Diagramtypen

Elk diagramtype heeft een aantal subtypen. Sommige subtypen, zoals cirkeldiagrammen met uitgelichte segmenten, bieden alleen andere visuele effecten dan het hoofddiagramtype. Andere subtypen geven de diagramgegevens op een andere manier weer dan het hoofddiagramtype. Elk subtype van een aandelendiagram is bijvoorbeeld een ander type diagram en vereist andere gegevens.

Dit zijn de belangrijkste diagramsubtypen:
Gestapeld
Een gestapeld diagram biedt geen gegevensvergelijking, maar laat zien welk deel van het geheel elk van de waarden in een gegevensreeks vertegenwoordigen. De waarden in elke gegevensreeks vormen een stack. In een gestapeld kolomdiagram wordt bijvoorbeeld de totale waarde van elke gegevensreeks of stack vertegenwoordigd door een kolom. De kolom is opgedeeld in segmenten met verschillende kleuren. Elk segment vertegenwoordigt één waarde in de gegevensreeks. De grootte van elk segment weerspiegelt het aandeel dat de waarde ervan heeft in het geheel.
In plaats van de productverkoop in een bepaald jaar te vergelijken met die in een ander jaar, zou u een gestapeld kolomdiagram kunnen gebruiken om te laten zien welk percentage van de totale verkoop van een product uit de verschillende jaren afkomstig is.
Gestapeld percentage
Dit type is gelijk aan een gestapeld diagram, maar geeft waarden weer als percentages van de totale waarde.
3D-diagrammen
Andere subtypen zijn driedimensionale versies van de diagrammen. Er zijn twee typen driedimensionale diagrammen:
  • 2-assige diagrammen met een valse derde dimensie, waardoor de visuele indruk van diepte ontstaat
  • 3-assige diagrammen

De driedimensionale subtypen kunnen verticaal en horizontaal worden gedraaid, waardoor het lijkt alsof het diagram van links of rechts of van boven of beneden wordt bekeken. Als u de driedimensionale weergave van een diagram wilt wijzigen, dubbelklikt u op een leeg gedeelte van het diagram. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u 3D-weergave.

Diagramlegenda's worden standaard weergegeven, maar u kunt deze verwijderen.

Kolomdiagrammen

Kolomdiagrammen worden gewoonlijk gebruikt voor het vergelijken van categorieën gegevens of voor het weergeven van veranderingen in gegevens over een bepaalde tijd. Meestal worden kolomdiagrammen gebruikt voor kleine gegevenssets. Voor grotere gegevenssets kunt u beter lijndiagrammen gebruiken.

In de meeste gevallen kunt u de gegevensrijen of de gegevenskolommen gebruiken voor de categorieën. De gegevens die niet worden gebruikt voor de categorieën worden gebruikt voor vergelijking en weergegeven in de diagramlegenda. Een uitzondering vormen, bijvoorbeeld, cirkeldiagrammen die, met uitzondering van het subtype Naast elkaar, slechts één gegevensreeks hebben.

De categorieën worden weergegeven op de x-as en het feit op de y-as.

Kolomdiagrammen zijn ook beschikbaar als sparklines.

Subtypen kolomdiagrammen

Gestapeld en Gestapeld percentage zijn de twee belangrijkste subtypen kolomdiagrammen. Driedimensionale versies zijn ook beschikbaar als subtypen.

Staafdiagrammen

Staafdiagrammen zijn gelijk aan kolomdiagrammen, maar bij deze diagram worden de categorieën weergegeven op de y-as en het feit op de x-as. Dat betekent dat de gegevens horizontaal in staven worden weergegeven in plaats van verticaal in kolommen.

Staafdiagrammen kunnen handig zijn als de namen van de categorieën lang zijn en het feit een tijdsduur vertegenwoordigt.

Staafdiagrammen hebben dezelfde subtypen als kolomdiagrammen, met dien verstande dat er geen staafdiagram met drie assen is.

