Algemeen
CommodityCodesHTSImport
Hiermee definieert u instellingen voor het importeren van de HTS-goederencodes:
-
Hoofdstukken: Hiermee definieert u de hoofdstukken die worden geïmporteerd tijdens het importeren van de HTS-goederencodes. Het is raadzaam alleen de vereiste goederenhoofdstukken op te geven die voor uw bedrijfsprocessen zijn vereist. Als alle hoofdstukken samen in een grote codelijst
CommodityCodes
worden geïmporteerd, kan dat tot prestatieproblemen van de applicatie leiden. - Max. aantal foutregels Hiermee definieert u het maximum aantal foutregels.
- Financiële entiteiten: Hiermee definieert u een door komma's gescheiden lijst van financiële entiteiten.
Customers
Deze codelijst bevat de klantdefinities.
Instellingen op klantniveau overschrijven de instellingen die voor dezelfde eigenschapswaarden zijn geconfigureerd in de codelijst TradingPartners
.
U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
-
Tijdzone: Als er meerdere klanten zijn die dezelfde handelspartner gebruiken, kunt u een tijdzone opgeven. Tijdzones worden gedefinieerd in de codelijst
TimeZones
. Deze lijst bevat alle beschikbare tijdzones. De codelijstTimeZonesOwn
bevat de gebruikersspecifieke tijdzones. Tijdzones worden bij opmaakmodellen voor transformatie gebruikt voor het toewijzen van EDI-berichten. - Taalcode: Geef de taal op waarin de documenten moeten worden geprint.
- Taalcode voor exportgerelateerde documenten: Geef de taal op waarin de exportgerelateerde documenten moeten worden geprint.
- Handelspartner: Dit veld bevat de handelspartner-ID. De handelspartners worden beheerd als basisgegevenscodes.
-
Vracht van derden: Dit veld bevat een externe entiteit waaraan vrachtkosten van derden kunnen worden toegewezen. De codelijst
ThirdPartyFreight
bevat de lijst met gedefinieerde externe entiteiten. -
Poolpunt: Dit veld bevat het poolpunt van de klant. Een poolpunt bevat parameters die worden gebruikt om een combivracht samen te stellen in , een poolpuntadres, een DUNS-nummer en een belasting-ID: De codelijst
Poolpunten
bevat de lijst van gedefinieerde poolpunten. -
Werkstroomnaam: Dit veld bevat de naam van de werkstroom. Een werkstroom bevat een samenvatting van taken die zijn/worden toegewezen aan groepen klanten. In de Automotive-werkstroom kunnen bijvoorbeeld
CarrierRoute-BOD's
enShipment-BOD's
de aanmaak van een vracht activeren. De Automotive-werkstroom omvat de volgende taken:- Labels transportmateriaalverwerkingseenheid printen
- Labels printen
- Labels verpakkingslijst printen
- Verpakkingslijst printen
- Vrachtbrief printen
- EDI-vrachtbrief printen
- Pakbon printen
- Mutatiecertificaat printen
- ASN publiceren
- Nalevingscontrole
- Geblokkeerd wegens niet naleven
- Labels Quick Receive printen
- Land van oorsprong: Schakel dit selectievakje in om het land van oorsprong op de pakbon te printen.
- Verantwoordelijke: Dit veld geeft de persoon aan die op de locatie van de leverancier verantwoordelijk is voor de vracht.
- Verantwoordelijke bij klant: Dit veld geeft de persoon aan die op de locatie van de klant verantwoordelijk is voor de vracht.
-
Modus samenvoeging verpakkingseenheden: Dit veld toont hoe verpakkingseenheden worden samengevoegd voor het printen van labels. NB
Een Master-verpakkingseenheid is een verpakkingseenheid op het hoofdniveau, niveau 1, die een of meer subverpakkingseenheden bevat, bijvoorbeeld een pallet. Een Master-verpakkingseenheid bevat geen verzonden goederen.
- Niet samenvoegen: Er worden geen verpakkingseenheden samengevoegd.
