk informatie over de locatie van het magazijn.
  20. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Verzenden van
    De Verzenden van-ID wordt gebruikt met de Verzenden van-naam om een locatie binnen een organisatie aan te geven. Vanuit deze locatie, bijvoorbeeld een magazijn, wordt een zending verzonden. Zie Informatie verzenden-van configureren.
    Naam
    De Verzenden van-ID wordt gebruikt met de Verzenden van-naam om een locatie binnen een organisatie aan te geven. Vanuit deze locatie, bijvoorbeeld een magazijn, wordt een zending verzonden.
    Naam geadresseerde
    Dit veld toont een aanvullende naam.
    Eenheid
    Dit veld toont de aanduiding van de eenheid.
    Verdieping
    Dit veld toont de verdieping in het gebouw.
    Nummer van gebouw
    U kunt via Nummer van gebouw een bepaald gebouw identificeren.
    Naam van gebouw
    U kunt via Naam van gebouw een gebouw identificeren.
    Postbus
    De postbus bevindt zich op het terrein van een postkantoor.
    Straatnaam
    Dit veld toont de straatnaam.
    Postcode
    Dit veld toont de postcode.
    Plaatsnaam
    Dit veld toont de naam van de plaats of locatie.
    Land
    Dit veld toont het land.
    Code onderverdeling land
    Dit veld toont de code voor de onderverdeling van het land.
    Adresregel 1 t/m adresregel 6
    In deze velden worden aanvullende gedeelten van het adres getoond. Deze worden door de gebruiker gedefinieerd of bijgewerkt aan de hand van de adresnotatie.
    Verantwoordelijke
    Dit veld toont de persoon die verantwoordelijk is voor deze specifieke klantrelatie of verzenden-aanrelatie aan de kant van de leverancier.
    NB

    Als het element LastModificationPerson wordt aangeleverd via het Shipment-BOD, toont het veld Verantwoordelijke de inhoud van het element LastModificationPerson.

    Telefoon
    Het telefoonnummer van Verzenden-van wordt weergegeven.
    Fax
    Het faxnummer van Verzenden van wordt weergegeven.
    E-mails
    De e-mailadressen van Verzenden-van worden weergegeven.
    DUNS-nummer
    Het DUNS-nummer (Data Universal Numbering System, Universeel nummersysteem voor gegevens) is een unieke negencijferige code die wordt gebruikt om bedrijven en groepsentiteiten binnen een organisatie aan te kunnen geven. Dit nummer wordt op aanvraag van een bedrijf uitgegeven door Dun & Bradstreet, leverancier van bedrijfsinformatie.
    Belasting-ID
    De belasting-ID is een nummer dat wordt gebruikt om rechtspersonen of bedrijven aan te duiden. De belastingautoriteiten wijzen deze belastingnummers toe aan geregistreerde bedrijven. Uw handelspartners dienen u hun belastingnummer te geven. Handelspartners zonder belastingnummer worden als privépersonen beschouwd.
    Extern nummer leverancier
    Dit veld toont het externe nummer van de leverancier. Een leverancier is een firma buiten uw organisatie die tegen betaling materialen aanlevert.
    Financiële entiteit

    Voor elke gebruiker moeten een of meerdere financiële entiteiten worden geconfigureerd. Voor een gebruiker dient u een van de financiële entiteiten in te stellen als standaard financiële entiteit.

    Elke transactie hoort bij de standaard financiële entiteit voor de gebruiker. De gebruiker kan de standaard financiële entiteit aanpassen via de keuzelijst met invoervak Financiële entiteit.

    De gebruiker kan de gegevens van de standaard financiële entiteit en overige toegewezen entiteiten weergeven.

    Locatie
    Dit veld toont de code waarmee de locatie van de financiële entiteit wordt aangegeven.
  21. Vouw Informatie geplande verzending uit.
  22. Controleer de volgende informatie:
    Geplande zendingsdatum
    De datum en de bijbehorende tijdzone worden gebruikt voor het printen van labels op basis van een bestaande zending in het ERP-systeem.
    Geplande aankomstdatum
    De datum en de bijbehorende tijdzone worden gebruikt voor het printen van labels op basis van een bestaande zending in het ERP-systeem.
  23. Vouw Flexibele velden uit.
  24. Controleer de volgende informatie:
    Naam
    Dit veld bevat de naam van het flexibele veld dat vanuit het externe systeem moet worden opgenomen.
    Type
    Dit veld toont het gegevenstype in het flexibele veld, zoals opgegeven in de codelijst FlexFieldAllowList.
    Waarde flexibel veld
    Dit veld toont de gedefinieerde veldwaarde, afhankelijk van het veldtype.
  25. Klik op Configuratie weergeven.
    U kunt de configuratiegegevens controleren. Deze gegevens worden gebruikt om te bepalen welke soort afdruk moet worden geprint voor elk type label of document.
    Als u de weergegeven informatie wilt wijzigen, klikt u op OK en vervolgens op Configuratie opnieuw laden om de configuratiegegevens bij te werken.
  26. Controleer de volgende informatie of geef deze zo nodig op:
    Kop: sjablooncode label

