Actiemodi

De actiemodus beschrijft de gebeurtenis waarmee de actie wordt geactiveerd (bijvoorbeeld klikken met de rechtermuisknop of slepen).

Hyperlink
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor hyperlinks:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel
Geactiveerd door Met de linkermuisknop klikken
Vereiste invoer Geen
Ondersteunde actietypen Alle
Speciaal gedrag Geen. Voert actie uit
Hyperlink en snelmenu bij klikken met de rechtermuisknop
Deze tabel beschrijft de hyperlink en het snelmenu bij de actiemodus klikken met de rechtermuisknop:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Klikken met de linkermuisknop en klikken met de rechtermuisknop.
Vereiste invoer Opdrachttekst verschijnt in snelmenu. Bijvoorbeeld een rapportnaam of meertalige reeks.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag De actie wordt uitgevoerd na klikken met de linkermuisknop. Na klikken met de rechtermuisknop wordt het snelmenu weergegeven, waaruit de gebruiker een actie kiest die moet worden uitgevoerd. Deze optie kan worden gebruikt om een menu met rapporten weer te geven waaruit de gebruiker een keuze kan maken.
Snelmenu bij klikken met de linkermuisknop
Deze tabel beschrijft de hyperlink en het snelmenu bij de actiemodus klikken met de linkermuisknop:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Met de linkermuisknop klikken
Vereiste invoer Opdrachttekst verschijnt in snelmenu. Bijvoorbeeld een rapportnaam of meertalige reeks.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Er wordt een snelmenu weergegeven waaruit de gebruiker een actie kan selecteren die uitgevoerd moet worden. Deze optie kan worden gebruikt om een menu met rapporten weer te geven waaruit de gebruiker een keuze kan maken.
Snelmenu bij klikken met de rechtermuisknop
Deze tabel beschrijft het snelmenu bij de actiemodus klikken met de rechtermuisknop:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Klikken met de rechtermuisknop.
Vereiste invoer Opdrachttekst verschijnt in snelmenu. Bijvoorbeeld een rapportnaam of meertalige reeks.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Er wordt een snelmenu weergegeven waaruit de gebruiker een actie kan selecteren die uitgevoerd moet worden. Deze optie kan worden gebruikt om een menu met rapporten weer te geven waaruit de gebruiker een keuze kan maken.
Bewerkte cel
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor bewerkte cellen:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door De gebruiker voert een waarde in in een onbeveiligde cel.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Parameters instellen.
Speciaal gedrag De waarde die wordt ingevoerd in de cel wordt alleen gebruikt voor de actie. Er worden geen formules uitgevoerd. Bewerkte cel is NIET hetzelfde als Terugschrijven. Als er zich bijvoorbeeld een RWC-formule in de cel bevindt, wordt er niet teruggeschreven door de actie Bewerkte cel.

Er bestaat wel een methode om terug te schrijven in combinatie met de actie Bewerkte cel.

Klik op knop
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor klikken op knoppen:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Knop.
Geactiveerd door Klik op knop.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Geen. De actie wordt uitgevoerd als de knop wordt aangeklikt.
Selectie gewijzigd
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor gewijzigde selecties:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Lijstweergave (bijvoorbeeld een keuzelijst met invoervak).
Geactiveerd door Selecteren van een nieuw element in de lijstweergave.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Bij gebruik van de actie Parameter instellen wordt de invoeroptie Uitvoering beschikbaar.

De invoer kan een van deze twee waarden hebben: Handmatige selectiewijzigingen of Alle selectiewijzigingen. Als Handmatige selectiewijzigingen is ingeschakeld, wordt de actie alleen uitgevoerd wanneer een gebruiker een waarde uit de lijstweergave selecteert. Als het rapport in een dashboard wordt gebruikt, kan de actie ook worden uitgevoerd door het wijzigen van een parameter in een ander rapport op het dashboard.

Als rapport wordt geladen
Deze tabel beschrijft de actiemodus als het rapport wordt geladen:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Rapport.
Geactiveerd door Openen van het rapport.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Parameters instellen.

Engine-proces van applicatie.

Speciaal gedrag De actie wordt uitgevoerd nadat het rapport is geladen en voordat er parameters voor springen worden toegepast.

