Lay-outconcepten

U kunt de inhoud van een dashboard naar wens vergroten, verkleinen of verplaatsen, maar er zijn enkele beperkingen. Voor rapporten kan bijvoorbeeld een minimumgrootte zijn gedefinieerd. Dat kan er de oorzaak van zijn dat een rapport-widget niet op bepaalde posities kan worden geplaatst.

Hotspots

Lege dashboards hebben hotspots in de hoeken en randen. Widgets hebben hotspots in de randen en het middengebied.

Een hotspot wordt weergegeven wanneer u een widget naar een dashboard sleept en de muisaanwijzer daarbij over de hotspot beweegt.

Naarmate u widgets aan een dashboard toevoegt, komen er ook meer hotspots.

Als u de muisaanwijzer boven een hotspot stil houdt, wordt er onder de widget een voorbeeld weergegeven. Dit voorbeeld geeft de positie aan die de widget zal innemen als u de widget hier loslaat. Als de muisaanwijzer voor de helft over de rand van een bestaande widget wordt gesleept of langs de rand van het dashboard, wordt er een rechthoekige hotspot weergegeven.

De hotspots bij een rand van een dashboard worden standaard in het midden van de rand weergegeven. In dit voorbeeld zal widget I, wanneer u hem loslaat, horizontaal uitvouwen langs de lengte van de rand. Verticaal wordt de widget zodanig aangepast dat deze de helft van de beschikbare ruimte inneemt.

In dit tweede voorbeeld zijn de linkerrand en de onderrand van het dashboard al gedeeltelijk ingenomen door widget I en II. U ziet dat er ruimte beschikbaar is tussen de onderkant van widget I en de bovenkant van widget II.

Als widget III nu naar de vrije ruimte aan de linkerrand wordt gesleept, wordt er een hotspot weergegeven. Als u widget III daar loslaat, wordt deze verticaal aangepast aan de beschikbare ruimte. Horizontaal neemt de widget de helft van de beschikbare ruimte in.

Mozaïek

Hier wordt widget II losgelaten als de muisaanwijzer boven een hotspot van widget I is geplaatst. Widget II zal daarop de helft van de ruimte innemen die eerst door widget I werd ingenomen.

Omwisselen

Als u de positie van twee widgets wilt omwisselen, sleept u de ene widget op de andere en laat u de widget los als de middelste hotspots met elkaar zijn uitgelijnd:

Duwen en dringen

Als u een widget door een andere widget wilt laten duwen, drukt u op de toets P (P staat voor 'pushing'). Een widget die tegen de rand van het dashboard wordt geduwd of tegen widgets wordt geduwd die niet meer kunnen worden samengedrukt, wordt samengedrukt. De widget krijgt zijn oorspronkelijke afmetingen niet terug als de widget die er de oorzaak van is dat de widget wordt verkleind, weer wordt verwijderd.

Als u de widget weghaalt en niet loslaat, nemen de bestaande widgets hun oorspronkelijke afmetingen weer aan.

Tussen schuiven

Als u een widget tussen twee aangrenzende widgets wilt schuiven, sleept u de widget naar aanpalende widgets, houdt u P ingedrukt en laat u de widget los:

Vullen

In de eigenschappen van een widget kunt u aangeven of de widget automatisch horizontaal of verticaal moet worden uitgevouwen om de beschikbare ruimte te vullen:

1. Klik op Eigenschappen in de werkbalk van de widget.
2. Klik op het tabblad Lay-out.
3. Selecteer Horizontaal uitvullen of Verticaal uitvullen.

Dit is belangrijk als u dashboards met autoformaat maakt. Naast een widget die horizontaal of verticaal is uitgevuld, kunt u andere widgets plaatsen:

1. Sleep de widget naar de rand van een widget die horizontaal of verticaal is uitgevuld.
2. Zodra de hotspot wordt weergegeven, laat u de widget los.

De grootte van de uitgevulde widget wordt aangepast zodat de nieuwe widget kan worden geplaatst, maar de instellingen voor uitvullen blijven behouden. Als widget II wordt verwijderd, neemt widget I zijn oorspronkelijke grootte weer aan.