Meerdere tracking-ID's toevoegen

Een tracking-ID kan een kenteken van een truck zijn, een tracking-ID van een pakketdienst of een PRO-nummer van een vervoerder. De tracking-ID's die worden gebruikt voor het verzenden zijn afhankelijk van het soort zending. In het algemeen worden tracking-ID's vanuit het ERP-systeem overgebracht naar het functionele gebied Verzending met behulp van het CarrierRoute-BOD. Ze kunnen ook worden opgevraagd bij externe partijen, zoals pakketdiensten. Het functionele gebied Verzending ondersteunt meerdere tracking-ID's voor een vracht, zodat u verschillende documenten kunt printen.

Meerdere tracking-ID's opgeven:

  1. Selecteer Verzending > Vrachten.
  2. Klik op de drill-downknop op de pagina Vrachten om een vracht te selecteren.
  3. Klik op Bewerken.
  4. Klik op het tabblad Vervoerder en transport en vouw Informatie transport uit.
    U kunt drie sets van transportmiddelen met bijbehorende transportmiddel-ID's opgeven.
  5. Geef de volgende informatie op:
    Transportmethode 1
    Dit veld toont het identificatietype van een vrachtverplaatsing.
    NB

    U kunt de standaardinstellingen configureren.

    • PRO-nummer: Een PRO-nummer (progressief nummer) is een trackingnummer dat door sommige vervoerders wordt gebruikt voor vrachtverplaatsing. Als een vervoerder een PRO-nummer op een vracht toepast, krijgt u daarover een e-mail van een boekingsagent.
    • Basisnummer luchtvrachtbrief: Een basisnummer wordt toegewezen aan de gehele zending. Het luchttransportbedrijf levert het nummer van de luchtvrachtbrief dat is toegewezen aan uw zending. Dit nummer wordt in de luchtvracht als onderdeel van de luchtvrachtbrief gebruikt.
    • Intern nummer luchtvrachtbrief: Een interne luchtvrachtbrief ('House Air Waybill') is een contract waarin het transport naar een klant is vastgelegd. Het interne nummer van de luchtvrachtbrief is een referentienummer dat aan het transportdocument is toegewezen door de vervoerder van de luchtvracht. Dit nummer wordt niet volgens een bepaalde standaard aangemaakt.
    • Transactiecode: De transactiecode is een vereist onderdeel van de verzendorder.
    • Basisnummer zeevaartvrachtbrief ('Master Ocean Bill of Lading Number'): Een zeevaartvrachtbrief ('Ocean Bill of Lading') dient als factuur voor de lading en als contract voor het transport tussen de exporteur en de vervoerder. Een basisnummer wordt toegewezen aan de gehele zending.
    • Intern nummer zeevaartvrachtbrief ('House Ocean Bill of Lading Number'): Het interne nummer van de zeevaartvrachtbrief is een referentienummer dat aan het transportdocument is toegewezen door de vervoerder van de zeevracht.
    • Nummer apparatuur: Het sequentiële, of numerieke, gedeelte van het codenummer van een apparatuurunit.
    • Zegelnummer: Het zegelnummer is het nummer van het zendingszegel dat de klant uitgaf voor de beveiliging van de zending.
    • Kenteken: Elke truck heeft een kenteken met een unieke ID. Deze ID mag bestaan uit cijfers en letters.
    • Bordero-nummer: Een bordereau is een lijst met informatie over ontvangers, afzenders, productnamen, enz. Bovendien is informatie opgenomen over hoe met de vracht moet worden omgegaan tot het moment van aflevering. De bordero wordt verzonden met de vrachtgoederen.
    • Algemeen ladingnummer: Het begrip algemene lading verwijst naar goederen die afzonderlijk verzonden moeten worden.
    • Nummer pakje: Het trackingnummer voor een pakje wordt gewoonlijk aangeleverd door pakketdiensten.
    • Nummer luchtvrachtbrief: Op elke luchtvrachtbrief wordt een trackingnummer geplaatst dat kan worden gebruikt om de voortgang van het pakket te volgen in het zendingsproces en om de zendingsinformatie te bevestigen.
    • Naam voertuig/vaartuig: De naam van het voertuig/vaartuig is onderdeel van de voertuig-/vaartuiginformatie voor elke zending.
    • Trackingnummer: Dit is het expressvrachtnummer van de koeriersdienst, expressvracht- of pakketdienst.
    Transportmethode 2
    Geef een aanvullend transportmiddel op.
    Transportmethode 3
    Geef een aanvullend transportmiddel op.
    Transportmethode-ID 1
    Geef het trackingnummer voor het pakje op (dit nummer wordt gewoonlijk door expressdiensten aangeleverd). Afhankelijk van het transportmiddel kan het trackingnummer bijvoorbeeld een kenteken zijn (van een truck).
    Transportmethode-ID 2
    Geef het trackingnummer op voor pakjes die vallen onder transportmiddel 2.
    Transportmethode-ID 3
    Geef het trackingnummer op voor pakjes die vallen onder transportmiddel 3.