Staafdiagrammen zijn ook beschikbaar als sparklines.

Lijndiagrammen

Lijndiagrammen geven de veranderende waarden of trends van categorieën gegevens weer over een doorlopende periode. Meestal vertegenwoordigen de categorieën op de x-as van een lijndiagram tijdseenheden, zoals maanden of jaren. Elke lijn van een lijndiagram wordt in de diagramlegenda vertegenwoordigd door één van elf afzonderlijke symbolen. Als er meer dan elf elementen worden vergeleken, worden de symbolen hergebruikt waardoor de duidelijkheid van het diagram vermindert.

Lijndiagrammen zijn ook beschikbaar als sparklines.

Subtypen lijndiagrammen

Gestapeld en Gestapeld percentage zijn de twee belangrijkste subtypen lijndiagrammen. Ze laten zien hoe de grootte van de bijdrage van een element aan het diagramtotaal over tijd verandert.

Verdere subtypen zijn versies van de diagrammen waarin markeringen zijn weergegeven op elk gegevenspunt.

Er is ook een driedimensionaal subtype beschikbaar. De assen en lijnen van het diagram worden weergegeven in drie dimensies, waarbij de lijnen worden weergegeven als linten.

Profieldiagrammen

Profieldiagrammen zijn gelijk aan lijndiagrammen, maar de lijnen zijn verticaal. Met andere woorden, de categorieën worden weergegeven op de y-as en het feit op de x-as.

Subtypen profieldiagrammen

Profieldiagrammen hebben dezelfde twee hoofdsubtypen als lijndiagrammen. Oftewel, Gestapeld en Gestapeld percentage. Zowel gestapelde als gestapeld-percentagediagrammen kunnen worden weergegeven met markeringen op elk gegevenspunt.

Er zijn geen driedimensionale subtypen voor profieldiagrammen.

Cirkeldiagrammen

Met uitzondering van cirkeldiagrammen naast elkaar hebben cirkeldiagrammen slechts één gegevensreeks. Dat betekent dat de gegevens waarop ze zijn gebaseerd in één kolom staan.

Elk item in de gegevensreeks wordt weergegeven als een segment van het cirkeldiagram en vertegenwoordigt een deel van de totale waarde van de gegevensreeks.

Het gebruik van cirkeldiagrammen wordt afgeraden wanneer:

  • Er meer dan acht segmenten zijn
  • Er negatieve waarden zijn
  • Er nulwaarden zijn

Subtypen cirkeldiagrammen

Cirkeldiagram met uitgelichte segmenten
De segmenten van het cirkeldiagram zijn los van elkaar weergegeven.
Cirkeldiagram van cirkeldiagram en staafdiagram van cirkeldiagram
Deze subtypen creëren een afzonderlijk cirkel- of staafdiagram naast het hoofdcirkeldiagram. U kunt dit, bijvoorbeeld, gebruiken om de aandacht te vestigen op of details weer te geven van kleine segmenten diagramgegevens. Het afzonderlijke diagram is standaard gebaseerd op de laatste twee waarden in de gegevensreeks, maar u kunt opgeven welke waarden moeten worden gebruikt. Geef bijvoorbeeld op dat de laatste drie waarden worden gebruikt, of waarden onder een opgegeven waarde of percentage. In het hoofdcirkeldiagram worden de segmenten waarop het afzonderlijke diagram is gebaseerd gecombineerd tot één diagram.
U kunt ook de afstand tussen de diagrammen en de grootte van het tweede diagram opgeven.
Cirkeldiagram naast elkaar
Cirkeldiagrammen naast elkaar zijn gebaseerd op twee of meer gegevenskolommen. De standaardselectie, 'Gegevens in: Kolommen' in de Diagramwizard genereert een klein afzonderlijk cirkeldiagram voor elke gegevensrij. Elk cirkeldiagram heeft net zo veel segmenten als er gegevenskolommen zijn.
Bij selectie van Gegevens in: Rijen in de diagramwizard wordt een afzonderlijk cirkeldiagram gegenereerd voor elke gegevenskolom. Elk diagram heeft net zo veel segmenten als er gegevensrijen zijn.
Als de gegevenskolommen of -rijen geen kop hebben, worden de afzonderlijke cirkeldiagrammen automatisch opeenvolgend genummerd.
Driedimensionale cirkeldiagrammen
Cirkeldiagrammen, cirkeldiagrammen met uitgelichte segmenten en cirkeldiagrammen naast elkaar hebben driedimensionale subtypen. Cirkeldiagram van cirkeldiagram en staaf- van cirkeldiagram zijn alleen in twee dimensies beschikbaar.