- Master-verpakkingseenheden samenvoegen: Elke verpakkingseenheid met de rol Master wordt samengevoegd tot een verpakkingseenheid met de rol Single. Alle artikelen in binnenverpakkingseenheden worden toegewezen aan de verpakkingseenheid met de rol Single. Alle binnenverpakkingseenheden worden ingesteld op verpakkingstoebehoren.
- Single-pallet samenvoegen tot Master: Elke verpakkingseenheid met de rol Single van het verpakkingstype Pallet die geen deel uitmaakt van een buitenverpakkingseenheid, wordt ingesteld op de rol Master.
-
Patroon voor indeling type verpakkingseenheid voor klant: Hiermee wordt het BMW-beheerproces voor verpakkingseenheden aangestuurd in . Dit veld wordt gebruikt om het aantal lagen in de structuur van de verpakkingseenheid te berekenen. De berekende waarde wordt als een tweecijferig nummer gekoppeld aan de verpakkingseenheid-ID van de klant. De berekening wordt alleen uitgevoerd als de optie Aantal lagen om toe te voegen is geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Patroon voor indeling type verpakkingseenheid voor klant in de codelijst
Customers
ofTradingPartners
. Het veld verwijst naar de items in de codelijstCustomerContainerTypePatterns
. Zie 'Laagberekening configureren'. - Labeltype Master: Dit labeltype wordt gebruikt op een transportmateriaalverwerkingseenheid met binnenverpakkingen die hetzelfde artikel bevatten. Het label geeft doorgaans informatie over de transportmateriaalverwerkingseenheid en het artikel dat deze bevat.
- Labeltype Mixed: Dit labeltype wordt gebruikt op transportmateriaalverwerkingseenheden met binnenverpakkingen van verschillende artikelen. Normaal geeft het informatie over de transportmateriaalverwerkingseenheid, de leverancier en de ontvanger. Soms staat op het label een lijst van de artikelen die de verpakking bevat. Dit is vooral het geval wanneer het label een Global Transport Label is (GTL) dat deze informatie in de vorm van een 2D-streepjescode gebruikt.
-
Labeltype Single: In het algemeen wordt dit labeltype gebruikt voor een op zichzelf staande binnenverpakking die slechts één soort artikel bevat. Met dit labeltype wordt de verpakkingseenheid en het artikel dat deze bevat aangeduid. Volgens
VDA 4902
kan dit label ook worden gebruikt voor verpakkingseenheden waarvoor geen label is geprint voor de binnenverpakking. -
Type vrachtbrief: Een vrachtbrief ('waybill') is een transportdocument waarmee een contract wordt bevestigd tussen een vervoerder en een vervoersklant voor het transporteren van goederen. Typen vrachtbrief zijn bijvoorbeeld een luchtvrachtbrief, CMR-vrachtbrief of spoorvrachtbrief. U kunt de codelijst
WaybillTypes
gebruiken om vrachtbrieftypen te beheren. -
Type EDI-vrachtbrief: Een EDI-vrachtbrief ('EDI waybill') volgens
VDA 4912
is een vrachtbrief die wordt verzonden via EDI samen met een ASN. De vrachtbrief bevat een samenvatting van het ASN. - Type verpakkingslijst: Een lijst met inhoud van een of meer verpakkingseenheden, mogelijk onafhankelijk van pakbonnummers.