De actie kan worden afgedwongen door een sprongactie te gebruiken waarbij het doel van de sprong het rapport is waarin de sprong is gedefinieerd.

Parameter [x] wordt gewijzigd
In deze tabel wordt een omschrijving gegeven van de actiemodus voor parameterwijzigingen:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Rapport.

Het rapport moet verwijzen naar een of meer rapportparameters.

Geactiveerd door Een wijziging in een rapportparameter in een dashboard.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Parameters instellen.

Springen.

Springen naar dashboard.

Engine-proces van applicatie.

Speciaal gedrag Parameterwijzigingen in Dashboards worden op de volgende manier verwerkt:
  1. Wanneer een nieuwe parameterwaarde van een dashboard wordt ontvangen, wordt de automatisch rapportberekening onderdrukt en worden variabelewaarden tegelijkertijd bijgewerkt.
  2. Voor elke parameter wordt de actie Wijziging in parameter geëvalueerd. Dit gebeurt in de volgorde waarin de parameters zijn gedefinieerd.

Voor de acties Springen en Springen naar dashboard wordt de verdere verwerking onderdrukt om te voorkomen dat er twee Springen-acties tegelijkertijd worden uitgevoerd.

Slepen
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor slepen:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Slepen van de cel waarvoor de sleepactie is opgegeven en neerzetten op een cel waarvoor een neerzetactie is opgegeven.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Parameters instellen.
Speciaal gedrag De actie wordt niet geactiveerd tenzij de versleepte cel wordt neergezet op een cel waarvoor een neerzetactie is opgegeven.
Negeren
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor neerzetten:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Een cel waarvoor een sleepactie is opgegeven wordt neergezet op een cel waarvoor een neerzetactie is opgegeven.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Parameters instellen.
Speciaal gedrag De actie wordt pas geactiveerd als een cel waarvoor een sleepactie is opgegeven op de cel wordt neergezet.
Diagramklik
Deze tabel beschrijft de modus voor diagramklikacties:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel met gegevens waarop het diagram is gebaseerd.
Geactiveerd door Een klik op een gegevensreeks waarvoor een actie is gedefinieerd.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Ondersteunde diagramtypen Kolommen.

Balken.

2D-cirkeldiagrammen.

Vlak.

Ring.

Portfolio.

Piramide.

Kleurrijke balken.

Speciaal gedrag Voor portfolio- en vlakdiagrammen.
Dialoogvenster OK
Deze tabel geeft een omschrijving van de actiemodus Dialoogvenster OK:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel, knop, lijstobject in een rapport waarin een actie Dialoogvenster openen is gedefinieerd (een bronrapport). Het dialoogvenster OK moet worden opgegeven in het bronrapport op hetzelfde object als waarop de actie Dialoogvenster openen is gedefinieerd.
Geactiveerd door Een klik op een object in een rapport waarop een actie Dialoogvenster sluiten is gedefinieerd.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Wordt alleen geactiveerd als OK is opgegeven als de waarde van de invoer Resultaat dialoogvenster in het doelrapport.
Dialoogvenster annuleren
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor Dialoogvenster annuleren:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel, knop, lijstobject.
Geactiveerd door Een klik op een object in een rapport waarvoor een actie Dialoogvenster openen is gedefinieerd.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Wordt alleen geactiveerd als Annuleren is opgegeven als de waarde van de invoer Resultaat dialoogvenster in het doelrapport.
Web-extensie
Deze tabel beschrijft de actiemodus voor web-extensies:
Gebruik Gedrag
Kan worden gedefinieerd op Cel.
Geactiveerd door Interactie met een web-extensie in een rapport dat bekeken wordt op het internet.
Vereiste invoer Geen.
Ondersteunde actietypen Alle.
Speciaal gedrag Web-extensies kunnen alleen op het internet worden bekeken.

Modi van globale acties

De modus Bij inloggen ondersteunt alleen het actietype Parameters instellen. Daarom geeft het dialoogvenster Actie opgeven voor acties Bij inloggen de kolom Type niet weer. In plaats daarvan geeft u de naam van de actie op in de kolom Naam. Alleen de volgende optionele parameters kunnen worden gebruikt:

  • Globale variabele
  • Globale lijst
  • Geen doel

De modus Formulefunctie ondersteunt alleen het actietype Parameters instellen.