XY-spreidingsdiagrammen

Spreidingsdiagrammen worden gewoonlijk gebruikt voor grote gegevenssets die zijn gebaseerd op paren van waarden in plaats van categorieën en waarden.

XY-spreidingsdiagrammen vereisen drie gegevenskolommen of -rijen. Eén kolom levert de waarden voor de x-as, zoals datums. Elke resterende kolom levert een van elk paar waarden. Een van de toepassingen van spreidingsdiagrammen is milieugegevens. Een gegevensset kan bijvoorbeeld de dikte van de ijslaag op een meer en de gemiddelde wintertemperaturen over een aantal jaren bevatten. Deze tabel toont voorbeeldgegevens voor een spreidingsdiagram om de dikte van de ijslaag af te zetten tegen de gemiddelde wintertemperatuur:

X-as Y-as
Vorstseizoen Gem. temp. dec - apr (Celsius) IJsdikte (cm)
2000-2001 -5 45
2001-2002 -4,5 60
2002-2003 -6,8 85

Als u bijvoorbeeld de gemiddelde wintertemperatuur in de loop der jaren in kaart wilt brengen, kunt u beter een lijndiagram gebruiken.

Subtypen spreidingsdiagram

De gegevenspunten van spreidingsdiagrammen kunnen worden verbonden met lijnen. Het profiel van de lijnen kan vloeiend of hoekig zijn. Als u lijnen gebruikt, kunt u deze weergeven met of zonder markeringen op elk gegevenspunt.

Vlakdiagrammen

Vlakdiagrammen worden gebruikt om omvang aan te duiden: bijvoorbeeld de grootte van de winst van een organisatie over een bepaalde tijd. Standaard wordt elke gegevensreeks weergegeven als een gekleurd vlak. Dit kan ertoe leiden dat kleinere gegevensreeksen volledig aan het gezicht worden onttrokken door grotere gegevensreeksen. In veel gevallen kan dit worden opgelost door een gestapeld of driedimensionaal subtype te gebruiken. U kunt ook de mate van transparantie van verschillende gegevensreeksen variëren, zodat andere gegevensreeksen op de achtergrond zichtbaar blijven.

Subtypen vlakdiagrammen

Gestapeld en Gestapeld percentage zijn de belangrijkste subtypen vlakdiagrammen. De vlakken van een gestapeld vlakdiagram laten zien hoe de grootte van de bijdrage van een element aan het diagramtotaal over tijd verandert. Een gestapeld-percentagediagram toont de grootte van de bijdrage van een element als percentage van het totaal. De subtypen Gestapeld en Gestapeld percentage hebben beide driedimensionale subtypen. Hoewel ze driedimensionaal lijken, hebben deze subtypen in feite slechts twee assen.

Er is ook een driedimensionaal subtype beschikbaar dat de gegevens uitzet op drie assen.

Ringdiagrammen

Ringdiagrammen bestaan uit concentrische ringen. Elke gegevenskolom of -rij vormt een afzonderlijke ring. Elke ring wordt gesegmenteerd op basis van het aantal rijen of kolommen in de gegevens. Elk segment vertegenwoordigt een deel van de totale waarde van de rij.