-
Type pakbon: Een pakbon is een document dat de inhoud van een zending vermeldt. De pakbon wordt aangemaakt door de vervoerders van de zending en meegestuurd met de zending. U kunt de codelijst
PackingSlipTypes
gebruiken om pakbontypen te beheren. -
Minimumstatus voor verwerken van taak op pakbon: De minimumstatus die is vereist in om de pakbon te kunnen printen. De tabel toont de beschikbare statussen. NB
De statussen worden opgehaald uit de codelijst
TaskProcessingForStatus
.Status Omschrijving Vracht voltooid Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. Alle inbegrepen zendingen hebben de status Verzonden.Afdrukbare vracht Voor deze vracht zijn het SyncCarrierRoute
-BOD, hetSyncShipment
-BOD en een optioneelSyncInvoice
-BOD verwerkt. Alle zendingen van de vracht hebben de status Afdrukbaar. Deze status maakt het mogelijk om ook vrachten met de status Voltooid te verwerken.Factuur Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. De Geprijsd-status van de vracht is Geprijsd via factuur.Modus Niet printen De taak kan niet worden verwerkt. Pro-formafactuur Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. De status Geprijsd van de vracht is Geprijsd via pro-formafactuur, Gemengde prijzen of Geprijsd via factuur.Vrijgegeven zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Vrijgegeven. Verzonden zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Verzonden. Klaargezette zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Klaargezet. -
ASN-type: Geef het type Advanced Ship Notice (ASN) op. Een ASN is een elektronische melding in EDI-indeling van leveringen in het verschiet, een elektronische verpakkingslijst. Het doel van het ASN is het informeren van de ontvanger dat de zending onderweg is.
- Geen ASN-type
- ASN na alle facturen verwerken
- ASN na alle pro-formafacturen verwerken
- Standaard
- Met verzendopdracht
- ASN-annulering ondersteund: Als dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de ASN-annulering en de ASN-vervanging actief op de pagina Vrachten in . Deze functie biedt leveranciers de mogelijkheid een ASN te annuleren of te vervangen die per EDI is verzonden aan de klant. Met deze functie kunnen leveranciers een ASN annuleren of vervangen in . Het geannuleerde of vervangen ASN wordt verzonden naar . De klant wordt ingelicht door EDI over de incorrecte informatie die was verzonden of over de gewijzigde gegevens.
-
Zendingsregels opsplitsen op RAN: Als deze verwerkingslogica is ingeschakeld, worden de artikelhoeveelheden van dozen die artikelen met hetzelfde artikelnummer bevatten, opgesplitst op basis van
RAN/Kanban
-nummers. Deze configuratie wordt bijvoorbeeld vereist voor de handelspartner Renault. - Aantal exemplaren:
Dit veld geeft het aantal ASN-kopieën aan dat moet worden aangemaakt. Als Aantal exemplaren 0 is, wordt er geen ASN-kopie aangemaakt. Een ASN moet normaal gesproken worden verzonden naar de ontvanger van de goederen. Het bedrijfsscenario kan echter vereisen dat ook andere partijen op de hoogte worden gebracht van de uitgevoerde zending. Er kunnen maximaal drie ASN-kopieën worden aangemaakt en verzonden naar verschillende berichtontvangers die betrokken zijn bij de toeleveringsketen.
Ter aanvulling op de ASN-aanvraag wordt met ASN-type. Het oorspronkelijke ASN wordt verzonden naar de klant.
een bijbehorend aantal ASN-aanvragen aangemaakt voor op basis van het geselecteerde -
Controleer homogeniteit verpakkingseenheden: Als dit selectievakje is ingeschakeld, vindt een speciale controle van de structuur van de verpakkingseenheid plaats. U kunt deze controle inschakelen in de codelijsten
TradingPartners
enCustomers
. De opties Ongelijksoortig, Gelijksoortig en Onbekend worden op zendingsregelniveau geconfigureerd in het veld Gelijksoortige pallet. Deze functie wordt bijvoorbeeld vereist voor de handelspartners Renault en PSA. - Codelijst voor EDI-fabriekstoewijzing: Selecteer een codelijst voor de toewijzing van de EDI-fabriek. Zie de omschrijving van de codelijst
MappingsEDIPlant
. - DUNS-nummer: Geef het DUNS-nummer (Data Universal Numbering System) van de klant op. Het DUNS-nummer is een unieke negencijferige code die wordt gebruikt om bedrijven en groepsentiteiten binnen een organisatie aan te kunnen geven. Dit nummer wordt op aanvraag van een bedrijf uitgegeven door Dun & Bradstreet, leverancier van bedrijfsinformatie.
- Afhaalproces: Als dit selectievakje is ingeschakeld, is het afhaalproces voor handelspartner A0260 PSA Europa geactiveerd in .
- Eigen e-mails: E-mailadres van leverancier.