    Het ERP-systeem levert zowel op PackageLabelHeader- als op PackageLabelUnit-niveau een PackageLabelTemplateCode in de PackageLabel-BOD.

    Voor Honda is het noodzakelijk dat bepaalde labels op een bepaald moment in het proces worden geprint. Om het printen te kunnen starten, moet het correcte label, namelijkPackageLabelHeader/PackageLabelTemplateCode, worden gebruikt:

    Normaal gesproken bevat elke PackageLabelUnit zijn eigen PackageLabelTemplateCode.

    Als PackageLabelUnit/PackageLabelTemplateCode niet zijn ingevuld, wordt de code opgehaald uit de kop van de gegenereerde magazijnverpakkingseenheid.

    Sla PackageLabelHeader/PackageLabelTemplateCode op als nieuwe HeaderPackageLabelTemplateCode in de magazijnverpakkingseenheid.

    Om te weten welke labels voor deze code moeten worden geprint, raadpleegt EXM de codelijst LabelCategories als de printtaken worden uitgevoerd.

    Sjablooncode label

    De sjablooncode voor een label wordt gebruikt voor labels van Categorie 1 die geen handelspartnerreferentie hebben. De sjablooncode label wordt verzonden door Infor LN.

    Het functionele gebied Verzending gebruikt de codelijst LabelTemplateMapping om te bepalen voor welke handelspartner de labelsjabloon is geselecteerd.

    Labeltype Master

    Het Master-label wordt gebruikt op een transportmateriaalverwerkingseenheid met binnenverpakkingen die hetzelfde artikel bevatten. Het label geeft doorgaans informatie over de transportmateriaalverwerkingseenheid en het artikel dat deze bevat.

    Selecteer een van de volgende labeltypes:
    • VDA 4902-label (standaard)
    • AIAG B-10
    • AIAG B-3
    • Continental-label
    • Destination-label
    • ETI9-label
    • Global Transport-label
    • Artikellabel
    • MAT-label
    • Mixed Load-label
    • Geen labeltype
    • Odette-label
    • VDA 4902-label met code gegevensmatrix
    Labeltype Single
    In het algemeen wordt het labeltype Single gebruikt voor een op zichzelf staande binnenverpakking, die slechts één soort artikel bevat. Met dit labeltype wordt de verpakkingseenheid en het artikel dat deze bevat aangeduid. Volgens VDA 4902 kan dit label ook worden gebruikt voor verpakkingseenheden waarvoor geen label is geprint voor de binnenverpakking.
    Labeltype Mixed

    Het labeltype Mixed wordt gebruikt op een transportmateriaalverwerkingseenheid met binnenverpakkingen van verschillende artikelen. Normaal geeft het informatie over de transportmateriaalverwerkingseenheid, de leverancier en de ontvanger. Soms staat op het label een lijst van de artikelen die de verpakking bevat. Dit is vooral het geval wanneer het label wordt gebruikt als onderdeel van GTL-implementaties die deze informatie in een 2D-streepjescode gebruiken.

    Labeltype Mixed Single
    Voor bepaalde handelspartners moeten meerdere artikelen in één binnenverpakking worden verpakt. Aan deze vereiste kan worden voldaan door virtuele verpakkingseenheden te gebruiken. Ook dient de gebruiker het labeltype Mixed Single te kiezen. Het labeltype Mixed Single bevat informatie over meer dan één artikel.
    Labeltype Quick Receive
    Dit labeltype vergemakkelijkt het proces van de ontvangst van zendingen. Het bevat gewoonlijk alleen het zending- of ASN-nummer in streepjescode-indeling. Het maakt de ontvangst van een transportmateriaalverwerkingseenheid, zending of verpakkingseenheid mogelijk door het scannen van een 1D-streepjescode.
    NB

    Het Quick Receive-label wordt geprint als onderdeel van de printQuickReceiveLabelsTask. De instelling Labeltype Quick Receive wordt gebruikt om een vrachtlabel, zendingslabel of meerdere transportmateriaalverwerkingseenheidlabels te configureren voor het printen.