De volgende gegevens zouden bijvoorbeeld een ringdiagram genereren met drie ringen:

Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
333333 333333 333333
1000000
301000 458000 241000

De binnenste ring zou verdeeld zijn in drie gelijke segmenten met verschillende kleuren.

De middelste ring zou niet gesegmenteerd zijn.

De buitenste ring zou verdeeld zijn in drie ongelijke segmenten die de waarden in Rij 3 Kolom 1, Rij 3 Kolom 2 en Rij 3 Kolom 3 vertegenwoordigen.

U zou kunnen overwegen om een cirkeldiagram naast elkaar te gebruiken als alternatief voor een ringdiagram.

U kunt opgeven hoe groot de opening in de ring moet zijn. Indien nodig kunt u de binnenste ring in een opgegeven mate draaien.

Radardiagrammen

Radardiagrammen kunnen handig zijn voor het vergelijken van verschillende items op basis van een standaardset criteria. U kunt bijvoorbeeld de geschiktheid van verschillende kandidaten voor een bepaalde baan afzetten tegen een ideaal profiel, of soortgelijke producten van verschillende producenten vergelijken.

Radardiagrammen hebben een as voor elke gegevensrij. Als er bijvoorbeeld een rij is voor elke maand in een jaar zijn er 12 assen die samenkomen op een centraal punt, zoals de spaken van een wiel.

U kunt meerdere rijen uitzetten in een diagram, of een afzonderlijk radardiagram aanmaken voor elke gegevensrij. De gegevenspunten worden met elkaar verbonden, waardoor een specifieke vorm ontstaat voor elke rij. De verschillende vormen geven een snelle visuele indicatie van gelijksoortige en ongelijksoortige rijen, vooral als elke rij wordt weergegeven in een afzonderlijk diagram.

Deze gegevens zouden bijvoorbeeld resulteren in vier vormen op een diagram met zes assen. Elke as vertegenwoordigt een sleutelcriterium op een schaal van 5 (sterke match) tot 1 (sterke mismatch). De ideale kandidaat is betrouwbaar, punctueel, een logische denker en een teamspeler, maar niet bijzonder creatief of snel verveeld:

Betrouwbaar Punctueel Teamspeler Creatief Logisch Snel verveeld
Ideaal 5 5 5 2 5 1
Kandidaat 1 2 3 3 5 2 4
Kandidaat 2 5 4 5 1 3 1
Kandidaat 3 3 4 4 3 3 3
Kandidaat 4 4 4 4 2 4 2

Als u een radardiagram zou aanmaken voor elke rij, zou uit de vorm ervan op te maken zijn dat kandidaten 2 en 4 het ideaal het dichtst benaderen.

Subtypen radardiagrammen

Radardiagrammen kunnen worden weergegeven met of zonder markeringen op de gegevenspunten.

De gegevenspunten op een radardiagram worden met elkaar verbonden door lijnen. Bij een gevuld radardiagram kan het gebied binnen de lijnen worden gevuld met een kleur.

Twee andere subtypen zijn het radardiagram met gegevenslabels en het radardiagram met markeringen en gegevenslabels. Vanwege de ruimte die wordt ingenomen door de markeringen en gegevenslabels zijn deze subtypen vooral geschikt voor radardiagrammen met weinig assen en weinig kolommen.

Portfolio

U kent dit mogelijk als een ballondiagram.

Portfoliodiagrammen tonen cirkels van uiteenlopende grootte binnen hun X- en Y-as. De grootte van de cirkels weerspiegelt de grootte van de getoonde waarden. Met andere woorden, zowel de grootte van de cirkels als hun relatieve positie binnen de x- en y-as beschrijven de gegevens die ze vertegenwoordigen. U kunt instellen of de grootte overeenkomt met de oppervlakte of de diameter van de cirkels.

U kunt portfoliodiagrammen gebruiken als elke gegevensreeks wordt omschreven door drie numerieke waarden (bijvoorbeeld werkelijke verkoop, gebudgetteerde verkoop, en het verschil daartussen).