- Eigen faxnummer: Faxnummer van leverancier.
- Faxnummer klant: Het faxnummer van de klant.
- Eigen telefoonnummer: Telefoonnummer van leverancier.
- E-mails van klant: E-mailadres van klant.
- Telefoonnummer klant: Telefoonnummer van klant.
- CUM voor verpakkingseenheden berekenen: Hiermee wordt de berekening van verpakkingseenheid-CUM's voor herbruikbare verpakkingseenheden ingeschakeld in .
-
Nummer fabrikant: Het nummer van de fabrikant wordt gebruikt om het MAT-label voor handelspartner A3150 Continental Europe te verwerken. Om het gebruik van het MAT-label in te schakelen, selecteert u het labeltype MAT-label in de klantspecifieke items Labeltype Master en Labeltype Single van de codelijst
Customers
. -
Artikel verpakkingseenheid toevoegen aan ASN: Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het artikel in de verpakkingseenheid toegevoegd aan het ASN dat in wordt gepubliceerd. NB
Dit selectievakje moet zijn ingeschakeld voor alle klanten die zijn toegewezen aan handelspartner A0101 Chrysler Noord-Amerika.
-
Productielocatie: De productielocatie wordt gebruikt om het MAT-label voor handelspartner A3150 Continental Europe te verwerken. Om het gebruik van het MAT-label in te schakelen, selecteert u het labeltype MAT-label in de klantspecifieke items Labeltype Master en Labeltype Single van de codelijst
Customers
. - Labeltype Destination: Dit label wordt gebruikt per transportmateriaalverwerkingseenheid. Het biedt de precieze bestemming voor de transportmateriaalverwerkingseenheid. Het bevat geen artikelgegevens.
-
Labeltype Mixed Load: In tegenstelling tot het labeltype Mixed wordt dit label gebruikt om te wijzen op een gemengde transportmateriaalverwerkingseenheid. Meestal bevat het alleen het onderschrift
MIXED LOAD
en geen andere informatie. Het wordt gebruikt samen met het label Verpakkingslijst voor transportmateriaalverwerkingseenheid of een lijst van het type Mixed Master-label.NBDit label is anders dan de B10- en B16-labels. Dit zijn, in de terminologie die in het onderdeel
wordt gebruikt, Mixed labels. -
Labeltype Mixed Master: Dit label identificeert een specifiek artikel als onderdeel van een transportmateriaalverwerkingseenheid. Het wordt gebruikt voor gemengde buitenverpakkingen en gewoonlijk worden meerdere labels van het type Mixed Master-label geprint.
NB
Verschillende handelspartners gebruiken verschillende criteria om te bepalen wanneer een label moet worden geprint. Dit label wordt doorgaans samen met een labeltype Mixed Load of Mixed gebruikt.
-
Consolidatiemodus artikelen:
Met deze instelling kan er rekening worden gehouden met handelspartnerspecifieke definities van een 'Mixed Pallet'. Op basis van de geselecteerde definitie worden etiketten voor een Mixed Pallet afgedrukt.
- Modus Geen label
- Per artikel
- Per artikel en partij
- Per artikel en partij en order
- Per artikel en partij en RAN of Kanban
- Per artikel en order
- Per artikel en RAN of Kanban
-
Labeltype Quick Receive Dit labeltype vergemakkelijkt het proces van de ontvangst van zendingen. Het bevat gewoonlijk alleen het zending- of ASN-nummer in streepjescode-indeling. Het maakt de ontvangst van een transportmateriaalverwerkingseenheid, zending of verpakkingseenheid mogelijk door het scannen van een 1D-streepjescode. NB
Het Quick Receive-label wordt geprint als onderdeel van de taak Labels Quick Receive printen. Gebruik de labelmodus Quick Receive om te configureren of een combivrachtlabel, zendingslabel of diverse transportmateriaalverwerkingseenheidlabels moet(en) worden geprint.
- Labelmodus Quick Receive: Deze tabel toont de labelmodi.