    Labeltype Pack

    Binnenverpakkingen kunnen verschillende artikelen bevatten en ze kunnen pakken bevatten. Een pak bevat meestal een specifiek artikel. Een pak kan gelabeld zijn. Voor dit scenario is een Pack-label vereist.

    Voorbeeld: Een verpakkingseenheid bevat duizend schroeven die verpakt zijn in twintig zakken met elk vijftig schroeven. Elke zak is gelabeld met een Pack-label; de verpakkingseenheid is gelabeld met een Single-label of een Mixed Single-label.

    Codelijst voor EDI-fabriekstoewijzing
    Dit veld bevat de codelijst voor het toewijzen van de EDI-fabriek. Zie de omschrijving van de codelijst MappingsEDIPlant.
    Handelspartner
    Dit veld bevat de handelspartner. De handelspartners worden beheerd als basisgegevenscodes.
    Taal

    Dit veld toont de taal waarin de documenten worden geprint.

    Modus samenvoeging verpakkingseenheden
    Dit veld toont hoe verpakkingseenheden worden samengevoegd voor het printen van labels.
    NB

    Een Master-verpakkingseenheid is een verpakkingseenheid op het hoofdniveau, niveau 1, die een of meer subverpakkingseenheden bevat, bijvoorbeeld een pallet. Een Master-verpakkingseenheid bevat geen verzonden goederen.

    • Niet samenvoegen: Er worden geen verpakkingseenheden samengevoegd.
    • Master-verpakkingseenheden samenvoegen: Elke verpakkingseenheid met de rol Master wordt samengevoegd tot een verpakkingseenheid met de rol Single. Alle artikelen in binnenverpakkingseenheden worden toegewezen aan de verpakkingseenheid met de rol Single. Alle binnenverpakkingseenheden worden ingesteld op verpakkingstoebehoren. Voor alle Master-verpakkingseenheden wordt een Single-label geprint.
    • Single-pallet samenvoegen tot Master: Elke verpakkingseenheid met de Single-rol die niet is vervat in een buitenste verpakkingseenheid en waaraan het verpakkingstype Pallet is toegewezen in Verpakkingsinformatie, wordt ingesteld op de rol Master. Er wordt een Master-label geprint.
    Land van oorsprong printen
    Schakel dit selectievakje in om het land van oorsprong op de pakbon te printen volgens DIN 4994.
    Controleer homogeniteit verpakkingseenheden
    Met dit selectievakje wordt aangegeven of een speciaal onderzoek van de structuur van de verpakkingseenheid actief is. De controle kan worden geactiveerd in de basisgegevens voor handelspartners en klanten. De opties Ongelijksoortig, Gelijksoortig en Onbekend kunnen op zendingsregelniveau worden beheerd.
    NB

    Deze functie wordt bijvoorbeeld vereist door de handelspartner Renault.

    Consolidatiemodus artikelen
    Dit kenmerk bepaalt hoe de elementen van twee verpakkingseenheden als 'gelijk' kunnen worden geïdentificeerd. Met dit veld kunt u de handelspartnerspecifieke criteria opgeven aan de hand waarvan wordt bepaald of er labels voor Mixed-pallets moeten worden geprint. Door de Consolidatiemodus artikelen te configureren, kunt u voor elke handelspartner afzonderlijk aangeven welke zendingsregels er als gelijksoortige posities moeten worden gezien.
    • Modus Geen label: Per vracht and zendingsnummer
    • Per artikel: Twee artikelen worden als gelijk beschouwd als de artikelnummers gelijk zijn. Alle andere eigenschappen worden genegeerd.
    • Per artikel en partij: Twee artikelen worden als gelijk beschouwd als de interne artikelnummers en partijen gelijk zijn.
    • Per artikel en partij en order
    • Per artikel en partij en RAN of Kanban
    • Per artikel en order
    • Per artikel en RAN of Kanban

    Afhankelijk van de gekozen instelling wordt er een label van het type Master of Mixed geprint voor de pallet.

    Verantwoordelijke
    Dit veld geeft de contactpersoon aan die binnen uw bedrijf verantwoordelijk is.
    Verantwoordelijke bij klant
    Dit veld geeft de persoon aan die op de locatie van de klant verantwoordelijk is.
  27. Indien gewenst klikt u op Foutstatus resetten en opnieuw printen.
    De verpakkingseenheidstatus Mislukt of Ongeldig wordt Opnieuw gevalideerd. De magazijnverpakkingseenheid kan opnieuw worden verwerkt. Nadat de foutstatus is gereset, wordt het opnieuw afdrukken van de labels geactiveerd.