Als uw gegevens zich bevinden in de kolommen A, B en C, vormen de gegevens in kolom A de X-as. De gegevens in kolom B vormen de Y-as en de gegevens in kolom C bepalen de radiussen van de cirkels. Elke rij vormt een gegevensreeks.

X-as Y-as Radius
Verkochte eenheden Inkomsten % Marktaandeel
295294 13026762 10
1085496 31746300 15
631591 42017951 33
1525291 45282083 42
NB

Als u alle reeksen in een portfoliodiagram op basis van een hyperblock wilt genereren, vouwt u het hyperblock uit met één rij als de gegevens in rijen staan, of met één kolom als de gegevens in kolommen staan.

Als u gegevens toevoegt aan kolommen D en E, vormt kolom D de y-as van een andere gegevensreeks. Kolom E bepaalt de radius van de cirkels in die reeks. Als u gegevens toevoegt aan de kolommen F en G, worden deze weer de y-as en de radius van een derde gegevensreeks.

Subtypen portfoliodiagrammen

Bij één subtype worden de cirkels weergegeven met een driedimensionaal effect.

Bij de andere subtypen wordt de achtergrond van het diagram, of het tekengebied, verdeeld in uiteenlopende combinaties van kwadranten met verschillende kleuren. Door het juiste subtype te kiezen en de grootte van de kwadranten aan te passen, kunt u een diagram zodanig configureren dat een specifieke gegevensreeks wordt weergegeven in een kwadrant met een bepaalde kleur. U kunt bijvoorbeeld waarden onder een bepaald niveau weergeven op een rode achtergrond om een slecht resultaat aan te duiden, en andere waarden op een gele of groene achtergrond om voldoende of goede resultaten aan te duiden.

Standaard geven de kwadrantsubtypen gegevenslabels weer. U kunt opgeven of de cirkels worden gelabeld met de grootte van de ballon of met de waarde die ze vertegenwoordigen.

Als u de gegevensreeks van een kwadrantsubtype wilt weergeven als ballonnen in plaats van cirkels, gebruikt u de verlopen en andere opties in het dialoogvenster Gegevensreeks opmaken.

Kwadrantdiagrammen

Kwadrantdiagrammen zijn vergelijkbaar met de kwadrantsubtypen van portfoliodiagrammen.

Aandelendiagrammen

Aandelendiagrammen worden ook wel candlestick-diagrammen genoemd. Elke gegevensreeks in een aandelendiagram is een 'hoog-/laaglijn' (kaars met pit) die verschillende waarden vertegenwoordigt. In een standaard aandelendiagram zijn de vertegenwoordigde waarden Hoog, Laag en Sluiten. Met andere woorden, elke gegevensreeks vertegenwoordigt de hoogste koers, laagste koers en de slotkoers van een aandeel. Op elke lijn geeft een markering de slotkoers aan. Op het tabblad Opties van het dialoogvenster Gegevensreeks opmaken kunt u de hoog-/laaglijnen uitschakelen om alleen de markeringen voor de slotkoers weer te geven.

Als u een aandelendiagram of een van de subtypen daarvan wilt maken, selecteert u alleen de gegevens - niet de kolom- en rijkoppen. Het is daarom essentieel dat uw gegevens in de juiste volgorde staan. Oftewel, voor het standaarddiagram, drie kolommen of rijen die, van links naar rechts of van boven naar beneden, Hoog, Laag en Sluiten vertegenwoordigen.

Hoog Laag Sluiten
01-jan 75 45 50
02-jan 52 51 53
03-jan 54 40 52
NB

Als de datums niet juist worden weergegeven, verandert u de datumnotatie op het tabblad Getal van het dialoogvenster As opmaken.

Subtypen aandelendiagrammen

Elk subtype aandelendiagram heeft een ander doel en vereist andere gegevens. Het is essentieel dat de kolommen of rijen de juiste volgorde hebben.