Labeltype Omschrijving Label Quick Receive per vracht Dit labeltype wordt gebruikt om de ontvangst van vrachten te vergemakkelijken. Label Quick Receive per zending Dit labeltype wordt gebruikt om de ontvangst van inbegrepen zendingen te vergemakkelijken. Label Quick Receive per transportmateriaalverwerkingseenheid Dit labeltype wordt gebruikt wanneer de transportmateriaalverwerkingseenheid gelabeld moet worden met een Quick Receive-label. -
Minimumstatus voor verwerken van taak label Quick Receive: De tabel toont de beschikbare statussen. NB
De statussen worden opgehaald uit de codelijst
TaskProcessingForStatus
.Status Omschrijving Vracht voltooid Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. Alle inbegrepen zendingen hebben de status Verzonden.Factuur Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. De Geprijsd-status van de vracht is Geprijsd via factuur.Modus Niet printen De taak kan niet worden verwerkt. Pro-formafactuur Voor deze vracht is het SyncCarrierRoute-BOD
verwerkt. Dit BOD heeft de status Voltooid of Verwerkt. De status Geprijsd van de vracht is Geprijsd via pro-formafactuur, Gemengde prijzen of Geprijsd via factuur.Vrijgegeven zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Vrijgegeven. Verzonden zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Verzonden. Klaargezette zending Alle zendingen van de pro-formavracht of vracht die nu beschikbaar zijn, hebben minstens de status Klaargezet. Afdrukbare vracht NBDeze status is niet van toepassing op Minimumstatus voor verwerken van taak label Quick Receive.
- Labeltype verpakkingslijst voor transportmateriaalverwerkingseenheid : Dit labeltype wordt gebruikt voor alle soorten verpakkingslijsten op de transportmateriaalverwerkingseenheid. Een voorbeeld hiervan is de Mixed Master Load List van Ford, die het Mixed Master-label vervangt en elk artikel van een transportmateriaalverwerkingseenheid bevat. Het artikelnummer en de hoeveelheid worden geprint in een door mensen leesbare vorm en als streepjescodes.
- Labeltype Mixed Single: Bepaalde handelspartners laten de levering van meer dan een artikel in een enkele binnenverpakking toe of vereisen dit. In LN en in de applicatie kan aan deze vereiste worden voldaan via het gebruik van virtuele verpakkingseenheden. Daarnaast moet voor dit proces labeltype Mixed Single worden geselecteerd. Het label Mixed Single bevat informatie over meer dan één artikel.
- Labeltype Pack: Binnenverpakkingen kunnen verschillende artikelen bevatten en ze kunnen pakken bevatten. Een pak bevat meestal een specifiek artikel. Een pak kan gelabeld zijn. Voor dit scenario is een Pack-label vereist. Een verpakkingseenheid bevat bijvoorbeeld duizend schroeven die verpakt zijn in twintig zakken met elk vijftig schroeven. Elke zak is gelabeld met een Pack-label en de verpakkingseenheid is gelabeld met een Single-label of een Mixed Single-label.
- Tussenverpakkingen op ASN gebruiken: Tussenverpakkingen zijn verpakkingseenheden waaraan geen andere rol is toebedeeld in de verpakkingsstructuur. U kunt dit selectievakje inschakelen als u met ten minste drie 'echte' verpakkingsniveaus (geen aanvullende verpakkingstoebehoren) werkt. Het buitenste verpakkingsniveau bestaat uit het niveau Outer Master of Outer Mixed. Het binnenste niveau wordt aangegeven met het Single-verpakkingsniveau. Het tussenniveau wordt gevuld met tussenverpakkingen. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, worden tussenverpakkingen beschouwd als aanvullende verpakkingstoebehoren. Alle dozen erin worden direct toegewezen aan de parent-verpakkingseenheid van deze verpakking.
- Kostenpost voor Clause 92: Hiermee geeft u de kostenpost voor het Clause 92-proces van Chrysler op. Op basis van het contract voor het kostenartikel, kan de leverancier volgens Clause 92 kosten terugvragen voor verpakkingsmateriaal voor eenmalig gebruik. Dit kan het geval zijn als er retourneerbare verpakkingseenheden hadden moeten worden gebruikt, maar niet beschikbaar waren.