Openen, Hoog, Laag, Sluiten
Dit aandelendiagram vereist vier gegevensreeksen die de openingskoers, hoogste koers, laagste koers en sluitkoers van aandelen vertegenwoordigen. Een blok (kaarsstaaf) om elke gegevensreeks (kaarspit) vertegenwoordigt het verschil tussen de openings- en sluitkoers. Als het aandeel sluit op een lagere koers dan de openingskoers, krijgt het blok een paarse kleur. Als het aandeel sluit op een hogere koers dan de openingskoers, krijgt het blok een grijze kleur.
Volume, Hoog, Laag, Sluiten
Dit aandelendiagram vereist vier gegevensreeksen die het aantal verhandelde aandelen, hun hoogste koers, laagste koers en sluitkoers vertegenwoordigen. Naast de lijnen die de hoogste, laagste en sluitkoers vertegenwoordigen, vertegenwoordigen kolommen het aantal verhandelde aandelen. Een markering op elke lijn verbeeldt de sluitkoers.
Volume, Open, Hoog, Laag, Sluiten
Dit aandelendiagram vereist vier gegevensreeksen die het aantal verhandelde aandelen, hun openingskoers, hoogste koers, laagste koers en sluitkoers vertegenwoordigen. Naast de lijnen (die de openings-, hoogste, laagste en sluitkoers vertegenwoordigen) vertegenwoordigen kolommen het aantal verhandelde aandelen. Blokken (kaarsstaven) verbeelden het verschil tussen de openings- en sluitkoers. Als het aandeel sluit op een lagere koers dan de openingskoers, krijgt het blok een paarse kleur. Als het aandeel sluit op een hogere koers dan de openingskoers, krijgt het blok een grijze kleur.

Oppervlakdiagrammen

Een oppervlakdiagram is vergelijkbaar met, bijvoorbeeld, een topografische kaart die hoogten op verschillende lengte- en breedtegraden verbeeldt. Op een topografische kaart kunnen hoogte, breedtegraad en lengtegraad worden aangemerkt als variabelen z, x en y. De hoogte (z) verandert met de waarden van de variabelen x en y. Oppervlakdiagrammen kunnen worden gebruikt wanneer de waarde van één variabele wordt beïnvloed door de waarden van een paar van variabelen. Eén mogelijke toepassing is het testen van materialen - bijvoorbeeld het testen van de mechanische sterkte van een materiaal bij verschillende temperaturen gedurende verschillende tijdsperioden.

Een oppervlakdiagram ziet eruit als een vel gaasmateriaal dat is verdraaid en verbogen om de variërende waarden te verbeelden. De cellen van het gaas zijn gevuld met verschillende kleuren die waardebereiken vertegenwoordigen.

De gegevens voor een oppervlakdiagram moeten worden gerangschikt met de x- en y-variabelen als rij- en kolomkoppen.

Subtypen oppervlakdiagrammen

Wireframe
Een wireframe-oppervlakdiagram is gelijk aan een oppervlakdiagram, met dien verstande dat de cellen van het gaas niet met kleuren zijn gevuld.
Contourdiagrammen
Contourdiagrammen zijn tweedimensionale weergaven van driedimensionale oppervlakdiagrammen. Ze zien eruit als oppervlakdiagrammen die recht van bovenaf worden bekeken. In een contourdiagram met kleuren vertegenwoordigen kleuren waardebereiken, zoals in een oppervlakdiagram. In een wireframe-contourdiagram worden de verschillende gegevensbereiken alleen omsloten door lijnen.

Cilinder-, kegel- en piramidediagrammen

Cilinder-, kegel- en piramidediagrammen kunnen worden beschouwd als subtypen van zowel kolom- als staafgrafieken. Ze worden gebruikt voor dezelfde doelen en kunnen dezelfde gegevens gebruiken als kolom- en staafgrafieken. In plaats van staven of kolommen bestaan deze diagrammen uit cilinders, kegels of piramides. Alle drie typen diagrammen zijn tweedimensionaal met een driedimensionaal effect, en ze hebben allemaal de subtypen Gestapeld en Gestapeld percentage. Alle typen en subtypen kunnen horizontaal of verticaal worden weergegeven.