- Combivracht automatisch instellen als Voltooid: Hiermee wordt de status van de combivracht automatisch ingesteld op Voltooid wanneer de inbegrepen vrachten zijn voltooid.
- Volgordegegevens toevoegen aan de labelprintaanvraag zodat de labels op de volgorde van de zendingsregelnummers worden gegenereerd: De labels worden gegenereerd en geprint op volgorde van de zendingsregelnummers.
- Verpakkingseenheden samenvoegen als het ASN-type is ingesteld op Met verzendopdracht: Verpakkingseenheden worden geconsolideerd als het ASN-type is ingesteld op Met verzendopdracht.
- Labels sorteren op logistiek printveld (aflopend): De labels worden op het Logistiek printveld gesorteerd in aflopende volgorde.
- Verwachte leverdatum: Deze eigenschapswaarde kan worden gebruikt om de vroegste verwachte leveringsdatum af te drukken op zendingslabels en -documenten. U kunt kiezen uit de volgende opties:
- Leeg: De verwachte leveringsdatum wordt opgehaald uit een enkelvoudig exemplaar van deze datum in het
SyncShipment
-BOD. In dit geval is de opgehaalde datum niet noodzakelijkerwijs de vroegste leveringsdatum. - Selecteer de vroegste verwachte leverdatum: De leverdatum van elke zendingsregel in het
SyncShipment-BOD
wordt als Verwachte afleverdatum geprint op de zendingslabels en -documenten voor de geselecteerde klant.
- Leeg: De verwachte leveringsdatum wordt opgehaald uit een enkelvoudig exemplaar van deze datum in het
- Juliaanse dag toevoegen aan routeveld in vracht: Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de route van de vracht ingekort tot de laatste drie cijfers en vervolgens samengevoegd met de Juliaanse dag. Deze informatie wordt vervolgens gepubliceerd in het veld Route op de pagina Vrachten in en in de zendingsdocumenten.
- Afzonderlijke aantallen in sequentiële productieprognose: Met deze optie zijn afzonderlijke aantallen mogelijk in een sequentiële productieprognose.
- Partij-ID in uitgaande documenten onderdrukken: Als dit vakje is ingeschakeld, wordt de partij-ID opgenomen in het ASN en afgedrukt op labels.
- Belasting-ID printen: Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het belastingnummer opgenomen in de printaanvraag en afgedrukt op de vrachtbrief.
- 'Verzenden namens' adres printen bij klantgerichte documenten: Met deze instelling wordt de functie 'Verzenden namens' ingeschakeld voor klantgerichte documenten, zoals labels voor verpakkingseenheden, pakbonnen, EDI-vrachtbrieven, enz. in het proces voor rechtstreekse levering. In al dergelijke documenten wordt de leveranciersinformatie en de verzenden van-informatie van de leverancierspartij gebruikt, niet die van de onderleverancier. Dit omvat ook identificatienummers zoals DUNS of ID's die door de eindklant worden gebruikt om de leverancier te identificeren.
- 'Verzenden namens' adres printen bij vervoerdergerichte documenten: Met deze instelling wordt de functie 'Verzenden namens' ingeschakeld voor vervoerdergerichte documenten, bijvoorbeeld de vrachtbrief, in het proces voor rechtstreekse levering. In de vrachtbriefdocumenten wordt de leveranciersinformatie en de verzenden van-informatie van de leverancierspartij gebruikt, niet die van de onderleverancier.
- 'Verzenden namens' adres printen bij douanedocumenten: Met deze instelling wordt de functie 'Verzenden namens' ingeschakeld voor douanedocumenten in het proces voor rechtstreekse levering. Deze instelling houdt bijvoorbeeld rekening met de mutatiecertificaten die worden gebruikt voor de zending. In de mutatiecertificaten wordt de leveranciersinformatie en de verzenden van-informatie van de leverancierspartij gebruikt, niet die van de onderleverancier.
- Interne revisie-ID gebruiken: Deze optie bepaalt welke informatie wordt weergegeven op het veld Niveau technische wijziging in de zendingsregels van een vracht en wordt geprint op labels. Standaard is deze optie niet ingeschakeld:
Als de optie is uitgeschakeld, wordt het Niveau technische wijziging ingesteld op de zendingsregelreferentie Revisienummer. Als deze niet beschikbaar is, wordt het veld ingesteld op de zendingsregelreferentie Revisieniveau. Als deze niet beschikbaar is, wordt het Niveau technische wijziging ingesteld op een null-waarde.
Als de optie is ingeschakeld, wordt het Niveau technische wijziging ingesteld op de
ZendingArtikel/Artikel-ID/Revisie-ID
. Als de informatie niet beschikbaar is, wordt het Niveau technische wijziging ingesteld op een null-waarde.
ExcessTransportationReasonCodes
Deze codelijst bevat de lijst van gedefinieerde redenen voor overtransport. De codelijst toont de UN/EDIFACT
-, ASC X12
- en VDA
-codes die worden gebruikt in het proces voor autorisatie van overtransportkosten (AETC).
Voor overtransport dient de OEM de overtransportkosten tijdens het voorbereiden van de zending te autoriseren. In dit proces is aanvullende informatie vereist:
- De reden voor overtransport
- De verantwoordelijkheid voor overtransport
- Het autorisatienummer voor overtransport dat door de OEM is uitgegeven
In de detailweergave van de pagina Vrachten in kunnen de velden Autorisatienummer, Redencode en Verantwoordelijkheidcode worden beheerd. Het veld Redencode verwijst naar de codelijst ExcessTransportationReasonCodes
. Het veld Verantwoordelijkheidcode verwijst naar de codelijst ExcessTransportationResponsibilityCodes
. Het gebied publiceert de overtransportinformatie in het ASN.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
ExcessTransportationResponsibilityCodes
Deze codelijst bevat de lijst van gedefinieerde verantwoordelijkheden voor overtransport. De codelijst toont de UN/EDIFACT
-, ASC X12
- en VDA
-codes die worden gebruikt in het proces voor autorisatie van overtransportkosten (AETC).
Voor overtransport dient de OEM de overtransportkosten tijdens het voorbereiden van de zending te autoriseren. In dit proces is aanvullende informatie vereist:
- De reden voor overtransport
- De verantwoordelijkheid voor overtransport
- Het autorisatienummer voor overtransport dat door de OEM is uitgegeven
In de detailweergave van de pagina Vrachten in kunnen de velden Autorisatienummer, Redencode en Verantwoordelijkheidcode worden beheerd. Het veld Redencode verwijst naar de codelijst ExcessTransportationReasonCodes
. Het veld Verantwoordelijkheidcode verwijst naar de codelijst ExcessTransportationResponsibilityCodes
. Het gebied publiceert de overtransportinformatie in het ASN.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
FeatureActivation
Met deze codelijst worden de functies gedefinieerd die moeten worden geactiveerd, zodat ze zichtbaar zijn. U moet de nieuwe codelijsteigenschap die aan de functie is gekoppeld, toevoegen aan de codelijst FeatureActivation
. De codelijsteigenschappen voor een functie omvatten de geldige ID
, ingangsdatums en Module
(met andere woorden, het gebied waarop de functionaliteit van toepassing is, zoals , , enzovoort). Wanneer een functie algemeen beschikbaar wordt in een release, mag de functie niet meer in de codelijsteigenschappen voor deze codelijst aanwezig zijn.
FlexFieldAllowList
Met deze codelijst kunt u bepalen welke gebruikersgebiedvelden worden vastgelegd, op basis van een handelspartnerhiërarchie. Deze codelijstdefinitie bepaalt welke gebruikersgebiedvelden van een externe applicatie moeten worden geaccepteerd, zodat niet elk beschikbaar gebruikersgebiedveld wordt opgenomen.
FreightTerms
Met deze codelijst worden de vrachtvoorwaarden gedefinieerd. De vrachtvoorwaarden bevatten de geldige VDA
- en EDIFACT
-codes die worden gebruikt voor de toewijzing van opmaakmodellen in .