Mijlpaaldiagrammen

Een mijlpaaldiagram geeft de trend van de voortgang weer (laat, vroeg of op tijd) wanneer de voltooiing van projectmijlpalen nadert.

De x-as geeft de datums weer wanneer u de datums van voltooiing van projectmijlpalen controleert. Op elke datum geeft de y-as de voorspelde datum van voltooiing van de mijlpaal weer.

Een horizontale lijn in het diagram geeft aan dat de voorspelde datum van voltooiing constant blijft.

Een stijgende lijn geeft aan dat voorspeld wordt dat de mijlpaal te laat wordt voltooid.

Een dalende lijn geeft aan dat de voorspelling is dat de mijlpaal te vroeg wordt voltooid.

Voorbeeld

Aan het begin van elke week van dit project worden de datums van voltooiing van drie mijlpalen voorspeld:

30-06-2018 07-07-2018 14-07-2018 21-07-2018 28-07-2018
Mijlpaal 1 01-08-2018 01-08-2018 07-08-2018 09-08-2018 15-08-2018
Mijlpaal 2 01-08-2018 01-08-2018 01-08-2018 01-08-2018 01-08-2018
Mijlpaal 3 01-08-2018 01-08-2018 01-08-2018 28-07-2018 18-07-2018

De geraamde datum van voltooiing voor Mijlpaal 2 blijft constant. Maar vanaf 14-07-2018 wordt voorspeld dat Mijlpaal 1 te laat wordt voltooid. Vanaf 21-07-2018 wordt voorspeld dat Mijlpaal 3 te vroeg wordt voltooid.

Als u een mijlpaaldiagram wilt maken, markeert u de datums (inclusief de namen van de mijlpalen en de datums van de voorspellingen). Klik op de Diagramwizard en selecteer Mijlpaal als diagramtype.

Subtypen mijlpaaldiagrammen

Mijlpaaldiagrammen hebben slechts één subtype - met markeringen op elk gegevenspunt.

Stapdiagrammen

Net als lijndiagrammen verbeelden stapdiagrammen wijzigingen in gegevens over een tijdsperiode. Maar stapdiagrammen verbeelden gegevens die alleen met intervallen veranderen en verder constant blijven. U kunt een stapdiagram bijvoorbeeld gebruiken om wijzigingen in bankrentetarieven te verbeelden, die meestal slechts eens per kwartaal of zelfs nog minder frequent worden gewijzigd. Maar om de dagelijkse veranderingen in valutakoersen over een tijdsperiode weer te geven, kunt u beter een lijndiagram gebruiken.

Een stapdiagram geeft een horizontale lijn weer die verticaal stijgt of daalt bij elke waardeverandering. U kunt de optie Lijn eerst omhoog verplaatsen in het dialoogvenster Gegevensreeks opmaken gebruiken om op te geven of de stappen op of tussen de markeringen op de as plaatsvinden.

Subtypen stapdiagrammen

Een gevuld stapdiagram is het enige subtype van stapdiagrammen. Het vlak onder de stappenlijn is gevuld met een kleur. Als u twee of meer gegevensreeksen hebt, kan de gegevensreeks met de hoogste waarden de andere gegevensreeksen geheel of gedeeltelijk aan het gezicht onttrekken. U kunt dit verhelpen door de mate van transparantie van verschillende gegevensreeksen te variëren, zodat andere gegevensreeksen op de achtergrond zichtbaar blijven.

Histogram

Histogrammen worden gebruikt om te analyseren hoe vaak elke waarde in een reeks met waarden voorkomt. Histogrammen kunnen worden gemaakt in Microsoft Excel, maar daarvoor is de invoegtoepassing Analysis ToolPak vereist. InApplication Studio markeert u de rij of kolom met de waarden die geanalyseerd moeten worden en klikt u op de diagramwizard. Selecteer Histogram als het diagramtype.