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
Incoterms
Met deze codelijst wordt de verwerking van Incoterms in Incoterms
2010. Elke Incoterms
-waarde wordt opgeslagen in het veld Naam en de omschrijving van de waarde wordt opgeslagen in het veld Korte omschrijving. Het veld Omschrijving blijft leeg.
In de Zendingsgegevens in kunt u de knop gebruiken om een Incoterms-waarde te selecteren in het veld Leveringsvoorwaarden. Het veld verwijst naar de codelijst Incoterms
.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
ItemUsage
Deze codelijst bevat de codes van het artikelgebruik.
U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
Sleutel: Code voor het artikelgebruik.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
ItemUsageVW
Deze codelijst bevat de codes van de handelspartner VW voor het artikelgebruik, zoals Productie, Eerste monster en Serieonderdeel, enz.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
PriceUnits
Deze codelijst bevat hoeveelheden van artikelen waaraan de prijzen zijn gekoppeld.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
PrintingIsActive
Deze codelijst wordt gebruikt om printen in of uit te schakelen voor
en .Als printen is uitgeschakeld, kunt u geen printtaken uitvoeren in
en . Printen is standaard ingeschakeld.ShipmentStatusCodes
Deze codelijst bevat de zendingstatuscodes die worden gebruikt door
om de Infor Transportation Management-integratie te ondersteunen.U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
-
ASC X12-code: De
ASC X12
-code van de zendingstatuscode. -
EDIFACT-code: De
EDIFACT
-code van de zendingstatuscode. -
VDA-code:
VDA
-code van de zendingstatuscode.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
ShipToNADQualifier
Deze codelijst voorziet op basis van de waarde 'Verzenden aan' in de waarden van de codelijst 'Verantwoordelijk bureau gecodeerd' (3055) voor elk van de UN/EDIFACT NAD-partijkwalificatie SE, CZ en CN.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
ThirdPartyFreight
Deze codelijst bevat het adres en de contactinformatie van elke externe entiteit waaraan vrachtkosten van derden kunnen worden toegewezen.
De codelijst Customers
bevat de vervolgkeuzelijst Vracht van derden voor het selecteren van het adres dat is opgeslagen in de codelijst ThirdPartyFreight
.
Wanneer een vracht wordt aangemaakt en de klant een vracht van derden heeft opgegeven, worden de bijbehorende adresvelden van de derde partij ingevuld in de sectie Vervoerder en transport op de pagina Vrachten.
TimeZonesOwn
Deze codelijst bevat de gebruikersspecifieke tijdzones die zijn gedefinieerd voor de gebruikers van de lokale applicatie.
Tijdzones worden bij opmaakmodellen voor transformatie gebruikt voor het toewijzen van EDI-berichten.
U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
Tijdzone: Toont de gebruikersspecifieke tijdzone. U kunt een tijdzone selecteren in de lijst met beschikbare tijdzones die zijn gedefinieerd in de codelijst TimeZones
.
TransportationMethods
Deze codelijst bevat de algemene typen vervoerderstransport die worden gebruikt om goederen te leveren. Het transportmiddel wordt gewoonlijk gebruikt in Noord-Amerika in ASC X12
EDI.
U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
-
EDIFACT-code: De
EDIFACT
-code van het transportmiddel. -
ASC X12-code: De
ASC X12
-code van het transportmiddel. -
VDA-code:
VDA
-code van het transportmiddel.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.
UnitsOfMeasures
Deze codelijst bevat de maateenheden.
U kunt de volgende eigenschapswaarden bewerken:
-
EDIFACT-code: De
EDIFACT
-code van de maateenheid. - Decimalen: Het aantal decimalen dat daadwerkelijk wordt gebruikt.
-
ASC X12-code: De
ASC X12
-code van de maateenheid. -
VDA-code: De
VDA
-code van de maateenheid. - Categorie: Categorie waar de maateenheid deel van uitmaakt.
Deze codelijst mag niet worden gewijzigd.