Er zijn vier diagramsubtypen. Voor de eerste twee zijn alleen waarden voor de Y-as vereist. De waarde-intervallen op de X-as worden automatisch berekend. Het tweede diagram bevat de normale verdelingskromme. U kunt het aantal intervallen wijzigen in het dialoogvenster Gegevensreeks opmaken.

Voor het derde en vierde diagramsubtype zijn waarden voor de Y-as en voor de waarde-intervallen op de X-as vereist. Het vierde diagram bevat de normale verdelingskromme.

Als u de normale verdelingskromme handmatig wilt toevoegen aan het eerste of derde diagramsubtype, dubbelklikt u op het diagram om een gestreepte rand weer te geven. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op een gegevensreeks en selecteer Normale verdeling toevoegen.

Tachometer

Elke gegevensreeks wordt weergegeven als een aanwijzer naar een waarde. Als de gegevens drie of meer gegevensreeksen omvatten, worden drie waardebereiken weergegeven. Meestal worden rood, geel en groen opgegeven als kleuren voor de waardebereiken die, bijvoorbeeld, slechte, gemiddelde en goede verkoopresultaten vertegenwoordigen.

U kunt het waardebereik waarop elke kleur betrekking heeft als volgt specificeren:

  • Klik op een waardebereik in de ontwerpmodus om dit te selecteren. Dubbelklik vervolgens om het dialoogvenster Serie waardebereik te openen. Geef het waardebereik op en de kleur die het moet vertegenwoordigen.
  • Dubbelklik op een gegevensreeks om het dialoogvenster Serie waardebereik te openen.

Kleurrijke balken en kolommen

Er zijn vier meerkleurige diagramtypen. Het standaardtype is een gestapelde kolomdiagram. Elke waarde wordt vertegenwoordigd door een kolom die is onderverdeeld in gekleurde segmenten. Elke kleur in de kolom vertegenwoordigt een waardenbereik. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen de verkoopcijfers te classificeren aan de hand van het transactiebedrag, waarbij transacties tot EUR 10.000 rood worden weergegeven, transacties tussen EUR 10.001 en 20.000 geel worden weergegeven en transacties van meer dan EUR 20.000 groen worden weergegeven. In dit voorbeeld zou een transactie ter waarde van EUR 20.000 worden aangeduid door een rode en gele kolom. De onderste helft van de kolom zou rood zijn en een bereik van 10.000 op de Y-as hebben. De bovenste helft zou geel zijn en een bereik van 10.000 tot 20.000 op de Y-as hebben. Een transactie ter waarde van EUR 21.000 zou worden aangeduid door een rode, gele en groene kolom, waarbij het groene segment een bereik van 20.000 tot 21.000 op de Y-as zou hebben.

Een van de andere diagramtypen is een gestapeld staafdiagram.

De overige diagramtypen zijn een meerkleurig kolomdiagram en een meerkleurig staafdiagram. In deze diagrammen wordt elke waarde aangeduid door een kolom of balk met een kleur die afhangt van de waarde die wordt vertegenwoordigd.

Klik om de waardebereiken te definiëren op een gegevensreeks in de ontwerpmodus en selecteer Gegevensreeks opmaken. Klik op het tabblad Opties van het dialoogvenster Gegevensreeks opmaken.

Gekleurde kaart

Gekleurde kaarten vormen een interactieve manier om de afwijkingen binnen een meting in een geografisch gebied te visualiseren of de afwijkingen binnen een regio weer te geven. De waarden die door de kaart worden vertegenwoordigd, vallen binnen een aantal bereiken. Elk bereik wordt geïdentificeerd met een kleur.

Gekleurde kaartdiagrammen worden geïmplementeerd met de web-extensie voor gekleurde kaarten en zijn daarom niet beschikbaar in de wizard Kaart.